02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN VREEMDELINGENZAKEN 119<br />

2.14 Naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank kan <strong>het</strong> beroep <strong>van</strong> eiseres op <strong>de</strong> artikelen 3, 7, 9<br />

en 10 <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK evenmin slagen. Noch uit <strong>de</strong> tekst, noch uit <strong>de</strong> wordingsgeschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK valt af te lei<strong>de</strong>n dat ingevolge <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> dit <strong>verdrag</strong> voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

staat verplichtingen bestaan die ver<strong>de</strong>r gaan dan <strong>het</strong>geen reeds is neergelegd<br />

in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse regelgeving en <strong>het</strong> beleid terzake <strong>van</strong> gezinsvorming en -hereniging.<br />

Evenmin is gebleken dat met genoem<strong>de</strong> artikelen is beoogd een uitbreiding te geven<br />

aan <strong>de</strong> verplichtingen die uit artikel 8 EVRM voortvloeien. De rechtbank verwijst in dit<br />

verband naar <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rechtseenheidskamer <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze rechtbank (REK) <strong>van</strong><br />

25 september 1997 (Awb 97/5074, RV 1997, 23). 80<br />

Weer in een an<strong>de</strong>re uitspraak laat <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> artikel 7 IVRK achterwege.<br />

81 De rechter beslist reeds op basis <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re grond in <strong>het</strong> voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vreem<strong>de</strong>ling.<br />

Artikel 8 (Recht op eerbiediging i<strong>de</strong>ntiteit)<br />

1. De Staten die partij zijn, verbin<strong>de</strong>n zich tot eerbiediging <strong>van</strong> <strong>het</strong> recht <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind zijn of<br />

haar i<strong>de</strong>ntiteit te behou<strong>de</strong>n, met inbegrip <strong>van</strong> nationaliteit, naam en familiebetrekkingen zoals<br />

wettelijk erkend, zon<strong>de</strong>r onrechtmatige inmenging.<br />

2. Wanneer een kind op niet rechtmatige wijze wordt beroofd <strong>van</strong> enige of alle bestand<strong>de</strong>len<br />

<strong>van</strong> zijn of haar i<strong>de</strong>ntiteit, verlenen <strong>de</strong> Staten die partij zijn passen<strong>de</strong> bijstand en bescherming,<br />

tenein<strong>de</strong> zijn i<strong>de</strong>ntiteit snel te herstellen.<br />

Artikel 8 IVRK wordt in vier zaken ingeroepen. Het artikel speelt over <strong>het</strong> algemeen<br />

een onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol in <strong>de</strong> overwegingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechter.<br />

Rechtstreekse werking<br />

De voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Den Haag heeft <strong>de</strong> vraag of artikel 8 IVRK<br />

rechtstreekse werking heeft, uitdrukkelijk in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n gelaten. 82 In <strong>de</strong>ze zaak voert<br />

<strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>linge – me<strong>de</strong> ten behoeve <strong>van</strong> haar drie kin<strong>de</strong>ren – aan dat <strong>de</strong> voorgenomen<br />

uitzetting on<strong>de</strong>r meer in strijd is met artikel 8 IVRK. De voorzieningenrechter constateert<br />

dat rekening is gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren en overweegt dat<br />

artikel 8 IVRK geen ver<strong>de</strong>re strekking heeft dan dat rekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken kin<strong>de</strong>ren. Voorts ziet <strong>de</strong> voorzieningenrechter geen<br />

grond voor <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el dat artikel 8 IVRK is geschon<strong>de</strong>n, omdat <strong>het</strong> artikel geen norm<br />

bevat ten aanzien <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewicht dat in een concreet geval aan <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind<br />

moet wor<strong>de</strong>n toegekend.<br />

80 Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats Groningen) 25 april 2002, LJN AE6316.<br />

81 Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats Zwolle) 14 mei 2002, LJN AE6368.<br />

82 Rb. ’s-Gravenhage (vzr.) 8 april 2011, LJN BQ0708.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!