de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
86<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
zaak conclu<strong>de</strong>ert Advocaat-Generaal Wuisman voor <strong>het</strong> arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>van</strong><br />
23 februari 2007 dat <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK niet kan slagen. 13 Volgens <strong>de</strong> Advocaat-Generaal<br />
vormt of raakt <strong>de</strong> vraag of een schuldsaneringsregeling dient te wor<strong>de</strong>n<br />
beëindigd niet een maatregel die een kind betreft in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> artikel 3 lid 1 IVRK.<br />
In zijn conclusie voor <strong>het</strong> arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>van</strong> 11 <strong>de</strong>cember 2009 conclu<strong>de</strong>ert<br />
Advocaat-Generaal Huy<strong>de</strong>coper dat <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK in aanmerking komt<br />
voor afwijzing. 14 Hij voert hier als re<strong>de</strong>n aan dat <strong>het</strong> beroep pas in cassatie voor <strong>het</strong><br />
eerst is aangevoerd, <strong>het</strong>geen niet mogelijk is. Daarnaast is hij <strong>van</strong> mening dat <strong>het</strong> dossier<br />
geen aanwijzingen bevat die een noemenswaardig aanknopingspunt kunnen geven<br />
voor <strong>de</strong> stelling dat er sprake is <strong>van</strong> een schending <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK en <strong>het</strong> EVRM.<br />
Tot slot kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld dat <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Den<br />
Haag een keer <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK niet bespreekt. 15 In <strong>de</strong>ze zaak hebben<br />
eiseressen aangevoerd dat artikel 3 IVRK rechtstreekse werking heeft. De rechtbank<br />
verklaart eiseressen niet-ont<strong>van</strong>kelijk in hun beroep maar bespreekt wel <strong>de</strong> zaak inhou<strong>de</strong>lijk,<br />
zon<strong>de</strong>r hierbij <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK te behan<strong>de</strong>len. Naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
rechtbank is on<strong>de</strong>r meer niet voldaan aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n die artikel 3:305a BW (collectieve<br />
actie) stelt, wat heeft geleid tot <strong>de</strong> beslissing om eiseressen niet-ont<strong>van</strong>kelijk<br />
te verklaren.<br />
Artikel 7 (Recht op naam en nationaliteit)<br />
1. Het kind wordt onmid<strong>de</strong>llijk na <strong>de</strong> geboorte ingeschreven en heeft <strong>van</strong>af <strong>de</strong> geboorte <strong>het</strong> recht<br />
op een naam, <strong>het</strong> recht een nationaliteit te verwerven en, voor zover mogelijk, <strong>het</strong> recht zijn of<br />
haar ou<strong>de</strong>rs te kennen en door hen te wor<strong>de</strong>n verzorgd.<br />
2. De Staten die partij zijn, waarborgen <strong>de</strong> verweze<strong>nl</strong>ijking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze rechten in overeenstemming<br />
met hun nationale recht en hun verplichtingen krachtens <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> internationale<br />
akten op dit gebied, in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r wanneer <strong>het</strong> kind an<strong>de</strong>rs staatloos zou zijn.<br />
Artikel 7 IVRK wordt in <strong>de</strong> rechtspraak slechts éénmaal ingeroepen. 16 In <strong>de</strong>ze zaak<br />
speelt zich <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> af. In een uitzending <strong>van</strong> <strong>het</strong> televisieprogramma Spoorloos<br />
zijn twaalf Ethiopiërs op zoek naar hun biologische va<strong>de</strong>r. Hierbij zijn <strong>de</strong> namen <strong>van</strong><br />
vermeen<strong>de</strong> biologische va<strong>de</strong>rs genoemd. Achteraf is gebleken dat er geen bewijs bestaat<br />
voor <strong>het</strong> vermoe<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze mannen <strong>de</strong> biologische va<strong>de</strong>rs zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> twaalf<br />
Ethiopiërs. Bij dagvaarding vor<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> weduwe en <strong>de</strong> dochters <strong>van</strong> één <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />
vermeen<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rs scha<strong>de</strong>vergoeding <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke omroeporganisatie, <strong>de</strong> KRO. De<br />
KRO beroept zich op artikel 8 EVRM en artikel 7 IVRK. Volgens <strong>de</strong> KRO zijn haar<br />
belangen ‘o<strong>nl</strong>osmakelijk verbon<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind om <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong><br />
zijn biologische va<strong>de</strong>r te achterhalen.’ De rechtbank Amsterdam beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> zaak op<br />
basis <strong>van</strong> artikel 6:106 BW en artikel 10 EVRM en wijst <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring toe. Het beroep<br />
13 HR 23 februari 2007, LJN AZ4854 (concl. A-G J. Wuisman).<br />
14 HR 11 <strong>de</strong>cember 2009, LJN BJ9353 (concl. A-G J.L.R.A. Huy<strong>de</strong>coper).<br />
15 Rb. ’s-Gravenhage (vzr.) 17 juli 2006, LJN AY4017.<br />
16 Rb. Amsterdam 20 juli 2011, LJN BR6128.