mesonyktikon-metten-1e uur - Klooster Asten

Want vuur is uit mijn toorn ontvlamd:
het zal branden tot in het diepste van de onderwereld.
Het zal de aarde en haar gewas verslinden;
het zal de grondvesten der bergen in brand zetten.
Ik zal rampen over hen ophopen,
Al Mijn pijlen op hen afschieten.
Zij zullen verteerd worden door honger, voedsel zijn voor vogels,
En hun ziekte is ongeneeslijk.
Ik zal de tanden van wilde beesten op hen loslaten,
Met de woede van in het stof kruipende dieren.
Van buiten zal het zwaard hen kinderloos maken,
en binnenin heerst angst.
Zowel de jongeman als het meisje;
de zuigeling, alsook de grijsaard.
Ik sprak: Ik zal hen verstrooien;
Ik zal onder de mensen hun gedachtenis uitwissen.
Maar om de hoon der vijanden doe Ik het niet,
opdat zij niet lang leven,
en opdat de tegenstanders niet samen een aanval doen.
Opdat zij niet zeggen: onze hoogverheven hand,
en niet de Heer, heeft dit alles gedaan.
Want het is een volk dat zijn verstand verloren heeft,
bij hen is geen kennis, zij waren niet zo verstandig dit te begrijpen.
Al deze dingen zullen zij moeten aanvaarden
met het oog op de tijd die komen gaat.
- 82 -
❖ Vasten - Horologion ❖