02.09.2013 Views

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gaat de wereld ten onder aan evidence-based vlijt?<br />

Prof. dr. giel Hutschemaekers, hoogleraar geestelijke gezond-<br />

heidszorg aan de Radboud Universiteit in nijmegen, geeft<br />

op <strong>het</strong> congres een keynote lecture met als titel gaat de<br />

wereld ten onder aan evidence-based vlijt? ‘nadeel van een<br />

overtrokken evidence-based benadering is dat zorgprofessionals<br />

minder zelf gaan nadenken, omdat je hun professionele<br />

autonomie en verantwoordelijkheid ontneemt.’<br />

jorn hövels, wetenschapsjournalist<br />

U bent tegen de evidence-based benadering?<br />

‘Nee, maar ik geloof niet dat alles valt op te lossen met<br />

standaarden en richtlijnen. De heersende vanzelfsprekendheid dat<br />

de zorg automatisch beter wordt zolang we braaf de richtlijnen<br />

volgen. Daar kun je kritische vragen over stellen en dat doe ik.’<br />

Het is toch belangrijk te weten of een interventie werkt?<br />

‘Naar veel goede interventies is geen effectonderzoek gedaan en<br />

sterker: er blijft weinig van de zorg over als we die niet meer zouden<br />

mogen inzetten. Belangrijker is dat de huidige evidence-based<br />

benadering niet in lijn is met wat de oorspronkelijke bedenkers<br />

ermee beoogd hebben. Zij hadden voor ogen dat professionals<br />

bij concrete vragen in de praktijk antwoorden zouden zoeken in<br />

de wetenschap. Het doel was kritische reflectie: de eigen zorg<br />

bevragen en optimaliseren met wetenschappelijke kennis.<br />

De huidige richtlijnenbenadering heeft een omgekeerd effect: die<br />

produceert een waarheid die net zo weinig vragen toelaat als de<br />

vroegere zorgbenadering waarbij dokters vooral op hun eigen<br />

klinische intuïtie afgingen. We dreigen dus kwijt te raken wat<br />

de oorspronkelijke evidence-based benadering inhield: je kritisch<br />

leren verhouden tot je eigen praktijk.’<br />

Kunt u een voorbeeld noemen?<br />

‘Volgens de multidisciplinaire richtlijn depressie is er geen verschil<br />

tussen de zorg van een huisarts en de zorg van een psychiater.<br />

Huisartsen zouden heel precies de DSm-diagnose moeten stellen<br />

en vervolgens een evidence-based interventie moeten aanbieden,<br />

bijvoorbeeld een SSRI of cognitieve gedragstherapie. Daarmee<br />

zouden zij een soort psychiater worden. Ik vind dat onwenselijk,<br />

want huisartsen hebben een eigen deskundigheid die onvoldoende<br />

in die richtlijn voor depressieve stoornissen is opgenomen. En<br />

als je hen die richtlijn exact laat volgen, dan doe je hun eigen<br />

deskundigheid teniet. ’<br />

Waaruit bestaat die deskundigheid?<br />

‘Huisartsen maken problemen vaak kleiner, bijvoorbeeld door<br />

patiënten die een angst- of stemmingsstoornis hebben te vertellen<br />

dat hun klachten <strong>het</strong> gevolg zijn van recente gebeurtenissen en<br />

dat ze een paar dagen rust moeten nemen waardoor ze kunnen<br />

herstellen. maar in de richtlijn voor angst- of stemmingsstoornissen<br />

staat niets over rust en de kunst van watchfull waiting.’<br />

En dus?<br />

‘Wat de huisarts doet is weliswaar niet evidence-based, maar<br />

blijkt in de praktijk heel effectief. Hij schat in of de patiënt <strong>het</strong><br />

vermogen heeft er zelf bovenop te komen en probeert de patiënt<br />

in zijn kracht te zetten.<br />

BIJEENKOmSt<br />

De richtlijn voor angst- of stemmingsstoornissen schrijft therapie<br />

voor en die is erop gericht de klacht zo snel als mogelijk op te<br />

heffen en de patiënt weer aan <strong>het</strong> werk te krijgen; de tegenovergestelde<br />

behandeling als die van de huisarts. Die behandeling<br />

blijkt vooral effectief als de zorg van de huisarts niet tot <strong>het</strong><br />

gewenste resultaat heeft geleid. De twee behandelingen, die van<br />

de huisarts en die van de psychiater, moeten niet <strong>het</strong>zelfde, maar<br />

complementair aan elkaar zijn.’<br />

misschien moet de richtlijn worden aangepast.<br />

‘Een richtlijn kan onmogelijk voorschrijven niets te doen als er<br />

eenmaal een diagnose is gesteld, die schrijft simpelweg voor wat<br />

wetenschappelijk gezien de beste interventie is bij de gegeven<br />

diagnose. En voor medici is <strong>het</strong> ook ondenkbaar om – voorlopig –<br />

geen diagnose te stellen of deze uit te stellen, want wie is er dan<br />

verantwoordelijk als <strong>het</strong> misgaat?<br />

En dat brengt me op een tweede punt: als een arts braaf de<br />

richtlijnen volgt, en de patiënt desondanks niet beter wordt,<br />

wie is er dan verantwoordelijk voor hoe <strong>het</strong> verder gaat? mocht<br />

<strong>het</strong> mis gaan, dan zal de inspectie vooral nagaan of de arts de<br />

richtlijn heeft gevolgd. maar is dat voldoende? Wanneer artsen<br />

zich beperken tot de richtlijn, dan hebben ze slechts een beperkt<br />

aantal mogelijkheden tot hun beschikking en kunnen ze niet de<br />

verantwoordelijkheid nemen die van hen wordt verwacht.’<br />

Giel Hutschemaekers: ‘Niet alles valt op te lossen met standaarden en richtlijnen.’<br />

FOtOGRAFIE: ARCHIEF HUtSCHEmAEKERS<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!