02.09.2013 Views

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Periodiek van de vlaamse vereniging voor Psychiatrie en de vlaamse vereniging voor kinder- en JeugdPsychiatrie<br />

Jaargang 4<br />

nummer 3<br />

augustus 2011<br />

Jos Peuskens<br />

emeritaat geen<br />

eindstation<br />

timmeren aan<br />

de weg<br />

aandacht voor<br />

evidence-based<br />

benadering<br />

transcraniële<br />

magnetische<br />

stimulatie<br />

nog veel vragen<br />

Boek<br />

uitbehandeld, maar<br />

niet opgegeven


Landelijk Congres<br />

Onverklaarde Lichamelijke Klachten 2011<br />

Lichaam en geest: één zorg!<br />

Congres voor psychiaters, psychologen,<br />

psychotherapeuten, neurologen, revalidatieartsen,<br />

huisartsen en verpleegkundigen<br />

Met keynotes van o.a.:<br />

Prof. dr. Rinie Geenen (<strong>Nederland</strong>)<br />

Prof. Richard Lane, M.D., Ph.D. (Verenigde Staten)<br />

Lance McCracken, Ph.D. (Groot-Brittannië)<br />

Donderdag 24 november 2011<br />

10.00 – 17.30 uur<br />

Schaffelaartheater, Barneveld<br />

www.benecke.nl<br />

In samenspraak met:


6<br />

IN DIT NUMMER jaargang 4 • nummer 3 • augustus 2011<br />

Emeritaat prof. dr. Jos Peuskens<br />

‘Het emeritaat is geen eindstation’<br />

In juni jl. ging prof. dr. Jos Peuskens met emeritaat. De Psychiater had een boeiend<br />

gesprek met een begeesterend man over zijn loopbaan en zijn toekomstplannen.<br />

‘Mijn doctoraat ging over neurofysiologie en ik vond <strong>het</strong> altijd jammer dat ik dat niet<br />

verder heb kunnen uitdiepen.’<br />

12 Wetenschap<br />

Transcraniële magnetische stimulatie<br />

In <strong>het</strong> Tijdschrift voor Psychiatrie verscheen onlangs een overzichtsartikel over transcraniële magnetische<br />

stimulatie. Deze techniek kan zowel van toepassing zijn bij de behandeling van depressie als bij onderzoek<br />

naar de oorzaak van depressie. Maar er zijn nog veel vragen.<br />

16 Boek<br />

uitbehandeld, maar niet opgegeven<br />

Detlef Petry heeft zijn eigenzinnige behandelmethode, gericht op rehabilitatie, te boek gesteld.<br />

De Psychiater sprak deze ‘psychiater van de allergeksten’.<br />

Bijeenkomsten<br />

10 Timmeren aan de weg<br />

Prof. dr. Jean Steyaert en prof. dr. Marina Danckaerts organiseren 22 en 23 september <strong>het</strong> achtste<br />

Vlaams Congres Kinder- en Jeugdpsychiatrie en -Psychotherapie. Prof. dr. Giel Hutschemaekers<br />

verzorgt een van de keynote lectures.<br />

18 Lentevergadering VVk<br />

Het perspectief van de Vlaamse overheid op de ambulante geestelijke gezondheidszorg<br />

voor kinderen en jongeren werd verduidelijkt door minister Jo Vandeurzen.<br />

19 eCT: 10 jaar terug in Vlaanderen<br />

Op 19 mei jl. was de Canadese professor Edward Shorter te gast op deze VVP-studiedag in Kortenberg.<br />

Een verslag van zijn lezing en een interview met hem door prof. dr. Stephan Claes.<br />

Verder<br />

prof. dr. Jos Peuskens<br />

Editorial Rijke discipline 4<br />

Nieuws Berichtenpagina 5<br />

Agenda Activiteiten van VVP en VVK 5<br />

Column Joris Vandenberghe 9<br />

In memoriam Prof. dr. em. Jan Gybels 15<br />

Column Ann Berens 22<br />

Edward Shorter<br />

16<br />

19


v a n d e r e d a c t i e<br />

4<br />

Rijke discipline<br />

‘Wat heeft jou doen kiezen voor psychiatrie?’ Een klassieker bij aanwervings- of kennismakingsgesprekken waar velen<br />

onder ons ooit in de loop van onze psychiatrische carrière een zinvol antwoord op trachtten te brouwen. Als ik naar mijn<br />

eigen drijfveren kijk, werd en word ik vooral aangesproken door de veelzijdigheid van deze discipline met de simultane<br />

bèta- en alfasignatuur ( ‘erklären und verstehen’, zoals Prof. Buyse ons destijds W. Dilthey citeerde 1 ).<br />

Menigeen vindt daardoor zijn gading in onze discipline. Predominant linkshemisferische bètawetenschappers kunnen<br />

hun ei kwijt in de biologische psychiatrie met haar snel-evolutieve positief wetenschappelijke innovaties, daar waar de<br />

rechtshemisferische alfawetenschappers ondermeer terecht kunnen in de psychotherapeutische wereld. En de meesten<br />

weten via hun corpus callosum de beide werelden vlot te verbinden. Blijkbaar spreekt deze veelzijdigheid jonge artsen<br />

de laatste jaren minder aan, gegeven de vaststelling van een lagere instroom in de opleidingsplaatsen met als gevolg<br />

een tekort aan GSO’s op de perifere opleidingsplekken. Een recente bevraging 2 bij een groep 2 e jaars bachelorstuden-<br />

ten geneeskunde aan de K.U.Leuven toonde aan dat slechts 5 procent van de respondenten een latere specialisatie<br />

in de psychiatrie overwoog. Verrassend was dat ongeveer één derde van deze toekomstige groep artsen er foutieve<br />

stereotype en stigmatiserende opvattingen op nahoudt betreffende de vermeende gevaarlijkheid en criminaliteit bij<br />

mensen met psychiatrische aandoeningen. Zo zorgt <strong>het</strong> veelbesproken stigma op psychiatrische patiënten wellicht voor<br />

een secundaire stigmatisering van de psychiatrie als geneeskundig specialisme.<br />

Een monument in onze Vlaamse psychiatrie heeft als hoofdopleider heel wat van de GSO’s die toch de brug oversta-<br />

ken de revue zien passeren, en kan als voorbeeld gezien worden van <strong>het</strong> openen en verbreden van de psychiatrie in<br />

Vlaanderen naar <strong>het</strong> biologische positief wetenschappelijke veld, zonder daarbij de andere dimensie uit <strong>het</strong> oog te<br />

verliezen. Ter gelegenheid van zijn emeritaat kan u via een interview met prof. dr. J. Peuskens terugblikken op zijn rijk<br />

gevulde en betekenisvolle carrière.<br />

We staan ook stil bij een andere coryfee die voor de psychiatrie vooral een betekenis had via de stereotactische neuro-<br />

chirurgie en zo <strong>het</strong> pad effende voor deep-brainstimulatie bij therapieresistente OCD. Op 29 mei overleed prof. dr. Jan<br />

Gybels onverwacht in de Vaucluse op 82-jarige leeftijd.<br />

Vanuit een historische invalshoek verzet prof. dr. Edward Shorter zich tegen <strong>het</strong> verbredende ‘spectrum’-denken met<br />

de ontwikkeling van vaag omschreven ziektebeelden waarbij de syndromale en nosologische concepten dreigen te ver-<br />

vagen tot amorfe gehelen met een vervloeiing van pathologie en normaliteit. Prof. dr. Stephan Claes had <strong>het</strong> voorrecht<br />

om deze thematiek uit te diepen in een interview met deze kenner van de psychiatrische en medische geschiedenis.<br />

Op een vrijdagavond ontmoet ik mijn collega-kinderpsychiater in de kliniek waar ik werk. We staan stil bij de conse-<br />

quenties van een toekomst zonder GSO voor de volwassenenwerking. ‘Toch vreemd dat er zo weinig jonge collega’s<br />

nog voor psychiatrie kiezen, <strong>het</strong> is nochtans een prachtig vak’, besluiten we. Beiden zijn we <strong>het</strong> erover eens dat we<br />

voor de rijkste discipline in de geneeskunde hebben gekozen. De hierboven gesc<strong>het</strong>ste inspirerende voorbeelden van<br />

onze collega’s bevestigen dit.<br />

Veel leesplezier.<br />

Peter Joostens<br />

1 Psychiatrie voor niet-psychiaters; G.Buyse<br />

2 Attitudes van studenten geneeskunde ten aanzien van psychische aandoeningen; L. Deglein, o.l.v. prof. dr. Chantal Van Audenhove<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011


Een Belg op zeven wordt<br />

depressief<br />

Veertien procent van de Belgen krijgt vroeg of laat<br />

een zware depressie. België scoort daarmee beter<br />

dan onder meer <strong>Nederland</strong> en de VS.<br />

De resultaten van <strong>het</strong> onderzoek staan in <strong>het</strong> tijdschrift<br />

BMC Medicine. Voor de studie werden 89.000 interviews<br />

afgenomen in 18 landen, waarvan 2.400 in België.<br />

Volgens professor psychiatrie Koen Demyttenaere van<br />

de K.U.Leuven, die <strong>het</strong> Belgische luik voor zijn rekening<br />

nam, gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> meest omvangrijke onderzoek<br />

ooit naar mentale gezondheid.<br />

In ons land blijkt 5 procent van de ondervraagden in<br />

<strong>het</strong> jaar vóór <strong>het</strong> onderzoek een zogenoemde majeure<br />

depressie had. Als we de cijfers op langere termijn<br />

bekijken, blijkt dat één Belg op de zeven vroeg of laat<br />

een zware depressie krijgt. Daarmee staat België op<br />

de zevende plaats in de rangschikking, na onder meer<br />

Frankrijk en <strong>Nederland</strong>, maar vóór Duitsland en Italië.<br />

‘Depressiecijfers zeggen niet alles over de mentale<br />

gezondheid’, zegt Demyttenaere. ‘Zo slikt geen enkel<br />

Europees volk meer antidepressiva dan de Belgen en<br />

heeft ons land een van de hoogste zelfdodingcijfers ter<br />

wereld.’<br />

Bron: De Morgen<br />

agenda<br />

13/09/2011 – 16/09/2011<br />

the Maudsley Forum 2011<br />

londen, verenigd koninkrijk<br />

14/09/2011<br />

identiteit van de forensische expert,<br />

studiemiddag Sectie Forensische Psychiatrie<br />

en Sectie Psychiatrie en Filosofie<br />

congrescentrum ’t elzenveld, antwerpen<br />

15/09/2011 – 17/09/2011<br />

achtste wetenschappelijke bijeenkomst van<br />

de Ghent Group<br />

elzenveld, antwerpen<br />

16/09/2011 – 17/09/2011<br />

‘Op kracht(en) komen – Herstellen doe je<br />

zelf, maar niet alleen’, tweedaags congres<br />

SiMiLeS<br />

khl dept. gezondheidszorg en technologie<br />

(campus gasthuisberg), leuven<br />

18/09/2011 – 22/09/2011<br />

‘World Psychiatry 2011: Our Heritage<br />

and Our Future’, 15th World congress of<br />

Psychiatry<br />

Buenos aires, argentinië<br />

RIZIV-uitgaven voor Rilatine stijgen<br />

jaarlijks met een derde<br />

In de periode 2005-2010 zijn de RIZIV-uitgaven<br />

voor de terugbetaling van Rilatine gestegen<br />

van 1,3 tot 5 miljoen euro, een gemiddelde<br />

jaarlijkse toename met een derde. Ook in 2010<br />

deed er zich nog een uitgavenstijging voor met<br />

zo’n 800.000 euro. Dat blijkt uit <strong>het</strong> antwoord<br />

van minister van Sociale Zaken Laurette<br />

Onkelinx op een schriftelijke vraag van Vlaams<br />

Belang-Kamerlid Alexandra Colen.<br />

Rilatine wordt in België terugbetaald sinds<br />

september 2004. Het aantal terugbetaalde<br />

’DoorsneeDagDosissen’ (DDD) steeg in de<br />

periode 2005-2010 van 1,7 tot 4,7 miljoen, een<br />

Voor de 11e keer wordt de projectoproep voor<br />

de Reintegration Award gelanceerd. De Vlaamse<br />

Vereniging voor Geestelijke Gezondheid neemt<br />

de organisatie van dit gebeuren op zich. Met deze<br />

Award willen we de reïntegratie van mensen met<br />

een psychiatrische stoornis in de maatschappij<br />

versterken, door projecten te ondersteunen en in<br />

de kijker te zetten. Aan de Award is een geldprijs<br />

22/09/2011<br />

‘in eigen vlees snijden. Hoe kom je erbij en<br />

wat doe je eraan?’, tiende tweejaarlijkse<br />

studiedag klinische psychotherapie van kliniek<br />

Sint-Jozef Pittem en de VVPt<br />

kliniek sint-Jozef, Pittem<br />

22/09/2011 – 23/09-2011<br />

Vlaams congres Kinder- en Jeugdpsychiatrie<br />

en -psychotherapie: timmeren aan de weg<br />

uZ gasthuisberg, leuven<br />

24/09/2011 – 25/09/2011<br />

‘community care – a blessing or a curse?’,<br />

eUFaMi’s 5th european congress<br />

Basel, Zwitserland<br />

05/10/2011 – 07/10/2011<br />

‘crossing Borders’, 1st european congress<br />

on assertive Outreach<br />

rotterdam, nederland<br />

05/10/2011 – 08/10/2011<br />

‘addictive Behaviours and other Mental<br />

disorders’, international congress of dual<br />

disorders<br />

Barcelona, spanje<br />

13/10/2011 – 14/10/2011<br />

‘de schaduwzijde van Venus: gewelddadige<br />

vrouwen in de forensische psychiatrie’, symposium<br />

GGZ drenthe<br />

Zeegse, nederland<br />

gemiddelde jaarlijkse stijging met 22 procent. Het<br />

aandeel in verbruik van langdurige gebruikers –<br />

meer dan zes maanden per jaar – bleef in deze<br />

periode stabiel op ruim 60 procent.<br />

De sterke stijging van <strong>het</strong> Rilatinegebruik wordt<br />

volgens Onkelinx verklaard door verschillende<br />

factoren. Vooreerst is er <strong>het</strong> cumuleffect van de<br />

behandelingen in de loop der jaren. ‘Het succes<br />

van dit geneesmiddel hangt ook samen met zijn<br />

werkzaamheid. Tenslotte is er ook de druk op<br />

ouders en kinderen om sociaal te slagen’, aldus<br />

de minister.<br />

Bron: De Morgen<br />

Reintegration Award – Editie 2011<br />

19/10/2011 – 22/10/2011<br />

‘Psychosocial effects of globalization on<br />

mental health: toward an ecology of social<br />

links’, congrès des 5 continents<br />

lyon, Frankrijk<br />

20/10/2011<br />

‘Psychotherapeutische vraagstukken in de<br />

ouderenpsychiatrie: casuïstiek’, sectievergadering<br />

Ouderenpsychiatrie<br />

uPc-kul campus kortenberg, kortenberg<br />

21/10/2011<br />

‘Unipolaire therapieresistente depressie’,<br />

symposium BcNBP<br />

<strong>het</strong> Pand, gent<br />

18/11/2011<br />

VVK-Herfstvergadering: Gen-omgeving<br />

interacties<br />

<strong>het</strong> Pand, gent<br />

01/12/2011<br />

‘Psychiatry and religion’, sectievergadering<br />

Psychiatrie en Filosofie<br />

elzenveld, antwerpen<br />

20/04/2012 – 21/04/2011<br />

VVK-weekend<br />

Blankenberge<br />

Zie voor meer informatie de agenda van de vvP op www.vvp-online.be, en van de vvk op www.vvk.be<br />

verbonden. Projecten kunnen tot 15 september<br />

a.s. worden ingestuurd. De bekendmaking van de<br />

winnaars is op vrijdag 14 oktober in Gent, tijdens<br />

de Reïntegratiebeurs.<br />

Alle informatie over <strong>het</strong> indienen van projecten is<br />

te vinden op de website www.vvgg.be.<br />

Bron: www.vvgg.be<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

5<br />

n I E u w S En AgEndA


6<br />

EmERItAAt<br />

emeritaat prof. dr. Jos Peuskens<br />

‘Het emeritaat is geen eindstation’<br />

FOtOGRAFIE: PASCAL SIENAERt<br />

Jos Peuskens: ‘Wat er nu op <strong>het</strong> programma staat, ligt nog een beetje open. Maar echt niets doen kan ik gelukkig niet.’<br />

Prof. dr. Jos Peuskens te pakken krijgen voor een<br />

interview is geen sinecure. Vele telefoontjes met zijn toch<br />

erg behulpzame secretaresse Heidi Vander Elst maken<br />

ons al snel duidelijk dat de hoofdgeneesheer van <strong>het</strong> UPC<br />

Sint-Jozef Kortenberg <strong>het</strong> meer dan druk heeft. Daarnaast<br />

horen we van collegae van hem dat hij niet bepaald<br />

happig is op interviews. ‘Helemaal niet,’ beaamt hij als<br />

we hem uiteindelijk kunnen interviewen. De Psychiater<br />

had een boeiend gesprek met een begeesterend man.<br />

filip van brabander, wetenschapsjournalist<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

Professor, we gaan even terug in de tijd. U verlaat de<br />

humaniora en u kiest resoluut voor geneeskunde. Vanwaar<br />

die zo overtuigde keuze?<br />

‘Die hoeft niet echt te verbazen. We kwamen uit een college,<br />

een college waar ons werd bijgebracht hoe belangrijk sociaal<br />

dienstbetoon is. Hoe je van je leven iets moest maken door<br />

iets te doen voor de medemens. Daarnaast wist ik toen al dat<br />

ik iets wilde doen met neurowetenschappen, <strong>het</strong> brein boeide<br />

me enorm. Ook al was <strong>het</strong> voor mij toen nog niet duidelijk<br />

of <strong>het</strong> neurologie of psychiatrie ging worden. Maar dat was<br />

op dat moment niet de hamvraag, neurologie en psychiatrie<br />

hoorden samen, ze vormden één geheel. Bovendien waren<br />

de neurowetenschappen een discipline waarvoor nog veel<br />

onduidelijk was, en ook dat trok me wel aan.’


In de tweede kandidatuur al ging u in <strong>het</strong> laboratorium bij<br />

professor Lauweryns experimenten uitvoeren. Om welke<br />

experimenten ging <strong>het</strong> toen?<br />

‘Dat was een beetje toevallig zo gekomen, maar ook weer niet<br />

helemaal toevallig. In <strong>het</strong> tweede jaar vroeg professor Lauweryns<br />

of er studenten geïnteresseerd waren om wat laboratoriumonderzoek<br />

te doen. Hij zocht specifiek iemand die geïnteresseerd<br />

was in <strong>het</strong> zenuwstelsel. Ik dacht meteen, dit is een kans uit de<br />

duizend. Later wilde ik toch de neurologische toer op.<br />

In <strong>het</strong> laboratorium van professor Lauweryns werkte een heel<br />

actief team. Concreet deden we bijvoorbeeld een kritische<br />

studie aangaande de methodes om zenuwen te kleuren. We<br />

hebben gezocht naar cellen in <strong>het</strong> bronchiaal epitheel vergelijkbaar<br />

met de Kultschitzky-cellen in <strong>het</strong> darmepitheel en ze<br />

ook gevonden, uiteindelijk beschreven we ook voor <strong>het</strong> eerst<br />

een neuroreceptor in <strong>het</strong> bronchiaal epitheel. We stelden ons<br />

bijvoorbeeld ook de vraag of een navelstreng bezenuwd is. We<br />

probeerden in de navelstreng zenuwen te kleuren, maar konden<br />

er geen vinden. Dat was voor ons een prettige bevinding, dat als<br />

een navelstreng wordt doorgeknipt dat niet pijnlijk is (lacht).’<br />

In 1971 studeert u af als arts, maar dat is voor u nog maar<br />

een begin.<br />

‘Van 1971 tot 1972 deed ik als NFWO-stagiair onderzoek,<br />

opnieuw bij professor Lauweryns. Ik kreeg een beurs als<br />

aspirant-navorser, maar besliste in augustus 1972 psychiatrie<br />

te gaan doen. Na vier jaar was ik neuropsychiater. Ik legde me<br />

toen in eerste instantie toe op de kliniek. Van professor Roland<br />

Pierloot kreeg ik de kans te doen wat ik graag wilde doen, en<br />

dat was voor schizofrene patiënten zorgen. Dat betekende <strong>het</strong><br />

begin van <strong>het</strong> ontwikkelen van een methodiek, <strong>het</strong> uitzetten<br />

van rehabilitatie. Dat vroeg de eerste tien jaar toch wel <strong>het</strong><br />

leeuwendeel van mijn aandacht.<br />

Naast de kliniek startte ik <strong>het</strong> Psycho-Sociaal Centrum<br />

Sint-Alexius in Elsene op, een nachtkliniek was dat toen, we<br />

zetten een specifieke consultatie voor schizofrene patiënten<br />

op. Belangrijk vind ik ook dat we met mensen uit de regio<br />

voor volwassen, werkonbekwame mentaal gehandicapten<br />

in Kampenhout een tehuis (dagverblijf en voltijds verblijf)<br />

hebben opgericht. Ik was er twee jaar directeur van.’<br />

In Kortenberg liet u bijzondere belangstelling blijken voor <strong>het</strong><br />

resocialiseren van psychotische patiënten.<br />

‘Dat klopt. In 1974, 1975, had ik samen met prof. Paul Cosyns<br />

een apart programma voor <strong>het</strong> behandelen en reïntegreren in<br />

de maatschappij van jonge schizofrene patiënten opgezet.’<br />

Mogen we er dan ook van uitgaan dat u, met belangrijke<br />

elementen als zorgcircuits, netwerken, zorg in de thuisomge-<br />

EmERItAAt<br />

ving en zorg in de maatschappij, helemaal achter <strong>het</strong> recente<br />

artikel 107 staat?<br />

‘Ik denk inderdaad dat dit een goede zaak is. De idee erachter<br />

vinden we al terug in <strong>het</strong> nachthospitaal in Elsene. Dat was<br />

een kleine instelling, ze stond al relatief ver van <strong>het</strong> ‘gewone’<br />

ziekenhuis, bevond zich middenin een stedelijke omgeving. De<br />

patiënten stonden overdag in de maatschappij. Nadien is dat<br />

uitgebreid tot een centrum dat ook overdag begeleiding geeft.<br />

In diezelfde lijn begon ik in de jaren tachtig samen met prof.<br />

Guido Pieters met <strong>het</strong> openen van huizen voor beschut wonen.<br />

Belangrijk daarbij was dat Guido naar Londen was getrokken<br />

en daar de gunstige effecten van een sociale invalshoek voor de<br />

psychiatrie had gezien.’<br />

Wat is daarbij <strong>het</strong> belang van bottom-up werken?<br />

‘Dat belang blijkt onder meer uit artikel 107. Een groot aantal<br />

mensen moet zich engageren, moet samen met de leiding een<br />

coherent geheel opzetten. Het hele gebeuren moet bovenal<br />

multidisciplinair zijn. En zoiets kan niet van boven naar onder<br />

worden gedirigeerd.’<br />

U stond, samen met dr. Hebbrecht, prof. Pieters en prof. Sabbe,<br />

mee aan de wieg van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.<br />

Hoe is de vereniging ontstaan?<br />

‘De VVZ, de Vereniging van Vlaamse Zenuwartsen,<br />

groepeerde neurologen en psychiaters. Dat liep niet zo goed,<br />

<strong>het</strong> was een oud zeer dat heel wat psychiaters zich daar niet<br />

echt thuis voelden. Ook was <strong>het</strong> zo dat veel psychiaters die<br />

deel uitmaakten van psychotherapeutische verenigingen niet<br />

in de VVZ en dus ook niet in de mainstream van de psychiatrie<br />

zaten. Er was dus eigenlijk geen globale vereniging van<br />

Vlaamse psychiaters.<br />

Toen ik voorzitter was geworden van de VVZ – ik was<br />

overigens de laatste voorzitter van de VVZ in haar oude vorm<br />

– had ik binnen de VVZ een forum psychiatrie gevormd dat<br />

psychiaters van verschillende psychotherapeutische richtingen,<br />

van verschillende subspecialisaties, zoals de forensische<br />

en de ouderenpsychiatrie, professoren psychiatrie en ook<br />

geneesheer-inspecteurs van <strong>het</strong> ministerie, samenbracht. Zo<br />

ontstond binnen de VVZ een heel actieve kern.<br />

In een tweede fase, toen dat forum goed draaide, werd binnen<br />

de VVZ afgesproken dat er naast een Vlaamse Vereniging<br />

voor Neurologen ook, uitgaande van dat forum, een Vlaamse<br />

Vereniging voor Psychiatrie zou worden opgericht, beide toch<br />

nog gelinkt aan de VVZ. Uiteindelijk ging de VVP, zonder al<br />

te veel conflict, op eigen benen staan. Gevolg daarvan was dat<br />

de VVP nóg actiever werd en dat ook de psychotherapeutische<br />

richtingen toen bij ons terecht konden. Professor Sabbe werd<br />

de eerste voorzitter.’<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 7


8<br />

EmERItAAt<br />

U was hoofdopleider psychiatrie. Hoe bent u dat geworden?<br />

‘Als hoofdgeneesheer van <strong>het</strong> UPC St.-Jozef Kortenberg werd<br />

verwacht dat je ook als universitair stagemeester fungeerde.<br />

Nu mag dat niet meer. Van de orde van geneesheren mag een<br />

hoofdgeneesheer nu geen stagemeester meer zijn.’<br />

Het imago van de psychiater is in deze maatschappij niet<br />

bijster positief. Hoe kan dat volgens u worden verholpen?<br />

‘Onder meer de media spelen hierbij een heel belangrijke rol.<br />

De negatieve manier waarop naar psychiatrie en naar de patiënt<br />

wordt gekeken, lijkt als cultureel gemeengoed vast te liggen.<br />

Het is niet zo eenvoudig dat beeld te veranderen. Cruciaal is<br />

de overtuiging bij te brengen dat mensen niet samenvallen met<br />

de moeilijkheden die ze hebben. Iemand ís niet schizofreen,<br />

maar is iemand die psychotische problemen hééft. Iemand<br />

ís niet depressief, iemand lijdt aan een depressie. Ik vrees wel<br />

dat, vooraleer dit duidelijk is, nog bergen werk moeten worden<br />

verzet. Ook hebben we, samen met de VVGG, al pogingen<br />

gedaan om bijvoorbeeld journalisten beter met deze materie<br />

te leren omgaan.’<br />

Tijdens uw emeritaatsviering was ik onder de indruk<br />

van de schitterende muziek die door een ensemble van<br />

<strong>het</strong> Lemmensinstituut werd gebracht. Dat brengt me bij<br />

muziektherapie, een therapie waarvoor u een bijzondere<br />

belangstelling heeft.<br />

‘Muziek bezit de capaciteit mensen te ontroeren, hen te raken<br />

op een manier die woorden overstijgt. Als ik <strong>het</strong> bekijk vanuit<br />

de patiënt met een psychotische stoornis die <strong>het</strong> moeilijk<br />

heeft om zich verbaal of algemeen sociaal te integreren en<br />

contacten te leggen, dan is samen iets gestructureerds doen<br />

(bijvoorbeeld zich invoegen in een gezamenlijk metrum)<br />

en bovendien misschien ook nog de ervaren emotie kunnen<br />

verbaliseren en er mee omgaan nuttig. Muziek kan daarvoor<br />

een goede aanzet zijn. Vanuit die overtuiging konden<br />

we professor Jos De Backer van <strong>het</strong> Lemmensinstituut<br />

aantrekken. Nu ik met emeritaat ben wil ik me daar zeker<br />

verder in verdiepen.’<br />

We hoorden dat er wel meer op <strong>het</strong> programma staat...<br />

‘Wat dat allemaal precies wordt, ligt nog een beetje open. Vast<br />

staat wel dat mijn lieve echtgenote nu wat meer inspraak krijgt<br />

in wat we allemaal gaan doen. Veel lezen, vooral over geschiedenis,<br />

zal ik zeker doen. Tegenwoordig verschijnt schitterende<br />

geschiedschrijving. Heel anders dan de data van veldslagen die<br />

we vroeger in de lagere school en in de humaniora moesten<br />

memoriseren.<br />

Ik heb ook nog een aantal beheersfuncties in Kortenberg, voor<br />

beschut wonen, voor <strong>het</strong> nachthospitaal. De komende tijd<br />

zullen er wat van moeten worden doorgegeven. En ten slotte is<br />

er toch nog wetenschappelijk onderzoek. Mijn doctoraat ging<br />

over neurofysiologie en ik vond <strong>het</strong> altijd jammer dat ik dat niet<br />

verder heb kunnen uitdiepen. Het blijft mijn overtuiging dat<br />

hier een tool moet te vinden zijn, dat er toch markers moeten<br />

zijn om de diagnostiek te verfijnen, om de behandelmoge-<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

lijkheden nog te verbeteren. Dus wil ik dat wat nieuw leven<br />

inblazen. Neen, echt niets doen kan ik gelukkig niet.’ n<br />

Liber amicorum<br />

Onder redactie van m. De Hert, D. De Wachter, G. Pieters, L. Van<br />

Bouwel en R. Vermote verscheen bij Uitgeverij EPO met de steun<br />

van UPC-K.U.Leuven, Campus Kortenberg ter gelegenheid van <strong>het</strong><br />

emeritaat van prof. dr. Jos Peuskens <strong>het</strong> liber amicorum Fervet<br />

Opus. Actuele trends in de geestelijke gezondheidszorg. meer<br />

informatie: www.epo.be en uitgeverij@epo.be<br />

getuigenissen<br />

een erudiet gentleman<br />

Prof. dr. Guido Pieters, voorzitter van de Vlaamse<br />

Vereniging voor Psychiatrie:<br />

‘Van alle verdiensten van professor Peuskens die bij zijn emeritaat<br />

worden herinnerd, wil ik zijn rol bij <strong>het</strong> ontstaan van de Vlaamse<br />

Vereniging voor Psychiatrie speciaal in de verf zetten. Hoewel hij<br />

bezorgd was over <strong>het</strong> verbreken van de band met de neurologen,<br />

heeft hij begrepen dat <strong>het</strong> moment daar was om Vlaamse psychiaters<br />

samen te brengen om hun eigen doelstellingen te realiseren. Dat<br />

we nu een slagkrachtige en actieve VVP hebben, is een van zijn<br />

belangrijkste verwezenlijkingen.’<br />

Prof. dr. Jim van Os, hoogleraar psychiatrische<br />

epidemiologie aan de Universiteit van Maastricht:<br />

‘Jos Peuskens is een gentleman professor. In <strong>het</strong> internationale<br />

netwerk van trialists en wetenschappers kon men terugvallen<br />

op zijn stabiele en stabiliserende aanwezigheid, alsmede op zijn<br />

gedetailleerde kennis, met name op <strong>het</strong> gebied van de psychofarmacologie.<br />

Hij zette UPC Kortenberg op de kaart als een van<br />

Europa’s meest vooraanstaande internationale referentiecentra<br />

voor de behandeling van ernstige psychiatrische ziekten. Onze<br />

groeiende samenwerking over de jaren was productief en cordiaal,<br />

en heeft geleid tot een blijvende wetenschappelijke infrastructuur op<br />

Europees niveau. Over een Belgisch bier of een speciale dis kwam<br />

ook de aanzienlijke affectieve investering in mensen en activiteiten<br />

tot expressie – Jos als mens én psychiater. Fijn dat hij nu meer tijd<br />

krijgt voor onderwijs en onderzoek!’<br />

Prof. dr. Jos De Backer, diensthoofd muziektherapie<br />

Universitair Psychiatrisch Centrum Sint-Jozef Kortenberg:<br />

‘midden jaren tachtig werd aan <strong>het</strong> Lemmensinstituut de optionele<br />

cursus muziektherapie gegeven. Om een masterstudie in de<br />

muziektherapie te kunnen aanbieden was universitaire wetenschappelijke<br />

ondersteuning nodig. De grote verdienste van professor<br />

Peuskens is dat hij door <strong>het</strong> geven van cursussen en <strong>het</strong> leggen van<br />

belangrijke contacten voor ons de universitaire poorten opende.<br />

mede door hem bereikte onze muziektherapie een internationaal<br />

hoogstaand niveau en zijn er nu concrete plannen om in Kortenberg<br />

samen met de K.U.Leuven en <strong>het</strong> Lemmensinstituut een expertisecentrum<br />

op te starten. Als mens leerde ik Jos kennen als een bijzonder<br />

erudiet man die, met aparte en erg mooie humor, indien nodig de<br />

gepaste kritiek weet te formuleren.’


Psychiatrie? Nee dank u!<br />

Witte raven zijn <strong>het</strong>, de geneeskundestudenten<br />

die tegenwoordig voor psychiatrie<br />

kiezen. Kinder- en jeugdpsychiatrie<br />

houdt nog enigszins stand, maar<br />

voor volwassenen- en ouderenpsychiatrie<br />

zijn er al jaren systematisch<br />

minder kandidaten dan opleidingsplaatsen.<br />

De negatieve beeldvorming,<br />

mijnheer. We lijden onder <strong>het</strong>zelfde<br />

stigma als onze patiënten. De schuld<br />

ook van <strong>het</strong> psychiater-experten-circus<br />

in gemediatiseerde processen. De<br />

denigrerende houding van de collega-<br />

specialisten, de chirurgen op kop. Te<br />

weinig psychiatrie in de opleiding<br />

geneeskunde. Het ontbreken van een<br />

stage psychiatrie – of nee, wacht: juist<br />

<strong>het</strong> averechtse, ontradende effect van<br />

de stage psychiatrie. Het ingangsexamen<br />

dat vooral selecteert op harde<br />

wetenschap. Een te soft imago, te veel<br />

flou artistique, niet medisch genoeg,<br />

niet wetenschappelijk genoeg, veredelde<br />

sociale werkers quoi. Te weinig prestige<br />

en te weinig centen. Te soft in zijn<br />

selectie: speel wat meer hard to get, en je<br />

zal ze zien toestromen, de kandidaten!<br />

Lokale of nationale factoren volstaan<br />

echter niet als verklaring. Psychiatrie<br />

lijkt nergens nog wervend te zijn. Een<br />

bloemlezing uit de literatuur: “Shrinking<br />

away from psychiatry?” “The number<br />

of American medical school graduates<br />

choosing psychiatric residencies is<br />

dwindling.” “Declining student interest in<br />

psychiatry.” “Recruitment hits a new low<br />

in psychiatry”, schrijft BMJ Careers in<br />

2008. “The specialty is such a turn off for<br />

trainees that according to the Royal College<br />

of Psychiatrists, only 6% (!) of people who<br />

took the exam for membership of the college<br />

were UK graduates.” Tekorten invullen<br />

met buitenlandse kandidaten is ons<br />

nauwelijks gegeven: taal en internationale<br />

uitstraling zitten meer mee voor <strong>het</strong><br />

Verenigd Koninkrijk. Itai Gat vatte <strong>het</strong><br />

in 2007 voor ons samen: “Recruitment of<br />

medical students to the field of psychiatry<br />

has been on the decline in the western<br />

world over the last decades.”<br />

Een uitstekende review hierover door<br />

Sierles & Taylor van 1995 leert dat een<br />

stage wel degelijk belangrijk is voor<br />

de specialisatiekeuze, bij uitstek in<br />

psychiatrie. Maar die moet dan wel<br />

aan een aantal voorwaarden voldoen:<br />

actieve betrokkenheid in patiëntenzorg,<br />

enthousiaste supervisie, welomschreven<br />

rol en taken, getuige zijn van de effectiviteit<br />

van behandeling, veel interactie met<br />

assistenten én vaste staf, grote variatie in<br />

klinische ervaringen, minimale blootstelling<br />

aan administratie en vergaderingen<br />

(een realistisch beeld geven van de<br />

job hoeft dus niet ) en goed gevulde<br />

stagedagen met zo min mogelijk lege<br />

momenten. De kwaliteit van de stage<br />

blijkt belangrijker dan de duur ervan.<br />

Een enorme uitdaging dus voor elk van<br />

ons die met stagiairs samenwerkt...<br />

Maar als <strong>het</strong> nu eens aan de psychiatrie<br />

zelf ligt? Als de tanende populariteit<br />

van onze discipline nu eens een<br />

alarmteken is dat er iets schort, niet<br />

alleen aan ons imago, maar ook aan<br />

onze identiteit? Wie beweert dat we<br />

meer medisch en biologisch moeten<br />

worden om wervend te zijn, heeft alvast<br />

de schijn tegen: de achteruitgang valt<br />

juist samen met de medicalisering en<br />

biologisering. De APA-campagne “to<br />

remedicalize psychiatry and to embrace<br />

the biological model of mental illness”<br />

(citaat Melvin Sabshin, APA) dateert<br />

van 1977... Of zoals Sierles & Taylor<br />

schrijven: “The decline of US medical<br />

student career choice for psychiatry<br />

was associated with the failure of the<br />

community mental health movement to<br />

fulfill its promise, psychiatry’s becoming<br />

more biologically oriented and medically<br />

conventional, and the effects of managed<br />

care.” Bovendien werd er – als we onze<br />

oudere, sorry, meer ervaren collega’s<br />

mogen geloven – gevochten voor<br />

opleidingsplaatsen psychiatrie toen <strong>het</strong><br />

psychotherapeutische en filosofische<br />

discours nog domineerde. Andere<br />

tijden, akkoord. Maar misschien heeft<br />

Leon Eisenberg toch een punt als hij<br />

in 1986 schrijft dat de psychiatrie<br />

evolueerde van een toestand van<br />

brainlessness naar een van mindlessness.<br />

Misschien zijn we vergleden naar<br />

joris<br />

vandenberghe<br />

COLUmN<br />

simplismen, zowel DSM-diagnostisch<br />

als SSRI-therapeutisch. Hoe geloofwaardig<br />

ben je nog als je met je uitdijende<br />

diagnostische symptoom-tel-categorieën<br />

van iedereen een quick fixable patiënt<br />

wilt maken, daarin aangemoedigd door<br />

de farma-industrie? Misschien was de<br />

intellectueel uitdagende complexiteit en<br />

meervoudigheid wel wat de psychiatrie<br />

aantrekkelijk maakte? De wat dwarse<br />

discipline, luis in de medische pels, die<br />

<strong>het</strong> onvatbare probeert te begrijpen en<br />

verklaren, op 5 verschillende manieren,<br />

wetende dat ze alle 5 tekort schieten?<br />

De fascinatie voor de (mede)mens en<br />

zijn lotgevallen met, maar ook voorbij<br />

neurotransmitters en hersenzones?<br />

Misschien is <strong>het</strong> naïef om te denken<br />

dat diepgang en nuance nog wervend<br />

kunnen zijn in een tijd van slogans<br />

en snelle, eenduidige oplossingen.<br />

Maar grijs en simplistisch is zeker niet<br />

aantrekkelijk, en <strong>het</strong> me too van steeds<br />

medischer en biologischer zal <strong>het</strong> toch<br />

blijven afleggen tegen <strong>het</strong> origineel.<br />

Alsof de VVP nog niet genoeg<br />

uitdagingen heeft: snel, een actieplan!<br />

Vóór de vicieuze cirkel (verder) toeslaat<br />

van negatieve selectie, eenzijdigere<br />

opleiding wegens te weinig assistenten,<br />

eenzijdigere job wegens te weinig<br />

collega’s en zo nog minder aantrek...<br />

Want anders oogt de toekomst somber:<br />

“Beperk je maar tot medicatievoorschriften,<br />

attesten, medische beslissingen<br />

(lees: nemen van de medische<br />

verantwoordelijkheid) en (frequente)<br />

wachtdiensten. Laat <strong>het</strong> spreken met<br />

patiënten maar over aan minder<br />

schaarse disciplines, en <strong>het</strong> beleid aan de<br />

managers.” n<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 9


HHet tweejaarlijkse, multidisciplinaire congres is een ontmoetingsforum<br />

waar professionals uit de geestelijke gezondheidszorg<br />

– waaronder kinderpsychologen, kinderpsychiaters,<br />

pedagogen en opleiders – kennis delen en belangrijke thema’s<br />

uit <strong>het</strong> vakgebied bediscussiëren. ‘Geen heikel punt blijft daarbij<br />

onbesproken’, zegt medeorganisator Jean Steyaert, hoofddocent<br />

Kinder- en jeugdpsychiatrie aan de K.U.Leuven. ‘Een van de<br />

hoofdthema’s is de toenemende regulering van de geestelijke<br />

gezondheidszorg in Vlaanderen. Er zijn hier vooralsnog geen<br />

Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s) ingevoerd, zoals in<br />

<strong>Nederland</strong>, maar in Vlaanderen gaan evengoed stemmen op om<br />

de psychiatrie in regels en procedures vast te leggen.’ Steyaert<br />

noemt wat voorbeelden: Het aantal consulten dat zorgverzekeraars<br />

vergoeden kan aan een maximum worden gebonden, de<br />

diagnose van sommige aandoeningen mag enkel worden gesteld<br />

door specifieke zorgcentra, en van de kinderpsychiatrie wordt<br />

verwacht om diagnoses volgens een vastliggend protocollair<br />

schema te stellen.’<br />

Een tweede hoofdthema is de vraag wat de voor- en nadelen zijn<br />

van de evidence-based benadering. Steyaert: ‘Een goede psychotherapeut<br />

kan goed luisteren, heeft voldoende inlevingsvermogen en<br />

uitstekende communicatieve vaardigheden. Maar wie zegt dat<br />

een eenvoudig aan te leren, standaard protocol niet gelijke of<br />

betere resultaten oplevert? En als de evidence-based benadering<br />

zich inderdaad doorzet, hoe belangrijk zijn die ambachtelijke<br />

vaardigheden dan nog en wat verandert er dan in de opleidingen?’<br />

10<br />

BIJEENKOmSt<br />

Achtste Vlaams Congres kinder- en Jeugdpsychiatrie en -Psychotherapie<br />

Multidisciplinair congres zet evidence-<br />

based benadering in kritisch daglicht<br />

timmeren aan de weg, dat is de titel van <strong>het</strong> Achtste<br />

Vlaams Congres Kinder- en Jeugdpsychiatrie en<br />

-Psychotherapie. Het wordt gehouden op 22 en 23<br />

september, aan de Katholieke Universiteit Leuven.<br />

medeorganisator prof. dr. Jean Steyaert, hoogleraar<br />

kinderpsychiatrie: ‘Kernvraag op <strong>het</strong> congres is hoe de<br />

ambachtelijke kanten van de geestelijke gezondheidszorg,<br />

zoals de therapeutische vaardigheden en de<br />

therapeutische relaties, kunnen overleven binnen een<br />

zorgsysteem dat in toenemende mate evidence-based<br />

en gereguleerd is.’<br />

jorn hövels, wetenschapsjournalist<br />

e-health<br />

De kritische insteek van <strong>het</strong> congres betekent niet dat de<br />

organisatie ergens tegen van leer wil trekken, benadrukt Steyaert:<br />

‘Het moet geen anticongres worden, want zorgregulering heeft<br />

voor- en nadelen. Zo kunnen de – met onderzoek gefundeerde<br />

– richtlijnen bijvoorbeeld ook een stevige ruggengraat vormen<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

voor geestelijke gezondheidswerkers.’ Steyaert illustreert <strong>het</strong> met<br />

een voorbeeld uit de somatische zorg: ‘Medisch onderzoekers<br />

weten inmiddels dat in bepaalde gevallen van borstkanker een<br />

ingrijpende borstamputatie vrouwen geen hogere overlevingskans<br />

biedt dan wanneer enkel de tumor wordt verwijderd en<br />

zij chemotherapie of radiotherapie krijgen. Dat daarvoor een<br />

richtlijn is opgesteld, lijkt me evident. Wat ik wil zeggen is: ik<br />

geloof niet dat je nieuwe ontwikkelingen angstig tegemoet moet<br />

zien, maar ik vind evenmin dat we die direct moeten omarmen.<br />

Het lijkt me verstandiger ze eerst kritisch te onderzoeken en<br />

daarvoor biedt dit congres een goede gelegenheid.’<br />

Een derde hoofdthema is de invloed van e-health op de<br />

geestelijke gezondheidszorg. Medeorganisator prof. dr. Marina<br />

Danckaerts, hoogleraar kinderpsychiatrie aan de K.U.Leuven:<br />

‘Daarbij komen vragen aan de orde als: wat zijn de mogelijkheden<br />

van internet als communicatiemiddel in de diagnostiek<br />

en behandeling, kunnen sommige behandelmodules ook via<br />

de computer worden aangeboden en omgekeerd: kunnen<br />

computers en media ook een risicofactor zijn voor pathologie,<br />

zoals een game- of internetverslaving?’<br />

achthonderd bezoekers<br />

Afgaande op voorgaande jaren waarin <strong>het</strong> congres vaak druk<br />

bezocht werd, verwacht Danckaerts ongeveer achthonderd<br />

bezoekers. ‘Dat zijn niet alleen professionals uit de geestelijke<br />

gezondheidszorg, zij komen ook uit aanverwante sectoren zoals<br />

de Bijzondere Jeugdzorg, de gehandicaptenzorg en de Centra voor<br />

Leerlingenbegeleiding (CLB’s). De bedoeling is dat ze kennis aan<br />

elkaar overdragen.’ Ook de state of the art-lezingen zijn daarvoor<br />

bedoeld. Daarin worden bezoekers in 45 minuten bijgepraat over<br />

de laatste ontwikkelingen rondom een psychiatrisch onderwerp<br />

of een aandoening. In de workshops wordt aandacht besteed<br />

aan de vaardigheden van <strong>het</strong> therapeutische ambacht en worden<br />

allerlei innovatieve toepassingen van therapeutische programma’s<br />

op interactieve wijze voorgesteld. Verder zijn er veertig symposia<br />

rond een bepaald topic dat afwisselend onderzoeksmatig of<br />

praktijkgericht is ingestoken. Danckaerts: ‘En we beginnen<br />

en eindigen <strong>het</strong> congres met een keynote lecture. Prof. dr. Mia<br />

Leijssen, hoogleraar Klinische Psychologie aan de K.U.Leuven,<br />

houdt een lezing over de basisvaardigheden en waarden in de<br />

zorg. Prof. dr. Giel Hutschemaekers, hoogleraar Geestelijke<br />

Gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit Nijmegen, houdt<br />

de lezing Gaat de wereld ten onder aan evidence-based vlijt? Het<br />

beloven twee hoogtepunten van <strong>het</strong> congres te worden.’ n<br />

timmeren aan de weg, Achtste Vlaams Congres Kinder- en<br />

Jeugdpsychiatrie en -Psychotherapie<br />

22 en 23 september 2011<br />

Katholieke Universiteit Leuven<br />

Website voor meer informatie en inschrijven:<br />

www.timmerenaandeweg.be


gaat de wereld ten onder aan evidence-based vlijt?<br />

Prof. dr. giel Hutschemaekers, hoogleraar geestelijke gezond-<br />

heidszorg aan de Radboud Universiteit in nijmegen, geeft<br />

op <strong>het</strong> congres een keynote lecture met als titel gaat de<br />

wereld ten onder aan evidence-based vlijt? ‘nadeel van een<br />

overtrokken evidence-based benadering is dat zorgprofessionals<br />

minder zelf gaan nadenken, omdat je hun professionele<br />

autonomie en verantwoordelijkheid ontneemt.’<br />

jorn hövels, wetenschapsjournalist<br />

U bent tegen de evidence-based benadering?<br />

‘Nee, maar ik geloof niet dat alles valt op te lossen met<br />

standaarden en richtlijnen. De heersende vanzelfsprekendheid dat<br />

de zorg automatisch beter wordt zolang we braaf de richtlijnen<br />

volgen. Daar kun je kritische vragen over stellen en dat doe ik.’<br />

Het is toch belangrijk te weten of een interventie werkt?<br />

‘Naar veel goede interventies is geen effectonderzoek gedaan en<br />

sterker: er blijft weinig van de zorg over als we die niet meer zouden<br />

mogen inzetten. Belangrijker is dat de huidige evidence-based<br />

benadering niet in lijn is met wat de oorspronkelijke bedenkers<br />

ermee beoogd hebben. Zij hadden voor ogen dat professionals<br />

bij concrete vragen in de praktijk antwoorden zouden zoeken in<br />

de wetenschap. Het doel was kritische reflectie: de eigen zorg<br />

bevragen en optimaliseren met wetenschappelijke kennis.<br />

De huidige richtlijnenbenadering heeft een omgekeerd effect: die<br />

produceert een waarheid die net zo weinig vragen toelaat als de<br />

vroegere zorgbenadering waarbij dokters vooral op hun eigen<br />

klinische intuïtie afgingen. We dreigen dus kwijt te raken wat<br />

de oorspronkelijke evidence-based benadering inhield: je kritisch<br />

leren verhouden tot je eigen praktijk.’<br />

Kunt u een voorbeeld noemen?<br />

‘Volgens de multidisciplinaire richtlijn depressie is er geen verschil<br />

tussen de zorg van een huisarts en de zorg van een psychiater.<br />

Huisartsen zouden heel precies de DSm-diagnose moeten stellen<br />

en vervolgens een evidence-based interventie moeten aanbieden,<br />

bijvoorbeeld een SSRI of cognitieve gedragstherapie. Daarmee<br />

zouden zij een soort psychiater worden. Ik vind dat onwenselijk,<br />

want huisartsen hebben een eigen deskundigheid die onvoldoende<br />

in die richtlijn voor depressieve stoornissen is opgenomen. En<br />

als je hen die richtlijn exact laat volgen, dan doe je hun eigen<br />

deskundigheid teniet. ’<br />

Waaruit bestaat die deskundigheid?<br />

‘Huisartsen maken problemen vaak kleiner, bijvoorbeeld door<br />

patiënten die een angst- of stemmingsstoornis hebben te vertellen<br />

dat hun klachten <strong>het</strong> gevolg zijn van recente gebeurtenissen en<br />

dat ze een paar dagen rust moeten nemen waardoor ze kunnen<br />

herstellen. maar in de richtlijn voor angst- of stemmingsstoornissen<br />

staat niets over rust en de kunst van watchfull waiting.’<br />

En dus?<br />

‘Wat de huisarts doet is weliswaar niet evidence-based, maar<br />

blijkt in de praktijk heel effectief. Hij schat in of de patiënt <strong>het</strong><br />

vermogen heeft er zelf bovenop te komen en probeert de patiënt<br />

in zijn kracht te zetten.<br />

BIJEENKOmSt<br />

De richtlijn voor angst- of stemmingsstoornissen schrijft therapie<br />

voor en die is erop gericht de klacht zo snel als mogelijk op te<br />

heffen en de patiënt weer aan <strong>het</strong> werk te krijgen; de tegenovergestelde<br />

behandeling als die van de huisarts. Die behandeling<br />

blijkt vooral effectief als de zorg van de huisarts niet tot <strong>het</strong><br />

gewenste resultaat heeft geleid. De twee behandelingen, die van<br />

de huisarts en die van de psychiater, moeten niet <strong>het</strong>zelfde, maar<br />

complementair aan elkaar zijn.’<br />

misschien moet de richtlijn worden aangepast.<br />

‘Een richtlijn kan onmogelijk voorschrijven niets te doen als er<br />

eenmaal een diagnose is gesteld, die schrijft simpelweg voor wat<br />

wetenschappelijk gezien de beste interventie is bij de gegeven<br />

diagnose. En voor medici is <strong>het</strong> ook ondenkbaar om – voorlopig –<br />

geen diagnose te stellen of deze uit te stellen, want wie is er dan<br />

verantwoordelijk als <strong>het</strong> misgaat?<br />

En dat brengt me op een tweede punt: als een arts braaf de<br />

richtlijnen volgt, en de patiënt desondanks niet beter wordt,<br />

wie is er dan verantwoordelijk voor hoe <strong>het</strong> verder gaat? mocht<br />

<strong>het</strong> mis gaan, dan zal de inspectie vooral nagaan of de arts de<br />

richtlijn heeft gevolgd. maar is dat voldoende? Wanneer artsen<br />

zich beperken tot de richtlijn, dan hebben ze slechts een beperkt<br />

aantal mogelijkheden tot hun beschikking en kunnen ze niet de<br />

verantwoordelijkheid nemen die van hen wordt verwacht.’<br />

Giel Hutschemaekers: ‘Niet alles valt op te lossen met standaarden en richtlijnen.’<br />

FOtOGRAFIE: ARCHIEF HUtSCHEmAEKERS<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 11


tTranscraniële magnetische stimulatie (TMS) is een vinding van<br />

de Britse neuroloog dr. Anthony Barker. Dat wil zeggen, Barker<br />

en zijn medewerkers waren in 1985 de eersten die de techniek<br />

zodanig onder controle kregen dat er brede belangstelling<br />

voor ontstond. ‘TMS berust op de natuurkundige wetten over<br />

magnetisme en elektriciteit’, legt Schutter uit. ‘De wet van<br />

Ørsted stelt dat een kortdurende elektrische stroom die door<br />

een spoel loopt, een magnetisch veld opwekt. Dat magnetisch<br />

veld kan, volgens de wet van Faraday, vervolgens lokaal een<br />

elektrische stroom opwekken in nabij gelegen geleidend<br />

materiaal. Barker en zijn medewerkers pasten deze natuurkundige<br />

wetten toe om op een niet-invasieve manier de hersenschors<br />

te stimuleren. Het lukte hen een onwillekeurige vingerbeweging<br />

bij proefpersonen op te wekken door bij hen een spoel<br />

op <strong>het</strong> hoofd te plaatsen en daar een kortdurende elektrische<br />

stroom doorheen te laten lopen. Het magneetveld dat hierdoor<br />

ontstaat, wekt een elektrische stroom op in <strong>het</strong> onderliggende<br />

hersenweefsel. Hierdoor ontstaat lokale depolarisatie van de<br />

zenuwcellen in dat deel van de cerebrale hersenschors. Vindt de<br />

depolarisatie plaats in motorische<br />

12<br />

WEtENSCHAP<br />

Transcraniële magnetische stimulatie<br />

TMS-behandeling bij depressie: veelbelovend,<br />

transcraniële magnetische stimulatie (tmS) is een<br />

relatief nieuwe en patiëntvriendelijke behandeling<br />

voor depressie. tmS is veilig en <strong>het</strong> therapeutisch<br />

effect ervan is vergelijkbaar met dat van psychotherapie<br />

en antidepressiva, concludeert onderzoeker<br />

dr. Dennis Schutter (Universiteit Utrecht) in een<br />

overzichtsartikel dat onlangs verscheen in <strong>het</strong><br />

tijdschrift voor Psychiatrie. Prof. Rudi de Raedt<br />

(Universiteit Gent) gebruikt tmS vooral voor<br />

onderzoeksdoeleinden.<br />

marten dooper, wetenschapsjournalist<br />

neuronen, dan resulteert dit in<br />

<strong>het</strong> aanspannen van de spier<br />

die door deze neuronen wordt<br />

geïnnerveerd.’ Aanvankelijk werd<br />

TMS vooral gebruikt als<br />

gereedschap voor fundamenteel<br />

hersenonderzoek. Het bleek een<br />

bruikbare en unieke techniek om<br />

zeer patiëntvriendelijk allerlei gebieden van de hersencortex te<br />

prikkelen en te kijken wat de gevolgen daarvan zijn. Daarbij<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

d E R A E d T : ‘ P E R S o o n l I j k z I E I k T M S<br />

A l S E E n I n T E R E S S A n T H u l P M I d d E l o M d E<br />

H E R S E n E n T I j d E l I j k M E E R T o E g A n k E l I j k<br />

T E M A k E n v o o R C o g n I T I E v E T R A I n I n g . ’<br />

kunnen zowel de frequentie, de intensiteit als de duur van de<br />

prikkels variëren. Stimuleren met een lage frequentie (1 Hz)<br />

leidt doorgaans lokaal tot een verminderde prikkelbaarheid van<br />

de hersenschors, terwijl stimuleren met een hoge frequentie<br />

(hoger dan 10 Hz) een lokale toename van de prikkelbaarheid<br />

veroorzaakt. Het uiteindelijke effect van TMS is verder te<br />

beïnvloeden door onder anderen de intensiteit en de duur van<br />

de stimulatie te variëren.<br />

Vergelijkbaar met reguliere behandelingen<br />

‘In de eerste helft van de jaren negentig is TMS door Duitse<br />

onderzoekers voor <strong>het</strong> eerst toegepast als therapeutisch<br />

hulpmiddel’, vertelt Schutter. ‘Zij beschreven dat<br />

hoogfrequente TMS op de linker frontale hersenschors bij twee<br />

patiënten met ernstige depressie een positief effect had. Dat was<br />

de opmaat voor tal van studies naar TMS als vorm van therapie<br />

bij depressie.’ De vele studies ten spijt, bestaat er nog veel<br />

onduidelijkheid en ook de nodige scepsis over de bruikbaarheid<br />

van TMS als behandeling bij depressie. Om een meer<br />

objectieve kijk op de zaak te krijgen besloot Schutter twee jaar<br />

geleden twee meta-analyses uit te voeren – <strong>het</strong> eerste over hoge<br />

frequentie TMS, <strong>het</strong> tweede over lage frequentie TMS – met de<br />

studies die tot nu toe zijn gepubliceerd over <strong>het</strong> effect van TMS<br />

op depressie. ‘Uiteindelijk vond ik 30 kwalitatief hoogstaande<br />

placebogecontroleerde studies met in totaal 1.120 patiënten.’<br />

De meta-analyses wijzen uit dat TMS, bovenop een aanzienlijk<br />

placebo-effect, een significant positief effect heeft dat vergelijkbaar<br />

is met dat van reguliere behandelingen als cognitieve<br />

therapie of farmacotherapie’, vat Schutter zijn meta-analyse<br />

samen. En net als bij de reguliere vormen van behandeling<br />

werkt TMS niet bij alle patiënten en is <strong>het</strong> niet precies duidelijk<br />

waardoor <strong>het</strong> positieve effect van de behandeling ontstaat.’<br />

Balans herstellen<br />

Het feit dat TMS niet bij alle patiënten werkt en <strong>het</strong> nog<br />

niet precies duidelijk is waardoor <strong>het</strong> positieve effect van de<br />

behandeling ontstaat, is vooral een aansporing om meer<br />

(fundamenteel) onderzoek te<br />

doen naar TMS, vindt Schutter.<br />

‘We moeten beter weten wat er<br />

gebeurt bij TMS. Dan wordt <strong>het</strong><br />

hopelijk mogelijk de effectiviteit<br />

van de behandeling en<br />

de duur van <strong>het</strong> effect ervan<br />

te vergroten.’ Een van de<br />

vragen die nog moet worden<br />

beantwoord is op welk gebied van de hersenschors de<br />

TMS-behandeling zich bij voorkeur zou moeten richten.


maar nog veel vragen<br />

Schutter: ‘TMS wordt van oudsher toegepast op de frontale<br />

hersenschors. De Duitsers kozen dit gebied destijds op grond<br />

van resultaten uit eerdere studies die een verband aantoonden<br />

tussen depressie en een verminderde activiteit van de linker<br />

frontale hersenschors. Een hoogfrequente TMS-behandeling<br />

van de linker frontale hersenschors leidt tot een verhoogde<br />

prikkelbaarheid van dit gebied en in de praktijk tot een<br />

afname van de depressieve klachten. Enkele jaren geleden<br />

ontdekten Canadese onderzoekers echter dat een direct<br />

hierna uitgevoerde laagfrequente TMS-behandeling van de<br />

rechter frontale hersenschors <strong>het</strong> effect van de hoogfrequente<br />

behandeling vergroot. Dat heeft geleid tot de hypothese dat er bij<br />

depressie mogelijk sprake is van een verstoorde balans tussen de<br />

activiteit van de linker en rechter frontale hersenschors. Waarbij<br />

activiteit van de linkerschors<br />

in verband wordt gebracht met<br />

toenaderingsgedrag en gevoelig<br />

zijn voor beloning, en activiteit in<br />

de rechterschors met vermijdingsgedrag<br />

en strafgevoeligheid. Door<br />

de linkerschors hoogfrequent<br />

te stimuleren zou je de activiteit<br />

van dit deel verhogen, terwijl<br />

de laagfrequente stimulatie van<br />

de rechterschors de activiteit in dit deel zou verlagen. Dat zou<br />

de balans tussen beide delen herstellen. Een andere hypothese<br />

verklaart <strong>het</strong> effect van TMS uit een toegenomen afgifte van<br />

dopamine in dieper gelegen hersengebieden en verbindt de<br />

behandeling zo met de hypothese die stelt dat depressie ontstaat<br />

uit een verstoorde chemische huishouding in de hersenen.’<br />

Veel hypothesen<br />

Er zijn inmiddels ook aanwijzingen dat een TMS-behandeling<br />

van andere hersengebieden antidepressieve effecten kan hebben.<br />

‘Ook de kleine hersenen en de pariëtale hersenschors komen<br />

mogelijk in aanmerking als doelwit. De kleine hersenen zijn<br />

nauw verbonden met subcorticale motivationele circuits en met<br />

de cerebrale hersenschors. Wij hebben in Utrecht inmiddels<br />

bij gezonde personen kunnen aantonen dat een eenmalige<br />

TMS-sessie uitgevoerd op de kleine hersenen inderdaad leidt<br />

tot positieve veranderingen in de gemoedstoestand. En in een<br />

studie uitgevoerd in samenwerking met prof. Koerselman van<br />

<strong>het</strong> Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam, hebben<br />

we gevonden dat een laagfrequente TMS-behandeling van de<br />

pariëtale hersenschors bij mensen met een depressie leidt tot<br />

een afname van de klachten. Kortom, aan varianten van TMS<br />

en aan hypothesen geen gebrek. Het is nu vooral zaak om uit<br />

te zoeken welke hypothese <strong>het</strong> beste is en welke behandeling<br />

B A E k E n : ‘ v o l g E n S M I j k A n d E<br />

T M S - B E H A n d E l I n g S n E l l E R I n d E<br />

k l I n I S C H E P R A k T I j k g E ï n T E g R E E R d<br />

w o R d E n B I j T H E R A P I E R E S I S T E n T I E . ’<br />

WEtENSCHAP<br />

bij welke patiënten tot <strong>het</strong> beste resultaat leidt.’ Vanwege<br />

alle openstaande vragen rondom TMS zal deze vorm van<br />

behandeling van depressie de komende jaren waarschijnlijk<br />

nog vooral een experimenteel karakter houden, schat Schutter<br />

in. ‘In de Verenigde Staten heeft de FDA <strong>het</strong> gebruik van TMS<br />

bij depressie enkele jaren geleden goedgekeurd als behandeling<br />

bij therapieresistente patiënten. Ook in Canada en Israël is<br />

de behandeling geregistreerd. In <strong>Nederland</strong> adviseerde de<br />

Gezondheidsraad in 2008 eerst meer fundamenteel onderzoek<br />

uit te voeren.’<br />

‘Ook in Vlaanderen is de TMS-behandeling nog niet erkend’,<br />

vult psychiater prof. Chris Baeken (UZ Brussel) aan. ‘Onze<br />

kliniek is de enige die therapieresistente depressieve patiënten<br />

met TMS behandelt. Veelal melden de patiënten zich op<br />

eigen houtje aan, aangezien<br />

TMS onder zowel huisartsen als<br />

psychiaters nog weinig bekend is.<br />

Omdat er voor TMS momenteel<br />

geen terugbetalingsmodaliteiten<br />

bestaan, vindt de behandeling<br />

meestal plaats in studieverband.<br />

Volgens mij kan de<br />

TMS-behandeling sneller in de<br />

klinische praktijk geïntegreerd<br />

worden bij therapieresistentie, bijvoorbeeld als één of twee<br />

antidepressiva niet <strong>het</strong> gewenste effect geven, bij zwangerschap,<br />

of bij mensen die overgevoelig zijn voor medicatie. In ieder<br />

geval voor unipolaire depressie zou aan rTMS automatisch<br />

gedacht moeten worden voor men elektroconvulsietherapie<br />

overweegt.’<br />

TMS nuttig bij onderzoek<br />

Behalve voor <strong>het</strong> langzaam ontluikende therapeutisch gebruik,<br />

is TMS ook een zeer handige techniek bij <strong>het</strong> wetenschappelijk<br />

onderzoek naar de werking van de hersenen. Immers, met deze<br />

techniek is <strong>het</strong> zeer eenvoudig tijdelijk zeer lokaal hersengebieden<br />

te activeren of in activiteit te inhiberen. Aan de Universiteit<br />

Gent maakt prof. Rudi de Raedt al jaren dankbaar gebruik van<br />

deze techniek bij zijn onderzoek naar de kwetsbaarheid voor<br />

depressie. Onderzoek waarbij hij overigens nauw samenwerkt<br />

met Chris Baeken. ‘Deze kwetsbaarheid proberen wij te<br />

verklaren in een model gebaseerd op neurobiologische kennis<br />

en kennis over cognitieve processen. Centraal in dit model staat<br />

een verminderde aandachtscontrole bij mensen die gevoelig<br />

zijn voor depressie. Neurobiologisch onderzoek heeft inmiddels<br />

uitgewezen dat depressie gepaard gaat met langdurige hyperactiviteit<br />

van de HPA-as. Een verhoogde reactiviteit is waarschijnlijk<br />

<strong>het</strong> gevolg van erg stressvolle ervaringen in <strong>het</strong> leven, alsook<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 13


14<br />

WEtENSCHAP<br />

een genetische aanleg. De verstoorde werking van de HPA-as<br />

op zijn beurt leidt tot een verstoring van <strong>het</strong> serotoninemetabolisme,<br />

met name in de prefrontale cortex.’<br />

Verminderde activiteit in de prefrontale cortex, om precies<br />

te zijn in de dorsolaterale prefrontale cortex, vormt in <strong>het</strong><br />

model van De Raedt de verbinding tussen de neurobiologische<br />

mechanismen en de cognitieve mechanismen die leiden<br />

tot kwetsbaarheid voor depressie. ‘Met tal van testen en taken<br />

is inmiddels aangetoond dat zowel depressieve mensen als<br />

mensen met een verhoogde neiging tot depressiviteit meer<br />

moeite hebben hun aandacht los te maken van stimuli met<br />

een emotioneel negatieve lading. Zij hebben moeite negatieve<br />

informatie te inhiberen, waardoor hun werkgeheugen te weinig<br />

ruimte biedt om zich aansluitend weer op positieve signalen<br />

te concentreren. De prefrontale cortex speelt een belangrijke<br />

rol bij deze aandachtsprocessen. Bij taken die vereisen dat<br />

er aandacht gegeven wordt aan de ene stimulus terwijl een<br />

andere stimulus genegeerd wordt, is <strong>het</strong> nodig dat onder<br />

andere de dorsolaterale prefrontale cortex geactiveerd wordt.<br />

Dit gaat gepaard met een verlaagde activiteit in de amygdala,<br />

de structuur die juist geactiveerd is bij negatieve emoties. De<br />

verminderde activeerbaarheid van de dorsolaterale prefrontale<br />

cortex die we zien bij depressieve mensen is een belangrijk<br />

onderdeel van <strong>het</strong> biologisch substraat van de aandachtsbias<br />

voor negatieve informatie. De verminderde werking van hun<br />

dorsolaterale prefrontale cortex belet hen hun aandacht los te<br />

maken van de negatieve prikkels, waardoor zij blijven hangen<br />

in hun negatieve denkschema. Recent hebben we de betrokkenheid<br />

van de dorsolaterale prefrontale cortex bij de aandachtsbias<br />

verder kunnen onderbouwen met onze TMS-studies. Als<br />

we bij gezonde vrijwilligers de rechter dorsolaterale prefrontale<br />

cortex stimuleren met TMS, vermindert dit bij hen tijdelijk <strong>het</strong><br />

vermogen negatieve informatie te inhiberen. Hun hersenen<br />

gaan zich als <strong>het</strong> ware tijdelijk een beetje gedragen zoals die van<br />

depressieve mensen. Of beter gezegd, we kunnen op deze manier<br />

de verhoogde kwetsbaarheid voor negatieve prikkels die we<br />

zien bij depressieve mensen tijdelijk experimenteel opwekken<br />

bij gezonde proefpersonen, wat de mogelijkheid opent om de<br />

Adverteren in De Psychiater?<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

causale relatie na te gaan tussen activiteit in specifieke delen<br />

van de hersenen en aandachtsprocessen. Andersom neemt de<br />

aandachtsbias voor negatieve prikkels bij depressieve mensen af<br />

na linkszijdige TMS van de dorsolaterale prefrontale cortex. Ook<br />

normaliseert de TMS-behandeling bij mensen met een depressie<br />

<strong>het</strong> verstoorde serotonine-metabolisme weer enigszins.<br />

Persoonlijk zie ik TMS dan ook als een interessant hulpmiddel<br />

om de hersenen tijdelijk meer toegankelijk te maken voor<br />

cognitieve training. Om de vicieuze cirkel die mensen steeds<br />

kwetsbaarder maakt voor depressies te doorbreken zijn mijns<br />

inziens twee dingen nodig: <strong>het</strong> aanbieden van cognitieve therapie<br />

die zich richt op de negatieve gedachten of aandachtscontrole-<br />

trainingen waardoor de verstoorde aandacht normaliseert, èn<br />

<strong>het</strong> ontvankelijk maken van de hersenen voor die informatie. Bij<br />

dat laatste kan TMS een belangrijke functie vervullen.’ n<br />

Literatuur<br />

D.J.L.G. Schutter. transcraniële magnetische stimulatie als<br />

behandelingsvorm voor depressie. tijdschrift voor Psychiatrie<br />

2011;53(6):343-353.<br />

R. de Raedt et al. Neurocognitive effect of HF-rtmS over the<br />

dorsolateral prefrontal cortex on the attentional processing of<br />

emotional information in healthy women: an even-related fmRI<br />

study. Biological Psychology 2010;85:487-495.<br />

C. Baeken et al. the impact of HF-rtmS treatment on serotonin(2A)<br />

receptors in unipolar melancholic depression. Brain Stimulation<br />

2011;4(2):104-111.<br />

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) in <strong>Nederland</strong> heeft onlangs<br />

uitspraak gedaan over de vergoeding van rtmS vanuit de basisverzekering.<br />

Het CVZ is van mening dat rtmS weliswaar een gunstig effect<br />

heeft op depressie, maar dat er nog geen standaard bestaat voor<br />

de optimale technische toepassing. Ook <strong>het</strong> langetermijneffect van<br />

rtmS is nog onvoldoende duidelijk. Daarom voldoet rtmS niet aan<br />

de stand van wetenschap en praktijk en zal dus ook niet door de<br />

ziekteverzekering worden vergoed.<br />

Ook in België is rtmS niet terugbetaald.<br />

Periodiek van de vlaamse vereniging voor Psychiatrie en de vlaamse vereniging voor kinder- en JeugdPsychiatrie<br />

De Psychiater wordt 4 keer per jaar gestuurd aan alle psychiaters die lid zijn van de VVP, VVK en VVAP.<br />

Dit maakt <strong>het</strong> tijdschrift een uitstekend medium voor uw (personeels)advertenties.<br />

U heeft dit jaar nog de mogelijk te reserveren in:<br />

• Nummer 4: verschijning 17 november, uiterste reserveringsdatum 20 oktober 2011<br />

Voor de tarieven, andere advertentiemogelijkheden en overige vragen kunt u contact opnemen met<br />

<strong>Cross</strong> Advertising, Westerkade 2, 3116 GJ Schiedam<br />

tel.: +31 10 742 10 23 e-mail: gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />

Zie ook de website van uitgeverij Benecke: www.benecke.nl<br />

PERIODIEK VAN DE VLAAMSE VERENIGING VOOR PSYCHIATRIE EN DE VLAAMSE VERENIGING VOOR KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE<br />

JAARGANG 4<br />

NUMMER 3<br />

AUGUSTUS 2011<br />

JOS PEUSKENS<br />

Emeritaat geen<br />

eindstation<br />

TIMMEREN AAN<br />

DE WEG<br />

Aandacht voor<br />

evidence-based<br />

benadering<br />

TRANSCRANIËLE<br />

MAGNETISCHE<br />

STIMULATIE<br />

Nog veel vragen<br />

BOEK<br />

Uitbehandeld, maar<br />

niet opgegeven


Prof. dr. em. Jan gybels<br />

19 oktober 1928 – 29 mei 2011<br />

Op 29 mei jl. overleed professor Jan Gybels. Professor Bart Nuttin,<br />

Afdeling Experimentele Neurochirurgie en Neuroanatomie, sprak<br />

een afscheidsrede uit waarvan u hier een beknopte weergave leest.<br />

Professor Dokter Emeritus Jan Gybels heeft een bijzonder<br />

rijk gevuld en boeiend leven achter de rug. In de kliniek<br />

kende ik hem eerst als Professor Gybels, en later was <strong>het</strong><br />

Jan. Niet alleen mijn promotor en mentor, maar ook mijn<br />

zeer goede vriend. Met volle teugen een levensgenieter, die<br />

zelfs in moeilijke en drukke tijden op een elegante manier<br />

fijn en stijlvol wist te blijven. Hij was bijzonder fier op<br />

zijn veel jongere echtgenote Hélène, op zijn kinderen en<br />

schoonkinderen. Vooral na zijn actieve loopbaan bracht<br />

hij veel tijd door met zijn zeer geliefde kleinkinderen (ses<br />

petits enfants très bien aimés).<br />

Na zijn Grieks-Latijnse humaniora studeerde hij<br />

geneeskunde en algemene heelkunde. Vervolgens vertrok<br />

hij naar <strong>het</strong> Montreal Neurological Institute in Canada,<br />

waar hij nog steeds vermeld staat onder de lijst van enkele<br />

famous fellows, tezamen met een naam als Wiesel, laureaat<br />

van de Nobelprijs. Prof. Gybels staat daar dus in goed<br />

gezelschap.<br />

Als neurochirurg begon hij te werken in <strong>het</strong> Bunge Instituut<br />

te Antwerpen, maar kwam al snel naar Leuven, waar hij<br />

verantwoordelijk werd voor de functionele en stereotacti-<br />

IN mEmORIAm<br />

sche neurochirurgie en samen met prof. R. Van den Bergh<br />

de kliniek voor neurochirurgie en neurologie recht hield<br />

en uitbouwde. In 1970 werd hij gewoon hoogleraar. Naast<br />

docent was hij hoofd van <strong>het</strong> Laboratorium Experimentele<br />

Neurologie, waar onder zijn supervisie de SGV localizer<br />

werd gemaakt (Suetens, Gybels, Vandermeulen). Het<br />

principe hiervan werd overgenomen door vele firma’s,<br />

en tot de dag van vandaag wereldwijd gebruikt voor<br />

toepassingen ver buiten de initieel bedoelde toepassing.<br />

Hij was stichtend lid van 5 wetenschappelijke verenigingen,<br />

waaronder zeer belangrijke als de European Society<br />

for Stereotactic and Functional Neurosurgery en International<br />

Association of Pain. Hij was voorzitter van de Belgian Society for<br />

Stereotactic and Functional Neurosurgery en lid of erelid van vele<br />

wetenschappelijke verenigingen. Aan Harvard University,<br />

Butare en Fortaleza was hij visiting professor.<br />

Gedurende multipele jaren zette hij zich ook in voor de<br />

Koninklijke Akademie voor Geneeskunde van België, en<br />

werd zelfs voorzitter.<br />

Om al deze en andere redenen werd prof. Gybels tot 6<br />

maal bekroond in een Belgische Nationale Orde. Hij klom<br />

op tot Grootofficier in de Kroonorde en Grootofficier<br />

in de Leopoldsorde. In 1994 is hij in glorie overgestapt<br />

naar zijn emeritaat. Bij deze gelegenheid kreeg hij door<br />

Ron Kupers een liber amoricum overhandigd. Na zijn<br />

pensionering bezocht hij nog geregeld <strong>het</strong> laboratorium<br />

voor experimentele functionele neurochirurgie, nog altijd<br />

geïnteresseerd in de onderwerpen waarnaar hij voorheen<br />

zelf onderzoek deed.<br />

Samen met collega Paul Cosyns, diensthoofd psychiatrie in<br />

Antwerpen, richtte hij de Commissie voor Neurochirurgie<br />

voor Psychiatrische Aandoeningen op. Hij bleef naar de<br />

vergaderingen van deze Commissie komen. Op 9 mei<br />

jongstleden reed hij nog met professor Gabriëls en mijzelf<br />

naar de gebouwen van <strong>het</strong> RIZIV om er de terugbetaling<br />

voor diepe hersenstimulatie voor obsessieve compulsieve<br />

stoornis te bepleiten. Voor zover mij bekend was dit zijn<br />

laatste vergadering.<br />

Bart Nuttin<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 15


eEerst praten, dan pas pillen. Dat is <strong>het</strong> devies van Detlef Petry<br />

(67), die zijn ervaringen bundelde in Uitbehandeld, maar<br />

niet opgegeven. De geboren Duitser belandde in <strong>Nederland</strong><br />

en werkte er vanaf de jaren zeventig tot aan zijn pensioen in<br />

<strong>het</strong> psychiatrisch ziekenhuis Vijverdal in Maastricht. Daar<br />

behandelde hij de ’harde kern’. Het leverde Petry de eretitel op<br />

van ’psychiater van de allergeksten’.<br />

Het sleutelwoord in zijn benadering is rehabilitatie. Doel is<br />

om patiënten te bevrijden van hun stigma en hen weer te laten<br />

deelnemen aan <strong>het</strong> leven. Petry’s aanpak wierp vruchten af.<br />

Het aantal zelfmoordpogingen op zijn afdeling daalde tot nul.<br />

‘Het was een jarenlange kruistocht’, vertelt hij. ‘Sisyfusarbeid.<br />

Elke dag opnieuw duwde ik die steen de berg op. ’s Avonds<br />

rolde hij terug naar beneden. Zo had ik zelf ook tijd om af te<br />

dalen en uit te rusten. Om er de volgende dag weer tegenaan<br />

te gaan.’<br />

16<br />

BOEK<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

nederlands-Duitse psychiater Detlef Petry stelt<br />

zijn eigenzinnige behandelmethode te boek<br />

’Je moet voor een stuk<br />

meegaan in die psychose’<br />

Psychiater op rust Detlef Petry werkte jarenlang<br />

met chronische patiënten die volgens de klassieke<br />

psychiatrie ’uitbehandeld’ waren. Het waren<br />

geesteszieken die geregeld platgespoten werden,<br />

vastgebonden waren of in de isoleercel zaten.<br />

met zijn rehabilitatiemethode gaf Petry hen een<br />

tweede leven.<br />

eline delrue, journalist<br />

Toen de psychiatrische inrichting Vijverdal in 2007 opgeblazen<br />

werd, stond u te applaudisseren. U had er nochtans dertig jaar<br />

lang met hart en ziel gewerkt.<br />

Petry: ‘Toch voelde de implosie van die hoogbouw als een<br />

opluchting, een verlossing uit de ketenen van de klassieke<br />

psychiatrie. Ik werkte vooral in de laagbouw, waar de<br />

’uitbehandelden’ verbleven. Toen die afdeling vol zat, raakte<br />

ook de hoge behandeltoren druppelsgewijs gevuld met<br />

chronische patiënten. Maar de architectuur daar was totaal<br />

onaangepast om er te wonen. De patiënten hadden geen beetje<br />

privacy, ze zaten zo goed als opgesloten.<br />

Toen de hoogbouw neergehaald werd, was dat een<br />

bevrijding. Eindelijk zouden onze mensen verlost zijn van<br />

hun beklemmende omgeving. Nu wonen ze in huisjes dicht<br />

bij de instelling of in een begeleide woonvorm in de stad.<br />

Een eigen kamer, een tuintje, wat luxe. Dat geeft hoop. Op<br />

den duur durven ze weer relaties aan te gaan en raken ze<br />

geïntegreerd. Het is belangrijk dat de omgeving verandert,<br />

niet zozeer de patiënt.’<br />

U ontwikkelde al snel een eigen behandelmethode: de triade.<br />

Een driehoeksverhouding tussen de patiënt, zijn familie en de<br />

psychiater. Collega’s keken argwanend toe.<br />

‘De meesten van mijn collega’s waren doordrongen van de<br />

biologische psychiatrie. Niet onlogisch, want onze opleiding<br />

is sterk gericht op diagnoses en medicatie. Tragisch is dat.<br />

Patiënten die <strong>het</strong> label schizofrenie opgespeld krijgen,<br />

mogen automatisch allerlei pillen slikken. Dat is zo fout.<br />

En ik haat die diagnoses als de pest. Ze werken alleen maar<br />

stigmatiserend.<br />

In onze benadering zijn we patiënten ’mensen’ gaan noemen,<br />

en dat maakte alles anders. Want bij een mens stuit je sowieso<br />

op een verleden, een levensverhaal. Een patiënt is veel meer<br />

dan patiënt. Hij is ook burger, zoon, broer, echtgenoot, vader.<br />

Er is geen enkele reden om al die andere rollen ineens weg te<br />

vegen. Zo komt ook de familie in beeld. Dat familieleden erbij<br />

betrokken worden, laat hen opnieuw vertrouwen kweken in de<br />

psychiatrie. Daar liep <strong>het</strong> vroeger weleens mis. Familieleden<br />

werden lange tijd beschouwd als pottenkijkers, en werden vaak<br />

opgezadeld met een schuldgevoel.’<br />

Opvallend: u maakte uitstapjes met patiënten. Een koffie<br />

drinken, shoppen, een museum bezoeken. Kwam u zo meer<br />

over hen te weten?<br />

‘Zeker. Die mensen zaten doorgaans een hele dag binnen.<br />

Slapen, eten en roken, dat was <strong>het</strong> enige wat ze deden. Als<br />

ze dan in je auto stappen, gaat er een wereld voor hen open.<br />

Ze komen op plaatsen die herinneringen oproepen, en al<br />

doende praten ze. Maar zet ze in je bureau en je krijgt er<br />

niks uit.<br />

Het is ook betekenisvol om met patiënten terug te keren<br />

naar de plaats waar hun psychose is ontstaan. Een school, <strong>het</strong><br />

ouderlijk huis. Dan kunnen ze beschrijven hoe <strong>het</strong> begonnen<br />

is. Ze konden zich bijvoorbeeld niet meer concentreren op<br />

school, of ze zonderden zich thuis af. Dat is van groot belang in<br />

hun levensverhaal.’


U vergezelde uw patiënten niet alleen naar hun geboorteplaats,<br />

u stapte ook mee in hun waan.<br />

‘Voor een stuk moet je meegaan in die psychose. Al lukt<br />

dat niet altijd even goed. Soms is de inhoud van de waan te<br />

extreem. Maar voor Jessie bijvoorbeeld, een patiënte die<br />

gelooft dat ze in Australië geboren is, ben ik ver gegaan. Zij<br />

beweert dat ze niet kan leven in <strong>het</strong> klimaat hier, ze moét terug<br />

naar haar ’geboorteland’. Wel, ik heb echt geprobeerd om haar<br />

naar Australië te krijgen. Lachend: mijn collega’s dachten dat<br />

ik aan <strong>het</strong> doordraaien was. Alles was in kannen en kruiken,<br />

tot ik vernam dat ze geen bed meer op overschot hadden in <strong>het</strong><br />

ziekenhuis daar. Jessie zou in een pension moeten logeren. Dat<br />

was te riskant, dus heb ik de reis alsnog afgeblazen.<br />

Maar je moet die psychose ernstig nemen. Die stemmen in hun<br />

hoofd zijn voor hen een werkelijkheid. Dan helpt <strong>het</strong> niet om te<br />

zeggen: “Zet Australië uit je hoofd. Dat is onzin.” In <strong>het</strong> begin<br />

kreeg Jessie alleen negatieve respons, dat maakte haar agressief.<br />

Had ik niet ingegrepen, dan zat ze nu op een gesloten afdeling.’<br />

In uw boek fulmineert u over hoe de computer geleid heeft<br />

tot een ’ontmenselijking van de psychiatrie’. U betreurt dat<br />

de bureaucratie hulpverleners weghoudt van hun patiënten.<br />

‘Een morele misdaad is <strong>het</strong>. Dat grijpt zo zwaar in op de<br />

hulpverlening. Vroeger zat ik niet aan de computer, maar bij<br />

de patiënt aan de ontbijttafel. Daar hebben die elektronische<br />

dossiers een einde aan gemaakt. En wat is <strong>het</strong> gevolg? Als er<br />

iemand binnenkomt in je bureau zit je met je gezicht naar dat<br />

scherm en met je rug naar de patiënt. Vreselijk. Op een keer zei<br />

een patiënt: “Zeg, bij jíj nu gek geworden of ik? Kijk me toch<br />

eens aan!” Die man had volkomen gelijk.’<br />

Een andere problematiek waar u zich over opwindt,<br />

is medicatie. U spreekt over ’giftige antipsychotica’ en<br />

’chemische lobotomie’.<br />

‘In mijn beginjaren zag ik dat de patiënten zakken vol pillen<br />

moesten slikken: antipsychotica, antidepressiva, slaapmiddelen,<br />

tranquillizers. Nu, <strong>het</strong> enige middel dat een beetje baat bij<br />

chronische psychotici is clozapine. Een zwaar medicijn, maar<br />

<strong>het</strong> kan wel een stuk levenskwaliteit teruggeven. Alle andere<br />

medicatie kun je overboord gooien. Het is ook helemaal<br />

niet bewezen dat antipsychotica effect hebben bij chronische<br />

patiënten, want hun stemmen verdwijnen niet.<br />

Ach, als je ziet wat de farma-industrie allemaal aanricht ...<br />

Patiënten worden bewust volgepropt met pillen. Schandalig.<br />

Het zou een goede zaak zijn als er komaf wordt gemaakt met<br />

die pillen.’<br />

U zegt <strong>het</strong> zelf: de goede zaak. Uw streven naar eerherstel<br />

voor psychiatrische patiënten is voor u een soort<br />

Wiedergutmachung. Het naziverleden van uw vader speelt<br />

daarin een rol, maar vooral de massale uitroeiing van<br />

geesteszieken aan <strong>het</strong> begin van de Tweede Wereldoorlog.<br />

‘Die geschiedenis heeft me mee gevormd, als Duitser én als<br />

psychiater. Mijn vader zat bij de Waffen-SS. Met de concentratiekampen<br />

heeft hij niks te maken gehad, dat heb ik grondig<br />

uitgeplozen. Maar de oorlog was taboe thuis. Ook over de<br />

Jodenvervolging wilde hij niks horen. Het enige wat hij ooit<br />

over Auschwitz heeft gezegd is: “Ach ja, dat dorp in Polen.” Hij<br />

verdrong <strong>het</strong>, uit pure schaamte.<br />

Ik walgde toen <strong>het</strong> nieuws bekend raakte dat in de jaren<br />

1939-’41 zo’n 200.000 chronisch geesteszieken waren vergast.<br />

Ik ben ooit op bezoek geweest in zo’n instelling. Vreselijk wat<br />

daar was gebeurd. Mensen zoals degenen met wie ik al die jaren<br />

ben omgegaan, werden daar gewoon uitgeschakeld. Het was de<br />

psychiater zelf die de gaskraan opendraaide. Onvoorstelbaar.<br />

Wel, dat is een geschiedenis die ik bij me draag. In <strong>het</strong> begin<br />

van mijn carrière stelde ik vast dat er ook in de naoorlogse<br />

psychiatrie nog veel leed was: platspuiten, elektroshocks,<br />

isoleercellen. Ik dacht: dit moet anders. Niet dat ik alles kan<br />

goedmaken wat de Duitsers hebben aangericht. Maar toch, dit<br />

is mijn Wiedergutmachung.’ n<br />

Uitbehandeld, maar niet opgegeven, Detlef Petry<br />

Uitgeverij Ambo<br />

Prijs: 19,95 euro<br />

ISBN-nummer: 9789026323348<br />

BOEK<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 17


18<br />

BIJEENKOmSt<br />

Vlaams overheidsperspectief op ambulante ggz<br />

voor kinderen en jongeren<br />

De Vlaamse overheid wil ernstige inspanningen<br />

leveren om <strong>het</strong> zorgaanbod voor kinderen en jongeren<br />

met geestelijke gezondheidsproblemen kwalitatief én<br />

kwantitatief te verbeteren. Hierbij is een krachtige<br />

rol weggelegd voor de centra voor geestelijke<br />

gezondheidszorg, aldus minister Jo Vandeurzen op<br />

de lentevergadering van de Vlaamse Vereniging voor<br />

Kinder- en Jeugdpsychiatrie.<br />

an swerts, wetenschapsjournalist<br />

OOp 29 april vond in <strong>het</strong> Leuvense Provinciehuis de lentevergadering<br />

van de Vlaamse Vereniging voor Kinder- en jeugdpsychiatrie<br />

(VVK) plaats, onder de titel: ‘Dokter heeft <strong>het</strong> nog zin?’ Het CGG<br />

op de sofa. De werkgroep CGG’s van de VVK belichtte hoe <strong>het</strong> er<br />

vandaag aan toegaat in de CGG-jeugdteams. Gastspreker prof. dr.<br />

Robert Vermeiren (Curium-LUMC, Leiden) sc<strong>het</strong>ste de situatie<br />

in <strong>Nederland</strong>. Om <strong>het</strong> perspectief van de Vlaamse overheid op<br />

de ambulante geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en<br />

jongeren te verduidelijken, was Jo Vandeurzen, Vlaams minister<br />

van welzijn, volksgezondheid en gezin, uitgenodigd. Omdat hij<br />

verhinderd was, vertolkte zijn raadgever geestelijke gezondheidszorg,<br />

Bart Van Hoof, zelf psycholoog en psychotherapeut, zijn<br />

boodschap. Hiervan presenteren we u een beknopte samenvatting.<br />

Vraag-aanbodkloof<br />

Vandeurzen erkende dat <strong>het</strong> huidige ambulante zorgaanbod<br />

ontoereikend is om alle vragen op te vangen én dat dit nefaste<br />

gevolgen heeft. Kinderen en jongeren met ernstige psychische<br />

problemen staan op ellenlange wachtlijsten, kunnen niet<br />

tijdig geholpen worden en komen in de residentiële hulp<br />

terecht. Voor vroegdetectie en -interventie is haast geen<br />

ruimte. Daarom wil de Vlaamse overheid in de komende jaren<br />

<strong>het</strong> zorgaanbod uitbreiden én de samenwerking tussen de<br />

ambulante en residentiële diensten versterken. Welke sporen<br />

ze hierbij wil volgen, werd door Vandeurzen toegelicht.<br />

Sporen voor verbetering<br />

De minst ingrijpende zorgvorm die doeltreffend is voor<br />

<strong>het</strong> kind of de jongere, verdient de voorkeur. Ambulante<br />

en mobiele outreachende zorgvormen zijn hierbij de regel,<br />

volgens Vandeurzen. Daarom wil hij <strong>het</strong> basisaanbod in<br />

de CGG-jeugdteams uitbreiden, evenwichtig gespreid over<br />

Vlaanderen. Hij pleit ook voor een inhoudelijke visieontwikkeling<br />

in de CGG’s, zodat ze zich in <strong>het</strong> hulpverleningslandschap<br />

een centralere rol kunnen toebedelen. CGG’s zijn door hun<br />

expertise bij uitstek geplaatst om outreachend te werken naar<br />

de bijzondere jeugdzorg, de centra voor leerlingenbegeleiding,<br />

de centra voor algemeen welzijnswerk, en andere organisaties<br />

met kinderen en jongeren als doelgroep. Samen met de<br />

CGG’s en de kinderpsychiatrische diensten wil Vandeurzen<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

toewerken naar een nieuw decreet voor integrale jeugdhulp.<br />

Met als prioriteit: de installatie van een integrale intersectorale<br />

toegangspoort voor een eenduidige, transparante diagnostiek,<br />

indicatiestelling en toewijzing.<br />

Dat er ook nood is aan crisisopvang voor kinderen en jongeren<br />

met acute geestelijke gezondheidsproblemen, wordt door <strong>het</strong><br />

federale kenniscentrum ondersteund. Het pleit ervoor om<br />

urgentiehulp niet uit te bouwen als een dienst of afdeling, maar<br />

als een functie. En dit in de vorm van een activiteit of dienstverlening<br />

waarbij verschillende types zorgverstrekkers samenwerken<br />

om de meest gepaste hulp te bieden. Om een forensisch<br />

zorgtraject voor jongeren met een psychiatrische problematiek<br />

te realiseren, moet <strong>het</strong> huidige samenwerkingsakkoord van<br />

psychiatrische zorg voor jongeren onder justitiële maatregel<br />

worden geëvalueerd en bijgesteld. Vandeurzen pleit hierbij<br />

vooral voor een sterke liaison tussen bijzondere jeugdzorg en<br />

psychiatrie. Dat zijn aandacht ook uitgaat naar kinderen en<br />

jongeren met een psychiatrische problematiek én handicap,<br />

illustreerde Vandeurzen met enkele acties uit 2010 en 2011.<br />

Op de conferentie eerstelijnszorg in december 2010<br />

formuleerde de Vlaamse regering al dat er ook nood is aan<br />

specifieke methodieken en zorgvormen om achtergestelde<br />

zorgbehoeftigen, zoals kansarmen, beter te bereiken.<br />

Het tekort aan (kinder)psychiaters in de sector wegwerken, is<br />

volgens Vandeurzen de verantwoordelijkheid van verschillende<br />

partners. De Vlaamse en federale minister van volksgezondheid<br />

moeten zich beraden over de basisfinanciering van psychiaters.<br />

Het correct inschatten van de prestaties van de psychiaters is<br />

een opdracht voor <strong>het</strong> RIZIV, en de minister van onderwijs<br />

moet een betere toeleiding naar <strong>het</strong> beroep verzorgen.<br />

De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen ten slotte<br />

heeft voorstellen klaar om de lacunes in <strong>het</strong> huidige geestelijke<br />

gezondheidszorgaanbod op te vangen. Vandeurzen lichtte een tip<br />

van de sluier: de Raad pleit voor een uitbreiding van de ambulante<br />

en crisishulpverlening, en de psychologische en psychosociale<br />

zorg in de pediatrische ziekenhuisdiensten. Daarnaast wenst ze<br />

de uitbouw van een liaisonteam in de algemene ziekenhuizen.<br />

Voorstellen die Vandeurzen ten volle steunt én waarbij hij erover<br />

wil waken dat de CGG’s een krachtige rol kunnen spelen.<br />

Werkveld: ‘Meer middelen!’<br />

De panelleden* en <strong>het</strong> publiek waren positief gestemd<br />

over deze intenties van de Vlaamse overheid, maar keken<br />

halsreikend uit naar de concrete kwantitatieve invulling. Want,<br />

zo onderstreepten ze, <strong>het</strong> tekort aan (financiële) middelen in de<br />

ambulante zorg voor kinderen en jongeren met een psychiatrische<br />

problematiek, maar vooral ook een tekort aan kinderpsychiaters<br />

in de CGG’s, is onthutsend groot. n<br />

*prof. dr. marina Danckaerts (UZ Leuven; K.U.Leuven), Peter Emmery<br />

(kinderpsychiater DAGG), Jan mampuys (directeur CGG Andante;<br />

voorzitter federatie van GGZ-diensten), mario De Prijcker (directeur CGG<br />

VAGGA; voorzitter stuurgroep CGG van Zorgnet Vlaanderen), prof. dr.<br />

Robert Vermeiren (Curium-LUmC, Leiden), moderator: prof. dr. Geert<br />

Dom (Broeders Alexianen Boechout; UA).


VVP-studiedag ‘eCT: 10 jaar terug in Vlaanderen’<br />

Eerherstel voor ECT<br />

Op 19 mei vond in <strong>het</strong> UPC-K.U.Leuven, Campus<br />

Kortenberg een studiedag over elektroconvulsietherapie<br />

(ECt) plaats. Een initiatief van de VVP-secties<br />

ECt, Ouderenpsychiatrie en Neurowetenschappen<br />

en Psychiatrie. ‘Niet de vraag waarom ECt wordt<br />

toegepast, maar waarom <strong>het</strong> niet (voldoende)<br />

wordt toegepast, intrigeert me’, zei de Canadese<br />

gastspreker, professor Edward Shorter.<br />

an swerts, wetenschapsjournalist<br />

VVandaag worden er jaarlijks zowat 150 patiënten méér met<br />

ECT behandeld dan 10 jaar geleden. Deze bescheiden toename<br />

was de aanleiding voor de VVP-studiedag ‘ECT: 10 jaar terug<br />

in Vlaanderen’. Edward Shorter kon hier als gastspreker niet<br />

ontbreken. Met de Britse psychiater professor David Healy<br />

bracht hij in 2007 een boek uit over de geschiedenis van ECT<br />

als behandeling voor psychiatrische ziekten. We brengen u een<br />

verslag van Shorters voordracht The Demonizing of ECT: the<br />

1960s and After.<br />

Hippiecultuur en Scientology<br />

Terwijl de elektroconvulsietherapie in de jaren vijftig nog als<br />

een normale psychiatrische behandeling werd aanzien, werd ze<br />

vanaf de jaren zestig steeds meer gedemoniseerd. Hoe kwam<br />

<strong>het</strong> zover? Shorter zoekt de verklaring vooral in <strong>het</strong> feit dat<br />

ECT er afschrikwekkend uitziet. De therapie spreekt snel tot<br />

de verbeelding en leent zich goed tot dramatisering. Daarnaast<br />

zijn er volgens Shorter nog tal van oorzakelijke factoren uit<br />

heel verschillende hoeken: ‘Ten eerste was er de tijdsgeest van<br />

de hippies. De idee dat elektrische stroom door de hersenen<br />

wordt gestuurd, vonden ze afschuwelijk. Ze zagen meer<br />

heil in psychotherapie. Er kwam ook meer georganiseerde<br />

tegenkanting, vanuit de Citizens Commission on Human Rights.<br />

Deze commissie, die door de Scientology-kerk in 1969 werd<br />

opgericht, begon systematisch campagne tegen ECT te voeren.<br />

Ze toonde <strong>het</strong> brede publiek afbeeldingen van patiënten met<br />

elektroden op <strong>het</strong> hoofd die vreselijke pijnen doorstonden.’<br />

antipsychiatrische beweging<br />

Door de opmars van de antipsychiatrische beweging vanaf de<br />

jaren zestig werd ECT steeds meer gestigmatiseerd. ‘De leden<br />

van deze beweging werden door <strong>het</strong> grote publiek aangezien<br />

als prominente intellectuelen’, zei Shorter. ‘De media vereerde<br />

FOtOGRAFIE: PASCAL SIENAERt<br />

BIJEENKOmSt<br />

Edward Shorter: ‘ECT werd vanaf de jaren zestig steeds meer gedemoniseerd, vooral doordat <strong>het</strong><br />

er afschrikwekkend uitziet.’<br />

hen als grote denkers. Elk land had zo zijn eigen antipsychiatriepleiters<br />

die declameerden dat ECT en kapitalisme hand in<br />

hand gaan. Zoals psychiater Franco Basaglia van de psychiatrische<br />

inrichting in Gorizia. Onder zijn invloed verdween ECT<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 19


20<br />

BIJEENKOmSt<br />

uit gans Italië, <strong>het</strong> land waar ECT nota bene ontdekt was. Tot<br />

op vandaag kun je er met moeite een ziekenhuis vinden waar<br />

men bereid is ECT toe te passen.’<br />

‘De antipsychiatrische beweging verdreef ECT steeds meer<br />

in <strong>het</strong> verdomhoekje’, vervolgde Shorter. ‘Terwijl mensen<br />

probleemloos over hun Prozac praatten, dacht niemand eraan<br />

om onder vrienden te vertellen dat men ECT had gehad. Dat<br />

was zoiets als toegeven dat je syfilis had opgelopen.’<br />

geneesmiddelenindustrie<br />

Ook de geneesmiddelenproducenten deden volgens Shorter<br />

een flinke duit in de zak bij de verdrukking van ECT. ‘In <strong>het</strong><br />

beste geval stelden ze ECT voor als een waardevolle aanvulling<br />

van een medicamenteuze therapie. In andere gevallen stelden<br />

ze ECT voor als een noodzakelijk kwaad, of ze gingen nog een<br />

stap verder en beschouwden ECT als overbodig.’<br />

One Flew Over the Cuckoo’s nest<br />

‘Natuurlijk was er ook nog de kaskraker One Flew Over the<br />

Cuckoo’s Nest in 1975’, zei Shorter. ‘Het grote publiek zag Jack<br />

Nicholson met veel brio de rol vertolken van een patiënt die<br />

tegen zijn wil ECT krijgt, als ‘gedragscorrectie’. Bovendien<br />

voerden de media in die tijd ook een heuse anticampagne<br />

tegen ECT. Zo werden bekende patiënten met geheugenverlies<br />

door ECT in de schijnwerpers gezet, zoals de Amerikaanse<br />

topeconome Marilyn Rice. Gruwelijke, onrealistische<br />

afbeeldingen van patiënten die ECT ondergingen werden de<br />

wereld ingestuurd. En protestacties tegen ECT kregen ruime<br />

persaandacht.’<br />

Heropleving<br />

Ondanks al deze tegenkanting uit verschillende hoeken is<br />

ECT als psychiatrische behandeling toch niet gesneuveld, ze is<br />

zelfs heropgeleefd. Hoe verklaart Shorter dat? ‘De antidepressiva<br />

bleken niet zo doeltreffend als verhoopt. Een kleine groep<br />

wetenschappers en clinici, onder wie Tom Bolwig, Beni Lerer<br />

en Max Fink, wierpen eind jaren zeventig alles in de strijd om<br />

ECT te redden. Officiële medische organisaties begonnen ECT<br />

te onderschrijven. Zo leidde Richard Weiner van de Universiteit<br />

van Duke in 1988 de American Psychiatric Association Task<br />

Force die ECT goedkeurde. Bovendien bekrachtigden nieuwe<br />

wetenschappelijke studies, onder meer van de Deense professor<br />

Per Bech, de doeltreffendheid van ECT. In 1992 kwam er dan<br />

<strong>het</strong> eerste Europese symposium over ECT, in Oostenrijk.<br />

Een duidelijk bewijs van de heropleving van ECT. Zoals ook<br />

EFFECT, <strong>het</strong> Europees Forum voor ECT, dat in 2006 in <strong>het</strong><br />

UPC-K.U.Leuven, Campus Kortenberg werd opgericht, op<br />

initiatief van Pascal Sienaert, King Kho en Björn Wahlund.’<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

‘Wat de toekomst voor ECT in petto heeft, kan ik alvast<br />

proberen in te schatten voor Noord-Amerika’ besloot Shorter.<br />

‘Wetenschappers en clinici hebben er hernieuwde aandacht<br />

voor reeds lang gekende ziektebeelden, zoals melancholie,<br />

catatonie en hebefrenie. Het lijkt er sterk op dat de medische<br />

wereld én patiënten ECT voor deze indicaties steeds meer<br />

aanvaarden.’<br />

eCT in de film<br />

Shorter haalde <strong>het</strong> al aan in zijn voordracht: One Flew Over<br />

the Cuckoo’s Nest had een verwoestend effect op <strong>het</strong> imago van<br />

ECT. Dat werd ook ondersteund door een andere spreker van<br />

de studiedag, psychiater Pascal Sienaert (UPC-K.U.Leuven,<br />

campus Kortenberg; voorzitter VVP-sectie ECT). ‘In onze<br />

contreien speelde in die tijd ook nog Kind van de zon in de<br />

zalen’, zei Sienaert. ‘Een film in opdracht van de Stichting<br />

Pandora. Die had nauwe banden met de antipsychiatrische<br />

beweging. Niet verwonderlijk dus dat ook in deze film ECT<br />

onrealistisch en afschrikwekkend in beeld werd gebracht.’<br />

Sienaert deed onderzoek naar ECT in de internationale film:<br />

‘Van de 52 films die naar ECT verwijzen of ECT tonen, doen<br />

slechts 5 vrij recente films dat conform de realiteit. Het mooiste<br />

positieve voorbeeld is volgens mij de film Helen uit 2008, <strong>het</strong><br />

meest afschuwelijke voorbeeld Requiem for a Dream uit 2000.’<br />

‘Helaas beïnvloeden negatieve filmfragmenten over ECT<br />

wel degelijk <strong>het</strong> idee van de kijker over deze therapie’, zei<br />

Sienaert. ‘Zélfs in <strong>het</strong> geval van geneeskundestudenten, zo<br />

blijkt uit onderzoek van professor Walker. Het percentage<br />

studenten dat ECT zou ontraden aan een familielid, was<br />

meer dan verdubbeld na <strong>het</strong> tonen van afschrikwekkende<br />

filmfragmenten.’<br />

Uit Sienaerts onderzoek bleek ook dat filmproducenten heel<br />

vaak toepassingen van ECT tonen die helemaal géén indicaties<br />

zijn. Zoals ECT om druggerelateerde problemen aan te<br />

pakken, homoseksuele verlangens uit te wissen, en vooral om<br />

ongewenst gedrag te corrigeren. n<br />

Edward Shorter (1941) behaalde zijn doctoraat in modern Social<br />

History aan de Harvard Universiteit en is professor aan de Universiteit<br />

van toronto in Canada. Zijn bekendste werken zijn A History of<br />

Psychiatry: from the Era of the Asylum to the Age of Prozac (1997) en<br />

Historical Dictionary of Psychiatry (2005). met Conrad Swartz schreef<br />

hij Psychotic Depression (2007) en met David Healy publiceerde hij<br />

Shock therapy: A History of Electroconvulsive treatment in mental<br />

Illness (2007). Zijn recentste boeken zijn Before Prozac: the troubled<br />

History of mood Disorders in Psychiatry (2009) en Endocrine<br />

Psychiatry: Solving the Riddle of melancholia (2010).


Stephan Claes interviewt edward Shorter<br />

de Psychiater vroeg aan psychiater prof. dr. Stephan Claes<br />

(UZ Leuven, K.U.Leuven) om de Canadese gastspreker prof. dr.<br />

edward Shorter in een persoonlijk gesprek enkele vragen voor<br />

te leggen.<br />

an swerts, wetenschapsjournalist<br />

Claes: ‘U bent erg kritisch over <strong>het</strong> depressie-concept zoals <strong>het</strong><br />

in de DSm-IV is opgenomen. Behoort een groot deel van <strong>het</strong><br />

klinische beeld dat we onder majeure depressie plaatsen dan niet<br />

tot een medische categorie volgens u?’<br />

Shorter: ‘Zo sterk wil ik <strong>het</strong> niet stellen. Al de patiënten met<br />

een depressie verkeren over <strong>het</strong> algemeen in nood en verdienen<br />

medische hulp. maar de term majeure depressie omvat zowel<br />

de melancholische als niet-melancholische depressie, terwijl<br />

volgens mij alleen de eerste een échte stemmingsstoornis is. De<br />

niet-melancholische depressie werd vroeger niet eens aangeduid<br />

met depressie. men sprak over een zenuwziekte, met symptomen<br />

zoals angst, vermoeidheid en obsessies op de voorgrond.’<br />

‘ECt heeft zijn verdienste als behandeling voor melancholische<br />

depressie bewezen, maar kan <strong>het</strong> ook nuttig zijn bij wat u zojuist<br />

omschreef als zenuwziekten?’<br />

‘Alleen als die met uitgesproken depressieve symptomen<br />

gepaard gaan, maar <strong>het</strong> effect is minder sterk dan bij een zuivere<br />

melancholische depressie. Daarom zal de patiënt de mogelijke<br />

nevenwerkingen van ECt, zoals geheugenstoornissen, er minder<br />

graag bijnemen. Sommigen raken er zelfs door geobsedeerd, wat<br />

uiteraard contratherapeutisch werkt.’<br />

‘In uw laatste boek Endocrine Psychiatry benadrukt u <strong>het</strong><br />

belang van endocriene abnormaliteiten bij depressie, zoals een<br />

hyperactieve HPA-as. treden deze abnormaliteiten ook op bij<br />

‘zenuwziekten’?’<br />

‘Nee. maar ze doen zich wel ook voor bij andere psychiatrische<br />

ziekten, zoals anorexia nervosa en dementie.’<br />

‘Zou een Dexamethason Suppressie test (DSt) of gecombineerde<br />

Dexamethason/Corticotropin Releasing Hormone test deel<br />

moeten uitmaken van <strong>het</strong> assessment van depressieve patiënten?’<br />

‘Niet noodzakelijk. Psychiaters hebben de DSt niet nodig om tot<br />

de diagnose van melancholische depressie te komen. De test is<br />

wél nuttig om te achterhalen of een patiënt, na een schijnbaar<br />

succesvolle behandeling, effectief geen zelfmoordneigingen meer<br />

heeft. Wat betreft de gecombineerde test: die heeft volgens mij<br />

geen toegevoegde waarde.’<br />

‘U staat heel kritisch tegenover psychoanalyse, maar gaat u<br />

ermee akkoord dat psychodynamische therapieën toch waardevol<br />

kunnen zijn?’<br />

‘Psychologische therapieën zijn altijd waardevol, of ze nu psychodynamisch<br />

zijn of niet. Waarin ik niet geloof, is de wetenschappelijke<br />

waarde van psychoanalyse.’<br />

BIJEENKOmSt<br />

‘De psychiatrie doorliep in de 19 e eeuw, met mensen als Griesinger<br />

en Alzheimer, een biologische fase. Nadien volgde een psychologische<br />

fase met de opkomst van de psychoanalyse. Vandaag<br />

bevinden we ons weer in een biologische fase. Denkt u dat in de<br />

toekomst de pendel weer de psychologische kant opgaat?’<br />

‘Dat is best mogelijk. De psychiatrie is een discipline die<br />

heel gevoelig is voor nieuwe theorieën, al dan niet met sterk<br />

wetenschappelijke fundamenten. Zo vond in de jaren zeventig<br />

de neurotransmittertheorie ingang. Vandaag weten we dat<br />

de werking van antidepressiva heel wat complexer is dan de<br />

dopamine- of serotonine-heropnameremming. toch heeft deze<br />

theorie de psychiatrie wel 20 jaar in de ban gehouden. Welke de<br />

opvolger van deze theorie is, is nog niet duidelijk, maar dát die er<br />

komt, is zeker.’<br />

‘Er gebeurt veel onderzoek naar de genetica van psychiatrische<br />

aandoeningen, maar verhoopte resultaten blijven grotendeels uit.<br />

Hoe verklaart u dat?’<br />

‘Psychiatrische aandoeningen, zoals majeure depressie of<br />

schizofrenie, zijn geen zuivere biologische ziekten. Het zijn<br />

ziekteconcepten, artefacten dus, die verschillende biologische<br />

ziekten met elk een eigen genetische achtergrond clusteren.<br />

Zoeken naar dé genetica van zo’n cluster, is dus onzin.’<br />

‘U bent sociaal geschiedkundige van opleiding. Vanwaar uw<br />

interesse voor de geschiedenis van de psychiatrie?’<br />

‘Bij <strong>het</strong> schrijven van mijn eerste werk, over de geschiedenis<br />

van de obstetrie en gynaecologie, raakte ik geïntrigeerd door de<br />

psychologische en psychiatrische problemen van de patiënten.<br />

Bovendien gooide de psychiatrie in die tijd de psychoanalyse<br />

overboord en ging ze de biologische kant op. Hierdoor werd ze<br />

voor mij een interessante discipline, waaraan ik, als geschiedkundige,<br />

daadwerkelijk een bijdrage kon leveren. Daarom maakte ik<br />

de shift naar de psychiatrie.’<br />

‘Jonge artsen verkiezen vandaag vaak heel technische specialismen<br />

boven de psychiatrie. Hoe zou u ze motiveren om tóch voor<br />

de psychiatrie te kiezen?’<br />

‘Als psychiater kun je voor patiënten écht <strong>het</strong> verschil maken en<br />

hun levenskwaliteit ingrijpend verhogen. Wellicht méér dan in<br />

gelijk welk ander specialisme, op de oncologie na.’<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011 21


22<br />

COLUmN<br />

Ik ga op vakantie en ik neem<br />

mee ... verveling<br />

Deze zomer neem ik vakantie in eigen<br />

land. Eigen tuin om precies te zijn. En<br />

daar heb ik zo mijn redenen voor. De<br />

meest aardse motivatie is dat ik net de<br />

rekening heb betaald voor mijn nieuw<br />

aangelegd terras. Als ik handiger was<br />

geweest van nature had ik toch niet zo<br />

lang moeten studeren om een goeie<br />

boterham te verdienen.<br />

Een bijkomende motivatie is dat ik geen<br />

zin heb dit jaar om de stress te voelen<br />

rond <strong>het</strong> plannen van vakantie, <strong>het</strong><br />

inpakken van koffers voor <strong>het</strong> hele gezin<br />

en <strong>het</strong> trotseren van een grote menigte<br />

andere vakantiegangers om ergens uit<br />

te komen waar ik eindelijk tot rust kan<br />

komen. Nee, ik ga me op <strong>het</strong> thuisfront<br />

bekwamen in de verveling. Ik wil na een<br />

jaar hard werken tijd hebben om iets of<br />

niets te doen, naar keuze.<br />

Ik weet niet hoe <strong>het</strong> voor u is, maar ik heb<br />

tijd tekort. Al altijd gehad. Sinds <strong>het</strong> vijfde<br />

leerjaar om precies te zijn, toen ik me<br />

plots realiseerde dat er zoiets was als een<br />

week en een weekend. Daarvoor dacht ik<br />

in dagen. Later ben ik ook in maanden<br />

en jaren gaan denken, wat de tijd naar<br />

mijn gevoel alleen nog sneller doet gaan.<br />

Mijn jongste gaat na de zomervakantie<br />

op haar beurt naar <strong>het</strong> vijfde leerjaar. Ze<br />

coloFon<br />

De Psychiater is een onafhankelijk tijdschrift,<br />

waarin opgenomen nieuws en mededelingen van de<br />

Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie en de Vlaamse<br />

Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie.<br />

De Psychiater verschijnt 4 maal per jaar in een<br />

oplage van 1.000 exemplaren.<br />

redactie<br />

Benecke<br />

Chantal Foeken, eindredactie<br />

Arena Boulevard 61-75, 1101 DL Amsterdam<br />

Telefoon: 0031 20 715 06 14<br />

Fax: 0031 20 691 84 46<br />

E-mail: chantal.foeken@benecke.nl<br />

hoofdredacteur en voorzitter redactieraad<br />

Pascal Sienaert, UPC K.U.Leuven,<br />

campus Kortenberg<br />

redactieraad<br />

Sofie Crommen (voorzitter VVK) | François-Laurent<br />

De Winter (voorzitter VVAP) | Peter Joostens<br />

Bie Tremmery | Dirk Vandenabbeele<br />

Elke Van Roie | Sanneke Wilson<br />

uitgever<br />

Benecke<br />

Wijnand van Dijk<br />

DEPSYCHIATER 3 • 2011<br />

gaf me enkele weken terug een papieren<br />

klok, zelf geknutseld in karton. Met<br />

onbeweeglijke wijzers (ja, ze zal ook lang<br />

moeten studeren omdat ze niet handig is<br />

van nature). Toen ik haar vroeg waaraan<br />

ik dat mooie cadeau te danken had, zei<br />

ze me dat ik haar klok kon gebruiken als<br />

die van mij te snel ging. Zodat ik mijn tijd<br />

kon nemen voor de dingen in plaats van<br />

druk, druk, druk te zijn.<br />

Op <strong>het</strong> werk ziet <strong>het</strong> er al niet veel beter<br />

uit. Iemand vertelde me recent aan de<br />

telefoon dat ze door twee psychiaters<br />

was doorverwezen naar een psycholoog,<br />

vanwege tijdsgebrek. Ik werd de derde<br />

in rij. Diezelfde psychologen nemen<br />

dan de psychotherapie op zich, maar<br />

hebben geen tijd meer voor psychodiagnostiek.<br />

We hebben managers nodig die<br />

ons leren om datgene wat minder dan<br />

twee minuten vraagt, onmiddellijk uit te<br />

voeren. Organisatie moet efficiënt zijn<br />

om binnen de tijd alles rond te krijgen.<br />

Ik betrap mezelf erop (en mijn patiënten<br />

evenzeer) dat ik met een oog op de<br />

klok consultaties doe op de afdeling.<br />

We hebben ons zo georganiseerd dat<br />

mindfulness een soort antidotum is<br />

geworden voor <strong>het</strong> drukke leven, wat<br />

dan door onze beroepsgroep op de<br />

verenigingssecretariaat<br />

Secretariaat VVP<br />

Leuvensesteenweg 517, 3070 Kortenberg<br />

Telefoon: 02 758 08 14<br />

E-mail: info@vvp-online.be<br />

Website: www.vvp-online.be<br />

Secretariaat VVK<br />

Lindendreef 1, 2020 Antwerpen<br />

Telefoon: 03 280 49 34<br />

E-mail: info@vvk.be<br />

Website: www.vvk.be<br />

medewerkers aan dit nummer<br />

Jorn Hövels | Marten Dooper | Eline Delrue<br />

An Swerts | Filip van Brabander<br />

vormgeving en opmaak<br />

Novente vormgevers, Barneveld<br />

foto omslag<br />

Pascal Sienaert<br />

productie<br />

ÈPOSPRESS, Zwolle<br />

abonnementen<br />

Leden van de VVP, VVK en VVAP krijgen<br />

De Psychiater kosteloos toegezonden.<br />

Andere geïnteresseerde professionals kunnen zich via<br />

de uitgever abonneren à € 40,- per jaar.<br />

FOtOGRAFIE: ARCHIEF ANNBERENS<br />

ann<br />

berens<br />

markt wordt gebracht om de ziekte<br />

tijdsgebrek te behandelen.<br />

Ik verlang naar een nieuw inzicht. Op<br />

mijn elfde leerde ik <strong>het</strong> begrip tijd kennen.<br />

De laatste jaren slaag ik er moeilijk in<br />

om me er op een goede manier tot te<br />

verhouden. Nu kom ik op de leeftijd dat<br />

ik wat meer wil leven zonder me bewust<br />

te zijn van tijd. En liefst zonder er eerst<br />

dement voor te moeten worden.<br />

Ik ga dus op mijn terras zitten, zonder<br />

een boek over mindfulness en zonder<br />

horloge. Ik ga me een paar weken laten<br />

leiden door de stand van de zon en de<br />

maan. Meer moet mijn leven (eventjes)<br />

niet zijn. Hoewel, misschien toch maar<br />

hopen dat de zon schijnt ... n<br />

adreswijziging<br />

VVP-, VVK- en VVAP-leden kunnen<br />

een adres wijziging sturen<br />

naar <strong>het</strong> verenigingssecretariaat.<br />

advertenties<br />

<strong>Cross</strong> Advertising<br />

Westerkade 2, 3116 GJ Schiedam<br />

Telefoon: 0031 10 742 10 23<br />

E-mail: gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />

© BENECKE 2011<br />

Dit tijdschrift is gedrukt op ecologisch verantwoord papier.<br />

De uitspraken van auteurs en geïnter viewden in artikelen<br />

in deze uitgave weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs <strong>het</strong><br />

stand punt van de redactie en de uitgever. Ook zijn uitgever<br />

en redactie niet verantwoordelijk voor de inhoud van<br />

andere uitingen, zoals cartoons, columns en advertenties.<br />

De redactie heeft geprobeerd alle rechthebbenden op teksten<br />

en beeld te achterhalen. In gevallen dat dit niet gelukt is,<br />

vragen wij u contact op te nemen met de eindredacteur,<br />

via chantal.foeken@benecke.nl.


Nu in de boekhandel<br />

Geheel vernieuwde editie<br />

ISBN 9789073637702<br />

Prijs € 69,00<br />

‘Onmisbaar<br />

voor elke<br />

behandelaar<br />

in de ggz ’

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!