02.09.2013 Views

SCHOOLPLAN 2011-2015 - Asko

SCHOOLPLAN 2011-2015 - Asko

SCHOOLPLAN 2011-2015 - Asko

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>SCHOOLPLAN</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

ST. AUGUSTINUS<br />

te LANDSMEER<br />

Oktober 2010


Samenstelling en redactie<br />

Adèle Poelmans, directeur<br />

Henk Arbon, adviseur


Inhoud<br />

Voorwoord 6<br />

Hoofdstuk 1 Inleiding 7<br />

Pagina<br />

1.1 Inleiding 7<br />

1.2 Doelen van het plan 7<br />

1.3 Functies van het schoolplan 7<br />

1.4 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan 8<br />

1.5 Verwijzingen 8<br />

1.6 Bronnen 8<br />

1.7 Status van het plan 9<br />

1.8 Evaluatie van het plan 9<br />

1.9 Leeswijzer 9<br />

Hoofdstuk 2 Basisschool St. Augustinus 10<br />

2.1 Inleiding 10<br />

2.2 Ligging van de school, de wijk en de omgeving 10<br />

2.3 Het schoolgebouw 10<br />

2.4 Schoolpopulatie 11<br />

2.5 De naam van de school 13<br />

2.6 Identiteit 14<br />

2.7 Missie van ASKO 14<br />

2.8 Missie van basisschool St. Augustinus 15<br />

2.9 Onderwijskundig profiel van de school 15<br />

Hoofdstuk 3 Onderwijskundige vormgeving 16<br />

3.1 Onderwijsvisie 16<br />

3.2 Leerstofaanbod 18<br />

3.2.1 Overzicht leermiddelen en toetsen 18<br />

3.2.2 Afspraken methodegebruik 19<br />

3.2.3 Actief Burgerschap 19<br />

3.2.4 Overige aanbod 20<br />

3.3 Werkwijze 24<br />

3.3.1 Zelfstandig werken/klassenmanagement 24<br />

3.3.2 Huiswerk 24<br />

3.4 Leerstofplanning 24<br />

3.5 Inhoudelijke prioriteiten 26<br />

3.6 Contact maatschappelijke instanties 26<br />

3.7 Zorgstructuur 27<br />

3


3.8 Beleidsvoornemens 29<br />

Hoofdstuk 4 Planning onderwijskundig beleid 30<br />

4.1 Inleiding 30<br />

4.2 Evaluatie Schoolplan 2007-<strong>2011</strong> 30<br />

4.3 Verslag Periodiek Kwaliteits Onderzoek (PKO) 32<br />

4.4 Onderwijsresultaten 32<br />

4.4.1 Overzicht uitkomsten LVS 32<br />

4.4.2 Uitstroomcijfers groep 8 36<br />

4.4.3 Overige relevante gegevens 37<br />

4.5 Externe ontwikkelingen 38<br />

4.6 Actiepunten 39<br />

4.7 Planning onderwijskundig beleid <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 40<br />

4.8 Uitwerking in het Jaarplan 51<br />

Hoofdstuk 5 Personeelsbeleid 52<br />

5.1 Inleiding 52<br />

5.2 De wet BIO 52<br />

5.2.1 Gesprekkencyclus 53<br />

5.2.1 Bekwaamheidsdossier 54<br />

5.2.3 LA-LB functiemix 54<br />

5.2.4 Begeleiding startende leerkrachten 55<br />

5.2.5 ID-banen 55<br />

5.2.6 Formatie 56<br />

5.2.7 Mobiliteit 57<br />

5.2.8 Levensfasebewust personeelsbeleid (LFBP) 57<br />

5.2.9 Opleiden in de school (OPLIS) 57<br />

5.1.10 Loopbaanbegeleiding 57<br />

5.2.11 Kweekvijver 58<br />

5.2.12 Arbeidsomstandighedenbeleid (ARBO) 58<br />

Hoofdstuk 6 Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg 64<br />

6.1 Inleiding 64<br />

6.2 Uitgangspunten 65<br />

6.3 Aspecten van kwaliteitszorg 66<br />

6.4 Meerjarenplanning veranderingsonderwerpen 68<br />

6.5 Overleg en besluitvorming 69<br />

4


Hoofdstuk 7 Verantwoording en regelingen 70<br />

7.1 Inleiding 70<br />

7.2 Klachtenregeling 70<br />

7.3 Noodprocedure 70<br />

7.4 Managementstatuut 71<br />

7.5 Werving en selectie 71<br />

7.6 Regels voor toelating van leerlingen 71<br />

7.7 Schorsing en verwijdering 72<br />

7.8 Vermissing 72<br />

Hoofdstuk 8 Afsluiting 73<br />

Bijlage 1 Overzicht van leermiddelen en toetsen 74<br />

Bijlage 2 Functiemix 79<br />

Bijlage 3 Lijst met afkortingen 81<br />

Bijlage 4 Instemming Medezeggenschapsraad 83<br />

Bijlage 5 Instemming Bevoegd Gezag 84<br />

5


Voorwoord<br />

In dit schoolplan is het strategisch beleid van basisschool St. Augustinus voor de periode <strong>2011</strong><br />

– <strong>2015</strong> verwoord.<br />

Strategisch beleid is gericht op het bepalen van de positie die de school wil innemen in haar<br />

omgeving.<br />

Uitgangspunt bij de uitwerking van het beleid op elk gebied is de visie van de ASKO en de<br />

school en de betekenis daarvan voor het betreffende beleidsgebied.<br />

Alle strategische keuzes passen binnen de visie van de ASKO en de school en dragen daardoor<br />

bij aan de verwezenlijking van de missie: datgene waarvoor de ASKO en de school in het bijzonder<br />

staan. (zie elders in dit plan)<br />

De school legt verantwoording af over de behaalde resultaten aan de betrokkenen bij de<br />

school. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe betrokkenen<br />

(de stakeholders).<br />

Interne stakeholders zijn het bestuur, het bovenschools management, de medewerkers, de<br />

GMR, collega-scholen en de leerlingen en hun ouders.<br />

De externe stakeholders zijn de inspectie van het onderwijs (als (formele) vertegenwoordiger<br />

van de maatschappij) en de overige maatschappelijke instanties in de directe omgeving.<br />

De school verantwoordt zich door middel van managementrapportages aan het bestuur, het<br />

bestuurskantoor, de GMR en collega-scholen. De leerlingen en ouders worden via de schoolgids<br />

geïnformeerd over het onderwijs en de gerealiseerde kwaliteit.<br />

Daarnaast worden de ouders, leerlingen en medewerkers uitgebreid geïnformeerd over de<br />

uitkomsten van de tevredenheidsmetingen die één keer per 4 jaar onder deze groepen worden<br />

gehouden.<br />

De inspectie wordt geïnformeerd via dit schoolplan en de documenten waarnaar in dit plan<br />

wordt verwezen.<br />

Adèle Poelmans, directeur<br />

Juli <strong>2011</strong><br />

6


Hoofdstuk 1 Inleiding<br />

1.1 Inleiding<br />

Het schoolplan is een belangrijk beleidsdocument.<br />

In dit plan wordt de manier waarop basisschool St. Augustinus het onderwijs vorm en<br />

inhoud geeft beschreven.<br />

Het schoolplan geeft inzicht in gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten voor onderwijskundig,<br />

personeels- en kwaliteitsbeleid.<br />

Het is daardoor vooral een ‘werkdocument’: een handleiding voor de ontwikkeling van<br />

de school in de komende jaren.<br />

Jaarlijks wordt het plan geëvalueerd en bijgesteld. Daarnaast wordt met dit schoolplan<br />

verantwoording afgelegd aan bestuur, de Inspectie en de ouders over het beleid met<br />

betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs.<br />

Basisschool St. Augustinus is één van de 33 scholen van de Amsterdamse Stichtingen<br />

voor Katholiek Onderwijs (ASKO).<br />

Een schoolplan wordt eens in de vier jaar vastgesteld. Het bestuur van de ASKO heeft<br />

voor alle scholen de planperiode vastgesteld op <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

Het schoolplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het team, de MR en het bestuur.<br />

Daarna wordt het toegestuurd aan de Inspectie.<br />

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de doelen, functie en status van het schoolplan.<br />

Tevens wordt hier beschreven de wijze waarop het plan is vastgesteld, de verwijzingen<br />

en bronnen en de manier van evalueren van dit plan.<br />

Het schoolplan voor de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is opgesteld in overeenstemming met het<br />

format voor het schoolplan van de ASKO<br />

1.2 Doelen van het plan<br />

Bestuur, directie, team en de medezeggenschapsraad van basisschool St. Augustinus<br />

stellen hiermee voor de periode 1 augustus <strong>2011</strong> tot 1 augustus <strong>2015</strong> het algemeen strategische<br />

beleid, het onderwijskundige beleid, het personeelsbeleid, het financiële beleid,<br />

het materiële beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteitszorg vast.<br />

Het schoolplan maakt van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel.<br />

Het in dit plan vastgestelde beleid is de basis voor een planmatige en systematische<br />

ontwikkeling van de school.<br />

Hiermee wordt tevens voldaan aan de wettelijke verplichting dat de school moet beschikken<br />

over een schoolplan.<br />

1.3 Functies van het schoolplan<br />

Dit schoolplan heeft de volgende functies:<br />

o Uitgangspunt voor de planning per schooljaar.<br />

o Verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid.<br />

o Basis voor de schoolgids.<br />

o Zicht geven op meerjarenplanning <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

o Koppeling van schoolbeleid en bestuursbeleid.<br />

7


o Basis voor de managementrapportages.<br />

1.4 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan<br />

Met het schoolplan <strong>2011</strong>–<strong>2015</strong> wil basisschool St. Augustinus laten zien op welke manier<br />

zij onderwijs wil geven en de kinderen de komende vier jaar wil voorbereiden op de<br />

maatschappij waarin zij terecht komen.<br />

Dit schoolplan is door het team en de directie samen ontwikkeld en is een schoolspecifieke<br />

vertaling van het strategisch beleidsplan van de Amsterdamse Stichtingen voor<br />

Katholiek Onderwijs (ASKO).<br />

Voor de vertaling naar schoolniveau is allereerst gekeken naar aanvullingen van het<br />

stichtingskader voor wat betreft de schoolspecifieke situatie (kenmerken van de school,<br />

omgevingsfactoren, missie en visie). Daarna is per beleidsonderdeel gekeken naar wat<br />

er nodig is om de schoolvisie te verwezenlijken.<br />

Dit schoolplan is tot stand gekomen door middel van de volgende procedure:<br />

o Aanleveren van concepten door de directie en externe ondersteuner. De concepten<br />

waren mede gebaseerd op (team)ontwikkelingen binnen de school gedurende de<br />

laatste periode.<br />

o Meningsvorming door het team in teamvergaderingen.<br />

o Delen van het schoolplan zijn voorgelegd aan de specialisten in het team (IB’er,<br />

ICT’er), zodat zij inhoudelijke bijdragen konden leveren.<br />

o Het plan is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad.<br />

o Het uiteindelijke concept is ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur.<br />

1.5 Verwijzingen<br />

In dit schoolplan wordt verwezen naar:<br />

o De schoolgids.<br />

o Het zorgplan.<br />

o Het format voor het schoolplan van de ASKO.<br />

o Het strategisch beleidsplan van de ASKO.<br />

o Beleidsplan Identiteit.<br />

o Beleidsplan Techniek in de basisschool.<br />

o Beleidsplan Natuur.<br />

o Beleidsplan Cultuureducatie.<br />

o Beleidsplan ICT.<br />

1.6 Bronnen<br />

Bij de totstandkoming van dit schoolplan is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:<br />

o Het Schoolplan 2007-<strong>2011</strong>.<br />

o De opbrengsten van de evaluatie van dit schoolplan.<br />

o Het Zorgplan.<br />

o Schoolplan Identiteit.<br />

8


o Schoolplan Techniek in de basisschool.<br />

o Schoolplan Natuur.<br />

o Beleidsplan Cultuureducatie.<br />

o Beleidsplan ICT.<br />

o Het strategisch beleidsplan van de ASKO.<br />

o Door de ASKO aangeleverde tekstvoorstellen.<br />

1.7 Status van het plan<br />

Dit schoolplan is op voorstel van directie en team vastgesteld door het bestuur. (zie bijlage<br />

5)<br />

De medezeggenschapsraad heeft er mee ingestemd. (zie bijlage 4)<br />

1.8 Evaluatie van het plan<br />

De daarvoor in aanmerking genomen onderdelen worden jaarlijks geëvalueerd door de<br />

betrokken geledingen en/of het team.<br />

De conclusies worden verwerkt door de directie en besproken met het team. De uitkomsten<br />

hiervan worden verwerkt in de planning voor het volgende schooljaar.<br />

De conclusies en resultaten worden besproken met de regiomanager.<br />

1.9 Leeswijzer<br />

Het schoolplan is opgebouwd uit hoofdstukken. Aan het eind van elk hoofdstuk volgt<br />

een paragraaf met beleidsvoornemens. Hierin worden de grote lijnen en de geplande<br />

ontwikkelingen van de school duidelijk uiteengezet.<br />

In hoofdstuk 1 wordt uiteengezet hoe de school getypeerd kan worden en wat de leerlingenpopulatie<br />

is.<br />

Hoofdstuk 2 beschrijft de kenmerken van de school en haar omgeving.<br />

De vormgeving en planning van het onderwijskundig beleid beschrijven we in respectievelijk<br />

hoofdstuk 3 en 4.<br />

In hoofdstuk 5 staat het personeelsbeleid centraal en de kwaliteitszorg beschrijven we<br />

in hoofdstuk 6.<br />

Hoofdstuk 7 gaat over de verantwoording en regelingen.<br />

9


Hoofdstuk 2 Basisschool St. Augustinus<br />

2.1 Inleiding<br />

Het logo van basisschool St. Augustinus heeft iets weg van een engel, een boodschapper<br />

tussen hemel en aarde. Maar ook van een kind, een kind met een open houding en een<br />

glimlach.<br />

Ook kun je er een libelle in zien. Misschien komt zij net uit het water. Een libelle leeft<br />

namelijk de eerste maanden onder water. Als zij groot genoeg is, gaat zij aan land. Dan<br />

slaat ze haar transparante vleugels open om ze te laten drogen door de zon.<br />

Deze libelle staat al stevig op haar benen en zal aan land veranderen in en zich ontwikkelen<br />

tot een zelfstandige, goed ontwikkelde en verantwoordelijke jonge libelle. Net<br />

als de kinderen van basisschool St. Augustinus.<br />

Een libelle is het symbool voor transformatie en verandering. Zij brengt een boodschap<br />

van wijsheid.<br />

De kinderen op basisschool St. Augustinus maken vele veranderingen en ontwikkelingen<br />

door in hun eerst acht schooljaren. Daarna slaan zij hun vleugels uit op weg naar zelfstandigheid.<br />

2.2 Ligging van de school, de wijk en de omgeving<br />

De leerlingen van basisschool St. Augustinus wonen voornamelijk in Landsmeer. Een<br />

kleine groep leerlingen komt uit de omringende gemeentes.<br />

Landsmeer is een dorp en gemeente in de regio Waterland en ligt aan de noordgrens<br />

van Amsterdam. Landsmeer grenst aan het unieke eeuwenoude natuurgebied: het<br />

Ilperveld. Het Ilperveld is een waterrijk veenweidegebied met een prachtige, zeldzame<br />

flora en fauna.<br />

Landsmeer heeft een bloeiende middenstand en een aantal industriële bedrijven.<br />

Basisschool St. Augustinus is een kleine school met 7 klassen. Het is een school met een<br />

warme uitstraling waar leerkrachten, ouders en kinderen nauw met elkaar samenwerken.<br />

De school ligt aan de Gouwe 21. Het natuurgebied Ilperveld grenst aan het speelterrein<br />

van de school, werkelijk een ‘Gouwe Plek’ die heel veel inspirerende mogelijkheden<br />

biedt. De natuur is voor de school dan ook een inspiratiebron.<br />

De school trekt uit de directe omgeving ouders aan die bewust voor basisschool St. Augustinus<br />

kiezen. In beperkte mate trekt de school kinderen uit Amsterdam-Noord en<br />

Den Ilp, ook zij-instromers.<br />

De nieuw gebouwde school van fraaie architectuur en met goede voorzieningen, het natuuronderwijs<br />

en aspecten van ‘Natuurlijk’ Leren, de grote aandacht voor het sociaalemotionele<br />

onder de noemer ‘De Vreedzame School’, bevorderen de aantrekkingskracht.<br />

Ook de grote aandacht voor Cultuureducatie levert daaraan een bijdrage.<br />

Het schoolteam is bijzonder gemotiveerd om de school herkenbaar en goed zichtbaar te<br />

maken in de wijk.<br />

2.3 Het schoolgebouw<br />

De school staat in een omgeving die hoge eisen stelt aan:<br />

10


o de (extra) zorg voor kinderen;<br />

o het pedagogische klimaat;<br />

o de samenwerking met andere instanties binnen de wijk en<br />

o de didactische benadering.<br />

Bij de bouw van de nieuwe school in 2006 is rekening gehouden met een mogelijk uitbreiding<br />

van één groep c.q. één lokaal.<br />

Met ingang van 2009 heeft de school te maken met een groei in kleuterbouw. De prognoses<br />

geven aan dat de groei in de groepen 1 en 2 zich zal voortzetten.<br />

Gezien de kleine groepen in de bovenbouw, heeft de school nog geen recht op een<br />

permanent lokaal.<br />

Daar de school als kleine school kwetsbaar is en het autonome bestaansrecht in geding<br />

kan komen, is het besluit genomen om door te groeien naar maximaal acht groepen.<br />

Momenteel wordt gewacht op een permanent lokaal.<br />

Omdat er nog geen zicht is op welke termijn deze lokalen geplaatst gaan worden, is intern<br />

een oplossing gecreëerd om de groei van het aantal kleuters te kunnen waarborgen.<br />

Twee kleuterlokalen en het speellokaal zullen worden ingezet voor verschillende functies.<br />

Het speellokaal wordt gebruikt voor gym-, theater-, dans- en muzieklessen. Eén<br />

klaslokaal wordt ingezet als atelier. In het andere klaslokaal wordt gewerkt met ontwikkelingsmaterialen.<br />

De onduidelijke situatie met betrekking tot de te verwachtte bouw geeft onzekerheid<br />

onder de ouders en teamleden. Bovendien vraagt het ook veel tijd voor overlegsituaties<br />

met verschillende instanties, teamleden en ouders.<br />

Momenteel vindt de NSO plaats in de hallen en twee lokalen. Dit heeft tot gevolg dat<br />

de leerkrachten na schooltijd direct hun lokalen moeten verlaten. Tevens veroorzaakt<br />

het spel in de hallen voor geluidsoverlast in de overige ruimtes van het gebouw.<br />

Het team en de ouders van de kinderen van de NSO vinden de situatie van de opvang<br />

niet ideaal.<br />

Het schoolgebouw ligt in een woonwijk met smalle straten.<br />

Door de regelmatige werkzaamheden aan de openbare wegen in de wijk is de bereikbaarheid<br />

van school in het geding. De aangelegde parkeergelegenheden bieden niet<br />

voldoende parkeerplaatsen voor de school.<br />

Bij slecht weer brengen veel ouders hun kinderen met de auto naar school. Auto’s<br />

worden slecht geparkeerd. Voor de kinderen ontstaat er zo een onveilige verkeerssituatie<br />

rondom het schoolgebouw.<br />

Vanuit de school worden de ouders voortdurend op deze situatie gewezen. De politie<br />

bestudeert in samenwerking met de Ouderraad, MR en directie de situatie ter plaatse<br />

om na te gaan wat er verbeterd kan worden.<br />

2.4 Schoolpopulatie<br />

Basisschool St. Augustinus groeit:<br />

Leerlingenaantal<br />

1 oktober 2007 118<br />

1 oktober 2008 121<br />

1 oktober 2009 136<br />

1 oktober 2010 159<br />

11


In de volgende schema’s wordt een overzicht gegeven van de samenstelling van de<br />

leerling-populatie per 1 oktober 2010.<br />

Leerlingen per geboortejaar<br />

Geboortejaar Aantal jongens Aantal meisjes<br />

2006 25 15<br />

2005 10 13<br />

2004 10 11<br />

2003 7 5<br />

2002 5 11<br />

2001 7 9<br />

2000 3 8<br />

1999 8 9<br />

1998 2 1<br />

Leerlingen per categorie<br />

Gewicht Aantal leerlingen<br />

Gewicht nieuw Geen 152<br />

Gewicht nieuw 0.30 6<br />

Gewicht nieuw 1,20 1<br />

Leerlingen naar land van herkomst<br />

Etnische groep Aantal leerlingen<br />

Aruba 1<br />

Marokko<br />

Portugal<br />

Spanje<br />

Suriname 1<br />

Turkije<br />

Voormalig Joegoslavië<br />

Diverse niet-Engelstalig landen 5<br />

Daarnaast bezoeken nog diverse autochtone kinderen met een niet-Nederlandse culturele<br />

achtergrond de school.<br />

12


Leerlingen per geloofsovertuiging<br />

Geloofsovertuiging Aantal leerlingen<br />

Moslim 1<br />

Katholiek 9<br />

Christelijk (verschillende stromingen) 5<br />

Hindoeïsme<br />

Grieks Russisch orthodox<br />

Koptisch orthodox<br />

Boeddhisme<br />

Geen 144<br />

Woongemeente waar de leerlingen wonen<br />

Woongemeente Aantal leerlingen<br />

Amsterdam 23<br />

Landsmeer 128<br />

Den Ilp 7<br />

Purmerend 1<br />

De samenstelling van het schoolteam is als volgt:<br />

Geslacht Aantal<br />

Mannen 2<br />

Vrouwen 11<br />

Leeftijd FTE Aantal<br />

0 t/m 24 jaar 1.0 1<br />

25 t/m 34 jaar 1.5763 2<br />

35 t/m 44 jaar<br />

45 t/m 54 jaar 5.2624 7<br />

55 t/m 59 jaar 2. 2<br />

60+ 1<br />

Afkomst Aantal<br />

Nederlands 13<br />

Surinaams/Nederlandse Antillen<br />

Marokkaans<br />

2.5 De naam van de school<br />

De school heeft haar naam ontleend aan de heilige Augustinus.<br />

Sint Augustinus was een ruimhartig man die zich bekommerde om het welzijn van de<br />

mensen die aan hem toevertrouwd waren.<br />

Een bekende uitspraak van St. Augustinus is: ‘Goed zingen is dubbel bidden’. Hiermee<br />

doelde St. Augustinus op het zingen vanuit je hart.<br />

13


2.6 Identiteit<br />

Basisschool St. Augustinus is een katholieke basisschool in Landsmeer met een open karakter.<br />

Alle kinderen zijn welkom met hun diversiteit aan religie, cultuur, geaardheid<br />

en sociaal-economische status.<br />

De katholieke identiteit komt tot uiting op verschillende gebieden.<br />

Elk schooljaar wordt samen met de kinderen een aantal christelijke feesten gevierd:<br />

Kerst, Driekoningen, Pasen en St. Maarten. Daarbij wordt stil gestaan bij het samenzijn<br />

en de christelijke achtergronden van de feesten.<br />

Voorts creëert de school vanuit haar katholieke identiteit een veilige leeromgeving<br />

voor haar leerlingen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, goed ontwikkelde<br />

en verantwoordelijke jonge mensen. Verantwoordelijk voor zichzelf, de ander en<br />

de omgeving. De essentiële voorwaarden voor een veilige leeromgeving zijn daarbij<br />

respectvol met elkaar omgaan en solidariteit.<br />

Op basisschool St. Augustinus wordt niet met een vaste godsdienstmethode gewerkt.<br />

Wel legt het programma ‘De Vreedzame School’ een veilige en geborgen basis om het<br />

levensbeschouwelijke gesprek in de klas aan te gaan. Dit gesprek vindt onder andere<br />

plaats in terugkerende interreligieuze thema’s, waarin meerdere religies uit onze multireligieuze<br />

samenleving centraal staan.<br />

Daarnaast benadert de school de schoolbrede thema’s ook vanuit een levensbeschouwelijk<br />

aspect.<br />

Aan het eind van de acht jaar op de school zijn de leerlingen daardoor in gesprek gekomen<br />

over hun eigen levensbeschouwing en over die van anderen.<br />

De identiteitsbegeleider op school begeleidt en ondersteunt de werkgroep ‘Identiteit<br />

en Levensbeschouwing’ bij de invulling van de feesten, het interreligieuze thema en de<br />

aansluiting van levensbeschouwelijke vorming bij de schoolbrede thema’s.<br />

2.7 Missie van de ASKO<br />

De ASKO heeft haar visie op diverse terreinen beschreven.<br />

De visie op identiteit staat hieronder weergegeven, de overige onderdelen staan in de<br />

paragrafen over de desbetreffende beleidsterreinen weergegeven.<br />

De missie van de ASKO, waarbinnen de missie en visie van basisschool St. Augustinus<br />

past, is als volgt verwoord:<br />

‘De ASKO wil vanuit de joods-christelijke identiteit, normen en waarden een essentiële<br />

bijdrage leveren aan optimale ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen.<br />

De ASKO hecht aan de overdracht van de christelijke traditie in een eigentijdse vorm.<br />

Respect voor een ieders opvatting, naastenliefde en solidariteit met kansarmen zijn<br />

waarden die nagestreefd worden.<br />

Dit realiseert de ASKO door leerlingen op en om de scholen een veilige leeromgeving te<br />

bieden, waarin leerlingen met hun eigen unieke talenten centraal staan.<br />

De ASKO wil leerlingen vaardigheden en kennis bijbrengen die hen in staat stellen volwaardig<br />

deel te nemen en bij te dragen aan de moderne samenleving.<br />

14


2.8 Missie van basisschool St. Augustinus<br />

‘Natuurlijk’ leren op basisschool St. Augustinus<br />

‘Natuurlijk’ leren betekent voor de school het volgende:<br />

‘Natuurlijk’ leren is een knipoog naar het onderwijskundige concept ‘natuurlijk<br />

leren’ en betekent voor de school vooral vanuit nieuwsgierigheid van kinderen ontdekkend<br />

leren en leren omgaan met onderzoeksvragen.<br />

Binnen het cultuureducatie onderwijs op school wordt een uitdagende leeromgeving<br />

gecreëerd. Vanuit het werken met thema’s worden en blijven leerlingen gemotiveerd<br />

en uitgedaagd.<br />

‘Natuurlijk’ leren is ook: de natuur binnen halen en er op uit trekken.<br />

‘Natuurlijk’ is voor de school een leergemeenschap, waarin vreedzaam met elkaar<br />

wordt omgegaan. Met het programma ‘Vreedzame School’ wordt op een bewuster<br />

niveau aan een veilige leeromgeving gewerkt.<br />

Ouders en de omgeving worden natuurlijk betrokken bij het onderwijs.<br />

Vanuit de identiteit van de school wordt invulling gegeven aan de natuurlijke cyclus<br />

van katholieke feesten en wordt aangesloten bij interreligieuze thema’s.<br />

Natuurlijk is kennisverwerving essentieel; het streven is om ieders potentieel naar<br />

boven te halen.<br />

2.9 Onderwijskundig profiel van de school<br />

Ten tijde van het samenstellen van dit schoolplan telde de school 7 groepen:<br />

o 1-2 A : 27 leerlingen.<br />

o 1-2 B : 27 leerlingen.<br />

o 1 C : 18 leerlingen.<br />

o 3-4 : 30 leerlingen.<br />

o 4-5 : 26 leerlingen.<br />

o 6-7 : 27 leerlingen.<br />

o 8 : 21 leerlingen.<br />

Het betreft twee homogene en vijf heterogene groepen<br />

Differentiatie vindt plaats op grond van aantallen leerlingen en aanwezige zorgleerlingen.<br />

Ieder jaar wordt met het team opnieuw de groepsindeling bekeken en vervolgens<br />

geformeerd. Bij het formeren van de groepen streven we naar een optimale samenstelling,<br />

zodat de leerlingen zoveel mogelijk kansen krijgen om hun potentieel<br />

naar boven te halen.<br />

Op de zorgstructuur van de school wordt in de zorgparagraaf van dit document uitvoerig<br />

ingegaan.<br />

Voor wat betreft het profiel van de school kan worden gesteld, dat op basisschool St.<br />

Augustinus kennisverwerving essentieel is, maar uit dit schoolplan blijkt dat de school<br />

daarnaast aan heel veel andere gebieden een groot belang hecht.<br />

15


Hoofdstuk 3 Onderwijskundige vormgeving<br />

3.1 Onderwijsvisie<br />

De visie van de school laat zich beschrijven binnen vier dimensies:<br />

A Levensbeschouwelijke dimensie<br />

Basisschool St. Augustinus is een katholieke basisschool. Alle kinderen zijn welkom<br />

met hun diversiteit aan religie, cultuur, geaardheid en status.<br />

De school heeft haar naam ontleent aan de heilige Augustinus. Sint Augustinus was<br />

een ruimhartig man, die zich bekommerde om het welzijn van de mensen.<br />

De school creëert vanuit haar katholieke identiteit een veilige leeromgeving voor<br />

haar leerlingen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, goed ontwikkelde<br />

en verantwoordelijke jonge mensen. Verantwoordelijk voor zichzelf, de ander<br />

en de omgeving.<br />

De essentiële voorwaarden voor een veilige leeromgeving zijn respectvol met elkaar<br />

omgaan en solidariteit. Persoonlijkheidsvorming en morele vorming zijn van<br />

groot belang.<br />

Op basisschool St. Augustinus wordt niet met een vaste godsdienstmethode gewerkt.<br />

Wel legt het programma van ‘De Vreedzame School’ een veilige en geborgen<br />

basis om het levensbeschouwelijke gesprek in de klas aan te gaan.<br />

De school besteedt daarnaast aandacht aan de katholieke feestdagen met zijn rituelen<br />

en tradities.<br />

B Onderwijskundige dimensie<br />

Naast het beschikken over (basis)kennis en vaardigheden is het belangrijk dat kinderen<br />

leren hoe en waar zij informatie kunnen vinden, dat zij deze kunnen beoordelen<br />

en weten toe te passen.<br />

De school werkt methodegericht waar het moet en thematisch waar het kan.<br />

Bij methodegericht leren wordt gewerkt vanuit een systematisch onderwijs- en<br />

leer programma met heldere leerdoelen en een systematische ordening van de<br />

leerstof.<br />

Bij het thematisch leren wordt meer ingespeeld op de ontwikkeling en op de actuele<br />

wensen en behoeftes van de leerling, vaak in de vorm van spelend leren en/of<br />

onderzoek.<br />

Er is gekozen voor het leerstofjaarklassensysteem met een duidelijke, doorgaande<br />

lijn. Daarbinnen wordt rekening gehouden met individuele verschillen: de school<br />

biedt onderwijs en extra zorg op maat (zie ook het zorgplan).<br />

De leerlingen worden zorgvuldig in hun ontwikkeling gevolgd en het onderwijsaanbod<br />

sluit daar zoveel mogelijk bij aan door – waar nodig – een aangepaste leerweg<br />

en/of extra zorg aan te bieden.<br />

Leren heeft meer kans op succes als de leerling in staat is zichzelf aan te sturen<br />

en zelf zijn werk te plannen, te corrigeren en er op te reflecteren. Hiertoe krijgen<br />

de leerlingen een gerichte opbouw van het leren zelfstandig werken en een goede<br />

begeleiding. De school stimuleert daarom de zelfstandigheid, de zelfverantwoordelijkheid<br />

en het nemen van initiatieven. Er worden daarbij verschillende werk-<br />

en groeperingsvormen toegepast.<br />

16


Naast de meer cognitieve vakken (zoals rekenen, taal, lezen, e.d.) geeft de school<br />

veel aandacht aan sociale vaardigheden, cultuureducatie en lichamelijke opvoeding.<br />

Individuele kwaliteiten van de leerkrachten worden benut: enkele leerkrachten<br />

ontwikkelen zich tot specialist in een of meer vakgebieden.<br />

De school wil dat de leerlingen kennis hebben van Word, PowerPoint en Internet.<br />

De leerlingen raken bekend met de gevaren van internet, met name als het gaat<br />

om privacyvraagstukken. De leerlingen moeten zich houden aan de afspraken en<br />

regels binnen en van de school met betrekking tot veilig computergebruik.<br />

Basisschool St. Augustinus werkt met educatieve software voor de cognitieve vakken<br />

en met software die gerelateerd is aan de speerpunten van de school, zoals de<br />

Vreedzame School en het natuur- en cultuuronderwijs.<br />

Met het gecombineerde leerlingvolg- en leerling-administratiesysteem Parnassys<br />

worden de leerkrachten gestimuleerd nauwer betrokken te zijn bij dossiervorming<br />

van de leerling en meer zicht te krijgen op de gegevens.<br />

Onder het 'continuüm van zorg' verstaat de school het realiseren van passende<br />

zorgmaatregelen door de leerkracht in de groep en door de school als geheel. De<br />

verschillen in onderwijsbehoeften van de kinderen hangen samen met de verschillen<br />

in capaciteiten, sociaal-emotionele ontwikkeling, lichamelijke mogelijkheden<br />

en sociaal-culturele achtergrond. Elke leerling krijgt binnen het continuüm van<br />

zorg de aandacht en begeleiding die hij/zij behoeft. De school streeft er op deze<br />

manier naar dat alle kinderen tijdige en adequate zorg op maat krijgen, zodat ze<br />

een zo optimaal mogelijk ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.<br />

Het continuüm van zorg is het hart van het zorgsysteem, het is de concretisering<br />

van de integrale leerlingenzorg in de school. Het wordt door middel van het dagelijks<br />

handelen van de leerkracht en de school gerealiseerd op de volgende zes inhoudelijke<br />

gebieden:<br />

o Het jonge kind.<br />

o Sociaal-emotionele ontwikkeling.<br />

o Technisch lezen.<br />

o Begrijpend lezen.<br />

o Spelling.<br />

o Rekenen/wiskunde.<br />

Het schoolbeleid richt zich zowel op het preventief als op het curatief werken in<br />

directe samenhang met deze inhoudelijke gebieden.<br />

Voor een verdere uitwerking van het zorgsysteem wordt hier kortheidshalve verwezen<br />

naar het zorgplan.<br />

C Pedagogische dimensie<br />

Leerlingen krijgen de kans om zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te ontwikkelen.<br />

Het pedagogisch klimaat is ondersteunend en uitdagend, biedt veiligheid,<br />

rust en structuur. Respect hebben voor elkaar wordt erg belangrijk gevonden.<br />

Binnen deze sfeer is het onderwijs erop gericht dat talenten van leerlingen worden<br />

herkend en erkend.<br />

17


Basisschool St. Augustinus is een ‘Vreedzame school’: een oefenplaats voor democratisch<br />

burgerschap. De kern van een veilig en prettig klimaat in de school is de<br />

gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen.<br />

Conflicten worden niet uit de weg gegaan, maar direct aangepakt. Een conflict is<br />

een belangenbotsing, die in principe zonder geweld kan worden opgelost. De<br />

school gaat daarbij op zoek naar de win-win-situatie. Betrokken partijen zijn<br />

daarvoor gezamenlijk verantwoordelijk. Als er een conflict is, wordt dat met behulp<br />

van een stappenplan aangepakt, onder andere door middel van ‘peermediation’.<br />

(mediation door leerlingen)<br />

Leerlingen uit groep 7 en 8, die gecertificeerd zijn als mediator, begeleiden andere<br />

leerlingen naar een oplossing. Zijn de leerlingen er met z’n allen uitgekomen,<br />

dan krijgt dit aandacht en worden de successen gevierd.<br />

In de Vreedzame School geldt: je gaat pas naar huis als het conflict is aangepakt.<br />

Iedereen mag fouten maken, als je er maar van leert.<br />

In wekelijkse lessen krijgen alle leerlingen handvatten, die vooral gericht zijn op<br />

bewustwording en gedragsverandering, aangereikt.<br />

D Maatschappelijke dimensie<br />

Het uiteindelijke doel van opvoeding en onderwijs is emancipatie: het uitgroeien<br />

tot een harmonieuze en stabiele persoonlijkheid met het vermogen om zelfstandig<br />

te functioneren in een multiculturele maatschappij. Op school leren de kinderen<br />

zoveel mogelijk zelfstandig te functioneren.<br />

Zelfstandigheid houdt echter ook een sociale verantwoordelijkheid in: naast het<br />

besef invloed te kunnen uitoefenen op het eigen bestaan óók inzien dat je medeverantwoordelijk<br />

bent voor het leven van anderen.<br />

De school geeft aandacht aan een goed evenwicht tussen intellectuele en sociale<br />

vaardigheden.<br />

Ouders/verzorgers worden zoveel mogelijk betrokken bij de activiteiten van de<br />

school zoals schoolfeesten, ouderraadactiviteiten, ondersteunende activiteiten in<br />

de groepen, excursies en ‘Vreedzame School’.<br />

Door de kleinschaligheid van de school en het nauwe contact met de ouders is er<br />

een optimale dialoog tussen deze geledingen.<br />

Naast het professionele contact wordt informatie verstrekt door middel van het informatiebord,<br />

fotobord, tweewekelijks schoolnieuws, website en artikelen in<br />

regionale kranten.<br />

3.2 Leerstofaanbod<br />

In deze paragraaf wordt ingegaan op het leerstofaanbod, de leermiddelen en toetsen<br />

en het gebruik van de methodes.<br />

Ook het onderwerp ‘actief burgerschap’ en het overige aanbod worden hier besproken.<br />

3.2.1 Overzicht leermiddelen en toetsen<br />

Het uitgebreide overzicht van leermiddelen en/of toetsen is vanwege de leesbaarheid<br />

van dit document opgenomen in de bijlagen bij dit schoolplan.<br />

Het betreft de volgende vak- en vormingsgebieden:<br />

18


o Nederlandse Taal/Lezen.<br />

o Rekenen en Wiskunde.<br />

o Engelse Taal.<br />

o Sociaal-emotionele ontwikkeling.<br />

o Wereldoriëntatie.<br />

o Tekenen en Handvaardigheid.<br />

o Schrijven.<br />

o Muziek, spel en beweging.<br />

o Lichamelijke ontwikkeling.<br />

Sommige van de genoemde gebieden zijn inhoudelijk gezien geïntegreerd in cultuureducatie.<br />

3.2.2 Afspraken methodegebruik<br />

Alle methoden worden volgens de handleiding gebruikt. Bij klassenconsultaties door directeur<br />

en interne begeleider krijgt dit aspect ook aandacht. Niet beschreven zaken<br />

worden binnen het team afgestemd in de team- en werkvergaderingen.<br />

3.2.3 Actief Burgerschap<br />

Sinds 1 februari 2006 zijn scholen wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief<br />

burgerschap en sociale integratie. Burgerschapsvorming is geen apart vak, maar komt<br />

in meerdere leergebieden aan de orde. Op basisschool St. Augustinus wordt er als volgt<br />

vorm aan gegeven.<br />

De Vreedzame School: een oefenplaats voor democratisch burgerschap<br />

Op basisschool St. Augustinus wordt gewerkt met het programma ‘De Vreedzame<br />

School’ dat vooral gericht is op bewustwording van het eigen gedrag in relatie tot de<br />

omgeving.<br />

Het centrale thema van ‘De Vreedzame School’ is het oplossen van conflicten op een<br />

vreedzame en constructieve manier, niet met geweld.<br />

De doelstelling van het programma is echter breder: de school ontwikkelt zich tot een<br />

democratische gemeenschap, waarin alle leden (leerlingen, leerkrachten en ouders)<br />

een stem hebben, zich gehoord en gezien voelen, zich positief gedragen tegenover elkaar,<br />

zelfstandig zijn, en zich verantwoordelijk voelen voor het geheel.<br />

Democratie moet je leren; de school stimuleert actief burgerschap en sociale integratie.<br />

Hierdoor ontstaat een beter leer- en werkklimaat.<br />

Onderwijsprogramma<br />

In alle groepen wordt wekelijks een Vreedzame School-les gegeven. Er komen verschillende<br />

thema's aan bod zoals elkaar beter leren kennen, kijken vanuit verschillende gezichtspunten,<br />

goed en slecht luisteren, respecteren van verschillen, samen verantwoordelijk<br />

zijn en samen afspraken maken. De school maakt gebruik van eenduidige<br />

termen zoals opstekers, afbrekers, parafraseren (vanaf groep 6) en win-win situaties.<br />

Mediatortraining<br />

De Vreedzame School heeft als belangrijke pijler het positief omgaan met conflicten.<br />

Regelmatig is een derde partij nodig die kan helpen het conflict op te lossen. Kinderen<br />

uit groep 7 en 8 worden in september gevraagd per brief te solliciteren naar functie<br />

19


van mediator binnen de school. Zij krijgen eerst een training, waarin ze leren bemiddelen<br />

bij conflicten aan de hand van een stappenplan.<br />

De training kent een voortraject.<br />

In een persoonlijk gesprek lichten de sollicitanten hun schriftelijke motivatie<br />

toe. Voordat de kinderen toegelaten worden tot de training wordt met hen ook het<br />

contract besproken waarin criteria vermeld staan waaraan de kinderen moeten voldoen:<br />

alle cursusdagen aanwezig zijn en voorbeeldgedrag in de school vertonen.<br />

Na een positief verloop van het gesprek wordt het contract ondertekend.<br />

De cursisten van de mediatortraining leren in een korte tijd veel over zichzelf en de<br />

ander. Zij leren juiste activerende vragen te stellen, gevoelens te uiten, hoe met conflicten<br />

om te gaan en beter te leren luisteren naar de ander.<br />

Om de terminologie en de afspraken van de Vreedzame School eigen te kunnen maken,<br />

gaan de kinderen ook thuis aan de slag met de theorie.<br />

In november is het examen.<br />

De dag van de diploma-uitreiking is een feest dat door de kinderen zelf georganiseerd<br />

wordt en waarbij ouders van de gediplomeerden aanwezig zijn.<br />

Vanaf dat moment zullen de mediatoren, bij toerbeurt en op verzoek, in tweetallen<br />

andere kinderen ondersteunen met bemiddeling in conflicten.<br />

Kinderen, van wie tijdens de training en het examen duidelijk is geworden dat zij een<br />

aantal vaardigheden nog niet voldoende beheersen, kunnen assistent-mediator worden.<br />

3.2.4 Overige aanbod<br />

Op een aantal hierboven nog niet genoemde gebieden beschikt de school over aparte<br />

beleidsplannen.<br />

Hieronder wordt een korte typering van de plannen gegeven. Voor meer gespecificeerde<br />

informatie en uitwerking wordt verwezen naar de bedoelde beleidsplannen. (deze<br />

plannen zijn op te vragen bij de directie van de school)<br />

o ICT<br />

Kindniveau<br />

Digitale media leveren een belangrijke bijdrage aan het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden<br />

bij kinderen, het vergaren van kennis en aan de wijze van presentatie<br />

van de resultaten.<br />

De school traint de leerlingen daartoe in het gebruik van de verschillende digitale<br />

media, zoals Word en PowerPoint, internetgebruik en het digibord. De school zet in<br />

op uitbreiding van digitale media binnen het thematisch onderwijs, bijvoorbeeld de<br />

digitale microscoop in natuurprojecten.<br />

Het gebruik van internet, gericht op zoektechnieken, krijgt specifieke aandacht<br />

met behulp van daarvoor in aanmerking komende websites (bijvoorbeeld<br />

http://www.8-12.info)<br />

Het gebruik van digitale media confronteert de leerlingen heel praktisch met<br />

vraagstukken rond ‘mediawijsheid’: de kinderen krijgen hier concrete lessen.<br />

Dit alles vormt mede de basis voor de keuze van de door de school in te zetten<br />

software.<br />

Qua visie is de school erop gericht de leerlingen zich niet zozeer te laten ontwikkelen<br />

tot ‘mediaconsument’, maar ze te leren meer zélf te creëren vanuit een duidelijke<br />

onderzoeksvraag.<br />

ICT dient nadrukkelijk een geïntegreerd onderdeel van het onderwijs te zijn.<br />

20


Leerkrachtniveau<br />

Leerkrachten krijgen begeleiding bij het systematisch en doelmatig gebruik van digitale<br />

media en software.<br />

De school streeft naar het inzetten van meer educatieve software die gerelateerd<br />

is aan de speerpunten van de school. Kennis en vaardigheid daarbij verschilt van<br />

leerkracht tot leerkracht, maar er is duidelijk sprake van een positieve grondhouding.<br />

In de komende jaren wordt gericht aandacht besteed aan scholing en training<br />

van de teamleden.<br />

Er is ook voortdurend aandacht voor uitbreiding van de reeds opgedane (basis)vaardigheden<br />

met betrekking tot het digibord, bijvoorbeeld ten aanzien van<br />

nieuwe mogelijkheden.<br />

De school werkt met het leerlingvolgsysteem ‘Parnassys’. Parnassys speelt een belangrijke<br />

rol bij de invoering van het opbrengstgericht werken: het biedt de leerkrachten<br />

de mogelijkheid belangrijke informatie over kinderen bij te houden en<br />

meer in te spelen op de individuele behoeften van kinderen.<br />

Er bestaan duidelijke afspraken over het invoeren van de resultaten van de methodegebonden<br />

en niet-methodegebonden toetsen in Parnassys, waardoor een digitaal<br />

rapport mogelijk is.<br />

Ook de informatieoverdracht naar andere leerkrachten is op deze manier eenvoudig.<br />

Parnassys draagt zo in belangrijke mate bij aan een adequate leerlingenzorg.<br />

ICT-coördinator<br />

Bij alle ontwikkelingen speelt de ICT-coördinator een belangrijke rol in de sfeer<br />

van stimulator, kennisoverdracht en ondersteuning. De ICT-coördinator ondersteunt<br />

de leerkrachten bij materiële problemen, problemen met het netwerk en/of software<br />

en heeft verder vooral een coachende taak.<br />

In het meerjarenbeleidsplan wordt een overzicht gegeven van de ICT-doelen voor<br />

de komende schoolplanperiode. (zie 4.8)<br />

o Techniek<br />

Het techniekonderwijs besteedt aandacht aan techniekcompetenties en techniekinhouden.<br />

Technisch handelen wordt gekenmerkt door de volgende competenties:<br />

Ontwerpen of herontwerpen.<br />

Maken.<br />

Gebruiken.<br />

Evalueren en analyseren. (waarbij aandacht voor vormgeving, functionaliteit,<br />

materiaal, veiligheid, duurzaamheid, prijs/kwaliteit)<br />

Hierbij kan worden gestart vanuit een idee of vanuit een product. De producten die<br />

de kinderen maken of analyseren zijn onder te verdelen in constructies, transport,<br />

productie en communicatie.<br />

o Natuur<br />

Ook hier beschikt de school over een apart ‘Deelschoolwerkplan Natuur’. Het natuuronderwijs<br />

is gebaseerd op de eerder beschreven principes van ‘natuurlijk’ leren:<br />

het creëren van inspirerend en uitdagend onderwijs in relatie tot de directe<br />

omgeving van de school.<br />

21


Het inzetten van experts, inspelen op de natuurlijke nieuwsgierigheid bij kinderen,<br />

spel (onderbouw) en onderzoek (midden- en bovenbouw) en de klas als leergemeenschap<br />

zijn belangrijke principes bij dit onderwijs.<br />

Het basisuitgangspunt bij het natuuronderwijs is, dat de kerndoelen de minimumeis<br />

verwoorden van wat aan de leerlingen wordt aangeboden.<br />

In de organisatie van het natuuronderwijs wordt gebruik gemaakt van thema’s, het<br />

gedurende vier keer per jaar (verspreid over de seizoenen) werkzaam zijn op de<br />

‘Gouwe Plek’ 1 , actief zijn in de schooltuin, bezoeken van het nabijgelegen Ilperveld<br />

en het volgens een vaste planning behandelen van leerstof op dit gebied.<br />

Bij dit laatste wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Leefwereld’ ‘Nieuws uit de<br />

Natuur’ en van de schooltelevisie.<br />

In het genoemde beleidsdocument zijn het bovenstaande en de relevante kerndoelen<br />

verder uitgewerkt.<br />

o Cultuureducatie<br />

Ook op dit punt beschikt de school over een apart beleidsplan, waarin de visie en<br />

de gewenste situatie en de weg daar naar toe worden beschreven. Cultuureducatie<br />

wordt als een rode draad een plaats en functie gegeven binnen het onderwijsprogramma.<br />

Er wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met de ontwikkeling van kinderen<br />

op zintuiglijk, creatief en motorisch niveau.<br />

Het schooljaar wordt in vijf periodes verdeeld. Hierin krijgen de jaarlijks aan te<br />

passen thema’s een plek. Ouders zijn op de hoogte van de inhouden en worden zo<br />

bij het cultuuronderwijs betrokken. Met een aantal culturele instanties wordt getracht<br />

een samenwerkingsverband op te zetten.<br />

Het beleidsplan bevat een overzicht van de beginsituatie en de gewenste situatie,<br />

waaronder het gewenste eindprofiel van de schoolverlaters op dit gebied.<br />

Cultuureducatie heeft een sterke relatie met de visie van basisschool St. Augustinus.<br />

Die relatie is eveneens in het beleidsplan uitgewerkt.<br />

Voorafgaand aan elk schooljaar worden de thema’s gepland. Per thema wordt zo<br />

nodig door leerkrachten voorstudie gedaan en worden de leer- en hulpmiddelen<br />

bijeengebracht.<br />

Het beleidsplan wordt afgesloten met een activiteitenplan en een begroting.<br />

Naast deze planmatige activiteiten vinden ook nog diverse activiteiten plaats met een<br />

meer incidenteel karakter:<br />

o In het naastgelegen Ilperveld wordt in samenwerking met het Bezoekerscentrum<br />

‘Landschap Noord-Holland’ natuur- en erfgoededucatie aangeboden.<br />

o De schoolwedstrijden van verschillende sporten worden gehouden op het sportpark.<br />

In de sporthal ICL worden de gymlessen gegeven.<br />

o Jaarlijks krijgen de schoolverlaters op de zogenaamde ‘club-promotiedag’ de gelegenheid<br />

om kennis te maken met tal van sporten. Deze dag wordt georganiseerd<br />

door de plaatselijke sportverenigingen.<br />

o De school maakt gebruik van expertise en middelen van de bibliotheek.<br />

o Met betrekking tot cultuureducatie brengt de school passende bezoeken aan verschillende<br />

bedrijven. Kwaliteiten van ouders worden ingezet bij de thema’s en de<br />

cultuureducatie.<br />

1 De ‘Gouwe Plek’ is een nabij de school gelegen stuk grond, ca. 1 ha groot, door de school geadopteerd van de gemeente,<br />

waarop vele activiteiten plaats vinden: weer tot leven brengen van de aanwezige flora en fauna, natuuronderzoek, kunstprojecten,<br />

muziek, e.d. Ook is het een goede plek om met de leerlingen over zaken, die de leerlingen bezig houden, na te denken.<br />

De school wordt op de ‘Gouwe Plek’ ondersteund door het ‘Landschap Noord-Holland’.<br />

22


o In samenwerking met het Clusius College, afdeling Groen, te Purmerend wordt in<br />

de komende periode met behulp van stagiaires een project voor de leerlingen vorm<br />

gegeven rond de schooltuinen.<br />

o Met de vier andere basisscholen in Landsmeer zijn momenteel uitwisselingen met<br />

betrekking tot naschoolse activiteiten in het kader van Brede Schoolontwikkeling.<br />

o Door middel van het Netwerk 19+ onderhoudt de school contacten met externe instanties<br />

zoals politie, zorginstellingen en de leerplichtambtenaar.<br />

o De ouders van de leerlingen kunnen tevens gebruik maken van de diensten van het<br />

maatschappelijk werk in het Dienstencentrum.<br />

o Tot op heden vindt de buitenschoolse opvang van de Stichting Compagnie plaatst in<br />

het schoolgebouw van basisschool St. Augustinus.<br />

De komende periode zal bekeken worden of dit voor de toekomst gehandhaafd kan<br />

blijven.<br />

Aanbod voor ouders en voor de tussen- en naschoolse opvang<br />

o Training Vreedzame School<br />

Oudertrainingen worden gegeven om ouders te betrekken bij en te informeren over<br />

de invulling die de school geeft aan de Vreedzame School. Daar de Vreedzame<br />

School verder reikt dan het klaslokaal of het plein alleen, heeft de gemeente<br />

Landsmeer deze training de afgelopen jaren grotendeels voor de ouders bekostigd.<br />

Doelen van de oudertraining zijn:<br />

Het bekend raken met de principes van de Vreedzame School.<br />

Begrijpen waarom de sociaal emotionele ontwikkeling zo belangrijk is en hoe<br />

deze past op basisschool St. Augustinus.<br />

Begrip en draagvlak creëren voor de wijze waarop conflicten op de school worden<br />

opgelost.<br />

Antwoord krijgen op vragen over de Vreedzame School.<br />

Effectief kunnen communiceren met kinderen.<br />

Nadenken over corrigeren van gedrag en conflicthantering.<br />

Het verschil verkleinen tussen school- en thuiscultuur waardoor de opvoeding<br />

en het onderwijs nog beter op elkaar aansluiten.<br />

Tot nu toe hebben twee groepen, ieder van twaalf personen, aan deze training<br />

deelgenomen.<br />

Training voor de tussen- en naschoolse opvang (TSO&NSO)<br />

Om de doorgaande lijn met betrekking tot het pedagogisch klimaat ook op de TSO<br />

& NSO te waarborgen, krijgen de coördinatoren, leidsters en vrijwilligers een training<br />

Vreedzame School aangeboden.<br />

Doel van de training:<br />

Begrip en draagvlak voor de wijze waarop conflicten op de school worden opgelost.<br />

Antwoord krijgen op vragen over de aanpak van conflicten.<br />

Duidelijkheid verkrijgen over de gekozen aanpak voor een positief pedagogisch<br />

klimaat tijdens de opvang.<br />

23


3.3 Werkwijze<br />

Regels en afspraken, grenzen stellen.<br />

Kennis vergroten rond corrigeren van gedrag.<br />

De school werkt met het leerstofjaarklassensysteem en hieraan is het werken met<br />

thema’s toegevoegd. Er wordt gewerkt in combinatieklassen.<br />

3.3.1 Zelfstandig werken/klassenmanagement<br />

Met goed klassenmanagement worden de leertijd en onderwijstijd geoptimaliseerd en<br />

wordt een solide basis gelegd voor het zelfstandig werken.<br />

In de groepen wordt veel aandacht besteed aan het klassenmanagement. Hiertoe hebben<br />

alle leerkrachten scholing in het GIP-model gehad. Na de klassikale instructies,<br />

soms achtereenvolgens aan twee groepen (combinatieklassen), wordt waar nodig extra<br />

instructie gegeven aan individuele kinderen en/of groepjes aan de zogenaamde instructietafel.<br />

De interne begeleider hanteert een kijkwijzer bij het klassenbezoek om na te gaan of<br />

alle aspecten voldoende aan bod komen.<br />

3.3.2 Huiswerk<br />

Vanaf groep 1 kan het voorkomen dat leerlingen individueel of groepsgewijs gevraagd<br />

worden om vaardigheden zoals het automatiseren bij rekenen, thuis te oefenen.<br />

Ouders worden hierover altijd vooraf geïnformeerd.<br />

In de groepen 7 en 8 wordt huiswerk meegegeven aan alle kinderen. Het betreft vaak<br />

oefenwerk, zoals topografie, persoonsvormen en aspecten van rekenen en spelling. De<br />

resultaten worden door de betrokken leerkrachten gecontroleerd.<br />

3.4 Leerstofplanning<br />

De leerkrachten maken zelf jaarlijks een weekrooster en leerstofplanning aan de hand<br />

van evaluaties en met behulp van een urentabel. Onderstaande urentabel is bedoeld<br />

als voorbeeld en betreft de urentabel 2010-<strong>2011</strong>.<br />

24


Lesurenverdeling per week 2010-<strong>2011</strong>/groep 1 tot en met 8<br />

Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep<br />

1/2 3 4 5 6 7 8<br />

Lesuren per week<br />

Lesaanbod groep 1/2<br />

24 24 24 26 26 26 26<br />

Thematijd:<br />

4<br />

o Grote/kleine kring,<br />

taal en woordenschat<br />

Speelwerktijd:<br />

7<br />

o Taalvorming<br />

o Rekenen en wiskunde<br />

o Ordenen<br />

o Begripsvorming<br />

o Rollenspel<br />

Bewegingsonderwijs 2<br />

Buiten spelen 4<br />

Creatieve vakken:<br />

3<br />

o Muziek<br />

o Dans<br />

o Drama<br />

o Beeldend<br />

Vreedzame School 1<br />

Natuuronderwijs 1<br />

Eten en drinken 2<br />

TOTAAL 24<br />

Lesaanbod groep 3 t/m 8<br />

Thematijd 2 2- 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5<br />

Speelwerktijd:<br />

0 - 1<br />

o Bouwhoek<br />

o Rollenspel<br />

o Zandtafel<br />

o Watertafel<br />

o Etc.<br />

Taalactiviteiten:<br />

4 4 -3,5 4 4 4,5 4,5<br />

o Grote/ kleine kring<br />

o Mondelinge taal<br />

(kringgesprek, spreekbeurt,<br />

presentaties)<br />

o Teksten schrijven<br />

o Spelling<br />

o Grammatica<br />

o Engels<br />

Lezen:<br />

4 4-3,5 4 4 4 4<br />

o Begrijpend lezen<br />

o Technisch lezen<br />

Schrijven 2 1,5-2 1,5 1,5 1 1<br />

Rekenen 4 4-3,5 5 5 5 5<br />

25


Bewegingsonderwijs 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5<br />

Pauze (waaronder eten en<br />

drinken)<br />

2 2 2 2 2 2<br />

Wereldoriëntatie:<br />

1 1,5 2 2 2 2<br />

o Geschiedenis<br />

o Aardrijkskunde<br />

o Verkeer<br />

o Gezond gedrag<br />

Creatieve vakken:<br />

1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5<br />

o Tekenen<br />

o Handvaardigheid<br />

o Textiele werkvormen<br />

o Muziek<br />

o Dans<br />

o Drama<br />

Vreedzame School 1 1 1 1 1 1<br />

Natuuronderwijs/techniek 1 1 1 1 1 1<br />

TOTAAL 24 24 26 26 26 26<br />

N.B.<br />

Cursieve onderwerpen zijn op te nemen in thematijd, waardoor er meer tijd ontstaat voor het werken aan<br />

het thema.<br />

3.5 Inhoudelijke prioriteiten<br />

Binnen basisschool St. Augustinus zijn de volgende prioriteiten gesteld:<br />

o Cultuureducatie, vooral binnen de thema’s.<br />

o Natuur.<br />

o De Vreedzame School.<br />

Techniek wordt zo mogelijk gekoppeld aan Natuur.<br />

3.6 Contact maatschappelijke instanties<br />

De school vindt samenwerking met organisaties in de buurt belangrijk om onder meer<br />

de betrokkenheid van kinderen bij hun omgeving en de maatschappij te vergroten. Basisschool<br />

St. Augustinus werkt samen met onder andere:<br />

o Buurtnetwerk: Netwerk 19+. (o.a. participatie door Bureau Jeugdzorg, leerplichtambtenaar,<br />

jongerenwerker Landsmeer)<br />

o Naschoolse opvang: De Compagnie.<br />

o GG&GD Waterland.<br />

o Weer Samen Naar School. (WSNS).<br />

o Clusius College Purmerend.<br />

o Wijkagent.<br />

o Inspectie.<br />

o Bibliotheek.<br />

o Maatschappelijk werk in het dienstencentrum.<br />

o Bezoekerscentrum Landsmeer van het landschap Noord-Holland.<br />

26


o Bejaardenhuis ‘De Keern’.<br />

o AMC.<br />

3.7 Zorgstructuur<br />

De leerlingzorg of zorgstructuur vormt een essentieel onderdeel van het onderwijsaanbod.<br />

De school ontwikkelt op dit moment een uitgebreid zorgplan, waarin de zorg<br />

qua uitgangspunten en doelstellingen, niveaus van zorg, zorgstructuur, communicatie<br />

rond zorg, hulpmiddelen/formulieren en taakverdeling concreet worden uitgewerkt.<br />

Hierdoor wordt ook het zorgprofiel van de school meer zichtbaar.<br />

De school legt het accent op het ombouwen van de zorg van curatief naar preventief.<br />

Dit vereist zowel bij de interne begeleider als bij de leerkrachten een andere strategie<br />

en aanpak. In het nieuwe zorgplan wordt al op deze verandering vooruit gelopen. In<br />

2010-<strong>2011</strong> wordt een start gemaakt met de implementatie van de nieuwe visie op de<br />

zorg.<br />

Verder wordt het coachen en begeleiden van leerkrachten geïntensiveerd. Dit zal vooral<br />

gericht zijn op het didactische en sociaal-emotionele gebied.<br />

Op deze wijze wordt er een basis gelegd voor de versterking van de algemene zorg binnen<br />

de school.<br />

In meer algemene termen kan worden gesteld, dat het onderwijs zo is ingericht dat de<br />

school alle leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kan bieden: de inrichting van<br />

het onderwijs is afgestemd op de behoeftes en talenten van alle leerlingen.<br />

Daarbij wordt het noodzakelijk geacht om systematisch en vroegtijdig te signaleren om<br />

vast te kunnen stellen of het onderwijsaanbod inderdaad aansluit bij de onderwijsvraag/-vragen<br />

van de leerling(en). Er wordt daarom onder meer gewerkt met groepsplannen<br />

en individuele handelingsplannen.<br />

Mede met het oog op de toekomst (de zorgplicht) en op grond van de gezamenlijke<br />

ambities van het samenwerkingsverband WSNS zijn afspraken gemaakt, die van invloed<br />

zijn op het beleid voor de komende vier jaar.<br />

Allereerst zijn er binnen het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over de minimale<br />

kwaliteit van de interne zorgstructuur. 2 Deze minimumstandaard omvat afspraken<br />

over het systeem van interne begeleiding, het zorg- en verwijzingstraject (inclusief de<br />

noodprocedure), de leerlingbespreking, het leerling-dossier en het leerlingvolgsysteem.<br />

Daarnaast zijn de bestuurlijke afspraken rond schorsing en verwijdering van toepassing<br />

en van invloed op het beleid.<br />

Op grond van de analyse van de minimumstandaard, de resultaten van het zorgprofiel,<br />

gecombineerd met de bevindingen van de inspectie op de onderdelen opbrengsten/<br />

zorg en begeleiding en de eigen ambities/verbeterpunten zijn de volgende aandachtspunten<br />

van belang voor de komende vier jaar.<br />

Hierna wordt nog een schematisch overzicht gegeven van de interne zorgstructuur van<br />

de school:<br />

2 Deze afspraken zijn vervat in de minimumstandaard voor de interne zorgstructuur<br />

27


Zorgteam<br />

Bijstellen IHP (evt.)<br />

Signalering<br />

Leerkracht/IB Ouders<br />

Toetsen<br />

Zelf oplossen<br />

(IHP)<br />

Zorgvergadering<br />

Interne<br />

Begeleider<br />

Uitvoering<br />

Evaluatie<br />

Zorgplatform<br />

Observatie<br />

Zorg Advies Team (ZAT)<br />

Externe hulpverlening rond het kind<br />

Onderzoek<br />

Indiv. analyse<br />

Bespreking<br />

(IB / leerkracht)<br />

Verwerken<br />

(Groeps-) IHP<br />

RVC<br />

Extern onderzoek Externe hulp SO/SBO<br />

28<br />

Overleg directie – Interne begeleider


Bij het lezen van het schema geldt het volgende:<br />

Verloop van het proces :<br />

Communicatie :<br />

3.8 Beleidsvoornemens<br />

In deze paragraaf wordt een globaal overzicht gegeven van het meerjarenbeleidsplan<br />

(de beleidsvoornemens) voor de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />

Kwaliteit X X X X<br />

Opbrengstgericht werken X X X X<br />

Zorg X X X<br />

Aanvankelijk Lezen X X X<br />

Taal X X X<br />

HGPD (HGW) X X X X<br />

Pedagogisch handelen X X X X<br />

Natuuronderwijs X X X<br />

Cultuureducatie X X<br />

ICT X X X X<br />

Het meerjarenbeleid is nader uitgewerkt in paragraaf 4.8.<br />

29


Hoofdstuk 4 Planning onderwijskundig beleid<br />

4.1 Inleiding<br />

Het systematisch verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs staat hoog in het<br />

vaandel op basisschool St. Augustinus. Een goede planning helpt daarbij. Daardoor kan<br />

de school bijvoorbeeld goed inspelen op externe ontwikkelingen, zoals veranderingen<br />

in de buurt en het beleid van de overheid en het bestuur.<br />

Met een goede planning kan zichtbaar worden gemaakt wat de school met de beschikbare<br />

middelen gaat doen en is het eenvoudig om alles achteraf te verantwoorden. Bovendien<br />

kan de school aan (potentiële) ouders laten zien welke keuzes worden gemaakt<br />

en hoe de missie van de school in de praktijk vorm krijgt. Tevens kan er planmatig<br />

worden gewerkt aan de professionalisering van het team en optimaal gebruik worden<br />

gemaakt van de inzet en kwaliteiten van de teamleden. Zo kan overbelasting worden<br />

voorkomen.<br />

Bovendien biedt de meerjarenplanning de gelegenheid om in een cyclische opzet regelmatig<br />

alle vak- en vormingsgebieden aan een frisse blik te onderwerpen. De uitkomsten<br />

daarvan vormen de basis voor de in dit plan geschetste toekomstige schoolontwikkeling.<br />

Bovendien sluit de beleidsplanning van de school goed aan bij de ontwikkelingen,<br />

zoals we die waarnemen bij de rijksoverheid, de lokale overheid, het bestuur en<br />

in de omgeving van de school. Meer informatie vindt u daarover onder andere op de<br />

websites van de gemeente Landsmeer, ASKO en de Inspectie.<br />

4.2 Evaluatie Schoolplan 2007-<strong>2011</strong><br />

Hieronder wordt beschreven welke actiepunten uit de vorige schoolplanperiode zijn gerealiseerd<br />

en wat nog moet gebeuren.<br />

Actiepunt Uitvoering Wat moet nog gebeuren?<br />

Zorg<br />

o Implementatie van verschillende<br />

formulieren m.b.t.:<br />

Kijkwijzer groep 1/2, 3<br />

t/m 5 en 6 t/m 8.<br />

Groepshandelingsplan.<br />

Inventarisatie zorgleerlingen.<br />

Handelingsplan.<br />

Logboekformulier.<br />

o Zorgteam externen in de<br />

school.<br />

o Hanteren van het Amsterdams<br />

Protocol Kindermishandeling.<br />

o Scholing Zorg Advies Team.<br />

o Formuleren van streefdoelen<br />

voor opbrengsten en<br />

kwaliteitscriteria.<br />

o Werken aan een meer opbrengstgerichte<br />

cultuur.<br />

o Koppelen van onderwijsresultaten<br />

aan streefdoelen.<br />

(tredanalyse)<br />

o Werken met ontwikkelingsperspectief<br />

voor leerlingen<br />

op eigen leerlijn.<br />

o Scholing team m.b.t. analyse<br />

en aanpak van zorgleerlingen.<br />

o Systematisch evalueren<br />

kwaliteitszorg.<br />

o Maken kwaliteitsplan.<br />

o Kind op de gang’, specialisatie<br />

basisschool St. Augustinus.<br />

30


Actiepunt Uitvoering Wat moet nog gebeuren?<br />

Teambuilding<br />

Scholing<br />

leerkrachten<br />

Public<br />

Relations<br />

ICT<br />

o Training Vreedzame School.<br />

o Coaching op teamrollen.<br />

o Gezamenlijk werken aan<br />

thema’s.<br />

o Scholing Parnassys.<br />

o Scholing natuuronderwijs.<br />

o Scholing visie en missie ICT.<br />

o Scholing leesproces.<br />

o Coaching op teamrollen.<br />

o Scholing ‘Opbrengstgerichte<br />

cultuur’.<br />

o Marketingplan opgesteld.<br />

o Groei school bereikt.<br />

o Nieuwe huisstijl gerealiseerd.<br />

o Medianetwerk opgezet en<br />

Onderhouden.<br />

o Open dagen georganiseerd.<br />

o Presentaties gehouden over<br />

de visie en missie van de<br />

school voor van andere onderwijskundige<br />

instellingen.<br />

o Nieuwe website opgezet.<br />

o Nieuwsbrief aan ouders<br />

digitaal.<br />

o Werken met digiborden<br />

ingevoerd.<br />

o ICT studiedag over visie en<br />

missie.<br />

o ICT-schoolplan opgezet.<br />

o Tussenevaluaties stand van<br />

zaken m.b.t. Vreedzame<br />

School.<br />

o Voortgang opzetten gezamenlijke<br />

thema’s.<br />

o Vervolg scholing opbrengstgerichte<br />

cultuur.<br />

o Scholing team m.b.t. analyse<br />

en aanpak van zorgleerlingen.<br />

o Scholing HGPD. (HGW)<br />

o Onderhouden van media<br />

netwerk.<br />

o 2 x per jaar open dag.<br />

o Publiceren van ontwikkeling<br />

en kwaliteiten van de<br />

school.<br />

o Homepage wekelijks bijwerken,<br />

beeldend materiaal<br />

inzetten.<br />

o Website met regelmaat<br />

updaten.<br />

o ICT-schoolplan implementeren.<br />

o Bij ieder thema media inzetten.<br />

Ondersteuning door<br />

Qlict.<br />

31


Natuur<br />

Vreedzame<br />

School<br />

Cultuur-<br />

educatie<br />

o De ‘Gouwe Plek’, geadopteerd<br />

van de gemeente.<br />

o Schooltuinen aangelegd.<br />

o Boomhut met kinderen gebouwd.<br />

o Samenwerkingsverbanden<br />

met Landschap Noord-<br />

Holland.<br />

o Samenwerkingsverband met<br />

Clusius College Purmerend.<br />

o Boomgaard aangelegd.<br />

o Open dag gehouden in het<br />

Ilperveld.<br />

o Deelschoolwerkplan Natuur<br />

opgesteld.<br />

o Studiedag team Natuuronderwijs.<br />

o Thematisch onderwijs in de<br />

natuur rondom de school.<br />

o Natuurcommissie bestaande<br />

uit leerkrachten opgericht.<br />

o Training Vreedzame School<br />

team.<br />

o Training mediatoren.<br />

o Inzetten leerlingen als mediator.<br />

(‘peermediation’)<br />

o Ouderavonden Vreedzame<br />

School.<br />

o Training BSO.<br />

o Wekelijkse les aan alle<br />

groepen vanuit de methode<br />

Vreedzame School.<br />

o Thematisch onderwijs opgezet.<br />

o Netwerk culturele instanties.<br />

o Ouderbijdrage gericht op<br />

cultuureducatie.<br />

o Subsidies ingezet.<br />

o Expositie in het Zaans Museum.<br />

o Interview t.b.v. ICCcoördinator.<br />

o Deelschoolwerkplan cultuuronderwijs<br />

opgezet.<br />

o Netwerken onderhouden en<br />

blijven inzetten in het onderwijs.<br />

o Planmatig aan de slag met<br />

de natuur.<br />

o Natuurcommissie uitbreiden<br />

met oudergeleding.<br />

o Natuurspeelplaats aanleggen.<br />

o Bijstellen van het pestprotocol.<br />

o Trainingen jaarlijks herhalen,<br />

waar mogelijk verdiepen.<br />

o Ervaren mediators (leerlingen)<br />

inzetten voor preventieve<br />

activiteiten op de<br />

speelplaats.<br />

o Een gecertificeerde mediator<br />

(ouder) inzetten bij bemiddeling.<br />

o Daar waar mogelijk lesstof<br />

integreren binnen het thematisch<br />

onderwijs.<br />

o Mediaonderwijs verder uitbreiden.<br />

o Netwerken onderhouden.<br />

o Tijd vrij maken om cultuur-<br />

educatie voor te bereiden<br />

met team.<br />

32


4.3 Verslag Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO)<br />

Op 23 maart 2010 bezocht de Inspectie de school voor een Periodiek Kwaliteitsonderzoek<br />

(PKO). De Inspectie concludeerde dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool<br />

St. Augustinus op de onderzochte onderdelen op orde was: de school kent op die<br />

gebieden niet of nauwelijks tekortkomingen.<br />

De onderwijsopbrengsten zijn naar de mening van de inspectie op een hoog niveau gebracht:<br />

de resultaten van de CITO Eindtoets liggen boven de bovengrens die de inspectie<br />

hanteert.<br />

Op het gebied van toetsing, zorg en leerlingbegeleiding heeft de school naar de mening<br />

van de inspectie haar kwaliteit weten te handhaven. De betrokkenheid van en de samenwerking<br />

in het team werden als ‘hoog’ gekwalificeerd. De school besteedt in de<br />

ogen van de inspecteur veel aandacht aan een plezierig en veilig schoolklimaat. Gesignaleerde<br />

verbeterpunten worden planmatig uitgewerkt, geëvalueerd en geborgd.<br />

Het reeds eerder aan de school toegekende basisarrangement blijft dan ook gehandhaafd.<br />

De Inspectie zag de volgende punten voor verbetering:<br />

o Het formuleren van streefdoelen voor opbrengsten en kwaliteitscriteria.<br />

o Het koppelen van de onderwijsresultaten aan deze streefdoelen (trendanalyse) en<br />

het bewust nemen van beleidsmaatregelen.<br />

o Het werken met ontwikkelingsperspectief voor leerlingen op een eigen leerlijn.<br />

o Het systematisch evalueren bij de kwaliteitszorg.<br />

Deze punten zijn verwerkt in het meerjarenbeleidsplan, met name in het onderdeel<br />

opbrengstgericht werken.<br />

4.4 Onderwijsresultaten<br />

Hieronder geeft de school een overzicht van onderwijsresultaten, gemeten met de Cito-instrumenten.<br />

Ook wordt verslag gedaan van de uitstroom van leerlingen van groep 8 over de laatste<br />

jaren.<br />

4.4.1 Overzicht uitkomsten LVS<br />

De Cito-toetsen voor taal voor kleuters en ordenen kleuters zijn met ingang van schooljaar<br />

2010-<strong>2011</strong> vernieuwd. De opgaven zijn moeilijker geworden en de norm ligt hoger.<br />

Taal voor<br />

kleuters<br />

2007-2008 2008-2009 2009-201 0 2010-<strong>2011</strong><br />

Aan- Niveau Aan- Niveau Aan- Niveau Aan- Niveau<br />

tal ll. M E tal ll. M E tal ll. M E tal ll. M E<br />

Groep 1 20 A A 21 A A 24 C B 38 B B<br />

Groep 2 16 A A 21 A A 24 C B 25 C B<br />

33


Ordenen<br />

kleuters<br />

2007-2008<br />

2008-2009<br />

2009-2010<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />

ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />

Groep 1 20 A A 21 A A 24 C B 38 C B<br />

Groep 2 16 A A 21 A A 24 B A 25 C B<br />

Rekenen<br />

en<br />

Wiskunde<br />

2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-<strong>2011</strong><br />

Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />

ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />

Groep 3 16 A A 15 A A 18 A B 21 B B<br />

Groep 4 11 B C 16 B A 17 B B 18 B B<br />

Groep 5 22 A A 11 C C 16 A B 15 B B<br />

Groep 6 13 A A 22 A A 11 D C 17 B B<br />

Groep 7 13 A A 14 A A 22 A A 9 C C<br />

De Cito-normering van het technisch lezen (DMT) zijn in augustus 2009 aangepast. De normering is<br />

strenger geworden.<br />

Technisch<br />

Lezen<br />

(DMT)<br />

2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-<strong>2011</strong><br />

Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />

ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />

Groep 3 16 A A 15 A A 18 A B 21 B B<br />

Groep 4 11 A A 16 A A 17 B B 18 C C<br />

Groep 5 22 A A 11 A A 16 A B 15 B B<br />

Groep 6 13 A A 22 C B 11 A B 17 B B<br />

Groep 7 13 B C 14 A A 22 B B 9 C B<br />

Groep 8 16 B B<br />

*Wordt volgens CITO op dat moment niet afgenomen<br />

13 A A 15 A A 21 B *<br />

34


Spelling<br />

2007-2008<br />

2008-2009<br />

2009-2010<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />

ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />

Groep 3 16 B B 15 A A 18 A B 21 B B<br />

Groep 4 11 A A 17 A A 17 C B 18 B B<br />

Groep 5 22 D E 11 A A 16 A B 15 B B<br />

Groep 6 13 C B 22 A B 11 C B 17 C C<br />

Groep 7 20 B A 14 B B 22 C C 9 B B<br />

Groep 8 16 * 13 * 15 * 21 *<br />

Begrijpend<br />

Lezen<br />

2007-2008<br />

Aantal<br />

ll.<br />

Niveau<br />

2008-2009<br />

Aantal<br />

ll.<br />

Niveau<br />

M E<br />

2009-2010<br />

Aantal<br />

ll.<br />

Niveau<br />

M E<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

Aantal<br />

ll.<br />

Niveau<br />

M E<br />

Groep 3 16 * 15 * B 18 * B 21 B *<br />

Groep 4 11 * 17 B B 17 B B 18 B B<br />

Groep 5 22 D 11 A * 16 A * 15 B *<br />

Groep 6 13 A 22 C * 11 C * 17 C *<br />

Groep 7 20 C 14 A * 22 A * 9 B *<br />

Groep 8 16 B 13 * 15 * 21 B *<br />

Uitkomsten<br />

AVI<br />

2007-2008<br />

2008-2009<br />

2009-2010<br />

Groep 3<br />

Groep 4<br />

*Wordt volgens CITO op dat moment niet afgenomen<br />

Groep 5<br />

Groep 6<br />

Groep 7<br />

Groep 8<br />

Jan Jun Jan Jun Jan Jun Jan Jun Jan jun Jan jun<br />

*<br />

*<br />

*<br />

B2<br />

B2<br />

B2<br />

B4<br />

B4<br />

B4<br />

B5<br />

B5<br />

B5<br />

B7<br />

B7<br />

B7<br />

B8<br />

B8<br />

B8<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

B9<br />

35


4.4.2 Uitstroomcijfers groep 8<br />

Resultaten<br />

Cito-eindtoets<br />

Ongecorrigeerd<br />

Ongecorrigeerd<br />

landelijk gemiddelde<br />

Gecorrigeerd<br />

Gemiddeld<br />

Leerling-gewicht<br />

Gecorrigeerd<br />

Gemiddeld<br />

Leerling-gewicht<br />

Begrijpend lezen<br />

2006-2007<br />

539,9<br />

536.0<br />

537,5<br />

536,5<br />

2007-2008<br />

541,8<br />

534.9<br />

539,5<br />

536,5<br />

2008-2009<br />

539,9<br />

535.0<br />

541,8<br />

539,9<br />

2009-2010<br />

545,6<br />

534.9<br />

535,2<br />

535,2<br />

Uitstroomcijfers<br />

Groep 8<br />

2009-2010<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

SO Apollo VMBO-T 1<br />

VMBO-T 3 6<br />

VMBO-T/HAVO 2<br />

HAVO 3 3<br />

HAVO/VWO 3<br />

VWO 7<br />

VWO/Gymnasium 4 4<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

544,5<br />

535.1<br />

540,7<br />

537,0<br />

36


4.4.3 Overige relevante gegevens<br />

Doublures<br />

Groep 2<br />

Groep 3<br />

Groep 4<br />

Groep 5<br />

Groep 6<br />

Groep 7<br />

Groep 8<br />

2006-2007<br />

2007-2008<br />

2008-2009<br />

2009-2010<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

2006-2007<br />

4<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

Versnellingen<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

2007-2008<br />

0<br />

1<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

Rugzakleerlingen<br />

0<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

2008-2009<br />

6<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

1<br />

Verwijzing<br />

SO<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

2009-2010<br />

2<br />

0<br />

0<br />

0<br />

1<br />

0<br />

0<br />

Verwijzing<br />

naar SBO<br />

0<br />

1<br />

0<br />

0<br />

1<br />

2010-<strong>2011</strong><br />

4<br />

1<br />

0<br />

0<br />

0<br />

1<br />

0<br />

Terugplaatsing<br />

uit SBO<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

37


4.5 Externe ontwikkelingen<br />

Verschillende externe ontwikkelingen zijn van invloed op het schoolbeleid. De school<br />

zal die ontwikkelingen waar mogelijk meenemen in haar beleidsontwikkeling. Het gaat<br />

om de volgende ontwikkelingen.<br />

Rijksoverheid<br />

De overheid vraagt scholen expliciet beleid te ontwikkelen op diverse terreinen. Het<br />

gaat onder meer om:<br />

o Burgerschap en integratie<br />

o Techniek<br />

o Sociale veiligheid<br />

o Dagarrangementen: tussen- en naschoolse opvang<br />

o Kwaliteitszorg<br />

Basisschool St. Augustinus heeft op al deze onderwerpen beleid ontwikkeld en geïmplementeerd.<br />

Het is de bedoeling het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitszorg een nieuwe<br />

impuls te geven in de komende schoolplanperiode: dit onderwerp is dan ook opgenomen<br />

in de meerjarenplanning.<br />

Andere wet- en regelgeving<br />

o Wet Passend Onderwijs<br />

In 2010 is het wettelijk onderscheid tussen regulier en speciaal basisonderwijs vervallen.<br />

Elke school dient voor ieder kind een passend onderwijsaanbod te bieden.<br />

De rol van de ouders wordt in dit proces versterkt.<br />

De zorgplicht is een speerpunt van de school. (zie ook het Zorgplan <strong>2011</strong> i.o.)<br />

o De Wet B.I.O. (Beroepen In het Onderwijs)<br />

Vanaf 1 augustus 2006 is in het onderwijs de Wet BIO van kracht. Onderdeel van<br />

deze wet zijn de bekwaamheidseisen, waarin is aangegeven aan welke eisen een<br />

leraar moet voldoen om bekwaam te worden geacht. Onderdelen van de aanpak<br />

zijn de competentieprofielen, de POP’s, de bekwaamheidsdossiers en de gesprekkencyclus.<br />

De school is verplicht om haar leraren in staat te stellen hun bekwaamheid<br />

te onderhouden en te vergroten.<br />

Tevens is in het schooljaar 2009-2010 begonnen met de invoering van de functiemix.<br />

Per 1 augustus <strong>2011</strong> zal één leerkracht in LB benoemd zijn.<br />

ASKO<br />

Het strategisch beleidsplan van het bestuur is richtinggevend voor dit schoolplan.<br />

Maatschappelijke ontwikkelingen<br />

De school participeert in twee belangrijke netwerken op lokaal niveau:<br />

o Netwerk 19+<br />

Doel: Het bij elkaar brengen van alle instanties binnen de gemeente om zorgleer-<br />

38


lingen te brespreken. 3<br />

o Directeurenoverleg Landsmeer<br />

Doel: Het bundelen van krachten, gesprekspartner zijn naar buiten en het aanpakken<br />

van zaken die om gezamenlijk initiatief vragen<br />

Voorbeelden van het laatste zijn: invoering ZAT, Brede School, vakantierooster,<br />

Netwerk 19+.<br />

o IB-netwerk Waterland<br />

o Netwerk Rayon-Noord BaO/VO<br />

4.6 Actiepunten<br />

Uit de voorgaande informatiebronnen zijn alle actiepunten voor de komende periode<br />

gedestilleerd. Deze zijn aangevuld met actiepunten vanuit andere bronnen en zaken<br />

die nog door dienen te lopen. Het resultaat is opgenomen in de meerjarenplanning<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. (zie 4.8)<br />

3 Er bestaat een zekere overlap van Netwerk 19+ met het Zorgadvies Team (ZAT) van de school. Daarom wordt getwijfeld<br />

aan het nut van het bestaan van Netwerk 19+. De scholen in Landsmeer zijn hierover in gesprek met Netwerk 19+ en<br />

streeft nieuwe vormen of opheffing na.<br />

39


4.7 Planning onderwijskundig beleid <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Meerjarenbeleidsplan <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />

o Kwaliteitsbeleid<br />

Maken kwaliteitsbeleidsplan<br />

In september afnemen<br />

Quickscan en oudertevredenheidsonderzoek.<br />

Regelmatig evaluatie van<br />

het onderwijsleerproces<br />

o Kwaliteitsbeleid<br />

Evaluatie kwaliteitsbeleidsplan<br />

Einde schooljaar evaluatie<br />

nieuwe taalmethode en<br />

methode aanvankelijk lezen<br />

Evalueren methode Wereldoriëntatie<br />

Kiezen nieuwe methode<br />

Wereldoriëntatie<br />

Evalueren Schrijfonderwijs<br />

o Kwaliteitsbeleid<br />

Evalueren Rekenonderwijs<br />

Nieuwe methode Wereldoriëntatie<br />

implementeren<br />

Evalueren pedagogischdidactisch<br />

handelen van<br />

leerkrachten<br />

o Kwaliteitsbeleid<br />

Quickscan en oudertevredenheidsonderzoekafnemen<br />

Evaluaties nieuwe methode<br />

Wereldoriëntatie.<br />

Evalueren Natuuronderwijs<br />

Evalueren Cultuureducatie<br />

en thematisch onderwijs<br />

40


<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />

o Opbrengstgericht werken<br />

1. Organiseren teambijeenkomst<br />

‘Naar een meer<br />

opbrengstgerichte cultuur’<br />

Tijdens deze bijeenkomst zal<br />

aandacht worden besteed<br />

aan de volgende onderwerpen:<br />

Waarom werken naar een<br />

meer opbrengstgerichte<br />

cultuur?<br />

Wat wordt er van mij<br />

verwacht?<br />

Hoe ziet er op leerling-,<br />

groeps- en schoolniveau<br />

uit?<br />

Wie gaan wat doen?<br />

Wat betekent dat voor jou<br />

en wat heb jij daar voor<br />

nodig?<br />

o Opbrengstgericht werken<br />

1. Organiseren van twee<br />

teambijeenkomsten<br />

‘Sturen op resultaten’<br />

Deze bijeenkomsten worden<br />

besteed aan het opstellen<br />

van groepsplannen en eventueelontwikkelingsperspectief.<br />

2. Organiseren van twee<br />

bijeenkomsten met directie<br />

en IB<br />

Tijdens deze bijeenkomsten<br />

zal aandacht worden besteed<br />

aan de volgende onderwerpen:<br />

o Van opbrengstanalyse naar<br />

plan van aanpak op<br />

schoolniveau.<br />

o Zorgsignalen in kaart<br />

brengen.<br />

o Analyse.<br />

o Opbrengstgericht werken<br />

Vervolg implementatie.<br />

Nader te plannen op grond<br />

van ervaringen.<br />

o Opbrengstgericht werken<br />

Vervolg implementatie.<br />

Nader te plannen op grond<br />

van ervaringen.<br />

41


2. Bijeenkomst managementteam<br />

Tijdens deze bijeenkomst zal<br />

aandacht worden besteed<br />

aan de volgende onderwerpen:<br />

0-meting a.d.h.v. actielijst<br />

‘opbrengstgerichte<br />

cultuur’.<br />

Opstellen toetsprotocol.<br />

3. Organiseren van twee<br />

teambijeenkomsten<br />

‘Sturen op resultaten’<br />

Tijdens deze bijeenkomsten<br />

zal aandacht worden besteed<br />

aan de volgende onderwerpen:<br />

Analyse resultaten op<br />

school-, groeps- en leerlingniveau.<br />

o Formuleren van streefdoelen<br />

voor opbrengsten en<br />

kwaliteitscriteria<br />

3. Een bijeenkomst ‘De<br />

professionele overdracht’<br />

Tijdens deze bijeenkomst zal<br />

aandacht worden besteed<br />

aan de volgende onderwerpen:<br />

o Terugblik.<br />

o Wat zijn jouw opbrengsten?<br />

o Een professionele jaaroverdracht<br />

creëren.<br />

4. Ontwikkelen schoolspecifiek<br />

zorgplan<br />

Inclusief start implementatie.<br />

42


Van toetsresultaat naar<br />

SMART groepsplan. (op basis<br />

van de eisen van de<br />

onderwijsinspectie)<br />

Activerend directe instructiemodel.<br />

Tour de France en klassenmanagement.<br />

4. Twee bijeenkomsten met<br />

directie en IB<br />

Tijdens deze bijeenkomsten<br />

zal aandacht worden besteed<br />

aan de volgende onderwerpen:<br />

Van opbrengstanalyse naar<br />

plan van aanpak op<br />

schoolniveau.<br />

Zorgsignalen in kaart<br />

brengen.<br />

Analyse.<br />

Plan van aanpak op basis<br />

van het waarderingskader<br />

van onderwijsinspectie.<br />

43


5. Een bijeenkomst ‘De<br />

professionele overdracht’<br />

Tijdens deze bijeenkomst<br />

wordt aandacht besteed aan<br />

de volgende onderwerpen:<br />

Terugblik.<br />

Jouw opbrengsten?<br />

Professionele jaaroverdracht<br />

creëren.<br />

6. Verdere aandachtspunten<br />

Formuleren van streefdoelen<br />

voor opbrengsten en<br />

kwaliteitscriteria.<br />

Bepalen ontwikkelingsperspectief<br />

leerlingen met<br />

tussendoelen en een gepland<br />

aanbod.<br />

Opstellen Individuele leerlijnen<br />

voor leerlingen met<br />

specifieke onderwijsbehoeften.<br />

Opstellen toetsprotocol.<br />

44


o Zorg<br />

<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />

Implementeren zorgteam.<br />

(vervolg)<br />

Optimaliseren zorgplan.<br />

o Aanvankelijk lezen<br />

Implementeren nieuwe<br />

Methode ‘Veilig Leren Lezen’.<br />

o Taal<br />

Implementeren nieuwe<br />

Taalmethode.<br />

o HGPD (HGW)<br />

Doelen:<br />

Komen tot vroegtijdige<br />

signalering en kortlopende<br />

interventies die<br />

aansluiten bij handelingsbekwaamheid<br />

van<br />

de leerkracht.<br />

o Zorg<br />

Evalueren zorgteam.<br />

Implementeren nieuwe<br />

zorgplan.<br />

o Aanvankelijk lezen<br />

Vervolg implementatie<br />

methode ‘Veilig Leren Lezen’<br />

o Taal<br />

Vervolg implementatie<br />

taalmethode.<br />

o HGPD (HGW)<br />

N.a.v. de evaluatie van<br />

het eerste jaar worden de<br />

doelen voor het tweede<br />

jaar gesteld.<br />

Voortgangsbespreking.<br />

Vervolg HGPD werkwijze.<br />

o Zorg<br />

Evaluatie zorgplan.<br />

o Aanvankelijk lezen<br />

Evaluatie gebruik ‘Veilig<br />

Leren Lezen’<br />

o Taal<br />

Evaluatie gebruik Taalmethode.<br />

o HGPD (HGW)<br />

N.a.v. de evaluatie van<br />

het tweede jaar worden<br />

de doelen voor het derde<br />

jaar gesteld.<br />

o HGPD (HGW)<br />

N.a.v. de evaluatie van<br />

het derde jaar worden de<br />

doelen voor het vierde<br />

jaar gesteld.<br />

45


Bij een gesignaleerde<br />

probleemsituatie wordt<br />

een analyse van de situatie<br />

rondom het kind<br />

gemaakt middels het<br />

benoemen van belemmerende<br />

én protectieve<br />

factoren.<br />

In de analyse wordt gekeken<br />

naar kindfactoren,<br />

maar ook naar<br />

factoren in de onderwijsleersituatie<br />

en het<br />

gezin.<br />

Leren denken in kansen<br />

en mogelijkheden,<br />

vanuit de protectieve<br />

factoren.<br />

Verandering van leerkrachtgedrag<br />

ten opzichte<br />

van het<br />

(zorg)kind.<br />

Beter gebruik maken<br />

van en vergroten van<br />

de kennis en handelingsbekwaamheid<br />

van<br />

de leerkrachten en intern<br />

begeleiders (professionalisering<br />

en<br />

Scholing Intern begeleider.<br />

Scholing IB’ers pilotscholen.<br />

Voortgangsbespreking.<br />

Uitwisseling pilotscholen.<br />

Borging HGPD.<br />

Effectmeting.<br />

Evaluatie 2e jaar.<br />

46


competentiemanagement)<br />

o Opbrengsten:<br />

De teamleden weten<br />

wat het begrip HGPD<br />

en de werkwijze van<br />

HGPD inhoudt.<br />

De teamleden hebben<br />

een missie en visie ten<br />

aanzien van de zorg<br />

binnen school opgesteld.<br />

De teamleden denken<br />

in kansen en mogelijkheden.<br />

De leerkrachten zijn<br />

bewust van de eigen<br />

rol in het onderwijsleerproces;<br />

zij weten<br />

dat zij er toe doen.<br />

Binnen de school zijn<br />

minimaal twee HGPD<br />

gesprekscycli doorlopen.<br />

o Activiteiten:<br />

Nulmeting<br />

47


Introductie HGPD – Missie<br />

/ Visie – formeren<br />

projectgroep.<br />

Opzet HGPD in de praktijk.<br />

Informeren van de ouder(s)/verzorger(s).<br />

Start HGPD werkwijze.<br />

Voortgangsbespreking.<br />

Effectmeting.<br />

Evaluatie 1e jaar.<br />

o Pedagogisch handelen<br />

Implementeren protocol<br />

‘exceptioneel gedrag’.<br />

Cursus nieuwe mediatoren.<br />

o Natuuronderwijs<br />

Evalueren deelschoolwerkplan<br />

Natuur.<br />

Opzetten database met<br />

lessuggesties.<br />

o Pedagogisch handelen<br />

Evaluatie protocol ‘exceptioneel<br />

gedrag’.<br />

Cursus nieuwe mediatoren.<br />

o Natuuronderwijs<br />

Voorbereiden en opzetten<br />

van een natuurlijk schoolplein.<br />

o Pedagogisch handelen<br />

Cursus nieuwe mediatoren.<br />

Evaluatie protocol<br />

‘exceptioneel gedrag’.<br />

o Natuuronderwijs<br />

Realisatie natuurlijk<br />

schoolplein.<br />

Evalueren deelschoolwerkplan<br />

Natuur voor de<br />

periode 2014-2018.<br />

o Pedagogisch handelen<br />

Cursus nieuwe mediatoren.<br />

Evaluatie protocol ‘exceptioneel<br />

gedrag’.<br />

48


<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />

o Cultuureducatie<br />

Opzetten 5 thema’s.<br />

Mediawijsheid koppelen<br />

aan ieder thema.<br />

Opzetten culturele activiteiten<br />

Brede School.<br />

o ICT<br />

Ervaring opdoen met 5 digitale<br />

media.<br />

Digitale media worden<br />

planmatig ingezet.<br />

Overeenstemming creëren<br />

op teamniveau m.b.t.<br />

voor het rapport bedoelde<br />

beoordelingen.<br />

Systematische invoering<br />

van alle toetsresultaten.<br />

Leggen basis voor digitale<br />

rapportage.<br />

Relatie tussen Parnassys<br />

en Opbrengstgericht Onderwijs<br />

uitwerken.<br />

o Cultuureducatie<br />

Opzetten 5 thema’s.<br />

Invoeren portfolio.<br />

Leerlingenraad Cultuureducatie.<br />

o ICT<br />

Digitale media zijn volledig<br />

geïntegreerd in het<br />

onderwijs.<br />

Presentatie gegevens leerlingen<br />

m.b.v. digitale media<br />

op groepspagina.<br />

Invoering digitaal volgsysteem<br />

sociaal-emotionele<br />

ontwikkeling.<br />

Invoering digitaal rapport<br />

Parnassys/opbrengstgerichtonderwijs/ouderportaal:<br />

meningsvorming.<br />

o Cultuureducatie<br />

Opzetten 5 thema’s.<br />

Realiseren creatieve<br />

speelplaats. (start)<br />

o ICT<br />

Consolidatie stappenplan<br />

digitale media.<br />

Iedere groep heeft eigen<br />

pagina waarop thema’s en<br />

resultaten aandacht krijgen:<br />

leerlingen dragen<br />

zelf zorg voor de presentatie.<br />

(in overeenstemming<br />

met hun leeftijd)<br />

(Eventueel) uitbreiding/aanpassing<br />

digitaal<br />

rapport op basis van evaluatie.<br />

Parnassys/opbrengstgerichtonderwijs/ouderportaal:<br />

meningsvorming.<br />

o Cultuureducatie<br />

o ICT<br />

Opzetten 5 thema’s.<br />

Consolidatie groepspagina’s.<br />

Uitbreiding digitale presentatiemogelijkheden.<br />

49


<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />

o Personeelsbeleid<br />

o Personeelsbeleid<br />

Ontwikkelen procedure<br />

werving en selectie nieuwe<br />

personeelsleden.<br />

Ontwikkelen inwerkplan<br />

nieuwe leerkrachten.<br />

o Personeelsbeleid<br />

Invoeren inwerkplan<br />

nieuwe leerkrachten.<br />

o Personeelsbeleid<br />

50


4.8 Uitwerking in het Jaarplan<br />

Voorafgaand aan elk schooljaar wordt een Jaarplan opgesteld in relatie tot het meerjarenbeleid,<br />

zoals in dit schoolplan verwoord, en mede gebaseerd op evaluaties en nieuw<br />

beleid. Dit Jaarplan wordt SMART geformuleerd.<br />

SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.<br />

Verder wordt aangegeven hoe de leerkrachten worden toegerust met scholing en begeleiding,<br />

op welke wijze de uitvoering wordt georganiseerd, welke activiteiten de<br />

schoolleiding onderneemt en welke financiële consequenties verbonden zijn aan de<br />

uitvoering. Voor het Jaarplan wordt een vast format gehanteerd.<br />

Format Jaarplan<br />

1. Uitgangspunten<br />

2. Doelstelling(en)<br />

3. Prestatie-indicator(en0<br />

4. Implementatie<br />

5. Tijd/fasering/mijlpalen<br />

6. Evaluatie<br />

7. Borging<br />

8. Communicatie<br />

9. Financiën<br />

10. Activiteiten schoolleiding<br />

11. Kosten<br />

12. Termijn<br />

51


Hoofdstuk 5 Personeelsbeleid<br />

5.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het personeelsbeleid van de school.<br />

Veel zaken zijn op organisatieniveau (ASKO) uitgewerkt en beschreven.<br />

5.2 De Wet BIO<br />

Met de invoering van de wet BIO zijn de bekwaamheidseisen voor leerkrachten en directeuren<br />

formeel vastgelegd. Kwaliteit van het onderwijspersoneel staat daarbij centraal<br />

omdat zij de kwaliteit van het onderwijs bepalen. Met bekwaamheidseisen, c.q.<br />

competenties, wil deze wet een minimumkwaliteit garanderen.<br />

Het ontwikkelen, verbeteren en onderhouden van de competenties gedurende de onderwijsloopbaan<br />

is van belang. (zie bijlage 1)<br />

De ASKO streeft naar een optimale afstemming tussen de inzet, kennis en bekwaamheden<br />

van de medewerkers en de inhoudelijke en organisatorische doelen van de<br />

school. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten<br />

en middelen, gericht op de ontwikkeling van de individuele medewerkers. Dit is het Integraal<br />

Personeelsbeleid (IPB). De Wet BIO ligt in het verlengde van IPB.<br />

In het strategisch beleidsplan van de ASKO 2007-<strong>2011</strong> zijn drie speerpunten geformuleerd<br />

met betrekking tot het personeelsbeleid om op een effectieve manier uitvoering<br />

te geven aan de Wet BIO.<br />

De speerpunten zijn:<br />

o Competent, professioneel personeel met ruimte voor ontplooiing<br />

Medewerkers worden gesteund en gestimuleerd bij het verzorgen van goed doordacht<br />

onderwijs. Hiervoor wordt onder andere de gesprekkencyclus gehanteerd,<br />

zoals deze volgt uit de Wet BIO. Competent, professioneel personeel vormt immers<br />

de basis voor het realiseren van kwalitatief goed onderwijs en een professionele<br />

organisatie.<br />

Elke medewerker heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan en is zelf verantwoordelijk<br />

voor zijn/haar eigen ontwikkeling. De ASKO zorgt als werkgever voor goede<br />

randvoorwaarden. (zie beleid ASKO en hieronder)<br />

o De aantrekkelijkste onderwijswerkgever en het beste opleidingsinstituut<br />

De verwachting is dat in de komende jaren de arbeidsmarkt krap zal worden. Het is<br />

daarom van belang dat competent personeel en talentvolle starters de ASKO als de<br />

aantrekkelijkste werkgever en het beste opleidingsinstituut in en om Amsterdam<br />

(gaan) beschouwen.<br />

Daarvoor is het nodig dat de ASKO – in samenwerking met de hogescholen – actief<br />

blijft werken aan ‘Opleiden in de School’, zich een goed werkgever toont en een<br />

transparant arbeidsvoorwaardenbeleid heeft.<br />

52


o Een professionele cultuur, in een open en veilig klimaat<br />

De ASKO streeft een professionele cultuur na, waarin medewerkers in een open en<br />

veilig klimaat professioneel met elkaar samenwerken en elkaar kunnen<br />

(aan)spreken.<br />

De kwaliteit van onderwijs staat daarbij voorop en verschillen in kwaliteiten tussen<br />

professionals worden onderkend (ondanks dat iedereen als mens gelijkwaardig is).<br />

Verschillen worden gewaardeerd en benut door medewerkers ruimte te bieden voor<br />

het ontwikkelen van hun talenten.<br />

Bij een professionele cultuur hoort ook een proactief ziektepreventie- en verzuimbeleid.<br />

Vanuit deze speerpunten zijn door middel van het integraal personeelsbeleid instrumenten<br />

ontwikkeld om hieraan te voldoen. Onderstaand een uiteenzetting van deze<br />

personeelsinstrumenten.<br />

5.2.1 Gesprekkencyclus<br />

Het realiseren en optimaal functioneren en ontwikkelen van alle medewerkers en de<br />

ASKO-organisatie wordt verwezenlijkt door de gesprekkencyclus. Deze gesprekkencyclus<br />

is het beoordelingssysteem van de ASKO.<br />

Het omvat een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en functionerings- en beoordelingsgesprekken.<br />

Het gaat bij deze gesprekken om:<br />

o het geven van feedback over het functioneren, zowel van de leidinggevende als van<br />

de medewerker (functioneringsgesprek);<br />

o het vaststellen van de opleidingsbehoefte, algemene begeleidingsbehoefte en<br />

loopbaanwensen en mogelijkheden in afstemming met de organisatiedoeleinden<br />

(POP gesprek);<br />

o informatie over de beoordeling van de werkprestatie (met name tijdens het beoordelingsgesprek);<br />

o het kunnen nemen van rechtspositionele beslissingen (beoordelingsgesprek) en<br />

o het maken van afspraken over wat de komende periode verwacht wordt van de<br />

medewerker en wat men kan verwachten van de werkgever (denk aan opleiding, en<br />

dergelijke).<br />

Deze cyclus heeft een bepaalde doorlooptijd:<br />

o Elk jaar wordt er één functioneringsgesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met<br />

het POP-gesprek plaatsvinden.<br />

o Elk jaar wordt er één POP-gesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met het functioneringsgesprek<br />

plaatsvinden.<br />

o Het beoordelingsgesprek wordt één keer in de twee jaar gevoerd of voordat een<br />

tijdelijke aanstelling wordt omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd.<br />

De uitvoering van het functioneringsgesprek kan een directeur delegeren aan een adjunct-directeur<br />

of leerkracht in de LB-schaal (bijvoorbeeld MT-lid). De directeur blijft<br />

eindverantwoordelijk.<br />

53


Aangetoond moet worden waarop de gespreksfunctionaris zijn feedback en/of oordeel<br />

over de leerkracht baseert. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een klassenobservatie<br />

gebeuren.<br />

Een medewerker met een tijdelijk dienstverband (met uitzicht op een vast dienstverband)<br />

krijgt twee functioneringsgesprekken. Het eerste gesprek vindt plaats na drie<br />

maanden, het tweede gesprek na zes maanden en het beoordelingsgesprek na negen<br />

maanden.<br />

5.2.2 Bekwaamheidsdossier<br />

Volgens de Wet BIO zijn het bevoegd gezag en de leerkracht verplicht een bekwaamheidsdossier<br />

bij te houden. De leerkracht is echter zelf verantwoordelijk voor de inhoud<br />

van het bekwaamheidsdossier. Hierin horen de bewijzen, die aantonen dat een<br />

leerkracht bekwaam is en blijft, gedocumenteerd te worden.<br />

Met de gesprekkencyclus is de eerste input voor het bekwaamheidsdossier gegeven.<br />

Het dossier bevat de verslagen van:<br />

o Functioneringsgesprekken.<br />

o POP-gesprekken.<br />

o Beoordelingsgesprekken.<br />

o Curriculum Vitae.<br />

Vervolgens worden in dit dossier alle stukken opgenomen die aantonen dat de leerkracht<br />

bekwaam is en dat er een bepaalde ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Dit kan<br />

variëren van: certificaten van gevolgde scholing tot en met brieven van kinderen of<br />

ouders.<br />

Dit bekwaamheidsdossier dient in eerste instantie in het bezit te zijn van de leerkracht<br />

zelf. Het is als het ware een portfolio, dat door de leerkracht ook meegenomen kan<br />

worden naar een eventuele andere school of werkgever.<br />

Daarnaast heeft de school een kopie van dit dossier. Dit is nodig om de ontwikkelingen<br />

zo goed mogelijk bij te kunnen houden en daarin te faciliteren.<br />

5.2.3 LA-LB functiemix<br />

De functiemix is de verdeling van leraren over de salarisschalen LA en LB (het loongebouw).<br />

De komende jaren komt er aanmerkelijk meer geld beschikbaar voor de versterking<br />

van de functiemix. Daardoor kunnen meer leraren een hogere functie krijgen<br />

en meer verdienen. Het streven is om meer leraren voor de klas carrière te laten maken.<br />

Elke school krijgt extra bekostiging om een bepaald ‘groeipercentage’ te bereiken. Het<br />

groeipercentage is de toename in het aandeel fte’s in schaal LB. De verplichting om dit<br />

groeipercentage te realiseren is vastgelegd in de CAO Primair Onderwijs.<br />

In het schooljaar 2009-2010 is er een begin gemaakt met de invoering van de functiemix.<br />

In 2014 moet 40% van het genormeerde aantal leerkrachten benoemd zijn in een<br />

LB-functie.<br />

Om voor een LB-functie in aanmerking te komen dient een leerkracht aan bepaalde<br />

voorwaarden te voldoen (zie bijlage 2).<br />

54


5.2.4 Begeleiding startende leerkrachten<br />

De directie van de school is verantwoordelijk voor de begeleiding van nieuwe medewerkers.<br />

Nieuwe medewerkers hebben recht op begeleiding door een collega, die als<br />

mentor (maatje) dient gedurende de eerste twee dienstjaren. De inhoudelijke procedure<br />

wordt door iedere school zelf bepaald.<br />

Op basisschool St. Augustinus speelt de interne begeleider een belangrijke rol bij het<br />

inwerken van nieuwe collega’s. Indien er sprake is van een parallelgroep wordt de<br />

leerkracht van de leerkracht van deze groep automatisch ‘maatje’ van de nieuwe collega.<br />

Nieuwe leerkrachten worden in staat gesteld enkele dagen mee te lopen in de school<br />

voordat zij in dienst treden, om zo de school beter te leren kennen.<br />

Na indiensttreding worden zij in het eerste schooljaar, afhankelijk van hun ervaring,<br />

gedeeltelijk vrijgesteld van extra schooltaken.<br />

In het meerjarenbeleidsplan in dit schoolplan is opgenomen de procedure voor werving,<br />

selectie en inwerken alsmede een inwerkplan voor nieuwe leerkrachten nader uit te<br />

werken en te implementeren.<br />

5.2.5 ID-banen<br />

Veel ASKO-scholen hebben ID-medewerkers in dienst.<br />

Dit zijn medewerkers die gesubsidieerd worden door de gemeente.<br />

Deze medewerkers zijn werkzaam in ondersteunende functies, zoals schoolassistent,<br />

assistent administratief medewerker of lokaalassistent.<br />

Er zijn vier categorieën:<br />

o Medewerkers met een SW-indicatie<br />

Dit betekent dat de medewerker tot aan het einde van zijn/haar dienstverband<br />

een gesubsidieerde baan behoudt.<br />

o Medewerkers met een aanloopprofiel<br />

Dit zijn medewerkers die op termijn of net niet in aanmerking komen voor een<br />

SW-indicati, maar die geen uitzicht hebben op een werkplek op de reguliere arbeidsmarkt.<br />

o Medewerkers met een kernprofiel<br />

Dit zijn medewerkers, die via een opleiding en/of begeleiding worden voorbereid<br />

op een plek op de reguliere arbeidsmarkt.<br />

o Medewerkers met een marktprofiel<br />

Dit zijn medewerkers die door de ASKO in dienst worden genomen of in het RDDF<br />

geplaatst worden en vervolgens weer terug naar de arbeidsmarkt worden begeleid.<br />

Gezien de afbouw van de ID-subsidie door de gemeente (de SW-subsidie wordt gehandhaafd)<br />

dient de school in samenwerking met het bestuurskantoor en Pantar (gemeentelijke<br />

begeleiding) actief beleid te voeren om deze medewerkers in of uit te laten stro-<br />

55


men.<br />

Op basisschool St. Augustinus zijn op dit moment geen ID’ers werkzaam.<br />

5.2.6 Formatie<br />

Eenmaal per schooljaar wordt de nieuwe formatie berekend voor de scholen.<br />

Dit houdt in dat het aantal leerlingen voor het komende schooljaar wordt geteld.<br />

Hierna wordt de beschikbare formatieruimte vastgesteld.<br />

Afhankelijk van het leerlingaantal per school kan een school groeien of krimpen.<br />

In het laatste geval betekent dit dat er leerkrachten moeten uitstromen. Om deze boventalligen<br />

te verzekeren (bij een vast dienstverband) van een nieuwe baan wordt vanaf<br />

ongeveer midden januari tot midden april een tijdelijke vacaturestop ingesteld.<br />

Nadat alle boventalligen herplaatst zijn, wordt de vacaturestop opgeheven en kunnen<br />

leerkrachten met een mobiliteitswens zich inschrijven.<br />

In het algemeen worden met betrekking tot de formatie-inzet de volgende procedures<br />

gevolgd:<br />

Stap<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Tijdpad<br />

Januari t/m maart<br />

April<br />

April<br />

April-mei<br />

Mei<br />

Juni<br />

Activiteiten<br />

In de functioneringsgesprekken worden de wensen<br />

van de leerkrachten voor wat betreft de<br />

inzet in het volgende schooljaar geïnventariseerd.<br />

(aangeven van 2 voorkeuren)<br />

De directie doet een beargumenteerd voorstel<br />

met betrekking tot de klassenindeling, zo mogelijk<br />

meer dan 1 optie.<br />

Teamoverleg: eventueel inbrengen van alternatieve<br />

opties, meningsvorming ten aanzien van<br />

voor- en nadelen en besluitvorming.<br />

De directie stelt de klassenindeling vast.<br />

De directie stelt een plan op met betrekking tot<br />

de inzet van de formatie en voert - indien zich<br />

knelpunten voordoen – vooroverleg waar nodig of<br />

gewenst.<br />

De directie stelt de formatie-inzet voor het<br />

nieuwe schooljaar vast en presenteert deze in<br />

het team en in de medezeggenschapsraad.<br />

De medezeggenschapsraad stemt in.<br />

56


7<br />

Juni/juli<br />

5.2.7 Mobiliteit<br />

De directie stelt de ouders op de hoogte van de<br />

nieuwe formatie-inzet.<br />

Onder de ASKO vallen 33 basisscholen. Deze scholen hebben verschillende onderwijsconcepten.<br />

De scholen staan verspreid in Amsterdam en omstreken.<br />

Om medewerkers te stimuleren actief aan hun loopbaan te werken, heeft de ASKO een<br />

mobiliteitspool opgericht. Medewerkers kunnen zich vrijblijvend opgeven voor deze<br />

pool. De ASKO zoekt samen met de medewerker actief naar een andere school waar de<br />

medewerker zich verder kan ontplooien.<br />

Inschrijven is mogelijk, maar pas na het herplaatsen van boventalligen worden zij actief<br />

bemiddeld.<br />

5.2.8 Levensfasebewust personeelsbeleid (LFBP)<br />

Het levensfasebewust personeelsbeleid is bedoeld om alle medewerkers optimaal inzetbaar<br />

te houden. Elke levensfase kan zorgen voor nieuwe specifieke wensen en behoeften.<br />

Hoe zet je alle medewerkers zodanig in dat zij werk doen dat aansluit bij hun<br />

talenten en de fase waarin hun leven zich bevindt?<br />

De ASKO wil medewerkers graag ondersteunen bij de combinatie werk, zorg en leren.<br />

Het streven is een duidelijke visie te ontwikkelen op het loopbaanbeleid van medewerkers<br />

en dit te implementeren in de gesprekkencyclus.<br />

Beleid dient hier nog nader op te worden ontwikkeld.<br />

5.2.9 Opleiden in de School (OPLIS)<br />

Een aantal ASKO-scholen neemt sinds 1 augustus 2006 deel aan het project Opleiden in<br />

de School. Hierbij gaat het om het bekwamen van personeel, maar ook om het bekwaam<br />

houden van personeel.<br />

Studenten volgen (een deel van) hun opleiding in de school. Zij combineren het leren in<br />

de school voor een volledige bevoegdheid met betaald of onbetaald werken in de<br />

school. Sinds 2010 heeft de ASKO zich ook verbonden aan de Academische PABO.<br />

OPLIS Introductiemiddag<br />

De ASKO organiseert elk voorjaar een introductiemiddag voor afstuderende LIOstagiaires.<br />

Deze worden door de ASKO ‘Young Professionals’ genoemd. De introductie is<br />

bedoeld als nadere kennismaking tussen toekomstig startende (OPLIS) leerkrachten en<br />

de ASKO.<br />

Door het voorstellen van de verschillende scholen op het gebied van onder andere cultuur,<br />

diverse onderwijsconcepten, omgeving en grootte krijgen de studenten een indruk<br />

waar de ASKO voor staat.<br />

5.2.10 Loopbaanbegeleiding<br />

De ASKO biedt intern loopbaantrajecten aan. De trajecten zijn bedoeld voor leerkrach-<br />

57


ten die zijn vastgelopen in hun werk, op een kruispunt staan in hun leven, niet goed<br />

functioneren of een outplacementtraject krijgen aangeboden.<br />

Een gemiddeld traject omvat vier tot zes gesprekken.<br />

Kandidaten kunnen worden gestuurd door de directie of zelf contact opnemen met de<br />

afdeling P&O. Directies zijn vrij om, voor eigen rekening, te kiezen voor een extern<br />

loopbaanadviesbureau.<br />

5.2.11 Kweekvijver<br />

De kweekvijver is een interne training voor kandidaten die geïnteresseerd zijn in managementfuncties.<br />

Kandidaten dienen voorgedragen te worden door hun directie.<br />

De training omvat zeven bijeenkomsten. Na de eerste bijeenkomst dient de kandidaat<br />

definitief te beslissen of hij/zij verder gaat. Na elke bijeenkomst wordt een opdracht<br />

meegegeven.<br />

Aan het einde van het traject wordt in overleg met de trainer, directeur en regiomanager<br />

beslist of de kandidaat in aanmerking komt voor een opleiding tot (adjunct-) directeur.<br />

Een assessment kan deel uitmaken van deze beoordeling.<br />

De kweekvijver wordt gefinancierd door de ASKO.<br />

De opleiding tot (adjunct)-directeur wordt onder voorwaarden van eventuele terugbetaling<br />

eveneens gefinancierd door de ASKO. Deze regeling houdt in dat van betrokkene<br />

voor elke maand dat deze in dienst blijft, de terugbetalingsverplichting met 1/30e<br />

wordt verminderd.<br />

5.1.12 Arbeidsomstandighedenbeleid (ARBO)<br />

Doelen<br />

Het Arbobeleid is gebaseerd op de wet (art. 12 WPO) en heeft tot doel de veiligheid,<br />

gezondheid en het welzijn van de medewerkers en de leerlingen op onze school te<br />

waarborgen.<br />

De belangrijkste verplichtingen die voortvloeien uit de Arbowetgeving zijn:<br />

o Het voeren van een verzuimbeleid.<br />

o Het opstellen van een schriftelijke inventarisatie en evaluatie van arbeidsrisico’s<br />

op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.<br />

o Het aan werknemers aanbieden van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek<br />

(PAGO).<br />

o Het goed organiseren van bedrijfshulpverlening. (EHBO, brandbestrijding, etc.)<br />

o Zich bij de uitvoering van genoemde taken laten ondersteunen door een gecertificeerde<br />

Arbodienst.<br />

Door middel van aanvullende wetgeving zijn in de overheidssector wettelijke maatregelen,<br />

die ten doel hebben een meer geïntegreerde aanpak van verzuim- en arbeidsongeschiktheidsproblemen<br />

te realiseren, van kracht.<br />

Verzuimbeleid<br />

Het voorkomen van (ziekte)verzuim is het belangrijkste onderdeel van het verzuimbeleid.<br />

Dat gebeurt onder meer door goede afspraken te maken over de taakinvulling (zie<br />

taakbeleid).<br />

58


Taakbeleid<br />

Taakbeleid beoogt een optimale afstemming tussen enerzijds al het werk dat op school<br />

moet gebeuren en anderzijds de kwaliteiten, de beschikbare tijd en de belastbaarheid<br />

van de teamleden.<br />

Het taakbeleid kent de volgende vier gebieden:<br />

1. Taakomvangbeleid<br />

Hierbij gaat het om afstemming tussen het totale takenpakket van de school en de<br />

beschikbare personeelsformatie.<br />

Centrale vragen zijn: welke taken zijn er? Wat is de inhoud van de verschillende<br />

taken? Hoeveel tijd kosten ze? Hoeveel tijd hebben we beschikbaar?<br />

Bovendien wordt aangegeven op welke wijze jaarlijkse evaluatie, het stellen van<br />

prioriteiten en afstemming van taken plaatsvindt.<br />

2. Taakverdelingsbeleid<br />

Dit gebied heeft betrekking op een evenwichtige verdeling van het vastgestelde takenpakket<br />

over functies en personeelsleden.<br />

Er zijn structurele afspraken over een aantal zaken dat van invloed is op de verdeling<br />

van de beschikbare tijd over de verschillende taakgroepen. Uitgaande van 1659<br />

uren geldt voor voltijders de volgende berekening:<br />

o Lesgevende taak 930 uur<br />

o Niet-lesgebonden taken (1659-166-930) = 563 uur en<br />

o Deskundigheidsbevordering 166 uur.<br />

Bij de lesgevende taak is er in principe sprake van directe contacturen met kinderen<br />

of gelden taken waarvoor vrijstelling van lessen is gegeven. De ochtendpauze<br />

van de leerlingen valt hier ook onder. Met betrekking tot de lesverwante taken is<br />

afgesproken welke taken daar, naast het voorbereiden en nakijken, onder vallen.<br />

Het gaat om taken die voor iedereen van toepassing zijn, zoals het bijwonen van<br />

vergaderingen.<br />

De niet-lesgebonden taken zijn groepsoverstijgend en worden over de teamleden<br />

verdeeld. Aan het eind van elk jaar en tijdens de functioneringsgesprekken wordt<br />

de taakverdeling geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.<br />

3. Taakbelastingsbeleid<br />

Dit deelbeleidsterrein heeft betrekking op te nemen maatregelen om de ervaren<br />

werklast op teamniveau te verminderen.<br />

Taakbeleid kan weliswaar een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen<br />

van de werkdruk, maar soms is er meer nodig zoals bijvoorbeeld tijdelijk extra vrijstelling<br />

van een deel van de werkzaamheden door de directie of het geven extra<br />

ondersteuning.<br />

In het beheersen van de taakbelasting van het personeel ziet de directie toe op<br />

een zo evenredig mogelijke spreiding van de werkzaamheden over het jaar, de<br />

week en de dag.<br />

59


4. Belastbaarheidsbeleid<br />

Dit gebied bestrijkt de zorg voor alle personeelsleden, waarbij wordt uitgegaan van<br />

de individuele belastbaarheid. Deze wordt onder andere zichtbaar in de functioneringsgesprekken.<br />

De centrale vraag is: wat kan de individuele leerkracht aan? Waar<br />

mogelijk wordt er rekening gehouden met persoonsfactoren die de belastbaarheid<br />

beperken.<br />

De directie zal een afweging moeten maken of er rekening gehouden kan worden<br />

met bepaalde persoonlijke omstandigheden. In principe zullen de afspraken voor<br />

taakverlichting altijd voor een beperkte duur gelden.<br />

Risico-inventarisatie en -evaluatie<br />

Krachtens de Arbo-wetgeving is iedere werkgever verplicht tot een actuele risicoinventarisatie<br />

en -evaluatie (RI&E). Deze RI&E omschrijft de risico’s voor de gezondheid<br />

die het werken bij de ASKO met zich kan meebrengen. In een op die RI&E gebaseerd<br />

plan van aanpak moet worden aangegeven hoe die risico’s opgeheven/aangepakt<br />

zullen worden en volgens welk tijdspad dit zal gebeuren. Ook dient te worden vermeld<br />

wie dit gaat uitvoeren.<br />

Bij controle van de Arbeidsinspectie moet een schooldirecteur een actuele RI&E en een<br />

plan van aanpak kunnen overhandigen. De RI&E moet elke drie jaar worden gehouden.<br />

Op basis daarvan stellen de scholen een plan van aanpak op. Dit vormt de basis van het<br />

ARBO-beleid.<br />

In februari <strong>2011</strong> is de school opnieuw beoordeeld op dit punt. Er zijn geen bijzonderheden<br />

geconstateerd, zodat er geen aanleiding is voor nieuwe actiepunten.<br />

Bedrijfshulpverleners<br />

De ASKO beschikt totaal over zo’n driehonderd BHV’ers. De ASKO zorgt voor de opleiding<br />

en vervolgtrainingen van de BHV’ers.<br />

Op basisschool St. Augustinus zijn drie BHV’ers actief.<br />

Ondersteuning tijdens ziekte<br />

De ASKO is erop gericht langdurig zieken maximale ondersteuning bieden om het werk<br />

weer te kunnen hervatten. Die ondersteuning kan bestaan uit het verstrekken van<br />

voorzieningen zoals hulp van een bedrijfsmaatschappelijk werker of psycholoog of materiële<br />

voorzieningen bij fysieke problematiek.<br />

Re-integratie<br />

Indien tijdens ziekte van een medewerker blijkt dat plaatsing in de eigen functie of<br />

een andere (aangepaste) functie binnen de ASKO niet meer mogelijk is, dan verplicht<br />

de wet Poortwachter deze medewerker te begeleiden naar een functie buiten de ASKO<br />

(2e-spoor traject).<br />

Scholing<br />

Scholing is een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid (streven naar competent<br />

personeel). Nascholing als middel voor professionele loopbaanontwikkeling krijgt vorm<br />

binnen het doelstellingengesprek en/of het functioneringsgesprek. In deze gesprekken<br />

worden de interesses geïnventariseerd en vindt een verkenning plaats van het ontwikkelings-<br />

of loopbaanperspectief.<br />

Op grond hiervan kunnen afspraken worden gemaakt over individuele nascholing. Deze<br />

scholing maakt dan deel uit van de persoonlijke ontwikkelingspunten en wordt in volgende<br />

gesprekken geëvalueerd.<br />

60


Uitgangspunten scholing ASKO en basisschool St. Augustinus<br />

De uitgangspunten van het professionaliseringsbeleid sluiten naadloos aan bij de standaard<br />

en indicatoren, die de Rijksinspectie op dit gebied heeft geformuleerd:<br />

o De scholen werken continu aan de deskundigheidsbevordering van de teamleden.<br />

o De teamleden handelen vanuit een gemeenschappelijk visie over ontwikkeling en<br />

onderwijs.<br />

o De teamleden ervaren een grote mate van collegialiteit.<br />

o De schoolleiding bevordert de actieve betrokkenheid van teamleden bij de verbetering<br />

van de kwaliteit van het onderwijs.<br />

o De schoolleiding ondersteunt en stimuleert de teamleden bij hun werk.<br />

o De schoolleiding zorgt voor opvang en coaching van (beginnende) teamleden.<br />

o De schoolleiding bevordert de professionele ontwikkeling van de teamleden.<br />

o De schoolleiding bevordert dat leraren over voldoende deskundigheid kunnen beschikken<br />

voor een functioneel gebruik van ICT bij hun onderwijs.<br />

o De school zorgt voor een functionele begeleiding van stagiairs en leraren-inopleiding.<br />

Samenstelling nascholingsplan<br />

Het nascholingsplan loopt van augustus tot augustus. Er bestaan verschillende vormen<br />

van nascholing:<br />

o Nascholing van individuele personeelsleden die relevant is voor zijn/haar werkzaamheden.<br />

o Scholingsbijeenkomsten rond een didactisch/onderwijskundig onderwerp voor het<br />

hele team of leerkrachten van een of meer bouwen.<br />

o Scholingen in het kader van bepaalde speerpunten van het bestuur.<br />

o Functiegerichte scholingen voor bepaalde functiegroepen van het personeel, zoals<br />

managementcursussen.<br />

Het nascholingsplan bevat in elk geval de volgende onderdelen:<br />

o Opsomming van cursussen die gevolgd gaan worden.<br />

o Aard van de nascholing.<br />

o Duur van de nascholing.<br />

o Doelgroep.<br />

o Kosten.<br />

o Bedrag dat voor de school beschikbaar is.<br />

o Korte inhoudelijke argumentatie, gerelateerd aan ontwikkelingen in de school.<br />

Uitgangspunten en criteria voor de keuze van nascholing<br />

In principe komt ieder personeelslid in aanmerking voor nascholing als het budget het<br />

toelaat en als de nascholing in overeenstemming is met de plannen van de school. Dat<br />

impliceert in termen van toewijzingscriteria:<br />

o Als het budget (op korte termijn) het toelaat, kunnen alle aanvragen gehonoreerd<br />

worden.<br />

o Aanvragen worden bij voorkeur (en indien mogelijk) gebundeld.<br />

61


Volgorde van toekenning:<br />

1. Managementbelang/bestuurlijk belang.<br />

2. Schoolbelang.<br />

3. Individueel belang.<br />

Vervolgens komen in volgorde van prioriteit:<br />

1. Aanvragen in het kader van nieuwe ontwikkelingen binnen de school.<br />

2. Aanvragen in het kader van nieuwe taken binnen de school.<br />

3. Aanvragen om redenen van loopbaanplanning.<br />

4. Aanvragen uit persoonlijke interesse.<br />

5. Via de Informatiebeheergroep (lerarenbeurs) waar elke leerkracht eenmalig een<br />

beroep op kan doen in het kader van een opleiding.<br />

De directie toetst alle aanvragen aan het nascholingsbeleid.<br />

Gehonoreerde aanvragen worden opgenomen in het nascholingsplan.<br />

De directie voorziet de aanvragen, die niet gehonoreerd kunnen worden, van een argumentatie.<br />

De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld een mondelinge of schriftelijke toelichting<br />

te geven. Bij verschil van mening kan de aanvrager het nascholingsverzoek voorleggen<br />

aan de regiomanager. De uitspraak van de regiomanager is bindend voor de directie.<br />

Het nascholingsplan kan dan worden ingevuld.<br />

Leerkrachten hebben bij de behandeling van het nascholingsplan in de medezeggenschapsraad<br />

nog de mogelijkheid een en ander bespreekbaar te maken.<br />

Evaluatie nascholing<br />

Via evaluatie wordt nagegaan of de nascholing daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de<br />

beoogde doelen van de school.<br />

Vergoeding van kosten en overige faciliteiten<br />

Nascholing kan vrijwillig zijn, als onderdeel van de permanente loopbaanontwikkeling.<br />

Daarnaast kan nascholing het karakter hebben van een opgedragen taak, bijvoorbeeld<br />

wanneer scholing noodzakelijk wordt geacht voor een goede taakvervulling of het behouden<br />

van een arbeidsplaats.<br />

Bij individuele nascholingsverzoeken is het faciliteren afhankelijk van een beoordeling<br />

van de relevantie die bijscholing heeft voor de functie-uitoefening.<br />

Dit wordt normaliter in het POP- of functioneringsgesprek besproken.<br />

De betrokken medewerker wordt verzocht een concreet studieplan in te dienen met<br />

gegevens over de nascholing.<br />

Begeleiding<br />

Begeleiding van leerkrachten, met name in de vorm van klassenbezoeken, blijft gedurende<br />

de hele loopbaan zeer belangrijk.<br />

In het algemeen vindt de begeleiding plaats door de leidinggevende. In ieder geval zal<br />

er door de leidinggevende minimaal twee keer per jaar een klassenbezoek worden verricht.<br />

De interne begeleider verricht jaarlijks één klassenbezoek aan de hand van de ‘kijkwijzer<br />

zorg’. Doel van deze bezoeken is het controleren van gemaakte afspraken, het bewaken<br />

van de doorgaande lijn, het geven van onderwijskundig advies en het bieden van<br />

62


hulp. De bezoeken worden altijd met de leerkracht nabesproken en er volgt een schriftelijk<br />

verslag dat wordt opgenomen in het personeelsdossier. Het spreekt vanzelf dat<br />

gesprekken over de voortgang en de begeleiding vertrouwelijk zijn.<br />

Daar waar nodig wordt directe actie ondernomen om de leerkracht van extra begeleiding<br />

te voorzien.<br />

Taakdifferentiatie<br />

Taakdifferentiatie is een belangrijk beleidsinstrument: het bevordert de ontwikkeling<br />

en betrokkenheid van de medewerkers en bewijst de schoolontwikkeling een grote<br />

dienst.<br />

De mogelijkheden liggen vooral op het gebied van de taakroulatie (rouleren van groepen),<br />

de schooltaken, specialisaties, coördinatietaken en managementtaken.<br />

63


Hoofdstuk 6 Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg<br />

6.1 Inleiding<br />

Bij het denken over ‘kwaliteit’ zijn verschillende invalshoeken mogelijk:<br />

1. De kwaliteit en samenhang van het onderwijsaanbod, zoals dat wordt gerealiseerd<br />

door het schoolteam, inclusief ondersteunende functionarissen<br />

2. De (objectieve en) meetbare resultaten die worden behaald in relatie tot de gestelde<br />

doelen in termen van meetbare en/of observeerbare opbrengsten<br />

Het gaat om de vraag in hoeverre de nagestreefde leer- en ontwikkelingsresultaten<br />

worden behaald: is er voldoende rendement?<br />

Hierop zijn een aantal goed te beïnvloeden factoren van invloed: kwaliteit en professionaliteit<br />

van de directie en leerkrachten, de methodieken en hulpmiddelen,<br />

interne organisatie en personeelsbeleid, e.d..<br />

Maar ook minder grijpbare factoren spelen een rol: bijvoorbeeld de samenstelling<br />

de leerlingenpopulatie, het instroomniveau, e.d.<br />

3. Het imago dat de school heeft in de omgeving waarin zij functioneert<br />

Basisschool St. Augustinus werkt continue aan het bepalen, bewaken en bevorderen van<br />

de kwaliteit van het onderwijs. Dit hoofdstuk geeft aan op welke manier de kwaliteitszorg<br />

van onze school wordt vormgegeven.<br />

In de kern is kwaliteitszorg in scholen te herleiden tot vijf eenvoudige vragen:<br />

o Doen we de goede dingen?<br />

o Doen we die dingen ook goed?<br />

o Hoe weten we dat?<br />

o Vinden anderen dat ook?<br />

o Wat doen we met die wetenschap?<br />

Kortom, kwaliteitszorg betekent dat scholen proberen systematisch de ‘goede dingen<br />

nog beter te doen’. Adequate zelfevaluatie-instrumenten en een heldere plannings- en<br />

beleidscyclus zijn hiervoor onontbeerlijk.<br />

Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van de<br />

school noodzakelijk. Dat betekent: het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen<br />

verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken.<br />

Dat is kwaliteitszorg: het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en<br />

goed management om de benodigde acties en controles uit te voeren waarmee de<br />

school de gewenste kwaliteit systematisch levert en waarmee de school die kwaliteit<br />

ook continu kan verbeteren.<br />

Het voeren van kwaliteitsbeleid en het doen aan kwaliteitszorg is van essentieel belang<br />

voor hetgeen de school presteert, zowel procesmatig als productmatig.<br />

Daarbij is het van belang periodiek stil te staan bij de graad van ontwikkeling van de<br />

school in relatie tot de plaatselijke, regionale en landelijke ontwikkelingen van het<br />

(primair) onderwijs. Zo wordt voorkomen dat de school in een achterstandssituatie terechtkomt.<br />

64


Het is van groot belang dat alle leerkrachten kwaliteitszorg tot hun verantwoordelijkheid<br />

rekenen, en dat het niet alleen de verantwoordelijkheid van directie en zorgfunctionarissen<br />

blijft.<br />

Kwaliteitsbeleid en –zorg heeft een nauwe relatie met de zorg aan leerlingen die extra<br />

ondersteuning nodig hebben voor een goede ontwikkeling.<br />

In dat kader wordt ook verwezen naar het interne Zorgplan, dat de school heeft geformuleerd.<br />

Er is uiteraard ook een relatie met de organisatiestructuur van de school, de formatieinzet<br />

en het taakbeleid: deze zijn in deze notitie verder buiten beschouwing gelaten en<br />

vastgelegd in andere beleidsdocumenten en procedures en krijgen zeker de benodigde<br />

aandacht.<br />

De kwaliteitszorg op basisschool St. Augustinus voldoet aan de eisen die de Inspectie<br />

stelt. De volgende indicatoren geven richting bij het vormgeven aan de zorg voor kwaliteit.<br />

De school:<br />

o heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie;<br />

o evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en maakt<br />

trendanalyses vanuit de gegevens van het leerlingvolgsysteem;<br />

o evalueert regelmatig het leren en onderwijzen aan de hand van een kijkwijzer<br />

waarin de competenties van de leerkracht zijn opgenomen;<br />

o werkt planmatig aan verbeteractiviteiten;<br />

o borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen door afspraken en procedures die<br />

getoetst zijn vast te leggen en<br />

o de school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde<br />

kwaliteit van het onderwijs.<br />

De school beschikt over een beleidsdocument met betrekking tot kwaliteit, waarin<br />

naast de visie, uitgangspunten en doelstellingen ook de concrete werkwijze is beschreven.<br />

Hieronder is slechts een samenvatting opgenomen.<br />

6.2 Uitgangspunten<br />

Op basisschool St. Augustinus zijn de volgende uitgangspunten leidend voor de wijze<br />

waarop wij vorm geven aan kwaliteitsbeleid:<br />

a. De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. De directie heeft een cruciale rol als<br />

het gaat om de aansturing van kwaliteitszorg. Uiteraard is de zorg voor de (eigen)<br />

kwaliteit een zorg die bij iedere medewerker of betrokkene van onze school hoort<br />

te liggen, maar de wijze waarop de kwaliteit wordt bepaald, bewaakt en bevorderd<br />

is de verantwoordelijkheid van de directie.<br />

b. De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen, zoals geformuleerd<br />

in dit schoolplan. De kwaliteitszorg richt zich op doelen van het bestuur en<br />

van de school. Daar staat de school voor en zij mag daarop worden aangesproken.<br />

c. De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. Voor een professionele<br />

schoolcultuur is een professionele schoolleiding nodig die kan beschikken over professionele<br />

medewerkers. Om de medewerkers zo goed mogelijk te kunnen faciliteren<br />

en begeleiden bij hun taak op school, heeft het bestuur in de afgelopen jaar<br />

veel werk gemaakt van het Integraal Personeels Beleid (IPB) en de Wet Bio.<br />

Bij het personeelsbeleid wordt uitgegaan van het werken in teams en/of deelteams<br />

65


van professionals met verschillende rollen en taken, samen verantwoordelijk voor<br />

de leerprocessen van groepen leerlingen.<br />

d. Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en<br />

bestuur betrokken. In het kwaliteitsbeleidsplan (zie het onderliggende beleidsplan<br />

met betrekking tot kwaliteit) wordt aangegeven op welke wijze wij de diverse<br />

groepen betrekken.<br />

6.3 Aspecten van kwaliteitszorg<br />

Binnen de basisschool St. Augustinus worden twee aspecten van kwaliteitszorg onderscheiden:<br />

a. Interne kwaliteitszorg<br />

Alle gerichte activiteiten van de school zelf om de kwaliteit vast te stellen en te<br />

waarborgen.<br />

Van scholen wordt verwacht, dat zij beschikken over een systeem voor interne kwaliteitszorg,<br />

waarmee zij zelf de kwaliteit van de school beschrijven, beoordelen en<br />

borgen of verbeteren.<br />

Interne kwaliteitszorg kent drie invalshoeken:<br />

1. De kwaliteit van het onderwijsaanbod.<br />

2. De leer- en ontwikkelingsresultaten.<br />

3. Het imago van de school<br />

De kwaliteit van het onderwijsaanbod en de leer- en ontwikkelingsresultaten<br />

Onderwijs geven heeft alleen zin als er rendement wordt behaald.<br />

Dat betekent, dat de school zich richt op het in kaart brengen van de resultaten<br />

van het onderwijs.<br />

Daartoe behoren uiteraard de meetbare leerresultaten, vast te stellen met behulp<br />

van de daarvoor beschikbare methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen.<br />

De school stelt zich streefdoelen, in relatie tot de leerlingenpopulatie en de categorie<br />

van de school, door op de methodeonafhankelijke toetsen streefcijfers aan te<br />

geven: het streefniveau.<br />

De daarvoor verantwoordelijke functionarissen (directie in samenwerking met de<br />

Interne Begeleider) analyseren de behaalde resultaten voortdurend, gaan na welke<br />

factoren hierop van invloed zijn geweest en passen het beleid en de activiteiten<br />

van de school aan op de uitkomsten van deze analyses.<br />

Op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen worden<br />

eveneens instrumenten ingezet ter beoordeling van het rendement van de onderwijsinspanningen:<br />

checklists, gesloten en open observaties, waar nodig aangevuld<br />

met observaties en/of toetsen door externe deskundigen.<br />

Het imago van de school<br />

Bij het imago van de school gaat het primair over het beeld dat de (potentiële)<br />

klanten van de school over de kwaliteit van het onderwijs hebben.<br />

Dit beeld komt tot stand op basis van concrete, subjectieve ervaringen van de ouders<br />

die hun kind reeds op de school hebben geplaatst.<br />

De school maakt voor het in beeld brengen van het imago van de school gebruik van<br />

een periodiek ‘oudertevredenheidsonderzoek’. Dit onderzoek wordt verricht in re-<br />

66


latie tot de schoolplancyclus: één keer per vier jaar tenzij de school argumenten<br />

heeft om het tussentijds of vaker te doen.<br />

Overige activiteiten en instrumenten in het kader van de interne kwaliteitszorg<br />

De kwaliteit van het onderwijs wordt mede bewaakt en gestimuleerd door:<br />

a. Schoolniveau<br />

o Instrumentarium ‘Werken met Kwaliteit’ van Cees Bos. (4-jaarlijkse<br />

Quickscan en jaarlijks onderzoek van één of meer domeinen)<br />

o Oudertevredenheidsonderzoek. (1 x per 4 jaar)<br />

o Enquête onder leerkrachten, ouders en leerlingen met betrekking tot De<br />

Vreedzame School.<br />

o Het leerlingvolgsysteem (LVS): zie hiervoor het Zorgplan van de school.<br />

o Klassenconsultaties.<br />

o De gesprekscyclus en persoonlijke ontwikkelingsplannen: doelstellingengesprekken<br />

(POP-gesprekken), en functionerings- en beoordelingsgesprekken<br />

gehouden tussen medewerkers en leidinggevende.<br />

Het doel van deze gesprekken is de kwaliteit te vergroten en het welbevinden<br />

van de medewerkers te verhogen.<br />

Leidinggevenden hebben dit type gesprekken met de regiomanager.<br />

o Collegiale consultatie.<br />

b. Leerkrachtniveau<br />

o Klassenbezoeken: 1x per jaar door de directie.(bij nieuwe leerkrachten vaker)<br />

De leidinggevende houdt tenminste jaarlijks klassenbezoeken. De bezoeken<br />

staan in het teken van een vooraf gesteld doel op het gebied van pedagogisch<br />

klimaat of didactisch handelen. Daarnaast verzorgt de IB’er klassenbezoeken<br />

in het teken van de ontwikkeling van de school met betrekking<br />

tot zorg.<br />

o Coaching van nieuwe leerkrachten tijdens de inwerkperiode.<br />

o Teamscholing.<br />

o Individuele nascholing.<br />

o Externe begeleiding.<br />

c. Niveau schoolleiding<br />

o Scholing.<br />

o Coaching.<br />

o Intervisie.<br />

o Monitor.<br />

b. Externe kwaliteitszorg<br />

Vanwege het subjectieve karakter van een zelfbeoordeling, mag een externe kwaliteitsbeoordeling<br />

niet ontbreken.<br />

Externe kwaliteitszorg omvat de gerichte activiteiten die derden ondernemen om<br />

de kwaliteit van het onderwijs vast te stellen en te bewaken.<br />

Hierbij moet allereerst worden gedacht aan evaluatie- en onderzoeksactiviteiten<br />

door de Inspectie: het jaarlijkse Onderzoek (JO) en eventueel het Periodiek Kwaliteits<br />

Onderzoek (PKO).<br />

Van deze bezoeken wordt een rapport gemaakt dat informatie geeft over de stand<br />

van zaken ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs.<br />

67


Het betreft vooralsnog de volgende domeinen:<br />

1. Leerstofaanbod.<br />

2. Leertijd.<br />

3. Pedagogisch klimaat.<br />

4. Didactisch handelen.<br />

5. Leerlingenzorg.<br />

6. Opbrengsten.<br />

7. Kwaliteitszorg.<br />

8. Professionalisering.<br />

9. Interne communicatie.<br />

10. Externe contacten.<br />

11. Contacten met ouders<br />

12. Inzet van middelen<br />

13. Integraal Personeels Beleid (IPB)<br />

Ook evaluatieactiviteiten, verricht door externe instanties die een implementatietraject<br />

binnen de school uitvoeren of ondersteunen en/of evaluatieactiviteiten<br />

vanuit (bijvoorbeeld) projecten waaraan wordt deelgenomen, behoren tot het domein<br />

van de externe kwaliteitszorg.<br />

6.4 Meerjarenplanning veranderingsonderwerpen<br />

Om de kwaliteit van onze school te garanderen en waar nodig te verbeteren, moeten er<br />

zicht zijn op alle aspecten van ons onderwijs. In de vorige paragraaf is dit verder uitgewerkt.<br />

Kwaliteitszorg kan echter niet volstaan met het meten van gegevens. De gegevens moeten<br />

worden geanalyseerd en geïnterpreteerd, verbeteringen moeten worden aangebracht<br />

en na verloop van tijd moet opnieuw worden gemeten. (evaluatie)<br />

Het kwaliteitsbeleid van de school is daarom een cyclisch proces, waarbij gebruik<br />

wordt gemaakt van een de PDCA- cyclus:<br />

P PLAN<br />

Dit omvat niet alleen het plan van aanpak voor de noodzakelijke verbetering of innovatie,<br />

maar ook de formulering van het gewenste resultaat en hoe en wanneer getoetst<br />

gaat worden of het gewenste resultaat is bereikt.<br />

D DO<br />

Het plan wordt uitgevoerd zoals is voorgeschreven.<br />

C CHECK<br />

Door middel van controle en evaluatie wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat<br />

behaald is.<br />

A ACT (of: ADAPT)<br />

Dit is de fase van bijstelling. En als het gewenste resultaat bereikt is, kan de school<br />

aan de volgende verbetering beginnen en wordt de cirkel opnieuw doorlopen.<br />

Na het doorlopen van de stappen binnen deze cyclus is het van belang dat veranderingen<br />

en verbeteringen geborgd worden. Zonder borging loopt de school de kans na een<br />

68


aantal jaren weer van voren af aan te moeten beginnen.<br />

De evaluatie-instrumenten worden cyclisch in een periode van vier jaar afgenomen, elk<br />

jaar de actuele en relevante onderdelen. De stappen die de school vervolgens zet,<br />

worden opgenomen in de meerjarenplanning van de school.<br />

6.5 Overleg en besluitvorming<br />

Om te bewerkstelligen dat de school op planmatige wijze overleg voert en besluiten<br />

neemt over de kwaliteit op de school en de eventuele verbeteringstrajecten, hanteert<br />

de school de volgende overlegstructuur:<br />

Overleg DeelneFrequenmerstie Zorgoverleg Directie 1x per<br />

(zie ook het Zorgplan) IB’er week<br />

Zorgteam Extern des- 6 x per<br />

kundigen<br />

Directie<br />

IB’er<br />

Leerkracht<br />

jaar<br />

Zorgvergadering Team 6 X per<br />

jaar<br />

Teamvergadering Team 1x per<br />

maand<br />

Werkvergaderingen<br />

Commissies Betrokken<br />

leerkrachten<br />

Team 6 X per<br />

jaar<br />

MR Ouders<br />

Twee teamleden<br />

Ouderraad Ouders<br />

Twee teamleden<br />

In onderlingoverleg<br />

6 x per<br />

jaar<br />

6 x per<br />

jaar<br />

Studiedagen Hele team 2 à 3 x per<br />

jaar<br />

Inhoud Besluitvorming<br />

Zorg<br />

LVS<br />

2/3 meerderheid<br />

Zorgleerlingen 2/3 meerderheid<br />

Onderwijsinhoud<br />

op zorg, leerling-<br />

bespreking<br />

Organisatie teamniveauOnderwijsinhou-<br />

den<br />

Werken aan b.v.<br />

groepsplannen,<br />

onderzoek nieuwe<br />

methodes<br />

Nieuwe methodes,<br />

feesten,<br />

Passend Onder-<br />

wijs, rapporten<br />

Onderwijsbeleid,<br />

onderwijsinhoud<br />

Bovenschools<br />

beleid<br />

Organisatie Algemeneouderavond,<br />

feesten en<br />

partijen<br />

Afhankelijk van<br />

ontwikkeling<br />

Consensus<br />

2/3 meerderheid<br />

N.v.t.<br />

Adviserend<br />

Advies en instemmingsrecht<br />

N.v.t.<br />

N.v.t.<br />

69


Hoofdstuk 7 Verantwoording en regelingen<br />

7.1 Inleiding<br />

De school is verantwoording schuldig aan zichzelf, aan de leerlingen en hun ouders, aan<br />

het bestuur, aan het bovenschools management en aan de collega-scholen en de Inspectie<br />

van het Onderwijs als vertegenwoordiger van de maatschappij.<br />

Aan zichzelf, de collega-scholen, het bestuur en het bovenschools management verantwoordt<br />

zij zich door middel van het schoolplan. Daarnaast worden managementrapportages<br />

opgesteld en besproken tussen de scholen onderling en met het bovenschools<br />

management/bestuur.<br />

De leerlingen en ouders informeren wij over het onderwijs en de gerealiseerde kwaliteit<br />

via de schoolgids. Daarnaast worden de ouders en leerlingen uitgebreid geïnformeerd<br />

over de uitkomsten van de tevredenheidsmetingen die onder deze groepen worden<br />

gehouden. In deze rapportage wordt tevens opgenomen wat er met de uitkomsten<br />

in de komende jaren gedaan wordt.<br />

De inspectie wordt geïnformeerd via dit schoolplan en de stukken waarnaar in dit plan<br />

wordt verwezen.<br />

Procedures<br />

Bestuur en school hebben een aantal procedures vastgelegd. Hieronder worden de belangrijkste<br />

beschreven.<br />

Alle procedures en protocollen zijn op school aanwezig.<br />

7.2 Klachtenregeling<br />

De ASKO beschouwt een goede klachtenregeling als onderdeel van kwaliteitsbeleid. Op<br />

alle scholen zijn contactpersonen aangesteld en in de schoolgids van de school is informatie<br />

opgenomen over de klachtenregeling. Er wordt deskundigheidsbevordering voor<br />

de contactpersonen georganiseerd. Ook is er een gedragscode voor leerlingen en personeel<br />

ontwikkeld.<br />

Als ‘lerende school’ wordt er voor zorg gedragen dat voor klachtafhandeling (zowel in<br />

het informele als formele traject) ervaringen worden benut.<br />

7.3 Noodprocedure<br />

Het ‘Protocol Noodprocedure’ bevat een aantal school-bestuurlijke afspraken om te<br />

voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten als de basisschool voor hen (tijdelijk)<br />

geen onderwijs meer kan verzorgen. Het protocol geeft aan wat betrokkenen moeten<br />

doen als voor de school een onhoudbare situatie met een leerling is ontstaan. De Noodprocedure<br />

maakt deel uit van VIA Amsterdam.<br />

In het kort komen de afspraken op het volgende neer. De directie neemt contact op<br />

met het schoolbestuur op het moment dat de situatie rond een kind op school onhoudbaar<br />

is. Tegelijkertijd stelt de directie de coördinator van het zorgplatform op de hoogte.<br />

De Noodprocedure voorziet in afstemming tussen directie, schoolbestuur, ouders en<br />

de coördinator van het zorgplatform.<br />

Als de leerling van school gaat, stelt de directie van de nieuwe school een document<br />

70


op. Dit gebeurt samen met de ouders en mede onder verantwoordelijkheid van het<br />

schoolbestuur van de oude school. In dit document leggen ze de afspraken vast over het<br />

onderwijs en de zorg die de nieuwe school kan bieden.<br />

7.4 Managementstatuut<br />

Het bevoegd gezag stelt een managementstatuut vast. Dit statuut is op het moment van<br />

samenstellen van dit schoolplan in ontwikkeling.<br />

7.5 Werving en selectie<br />

Er is een procedure vastgelegd die betrekking heeft op vacatures in de vaste formatie.<br />

In deze procedure staan afspraken over de werving en selectie, de afronding en benoeming.<br />

7.6 Regels voor toelating van leerlingen<br />

In de periode vanaf de leeftijd van drie jaar en tien maanden tot het bereiken van de<br />

leeftijd van vier jaar kan de school kinderen gedurende ten hoogste vijf dagen ter gewenning<br />

toelaten.<br />

Kinderen van 4 jaar oud zijn op de school toelaatbaar, maar nog niet leerplichtig. Kinderen<br />

van 5 jaar en ouder zijn leerplichtig.<br />

Ouders/verzorgers van kinderen kunnen hun kind op de school inschrijven. Bij de aanmelding<br />

vindt een informatief gesprek plaats met de schoolleiding.<br />

Indien er plek is worden de kinderen van alle ouders, die voor basisschool St. Augustinus<br />

kiezen, ingeschreven. Leerlingen, die al een broertje en/of zusje op school hebben,<br />

gaan voor bij de aanname.<br />

Komt een kind op school vanaf groep 2 of later dan wordt de volgende procedure gevolgd:<br />

o Gesprek met de ouders door de directie.<br />

o De directie neemt contact op met de school van herkomst en vraagt een onderwijskundig<br />

rapport op.<br />

o De Interne begeleider kan het kind testen en bespreekt daarna de resultaten met<br />

de ouders en de eventuele toekomstige leerkracht.<br />

o De school gaat na of het kind geplaatst kan worden in de daarvoor in aanmerking<br />

komende groep en houdt daarbij rekening met het bovenstaande en de groepssamenstelling.<br />

o De directie en de I.B-er nemen een besluit omtrent plaatsing.<br />

Kinderen, die tijdens een verwijzingsprocedure (richting SBO of andere vorm van speciaal<br />

onderwijs) van basisschool veranderen, moeten rekenen op een speciale procedure<br />

of voorwaardelijke inschrijving waarbij eventueel het bevoegd gezag (bestuur) betrokken<br />

kan worden.<br />

Kinderen met een handicap, zowel lichamelijk als verstandelijk, kunnen gebruik maken<br />

van leerlinggebonden-financiering (LGF, de zogenaamde ‘rugzakkinderen’)<br />

Om de ouders goed op de hoogte te stellen van de mogelijkheden en onmogelijkheden<br />

van de school wordt een indicatielijst, zoals die door de regionale verwijzingscommissie<br />

is opgesteld, gehanteerd en de school zet daar haar hulpverleningsmogelijkheden<br />

71


naast. Deze extra hulp kan altijd worden aangevuld met ambulante begeleiding.<br />

De school hanteert daarnaast nog de volgende procedure voor de aanname van kinderen<br />

met een handicap:<br />

o Allereerst voeren de directeur en de intern begeleider een gesprek met de ouders.<br />

o Er wordt informatie verzameld over de aard van de handicap.<br />

o Binnen het team wordt overleg gepleegd over de aangemelde leerling en de mogelijkheid<br />

om hem/haar te plaatsen en te begeleiden. Hierbij wordt rekening gehouden<br />

met de indicatielijst die is opgesteld door de ‘Regionale Verwijzingscommissie’.<br />

(RVC)<br />

o Hierna vindt er weer een gesprek plaats met de ouders en wordt er eventueel een<br />

vervolgtraject afgesproken.<br />

o Plaatsing is onder andere afhankelijk van de aard van de handicap en van de mogelijkheden<br />

en beperkingen van de school om een en ander aan te kunnen. Dit laatste<br />

kan afhankelijk zijn van het schoolteam, de groep waarin een kind eventueel geplaatst<br />

wordt, de (extra) zorg die de school, de leerkracht en de IB’er kunnen bieden.<br />

Maar een en ander is ook afhankelijk van de mogelijkheid van ondersteuning<br />

door ouders en ambulante begeleiding en van de mogelijkheid van (eventueel benodigde)<br />

aanpassingen van het schoolgebouw.<br />

o De beslissing over de plaatsing wordt genomen door de directie in samenspraak met<br />

de IB’er. Het bevoegd gezag wordt hier eventueel bij betrokken.<br />

7.7 Schorsing en verwijdering<br />

In overleg met het bestuur zal de directie - slechts in zeer uitzonderlijke gevallen - een<br />

leerling voordragen voor schorsing bij het bevoegd gezag. De directie stuurt dan een<br />

brief aan de ouders met de vermelding van het feit dat de leerling aan het schoolbestuur<br />

ter verwijdering is voorgedragen.<br />

Het schoolbestuur zal betreffende partijen horen en eventueel overgaan tot definitieve<br />

verwijdering. Alleen het schoolbestuur is bevoegd tot schorsing/verwijdering.<br />

Indien het bestuur besluit tot schorsing stuurt de directie daarvan bericht aan de ouders.<br />

De Rijksinspectie zal, onder vermelding van de reden en de duur van de schorsing,<br />

schriftelijk op de hoogte worden gebracht evenals de leerplichtambtenaar.<br />

7.8 Vermissing<br />

Een persoon (kind) is vermist als:<br />

Het kind tegen redelijke verwachting afwezig is uit de voor dat kind gebruikelijke<br />

en veilige omgeving<br />

Er sprake is van een plotselinge en onverwachte afwezigheid<br />

De verblijfplaats van het kind onbekend is, en als het in het kinds belang is, dat die<br />

wordt vastgesteld.<br />

In geval van vermissing heeft en neemt de directie de leiding. De directeur zal het protocol<br />

van de ASKO ‘Hoe te handelen bij vermissing van een leerling tijdens of vlak na<br />

schooltijd’ direct inzetten. Het protocol is op school aanwezig.<br />

72


Hoofdstuk 8 Afsluiting<br />

Het schoolplan is een ‘levend’ document: er dient steeds ruimte te zijn om op grond van<br />

nauwgezette evaluatie en andere ervaringsgegevens te komen tot bijstelling. Daarin is in dit<br />

schoolplan voorzien door veel aandacht te schenken aan de interne en externe communicatie:<br />

overlegstructuren, voorlichting en het systematisch verzamelen van gegevens over (het functioneren<br />

van) de school.<br />

Er is voor gekozen om niet alle onderliggende beleidsdocumenten, waarover de school beschikt,<br />

als bijlage op te nemen in dit plan: dat zou het geheel onleesbaar maken. Alle bedoelde<br />

beleidsnotities zijn echter op de school in te zien of op te vragen.<br />

Ik vertrouw erop dat met dit schoolplan een gedegen basis is gelegd voor de schoolontwikkeling<br />

in de komende vier jaar.<br />

Rest mij dank te zeggen aan al degenen die betrokken zijn geweest bij de samenstelling van<br />

dit document.<br />

Adèle Poelmans, directeur<br />

Juli <strong>2011</strong><br />

73


Bijlage 1 Overzicht van leermiddelen en toetsen<br />

Nederlandse Taal/Lezen<br />

Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />

Groep 1 en 2 o Leeslijn o Bas gaat digitaal<br />

Groep 3 o Leeslijn<br />

o Lettervos & Letterdas<br />

o Mijn letterboekje<br />

o Spelling in de lift<br />

o Klank van de dag<br />

o Flits<br />

o Zuid Vallei:<br />

Remediërend<br />

leesprogramma<br />

o Woordkasteel<br />

o Leskompas<br />

Groep 4 o Leeslijn<br />

o Taaljournaal<br />

o (spelling +<br />

taal)<br />

o Goed Gelezen<br />

Groep 5 o Leeslijn<br />

o Taaljournaal<br />

(spelling +<br />

taal)<br />

o Goed Gelezen<br />

o Ambrasoft<br />

o Spelling in de lift<br />

o Zuid Vallei: Remedierend<br />

begrijpend leesprogramma<br />

o Flits<br />

o Zuid Vallei: Remedierend<br />

leesprogramma<br />

o Woordkasteel<br />

o Leskompas<br />

o Ambrasoft<br />

o Spelling in de lift<br />

o Zuid Vallei:<br />

Remediërend begrijpend<br />

leesprogramma<br />

o Flits<br />

o Zuid Vallei: Remedierend<br />

leesprogramma<br />

Woordkasteel<br />

o Leskompas<br />

o Ambrasoft<br />

Toetsen<br />

o Taal voor kleuters<br />

o Cito Taal<br />

o AVI<br />

o DMT<br />

o Woordenschat<br />

o Begrijpend lezen<br />

o AVI<br />

o DMT<br />

o Begrijpend lezen<br />

o Spelling Cito<br />

o AVI<br />

o DMT<br />

o Begrijpend lezen<br />

o Spelling Cito<br />

74


Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />

Toetsen<br />

Groep 6 o Leeslijn o Spelling in de lift o AVI<br />

o Taaljournaal o Zuidvallei Remediërend o DMT<br />

(spelling + begrijpend leespro- o Begrijpend lezen<br />

taal)<br />

gramma<br />

o Spelling Cito<br />

o Goed Gelezen o Flits<br />

o Zuid Vallei: Remedierend<br />

leesprogramma<br />

o Stenvertblok Werkwoordspelling<br />

o Ralfilezen<br />

o Woordkasteel<br />

o Leskompas<br />

o Ambrasoft<br />

Groep 7 o Leeslijn o Spelling in de lift o AVI<br />

o Taaljournaal o Zuidvallei Remediërend o DMT<br />

(spelling + begrijpend leespro- o Begrijpend lezen<br />

taal)<br />

gramma<br />

o Spelling Cito<br />

o Goed Gelezen o Flits<br />

o Zuid Vallei: Remedierend<br />

leesprogramma<br />

o Entreetoets<br />

o Stenvertblok Werkwoordspelling<br />

o Woordkasteel<br />

o Leskompas<br />

o Ambrasoft<br />

Groep 8 o Leeslijn o Spelling in de lift o AVI<br />

o Taaljournaal o Zuid Vallei: Remedi- o DMT<br />

o (spelling + erend begrijpend lees- o Begrijpend lezen<br />

taal)<br />

programma<br />

o Spelling Cito<br />

o Goed Gelezen o Remediërend Leesprogramma<br />

o Tormentil<br />

o Taalkaarten<br />

o Taaljournaal<br />

o Taaltopperskaarten<br />

o Werkschrift<br />

o Plustaken<br />

o Woordkasteel<br />

o Leskompas<br />

o Ambrasoft<br />

o Cito Eindtoets<br />

75


Rekenen en Wiskunde<br />

Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />

Groep 1 en 2 o Alles Telt o Hulpboek/<br />

Ordenen<br />

o De Beestenboerderij<br />

o Bas telt mee<br />

o Stenvertblok Voorloper-<br />

Groep 3 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />

o Rekentijger<br />

o Rekenweb<br />

o Ambrasoft<br />

Groep 4 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />

o Rekentijger<br />

o Rekenweb<br />

o Ambrasoft<br />

Groep 5 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />

o Rekentijger<br />

o Rekenweb<br />

o Ambrasoft<br />

Groep 6 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />

o Rekenweb<br />

o Ambrasoft<br />

o Plustaken<br />

Groep 7 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />

o Rekenweb<br />

o Ambrasoft<br />

o Metriek<br />

o Plustaken<br />

Groep 8 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />

o Rekenweb<br />

o Ambrasoft<br />

o Plustaken<br />

Engelse taal<br />

Groep 7 en 8 o Junior<br />

Sociaal-emotionele ontwikkeling<br />

Groep 1 tot 6 o Vreedzame<br />

School<br />

Groep 7 en 8 o Vreedzame<br />

School<br />

tje<br />

o Stappenplan Mediatoren<br />

Toetsen<br />

o Ordenen/Cito<br />

o Rekenen/ Wiskunde<br />

o Cito<br />

o Methodegebon-<br />

den toets<br />

o Rekenen/ Wiskunde<br />

o Cito<br />

o Methodegebon-<br />

den toets<br />

o Rekenen/ Wiskunde<br />

o Cito<br />

o Methodegebon-<br />

den toets<br />

o Rekenen/ Wiskunde<br />

o Cito<br />

o Methodegebon-<br />

den toets<br />

o Rekenen/ Wiskunde<br />

o Cito<br />

o Methodegebonden<br />

toets<br />

o Entreetoets<br />

o Rekenen/ Wiskunde<br />

o Cito<br />

o Methodegebonden<br />

toets<br />

76


Wereldoriëntatie<br />

Natuur en<br />

Techniek<br />

Groep 1 en 2 o De Beestenboerderij<br />

Koekeloere<br />

Groep 3 o Huisje Boompje<br />

Beestje<br />

Groep 4 t/m 8 o Leefwereld<br />

Aardrijkskunde<br />

Groep 1 en 2 o Koekeloere<br />

Groep 3 o Huisje Boompje<br />

Beestje<br />

Groep 4 t/m 8<br />

Geschiedenis<br />

o Wijzer door de<br />

Wereld<br />

Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />

o Leskompas<br />

o Leskompas<br />

Groep 1 en 2 o o o<br />

Groep 3 o o o<br />

Groep 4 t/m 8 o Bij de tijd<br />

Tekenen en handvaardigheid<br />

Groep 1 t/m 8<br />

Schrijven<br />

o Tekenvaardig<br />

o Handvaardig<br />

o Textielvaardig<br />

Groep 2 o Schrift<br />

Groep 3 t/m 8 o Schrift<br />

Muziek, spel en beweging<br />

Groep 1 t/m 2 o Bewegingsonderwijs<br />

o Methode<br />

‘Dans moet je<br />

doen’<br />

Groep 3 t/m 8 o Methode<br />

‘Dans moet je<br />

doen’<br />

o Films vroeger en zo<br />

o Leskompas<br />

o Muziek en spel-<br />

materialen vanuit de<br />

thema’s<br />

Toetsen<br />

Methodegebonden<br />

toets<br />

o Methodegebonden<br />

toets<br />

o Methodegebonden<br />

toets<br />

77


Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />

Lichamelijke Ontwikkeling<br />

Groep 1 en 2 o Bewegingsonderwijs<br />

Groep 3 t/m 8 o Basislessen<br />

Gelder en<br />

Stroes<br />

o Bewegingsonderwijs<br />

SIO<br />

Toetsen<br />

78


Bijlage 2 Functiemix<br />

Een school moet op 1 augustus <strong>2011</strong> 12% van het genormeerde aantal leraren, uitgaande van het<br />

leerlingenaantal op 1 oktober 2010, in LB benoemd hebben, mits dit om ten minste 1 fulltime leraar<br />

gaat. Voor het bestuur geldt een minimum van 19%.<br />

In 2014 zal het percentage LB-leraren doorgroeien naar 40%.<br />

De CAO-PO stelt de volgende voorwaarden voor het doorgroeien naar LB:<br />

o Een HBO-plus werk- en denkniveau.<br />

o (Mede)verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van onderwijsvernieuwingen en –verbeteringen<br />

en het hiervoor goed onderbouwde plannen kunnen aandragen.<br />

Aanvullende ASKO-criteria zijn:<br />

o Een aanstelling hebben van minimaal wtf 0,5000.<br />

o Overwegend een lestaak hebben.<br />

o Een volledig ingevuld bekwaamheidsdossier hebben, inclusief gespreksverslagen uit de gesprekkencyclus.<br />

o Minimaal 2 jaar relevante onderwijservaring hebben.<br />

Daarbij zijn de volgende competenties vereist:<br />

o Voldoen aan de 7 eisen van de SBL-competenties en minimaal excellent zijn aan 3 van deze 7<br />

SBL-competenties.<br />

o Aantoonbaar ontwikkeltaken kunnen uitvoeren op zowel generalistisch als specialistisch niveau.<br />

(zichtbaar in het bekwaamheidsdossier)<br />

o Minimaal 2x positief beoordeeld zijn.<br />

o Kunnen fungeren als mentor voor collega-leraren en/of startende leraren.<br />

o Het hebben van verantwoordelijkheidsgevoel, initiatief tonen en zichtbaar betrokken zijn bij de<br />

ontwikkeling van de school.<br />

In de ASKO-bulletins is meer informatie te vinden betreffende de procedures en andere zaken die<br />

een rol spelen bij het doorgroeien naar een LB-functie.<br />

De Wet BIO en de vereiste competenties van leerkrachten:<br />

1. Pedagogisch competent<br />

De leraar draagt zorg voor het realiseren van een veilige leeromgeving voor leerlingen<br />

2. Vakdidactisch competent.<br />

De leraar draagt zorg voor het realiseren van een krachtige leeromgeving voor leerlingen.<br />

3. Interpersoonlijk competent<br />

De leraar draagt zorg voor het realiseren van samen gaan en samenwerken van en met leerlingen.<br />

4. Organisatorisch competent<br />

De leraar draagt zorg voor het realiseren van structuur in de leeromgeving voor leerlingen.<br />

79


5. Competent in samenwerking met collega’s<br />

De leraar draagt bij aan het realiseren en het verder ontwikkelen van het pedagogisch/didactisch<br />

klimaat van de school en de kwaliteit van de werkverhoudingen en de organisatie<br />

van de school.<br />

6. Competent in samenwerking met anderen buiten de school, met name ouders en collega’s van<br />

andere instellingen.<br />

De leraar draagt bij aan het realiseren en de ontwikkeling van de samenwerkingsrelatie met<br />

mensen en instellingen in de omgeving van de school.<br />

7. Competent in reflectie en ontwikkeling<br />

De leraar onderzoekt en ontwikkelt zijn/haar opvattingen en bekwaamheden ten aanzien van<br />

de verschillende aspecten van beroepsuitoefening.<br />

Voorwaarden om door te stromen naar een LB-functie:<br />

a. CAO voorwaarden<br />

o Een HBO plus werk- en denkniveau. Er zijn bijvoorbeeld relevante cursussen of masterclasses<br />

gevolgd, HBO-masters behaald of de leerkracht heeft een EVC bewijs (Erkennen van<br />

Verworven Competenties), dat is afgegeven door een gecertificeerde aanbieder en dat aansluit<br />

op de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs, onder andere op de deelgebieden rekenen<br />

en taal, zorg en achterstand.<br />

o De leerkracht is (mede)verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onderwijsvernieuwingen<br />

en -verbeteringen en u kan hiervoor goed onderbouwde plannen aandragen.<br />

b. Aanvullende ASKO-criteria zijn:<br />

o Een aanstelling van minimaal wtf 0,5000, u hebt overwegend een lestaak.<br />

o U hebt een volledig ingevuld bekwaamheidsdossier inclusief gespreksverslagen uit de gesprekkencyclus.<br />

o U hebt minimaal twee jaar relevante onderwijservaring.<br />

De volgende competenties zijn vereist:<br />

o U voldoet goed aan de zeven gestelde eisen van de SBL-competenties en minimaal excellent<br />

aan drie van deze zeven SBL-competenties.<br />

o U kunt aantoonbaar ontwikkeltaken uitvoeren. (dit moet zichtbaar zijn in uw bekwaamheidsdossier)<br />

o U dient minimaal twee keer positief beoordeeld te zijn.<br />

o U kunt fungeren als mentor voor collega-leraren en/of startende leraren.<br />

o Ontwikkeltaken kunnen zowel op generalistisch als op specialistisch niveau worden uitgevoerd.<br />

(deze worden in overleg met de directeur van uw school vastgesteld)<br />

o En verder hebt u verantwoordelijkheidsgevoel, toont initiatief en bent zichtbaar betrokken<br />

bij de ontwikkeling van uw school.<br />

80


Bijlage 3 Lijst met afkortingen<br />

AMC : Amsterdams Medisch Centrum<br />

ARBO : Arbeidsomstandigheden(wet)<br />

ASKO : Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs<br />

AVI : Analyse van individualiseringsvormen (het betreft een leestest)<br />

BIO : Beroepen in het onderwijs<br />

BHV : Bedrijfshulpverlener<br />

BSO : Buitenschoolse opvang<br />

CAO : Collectieve Arbeids Overeenkomst<br />

CITO : Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling<br />

DMT : Drie minuten toets<br />

GG&GD : Gemeentelijke Geneeskundige & Gezondheidsdienst<br />

GIP : Groeps- en individueel gericht pedagogisch en didactisch handelen<br />

GMR : Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad<br />

HGPD : Handelingsgerichte proces-diagnostiek<br />

HGW : Handelingsgericht werken<br />

IB : Interne Begeleider<br />

ID : In- en doorstroombanen<br />

ICC : Interne Cultuurcoördinator<br />

ICT : Informatie en Communicatie Technologie<br />

IHP : Individueel handelings plan<br />

IPB : Integraal Personeels Beleid<br />

LB : Een salarisschaal in het onderwijs (LA – LB – LC - LD = schaal 9 – 10 – 11 -12)<br />

LFBP : Levensfasebewust personeelsbeleid<br />

MR : Medezeggenschapsraad<br />

MT : Management Team<br />

NSO : Naschoolse opvang<br />

OPLIS : Opleiden in de school<br />

OR : Ouderraad<br />

P&O : (Afdeling) Personeel & Organisatie<br />

PABO : Pedagogische Academie Basisonderwijs<br />

PKO : Periodiek Kwaliteits Onderzoek<br />

POP : Persoonlijk Ontwikkelings Plan<br />

RI&E : Risico-inventarisatie en –evaluatie<br />

SBO : Speciaal Basis Onderwijs<br />

SMART : Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden<br />

SO : Speciaal Onderwijs<br />

SW : Sociale Werkvoorziening<br />

TSO : Tussen schoolse opvang<br />

VO : Voortgezet Onderwijs<br />

VZ : Vreedzame School<br />

WPO : Wet op het Primair Onderwijs<br />

81


WSNS : Weer Samen Naar School<br />

ZAT : Zorg Advies Team<br />

82


Bijlage 4 Instemming Medezeggenschapsraad<br />

83


Bijlage 5 Instemming Bevoegd Gezag<br />

Namens de ASKO,<br />

Zend ik u het door ons goedgekeurde schoolplan toe van de St.Augustinus te Landsmeer<br />

Amsterdam, 20 juli <strong>2011</strong><br />

GHMM Pas<br />

Regiomanager<br />

84

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!