SCHOOLPLAN 2011-2015 - Asko
SCHOOLPLAN 2011-2015 - Asko
SCHOOLPLAN 2011-2015 - Asko
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>SCHOOLPLAN</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
ST. AUGUSTINUS<br />
te LANDSMEER<br />
Oktober 2010
Samenstelling en redactie<br />
Adèle Poelmans, directeur<br />
Henk Arbon, adviseur
Inhoud<br />
Voorwoord 6<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding 7<br />
Pagina<br />
1.1 Inleiding 7<br />
1.2 Doelen van het plan 7<br />
1.3 Functies van het schoolplan 7<br />
1.4 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan 8<br />
1.5 Verwijzingen 8<br />
1.6 Bronnen 8<br />
1.7 Status van het plan 9<br />
1.8 Evaluatie van het plan 9<br />
1.9 Leeswijzer 9<br />
Hoofdstuk 2 Basisschool St. Augustinus 10<br />
2.1 Inleiding 10<br />
2.2 Ligging van de school, de wijk en de omgeving 10<br />
2.3 Het schoolgebouw 10<br />
2.4 Schoolpopulatie 11<br />
2.5 De naam van de school 13<br />
2.6 Identiteit 14<br />
2.7 Missie van ASKO 14<br />
2.8 Missie van basisschool St. Augustinus 15<br />
2.9 Onderwijskundig profiel van de school 15<br />
Hoofdstuk 3 Onderwijskundige vormgeving 16<br />
3.1 Onderwijsvisie 16<br />
3.2 Leerstofaanbod 18<br />
3.2.1 Overzicht leermiddelen en toetsen 18<br />
3.2.2 Afspraken methodegebruik 19<br />
3.2.3 Actief Burgerschap 19<br />
3.2.4 Overige aanbod 20<br />
3.3 Werkwijze 24<br />
3.3.1 Zelfstandig werken/klassenmanagement 24<br />
3.3.2 Huiswerk 24<br />
3.4 Leerstofplanning 24<br />
3.5 Inhoudelijke prioriteiten 26<br />
3.6 Contact maatschappelijke instanties 26<br />
3.7 Zorgstructuur 27<br />
3
3.8 Beleidsvoornemens 29<br />
Hoofdstuk 4 Planning onderwijskundig beleid 30<br />
4.1 Inleiding 30<br />
4.2 Evaluatie Schoolplan 2007-<strong>2011</strong> 30<br />
4.3 Verslag Periodiek Kwaliteits Onderzoek (PKO) 32<br />
4.4 Onderwijsresultaten 32<br />
4.4.1 Overzicht uitkomsten LVS 32<br />
4.4.2 Uitstroomcijfers groep 8 36<br />
4.4.3 Overige relevante gegevens 37<br />
4.5 Externe ontwikkelingen 38<br />
4.6 Actiepunten 39<br />
4.7 Planning onderwijskundig beleid <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 40<br />
4.8 Uitwerking in het Jaarplan 51<br />
Hoofdstuk 5 Personeelsbeleid 52<br />
5.1 Inleiding 52<br />
5.2 De wet BIO 52<br />
5.2.1 Gesprekkencyclus 53<br />
5.2.1 Bekwaamheidsdossier 54<br />
5.2.3 LA-LB functiemix 54<br />
5.2.4 Begeleiding startende leerkrachten 55<br />
5.2.5 ID-banen 55<br />
5.2.6 Formatie 56<br />
5.2.7 Mobiliteit 57<br />
5.2.8 Levensfasebewust personeelsbeleid (LFBP) 57<br />
5.2.9 Opleiden in de school (OPLIS) 57<br />
5.1.10 Loopbaanbegeleiding 57<br />
5.2.11 Kweekvijver 58<br />
5.2.12 Arbeidsomstandighedenbeleid (ARBO) 58<br />
Hoofdstuk 6 Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg 64<br />
6.1 Inleiding 64<br />
6.2 Uitgangspunten 65<br />
6.3 Aspecten van kwaliteitszorg 66<br />
6.4 Meerjarenplanning veranderingsonderwerpen 68<br />
6.5 Overleg en besluitvorming 69<br />
4
Hoofdstuk 7 Verantwoording en regelingen 70<br />
7.1 Inleiding 70<br />
7.2 Klachtenregeling 70<br />
7.3 Noodprocedure 70<br />
7.4 Managementstatuut 71<br />
7.5 Werving en selectie 71<br />
7.6 Regels voor toelating van leerlingen 71<br />
7.7 Schorsing en verwijdering 72<br />
7.8 Vermissing 72<br />
Hoofdstuk 8 Afsluiting 73<br />
Bijlage 1 Overzicht van leermiddelen en toetsen 74<br />
Bijlage 2 Functiemix 79<br />
Bijlage 3 Lijst met afkortingen 81<br />
Bijlage 4 Instemming Medezeggenschapsraad 83<br />
Bijlage 5 Instemming Bevoegd Gezag 84<br />
5
Voorwoord<br />
In dit schoolplan is het strategisch beleid van basisschool St. Augustinus voor de periode <strong>2011</strong><br />
– <strong>2015</strong> verwoord.<br />
Strategisch beleid is gericht op het bepalen van de positie die de school wil innemen in haar<br />
omgeving.<br />
Uitgangspunt bij de uitwerking van het beleid op elk gebied is de visie van de ASKO en de<br />
school en de betekenis daarvan voor het betreffende beleidsgebied.<br />
Alle strategische keuzes passen binnen de visie van de ASKO en de school en dragen daardoor<br />
bij aan de verwezenlijking van de missie: datgene waarvoor de ASKO en de school in het bijzonder<br />
staan. (zie elders in dit plan)<br />
De school legt verantwoording af over de behaalde resultaten aan de betrokkenen bij de<br />
school. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe betrokkenen<br />
(de stakeholders).<br />
Interne stakeholders zijn het bestuur, het bovenschools management, de medewerkers, de<br />
GMR, collega-scholen en de leerlingen en hun ouders.<br />
De externe stakeholders zijn de inspectie van het onderwijs (als (formele) vertegenwoordiger<br />
van de maatschappij) en de overige maatschappelijke instanties in de directe omgeving.<br />
De school verantwoordt zich door middel van managementrapportages aan het bestuur, het<br />
bestuurskantoor, de GMR en collega-scholen. De leerlingen en ouders worden via de schoolgids<br />
geïnformeerd over het onderwijs en de gerealiseerde kwaliteit.<br />
Daarnaast worden de ouders, leerlingen en medewerkers uitgebreid geïnformeerd over de<br />
uitkomsten van de tevredenheidsmetingen die één keer per 4 jaar onder deze groepen worden<br />
gehouden.<br />
De inspectie wordt geïnformeerd via dit schoolplan en de documenten waarnaar in dit plan<br />
wordt verwezen.<br />
Adèle Poelmans, directeur<br />
Juli <strong>2011</strong><br />
6
Hoofdstuk 1 Inleiding<br />
1.1 Inleiding<br />
Het schoolplan is een belangrijk beleidsdocument.<br />
In dit plan wordt de manier waarop basisschool St. Augustinus het onderwijs vorm en<br />
inhoud geeft beschreven.<br />
Het schoolplan geeft inzicht in gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten voor onderwijskundig,<br />
personeels- en kwaliteitsbeleid.<br />
Het is daardoor vooral een ‘werkdocument’: een handleiding voor de ontwikkeling van<br />
de school in de komende jaren.<br />
Jaarlijks wordt het plan geëvalueerd en bijgesteld. Daarnaast wordt met dit schoolplan<br />
verantwoording afgelegd aan bestuur, de Inspectie en de ouders over het beleid met<br />
betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs.<br />
Basisschool St. Augustinus is één van de 33 scholen van de Amsterdamse Stichtingen<br />
voor Katholiek Onderwijs (ASKO).<br />
Een schoolplan wordt eens in de vier jaar vastgesteld. Het bestuur van de ASKO heeft<br />
voor alle scholen de planperiode vastgesteld op <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
Het schoolplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het team, de MR en het bestuur.<br />
Daarna wordt het toegestuurd aan de Inspectie.<br />
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de doelen, functie en status van het schoolplan.<br />
Tevens wordt hier beschreven de wijze waarop het plan is vastgesteld, de verwijzingen<br />
en bronnen en de manier van evalueren van dit plan.<br />
Het schoolplan voor de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is opgesteld in overeenstemming met het<br />
format voor het schoolplan van de ASKO<br />
1.2 Doelen van het plan<br />
Bestuur, directie, team en de medezeggenschapsraad van basisschool St. Augustinus<br />
stellen hiermee voor de periode 1 augustus <strong>2011</strong> tot 1 augustus <strong>2015</strong> het algemeen strategische<br />
beleid, het onderwijskundige beleid, het personeelsbeleid, het financiële beleid,<br />
het materiële beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteitszorg vast.<br />
Het schoolplan maakt van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel.<br />
Het in dit plan vastgestelde beleid is de basis voor een planmatige en systematische<br />
ontwikkeling van de school.<br />
Hiermee wordt tevens voldaan aan de wettelijke verplichting dat de school moet beschikken<br />
over een schoolplan.<br />
1.3 Functies van het schoolplan<br />
Dit schoolplan heeft de volgende functies:<br />
o Uitgangspunt voor de planning per schooljaar.<br />
o Verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid.<br />
o Basis voor de schoolgids.<br />
o Zicht geven op meerjarenplanning <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
o Koppeling van schoolbeleid en bestuursbeleid.<br />
7
o Basis voor de managementrapportages.<br />
1.4 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan<br />
Met het schoolplan <strong>2011</strong>–<strong>2015</strong> wil basisschool St. Augustinus laten zien op welke manier<br />
zij onderwijs wil geven en de kinderen de komende vier jaar wil voorbereiden op de<br />
maatschappij waarin zij terecht komen.<br />
Dit schoolplan is door het team en de directie samen ontwikkeld en is een schoolspecifieke<br />
vertaling van het strategisch beleidsplan van de Amsterdamse Stichtingen voor<br />
Katholiek Onderwijs (ASKO).<br />
Voor de vertaling naar schoolniveau is allereerst gekeken naar aanvullingen van het<br />
stichtingskader voor wat betreft de schoolspecifieke situatie (kenmerken van de school,<br />
omgevingsfactoren, missie en visie). Daarna is per beleidsonderdeel gekeken naar wat<br />
er nodig is om de schoolvisie te verwezenlijken.<br />
Dit schoolplan is tot stand gekomen door middel van de volgende procedure:<br />
o Aanleveren van concepten door de directie en externe ondersteuner. De concepten<br />
waren mede gebaseerd op (team)ontwikkelingen binnen de school gedurende de<br />
laatste periode.<br />
o Meningsvorming door het team in teamvergaderingen.<br />
o Delen van het schoolplan zijn voorgelegd aan de specialisten in het team (IB’er,<br />
ICT’er), zodat zij inhoudelijke bijdragen konden leveren.<br />
o Het plan is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad.<br />
o Het uiteindelijke concept is ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur.<br />
1.5 Verwijzingen<br />
In dit schoolplan wordt verwezen naar:<br />
o De schoolgids.<br />
o Het zorgplan.<br />
o Het format voor het schoolplan van de ASKO.<br />
o Het strategisch beleidsplan van de ASKO.<br />
o Beleidsplan Identiteit.<br />
o Beleidsplan Techniek in de basisschool.<br />
o Beleidsplan Natuur.<br />
o Beleidsplan Cultuureducatie.<br />
o Beleidsplan ICT.<br />
1.6 Bronnen<br />
Bij de totstandkoming van dit schoolplan is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:<br />
o Het Schoolplan 2007-<strong>2011</strong>.<br />
o De opbrengsten van de evaluatie van dit schoolplan.<br />
o Het Zorgplan.<br />
o Schoolplan Identiteit.<br />
8
o Schoolplan Techniek in de basisschool.<br />
o Schoolplan Natuur.<br />
o Beleidsplan Cultuureducatie.<br />
o Beleidsplan ICT.<br />
o Het strategisch beleidsplan van de ASKO.<br />
o Door de ASKO aangeleverde tekstvoorstellen.<br />
1.7 Status van het plan<br />
Dit schoolplan is op voorstel van directie en team vastgesteld door het bestuur. (zie bijlage<br />
5)<br />
De medezeggenschapsraad heeft er mee ingestemd. (zie bijlage 4)<br />
1.8 Evaluatie van het plan<br />
De daarvoor in aanmerking genomen onderdelen worden jaarlijks geëvalueerd door de<br />
betrokken geledingen en/of het team.<br />
De conclusies worden verwerkt door de directie en besproken met het team. De uitkomsten<br />
hiervan worden verwerkt in de planning voor het volgende schooljaar.<br />
De conclusies en resultaten worden besproken met de regiomanager.<br />
1.9 Leeswijzer<br />
Het schoolplan is opgebouwd uit hoofdstukken. Aan het eind van elk hoofdstuk volgt<br />
een paragraaf met beleidsvoornemens. Hierin worden de grote lijnen en de geplande<br />
ontwikkelingen van de school duidelijk uiteengezet.<br />
In hoofdstuk 1 wordt uiteengezet hoe de school getypeerd kan worden en wat de leerlingenpopulatie<br />
is.<br />
Hoofdstuk 2 beschrijft de kenmerken van de school en haar omgeving.<br />
De vormgeving en planning van het onderwijskundig beleid beschrijven we in respectievelijk<br />
hoofdstuk 3 en 4.<br />
In hoofdstuk 5 staat het personeelsbeleid centraal en de kwaliteitszorg beschrijven we<br />
in hoofdstuk 6.<br />
Hoofdstuk 7 gaat over de verantwoording en regelingen.<br />
9
Hoofdstuk 2 Basisschool St. Augustinus<br />
2.1 Inleiding<br />
Het logo van basisschool St. Augustinus heeft iets weg van een engel, een boodschapper<br />
tussen hemel en aarde. Maar ook van een kind, een kind met een open houding en een<br />
glimlach.<br />
Ook kun je er een libelle in zien. Misschien komt zij net uit het water. Een libelle leeft<br />
namelijk de eerste maanden onder water. Als zij groot genoeg is, gaat zij aan land. Dan<br />
slaat ze haar transparante vleugels open om ze te laten drogen door de zon.<br />
Deze libelle staat al stevig op haar benen en zal aan land veranderen in en zich ontwikkelen<br />
tot een zelfstandige, goed ontwikkelde en verantwoordelijke jonge libelle. Net<br />
als de kinderen van basisschool St. Augustinus.<br />
Een libelle is het symbool voor transformatie en verandering. Zij brengt een boodschap<br />
van wijsheid.<br />
De kinderen op basisschool St. Augustinus maken vele veranderingen en ontwikkelingen<br />
door in hun eerst acht schooljaren. Daarna slaan zij hun vleugels uit op weg naar zelfstandigheid.<br />
2.2 Ligging van de school, de wijk en de omgeving<br />
De leerlingen van basisschool St. Augustinus wonen voornamelijk in Landsmeer. Een<br />
kleine groep leerlingen komt uit de omringende gemeentes.<br />
Landsmeer is een dorp en gemeente in de regio Waterland en ligt aan de noordgrens<br />
van Amsterdam. Landsmeer grenst aan het unieke eeuwenoude natuurgebied: het<br />
Ilperveld. Het Ilperveld is een waterrijk veenweidegebied met een prachtige, zeldzame<br />
flora en fauna.<br />
Landsmeer heeft een bloeiende middenstand en een aantal industriële bedrijven.<br />
Basisschool St. Augustinus is een kleine school met 7 klassen. Het is een school met een<br />
warme uitstraling waar leerkrachten, ouders en kinderen nauw met elkaar samenwerken.<br />
De school ligt aan de Gouwe 21. Het natuurgebied Ilperveld grenst aan het speelterrein<br />
van de school, werkelijk een ‘Gouwe Plek’ die heel veel inspirerende mogelijkheden<br />
biedt. De natuur is voor de school dan ook een inspiratiebron.<br />
De school trekt uit de directe omgeving ouders aan die bewust voor basisschool St. Augustinus<br />
kiezen. In beperkte mate trekt de school kinderen uit Amsterdam-Noord en<br />
Den Ilp, ook zij-instromers.<br />
De nieuw gebouwde school van fraaie architectuur en met goede voorzieningen, het natuuronderwijs<br />
en aspecten van ‘Natuurlijk’ Leren, de grote aandacht voor het sociaalemotionele<br />
onder de noemer ‘De Vreedzame School’, bevorderen de aantrekkingskracht.<br />
Ook de grote aandacht voor Cultuureducatie levert daaraan een bijdrage.<br />
Het schoolteam is bijzonder gemotiveerd om de school herkenbaar en goed zichtbaar te<br />
maken in de wijk.<br />
2.3 Het schoolgebouw<br />
De school staat in een omgeving die hoge eisen stelt aan:<br />
10
o de (extra) zorg voor kinderen;<br />
o het pedagogische klimaat;<br />
o de samenwerking met andere instanties binnen de wijk en<br />
o de didactische benadering.<br />
Bij de bouw van de nieuwe school in 2006 is rekening gehouden met een mogelijk uitbreiding<br />
van één groep c.q. één lokaal.<br />
Met ingang van 2009 heeft de school te maken met een groei in kleuterbouw. De prognoses<br />
geven aan dat de groei in de groepen 1 en 2 zich zal voortzetten.<br />
Gezien de kleine groepen in de bovenbouw, heeft de school nog geen recht op een<br />
permanent lokaal.<br />
Daar de school als kleine school kwetsbaar is en het autonome bestaansrecht in geding<br />
kan komen, is het besluit genomen om door te groeien naar maximaal acht groepen.<br />
Momenteel wordt gewacht op een permanent lokaal.<br />
Omdat er nog geen zicht is op welke termijn deze lokalen geplaatst gaan worden, is intern<br />
een oplossing gecreëerd om de groei van het aantal kleuters te kunnen waarborgen.<br />
Twee kleuterlokalen en het speellokaal zullen worden ingezet voor verschillende functies.<br />
Het speellokaal wordt gebruikt voor gym-, theater-, dans- en muzieklessen. Eén<br />
klaslokaal wordt ingezet als atelier. In het andere klaslokaal wordt gewerkt met ontwikkelingsmaterialen.<br />
De onduidelijke situatie met betrekking tot de te verwachtte bouw geeft onzekerheid<br />
onder de ouders en teamleden. Bovendien vraagt het ook veel tijd voor overlegsituaties<br />
met verschillende instanties, teamleden en ouders.<br />
Momenteel vindt de NSO plaats in de hallen en twee lokalen. Dit heeft tot gevolg dat<br />
de leerkrachten na schooltijd direct hun lokalen moeten verlaten. Tevens veroorzaakt<br />
het spel in de hallen voor geluidsoverlast in de overige ruimtes van het gebouw.<br />
Het team en de ouders van de kinderen van de NSO vinden de situatie van de opvang<br />
niet ideaal.<br />
Het schoolgebouw ligt in een woonwijk met smalle straten.<br />
Door de regelmatige werkzaamheden aan de openbare wegen in de wijk is de bereikbaarheid<br />
van school in het geding. De aangelegde parkeergelegenheden bieden niet<br />
voldoende parkeerplaatsen voor de school.<br />
Bij slecht weer brengen veel ouders hun kinderen met de auto naar school. Auto’s<br />
worden slecht geparkeerd. Voor de kinderen ontstaat er zo een onveilige verkeerssituatie<br />
rondom het schoolgebouw.<br />
Vanuit de school worden de ouders voortdurend op deze situatie gewezen. De politie<br />
bestudeert in samenwerking met de Ouderraad, MR en directie de situatie ter plaatse<br />
om na te gaan wat er verbeterd kan worden.<br />
2.4 Schoolpopulatie<br />
Basisschool St. Augustinus groeit:<br />
Leerlingenaantal<br />
1 oktober 2007 118<br />
1 oktober 2008 121<br />
1 oktober 2009 136<br />
1 oktober 2010 159<br />
11
In de volgende schema’s wordt een overzicht gegeven van de samenstelling van de<br />
leerling-populatie per 1 oktober 2010.<br />
Leerlingen per geboortejaar<br />
Geboortejaar Aantal jongens Aantal meisjes<br />
2006 25 15<br />
2005 10 13<br />
2004 10 11<br />
2003 7 5<br />
2002 5 11<br />
2001 7 9<br />
2000 3 8<br />
1999 8 9<br />
1998 2 1<br />
Leerlingen per categorie<br />
Gewicht Aantal leerlingen<br />
Gewicht nieuw Geen 152<br />
Gewicht nieuw 0.30 6<br />
Gewicht nieuw 1,20 1<br />
Leerlingen naar land van herkomst<br />
Etnische groep Aantal leerlingen<br />
Aruba 1<br />
Marokko<br />
Portugal<br />
Spanje<br />
Suriname 1<br />
Turkije<br />
Voormalig Joegoslavië<br />
Diverse niet-Engelstalig landen 5<br />
Daarnaast bezoeken nog diverse autochtone kinderen met een niet-Nederlandse culturele<br />
achtergrond de school.<br />
12
Leerlingen per geloofsovertuiging<br />
Geloofsovertuiging Aantal leerlingen<br />
Moslim 1<br />
Katholiek 9<br />
Christelijk (verschillende stromingen) 5<br />
Hindoeïsme<br />
Grieks Russisch orthodox<br />
Koptisch orthodox<br />
Boeddhisme<br />
Geen 144<br />
Woongemeente waar de leerlingen wonen<br />
Woongemeente Aantal leerlingen<br />
Amsterdam 23<br />
Landsmeer 128<br />
Den Ilp 7<br />
Purmerend 1<br />
De samenstelling van het schoolteam is als volgt:<br />
Geslacht Aantal<br />
Mannen 2<br />
Vrouwen 11<br />
Leeftijd FTE Aantal<br />
0 t/m 24 jaar 1.0 1<br />
25 t/m 34 jaar 1.5763 2<br />
35 t/m 44 jaar<br />
45 t/m 54 jaar 5.2624 7<br />
55 t/m 59 jaar 2. 2<br />
60+ 1<br />
Afkomst Aantal<br />
Nederlands 13<br />
Surinaams/Nederlandse Antillen<br />
Marokkaans<br />
2.5 De naam van de school<br />
De school heeft haar naam ontleend aan de heilige Augustinus.<br />
Sint Augustinus was een ruimhartig man die zich bekommerde om het welzijn van de<br />
mensen die aan hem toevertrouwd waren.<br />
Een bekende uitspraak van St. Augustinus is: ‘Goed zingen is dubbel bidden’. Hiermee<br />
doelde St. Augustinus op het zingen vanuit je hart.<br />
13
2.6 Identiteit<br />
Basisschool St. Augustinus is een katholieke basisschool in Landsmeer met een open karakter.<br />
Alle kinderen zijn welkom met hun diversiteit aan religie, cultuur, geaardheid<br />
en sociaal-economische status.<br />
De katholieke identiteit komt tot uiting op verschillende gebieden.<br />
Elk schooljaar wordt samen met de kinderen een aantal christelijke feesten gevierd:<br />
Kerst, Driekoningen, Pasen en St. Maarten. Daarbij wordt stil gestaan bij het samenzijn<br />
en de christelijke achtergronden van de feesten.<br />
Voorts creëert de school vanuit haar katholieke identiteit een veilige leeromgeving<br />
voor haar leerlingen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, goed ontwikkelde<br />
en verantwoordelijke jonge mensen. Verantwoordelijk voor zichzelf, de ander en<br />
de omgeving. De essentiële voorwaarden voor een veilige leeromgeving zijn daarbij<br />
respectvol met elkaar omgaan en solidariteit.<br />
Op basisschool St. Augustinus wordt niet met een vaste godsdienstmethode gewerkt.<br />
Wel legt het programma ‘De Vreedzame School’ een veilige en geborgen basis om het<br />
levensbeschouwelijke gesprek in de klas aan te gaan. Dit gesprek vindt onder andere<br />
plaats in terugkerende interreligieuze thema’s, waarin meerdere religies uit onze multireligieuze<br />
samenleving centraal staan.<br />
Daarnaast benadert de school de schoolbrede thema’s ook vanuit een levensbeschouwelijk<br />
aspect.<br />
Aan het eind van de acht jaar op de school zijn de leerlingen daardoor in gesprek gekomen<br />
over hun eigen levensbeschouwing en over die van anderen.<br />
De identiteitsbegeleider op school begeleidt en ondersteunt de werkgroep ‘Identiteit<br />
en Levensbeschouwing’ bij de invulling van de feesten, het interreligieuze thema en de<br />
aansluiting van levensbeschouwelijke vorming bij de schoolbrede thema’s.<br />
2.7 Missie van de ASKO<br />
De ASKO heeft haar visie op diverse terreinen beschreven.<br />
De visie op identiteit staat hieronder weergegeven, de overige onderdelen staan in de<br />
paragrafen over de desbetreffende beleidsterreinen weergegeven.<br />
De missie van de ASKO, waarbinnen de missie en visie van basisschool St. Augustinus<br />
past, is als volgt verwoord:<br />
‘De ASKO wil vanuit de joods-christelijke identiteit, normen en waarden een essentiële<br />
bijdrage leveren aan optimale ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen.<br />
De ASKO hecht aan de overdracht van de christelijke traditie in een eigentijdse vorm.<br />
Respect voor een ieders opvatting, naastenliefde en solidariteit met kansarmen zijn<br />
waarden die nagestreefd worden.<br />
Dit realiseert de ASKO door leerlingen op en om de scholen een veilige leeromgeving te<br />
bieden, waarin leerlingen met hun eigen unieke talenten centraal staan.<br />
De ASKO wil leerlingen vaardigheden en kennis bijbrengen die hen in staat stellen volwaardig<br />
deel te nemen en bij te dragen aan de moderne samenleving.<br />
14
2.8 Missie van basisschool St. Augustinus<br />
‘Natuurlijk’ leren op basisschool St. Augustinus<br />
‘Natuurlijk’ leren betekent voor de school het volgende:<br />
‘Natuurlijk’ leren is een knipoog naar het onderwijskundige concept ‘natuurlijk<br />
leren’ en betekent voor de school vooral vanuit nieuwsgierigheid van kinderen ontdekkend<br />
leren en leren omgaan met onderzoeksvragen.<br />
Binnen het cultuureducatie onderwijs op school wordt een uitdagende leeromgeving<br />
gecreëerd. Vanuit het werken met thema’s worden en blijven leerlingen gemotiveerd<br />
en uitgedaagd.<br />
‘Natuurlijk’ leren is ook: de natuur binnen halen en er op uit trekken.<br />
‘Natuurlijk’ is voor de school een leergemeenschap, waarin vreedzaam met elkaar<br />
wordt omgegaan. Met het programma ‘Vreedzame School’ wordt op een bewuster<br />
niveau aan een veilige leeromgeving gewerkt.<br />
Ouders en de omgeving worden natuurlijk betrokken bij het onderwijs.<br />
Vanuit de identiteit van de school wordt invulling gegeven aan de natuurlijke cyclus<br />
van katholieke feesten en wordt aangesloten bij interreligieuze thema’s.<br />
Natuurlijk is kennisverwerving essentieel; het streven is om ieders potentieel naar<br />
boven te halen.<br />
2.9 Onderwijskundig profiel van de school<br />
Ten tijde van het samenstellen van dit schoolplan telde de school 7 groepen:<br />
o 1-2 A : 27 leerlingen.<br />
o 1-2 B : 27 leerlingen.<br />
o 1 C : 18 leerlingen.<br />
o 3-4 : 30 leerlingen.<br />
o 4-5 : 26 leerlingen.<br />
o 6-7 : 27 leerlingen.<br />
o 8 : 21 leerlingen.<br />
Het betreft twee homogene en vijf heterogene groepen<br />
Differentiatie vindt plaats op grond van aantallen leerlingen en aanwezige zorgleerlingen.<br />
Ieder jaar wordt met het team opnieuw de groepsindeling bekeken en vervolgens<br />
geformeerd. Bij het formeren van de groepen streven we naar een optimale samenstelling,<br />
zodat de leerlingen zoveel mogelijk kansen krijgen om hun potentieel<br />
naar boven te halen.<br />
Op de zorgstructuur van de school wordt in de zorgparagraaf van dit document uitvoerig<br />
ingegaan.<br />
Voor wat betreft het profiel van de school kan worden gesteld, dat op basisschool St.<br />
Augustinus kennisverwerving essentieel is, maar uit dit schoolplan blijkt dat de school<br />
daarnaast aan heel veel andere gebieden een groot belang hecht.<br />
15
Hoofdstuk 3 Onderwijskundige vormgeving<br />
3.1 Onderwijsvisie<br />
De visie van de school laat zich beschrijven binnen vier dimensies:<br />
A Levensbeschouwelijke dimensie<br />
Basisschool St. Augustinus is een katholieke basisschool. Alle kinderen zijn welkom<br />
met hun diversiteit aan religie, cultuur, geaardheid en status.<br />
De school heeft haar naam ontleent aan de heilige Augustinus. Sint Augustinus was<br />
een ruimhartig man, die zich bekommerde om het welzijn van de mensen.<br />
De school creëert vanuit haar katholieke identiteit een veilige leeromgeving voor<br />
haar leerlingen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, goed ontwikkelde<br />
en verantwoordelijke jonge mensen. Verantwoordelijk voor zichzelf, de ander<br />
en de omgeving.<br />
De essentiële voorwaarden voor een veilige leeromgeving zijn respectvol met elkaar<br />
omgaan en solidariteit. Persoonlijkheidsvorming en morele vorming zijn van<br />
groot belang.<br />
Op basisschool St. Augustinus wordt niet met een vaste godsdienstmethode gewerkt.<br />
Wel legt het programma van ‘De Vreedzame School’ een veilige en geborgen<br />
basis om het levensbeschouwelijke gesprek in de klas aan te gaan.<br />
De school besteedt daarnaast aandacht aan de katholieke feestdagen met zijn rituelen<br />
en tradities.<br />
B Onderwijskundige dimensie<br />
Naast het beschikken over (basis)kennis en vaardigheden is het belangrijk dat kinderen<br />
leren hoe en waar zij informatie kunnen vinden, dat zij deze kunnen beoordelen<br />
en weten toe te passen.<br />
De school werkt methodegericht waar het moet en thematisch waar het kan.<br />
Bij methodegericht leren wordt gewerkt vanuit een systematisch onderwijs- en<br />
leer programma met heldere leerdoelen en een systematische ordening van de<br />
leerstof.<br />
Bij het thematisch leren wordt meer ingespeeld op de ontwikkeling en op de actuele<br />
wensen en behoeftes van de leerling, vaak in de vorm van spelend leren en/of<br />
onderzoek.<br />
Er is gekozen voor het leerstofjaarklassensysteem met een duidelijke, doorgaande<br />
lijn. Daarbinnen wordt rekening gehouden met individuele verschillen: de school<br />
biedt onderwijs en extra zorg op maat (zie ook het zorgplan).<br />
De leerlingen worden zorgvuldig in hun ontwikkeling gevolgd en het onderwijsaanbod<br />
sluit daar zoveel mogelijk bij aan door – waar nodig – een aangepaste leerweg<br />
en/of extra zorg aan te bieden.<br />
Leren heeft meer kans op succes als de leerling in staat is zichzelf aan te sturen<br />
en zelf zijn werk te plannen, te corrigeren en er op te reflecteren. Hiertoe krijgen<br />
de leerlingen een gerichte opbouw van het leren zelfstandig werken en een goede<br />
begeleiding. De school stimuleert daarom de zelfstandigheid, de zelfverantwoordelijkheid<br />
en het nemen van initiatieven. Er worden daarbij verschillende werk-<br />
en groeperingsvormen toegepast.<br />
16
Naast de meer cognitieve vakken (zoals rekenen, taal, lezen, e.d.) geeft de school<br />
veel aandacht aan sociale vaardigheden, cultuureducatie en lichamelijke opvoeding.<br />
Individuele kwaliteiten van de leerkrachten worden benut: enkele leerkrachten<br />
ontwikkelen zich tot specialist in een of meer vakgebieden.<br />
De school wil dat de leerlingen kennis hebben van Word, PowerPoint en Internet.<br />
De leerlingen raken bekend met de gevaren van internet, met name als het gaat<br />
om privacyvraagstukken. De leerlingen moeten zich houden aan de afspraken en<br />
regels binnen en van de school met betrekking tot veilig computergebruik.<br />
Basisschool St. Augustinus werkt met educatieve software voor de cognitieve vakken<br />
en met software die gerelateerd is aan de speerpunten van de school, zoals de<br />
Vreedzame School en het natuur- en cultuuronderwijs.<br />
Met het gecombineerde leerlingvolg- en leerling-administratiesysteem Parnassys<br />
worden de leerkrachten gestimuleerd nauwer betrokken te zijn bij dossiervorming<br />
van de leerling en meer zicht te krijgen op de gegevens.<br />
Onder het 'continuüm van zorg' verstaat de school het realiseren van passende<br />
zorgmaatregelen door de leerkracht in de groep en door de school als geheel. De<br />
verschillen in onderwijsbehoeften van de kinderen hangen samen met de verschillen<br />
in capaciteiten, sociaal-emotionele ontwikkeling, lichamelijke mogelijkheden<br />
en sociaal-culturele achtergrond. Elke leerling krijgt binnen het continuüm van<br />
zorg de aandacht en begeleiding die hij/zij behoeft. De school streeft er op deze<br />
manier naar dat alle kinderen tijdige en adequate zorg op maat krijgen, zodat ze<br />
een zo optimaal mogelijk ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.<br />
Het continuüm van zorg is het hart van het zorgsysteem, het is de concretisering<br />
van de integrale leerlingenzorg in de school. Het wordt door middel van het dagelijks<br />
handelen van de leerkracht en de school gerealiseerd op de volgende zes inhoudelijke<br />
gebieden:<br />
o Het jonge kind.<br />
o Sociaal-emotionele ontwikkeling.<br />
o Technisch lezen.<br />
o Begrijpend lezen.<br />
o Spelling.<br />
o Rekenen/wiskunde.<br />
Het schoolbeleid richt zich zowel op het preventief als op het curatief werken in<br />
directe samenhang met deze inhoudelijke gebieden.<br />
Voor een verdere uitwerking van het zorgsysteem wordt hier kortheidshalve verwezen<br />
naar het zorgplan.<br />
C Pedagogische dimensie<br />
Leerlingen krijgen de kans om zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te ontwikkelen.<br />
Het pedagogisch klimaat is ondersteunend en uitdagend, biedt veiligheid,<br />
rust en structuur. Respect hebben voor elkaar wordt erg belangrijk gevonden.<br />
Binnen deze sfeer is het onderwijs erop gericht dat talenten van leerlingen worden<br />
herkend en erkend.<br />
17
Basisschool St. Augustinus is een ‘Vreedzame school’: een oefenplaats voor democratisch<br />
burgerschap. De kern van een veilig en prettig klimaat in de school is de<br />
gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen.<br />
Conflicten worden niet uit de weg gegaan, maar direct aangepakt. Een conflict is<br />
een belangenbotsing, die in principe zonder geweld kan worden opgelost. De<br />
school gaat daarbij op zoek naar de win-win-situatie. Betrokken partijen zijn<br />
daarvoor gezamenlijk verantwoordelijk. Als er een conflict is, wordt dat met behulp<br />
van een stappenplan aangepakt, onder andere door middel van ‘peermediation’.<br />
(mediation door leerlingen)<br />
Leerlingen uit groep 7 en 8, die gecertificeerd zijn als mediator, begeleiden andere<br />
leerlingen naar een oplossing. Zijn de leerlingen er met z’n allen uitgekomen,<br />
dan krijgt dit aandacht en worden de successen gevierd.<br />
In de Vreedzame School geldt: je gaat pas naar huis als het conflict is aangepakt.<br />
Iedereen mag fouten maken, als je er maar van leert.<br />
In wekelijkse lessen krijgen alle leerlingen handvatten, die vooral gericht zijn op<br />
bewustwording en gedragsverandering, aangereikt.<br />
D Maatschappelijke dimensie<br />
Het uiteindelijke doel van opvoeding en onderwijs is emancipatie: het uitgroeien<br />
tot een harmonieuze en stabiele persoonlijkheid met het vermogen om zelfstandig<br />
te functioneren in een multiculturele maatschappij. Op school leren de kinderen<br />
zoveel mogelijk zelfstandig te functioneren.<br />
Zelfstandigheid houdt echter ook een sociale verantwoordelijkheid in: naast het<br />
besef invloed te kunnen uitoefenen op het eigen bestaan óók inzien dat je medeverantwoordelijk<br />
bent voor het leven van anderen.<br />
De school geeft aandacht aan een goed evenwicht tussen intellectuele en sociale<br />
vaardigheden.<br />
Ouders/verzorgers worden zoveel mogelijk betrokken bij de activiteiten van de<br />
school zoals schoolfeesten, ouderraadactiviteiten, ondersteunende activiteiten in<br />
de groepen, excursies en ‘Vreedzame School’.<br />
Door de kleinschaligheid van de school en het nauwe contact met de ouders is er<br />
een optimale dialoog tussen deze geledingen.<br />
Naast het professionele contact wordt informatie verstrekt door middel van het informatiebord,<br />
fotobord, tweewekelijks schoolnieuws, website en artikelen in<br />
regionale kranten.<br />
3.2 Leerstofaanbod<br />
In deze paragraaf wordt ingegaan op het leerstofaanbod, de leermiddelen en toetsen<br />
en het gebruik van de methodes.<br />
Ook het onderwerp ‘actief burgerschap’ en het overige aanbod worden hier besproken.<br />
3.2.1 Overzicht leermiddelen en toetsen<br />
Het uitgebreide overzicht van leermiddelen en/of toetsen is vanwege de leesbaarheid<br />
van dit document opgenomen in de bijlagen bij dit schoolplan.<br />
Het betreft de volgende vak- en vormingsgebieden:<br />
18
o Nederlandse Taal/Lezen.<br />
o Rekenen en Wiskunde.<br />
o Engelse Taal.<br />
o Sociaal-emotionele ontwikkeling.<br />
o Wereldoriëntatie.<br />
o Tekenen en Handvaardigheid.<br />
o Schrijven.<br />
o Muziek, spel en beweging.<br />
o Lichamelijke ontwikkeling.<br />
Sommige van de genoemde gebieden zijn inhoudelijk gezien geïntegreerd in cultuureducatie.<br />
3.2.2 Afspraken methodegebruik<br />
Alle methoden worden volgens de handleiding gebruikt. Bij klassenconsultaties door directeur<br />
en interne begeleider krijgt dit aspect ook aandacht. Niet beschreven zaken<br />
worden binnen het team afgestemd in de team- en werkvergaderingen.<br />
3.2.3 Actief Burgerschap<br />
Sinds 1 februari 2006 zijn scholen wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief<br />
burgerschap en sociale integratie. Burgerschapsvorming is geen apart vak, maar komt<br />
in meerdere leergebieden aan de orde. Op basisschool St. Augustinus wordt er als volgt<br />
vorm aan gegeven.<br />
De Vreedzame School: een oefenplaats voor democratisch burgerschap<br />
Op basisschool St. Augustinus wordt gewerkt met het programma ‘De Vreedzame<br />
School’ dat vooral gericht is op bewustwording van het eigen gedrag in relatie tot de<br />
omgeving.<br />
Het centrale thema van ‘De Vreedzame School’ is het oplossen van conflicten op een<br />
vreedzame en constructieve manier, niet met geweld.<br />
De doelstelling van het programma is echter breder: de school ontwikkelt zich tot een<br />
democratische gemeenschap, waarin alle leden (leerlingen, leerkrachten en ouders)<br />
een stem hebben, zich gehoord en gezien voelen, zich positief gedragen tegenover elkaar,<br />
zelfstandig zijn, en zich verantwoordelijk voelen voor het geheel.<br />
Democratie moet je leren; de school stimuleert actief burgerschap en sociale integratie.<br />
Hierdoor ontstaat een beter leer- en werkklimaat.<br />
Onderwijsprogramma<br />
In alle groepen wordt wekelijks een Vreedzame School-les gegeven. Er komen verschillende<br />
thema's aan bod zoals elkaar beter leren kennen, kijken vanuit verschillende gezichtspunten,<br />
goed en slecht luisteren, respecteren van verschillen, samen verantwoordelijk<br />
zijn en samen afspraken maken. De school maakt gebruik van eenduidige<br />
termen zoals opstekers, afbrekers, parafraseren (vanaf groep 6) en win-win situaties.<br />
Mediatortraining<br />
De Vreedzame School heeft als belangrijke pijler het positief omgaan met conflicten.<br />
Regelmatig is een derde partij nodig die kan helpen het conflict op te lossen. Kinderen<br />
uit groep 7 en 8 worden in september gevraagd per brief te solliciteren naar functie<br />
19
van mediator binnen de school. Zij krijgen eerst een training, waarin ze leren bemiddelen<br />
bij conflicten aan de hand van een stappenplan.<br />
De training kent een voortraject.<br />
In een persoonlijk gesprek lichten de sollicitanten hun schriftelijke motivatie<br />
toe. Voordat de kinderen toegelaten worden tot de training wordt met hen ook het<br />
contract besproken waarin criteria vermeld staan waaraan de kinderen moeten voldoen:<br />
alle cursusdagen aanwezig zijn en voorbeeldgedrag in de school vertonen.<br />
Na een positief verloop van het gesprek wordt het contract ondertekend.<br />
De cursisten van de mediatortraining leren in een korte tijd veel over zichzelf en de<br />
ander. Zij leren juiste activerende vragen te stellen, gevoelens te uiten, hoe met conflicten<br />
om te gaan en beter te leren luisteren naar de ander.<br />
Om de terminologie en de afspraken van de Vreedzame School eigen te kunnen maken,<br />
gaan de kinderen ook thuis aan de slag met de theorie.<br />
In november is het examen.<br />
De dag van de diploma-uitreiking is een feest dat door de kinderen zelf georganiseerd<br />
wordt en waarbij ouders van de gediplomeerden aanwezig zijn.<br />
Vanaf dat moment zullen de mediatoren, bij toerbeurt en op verzoek, in tweetallen<br />
andere kinderen ondersteunen met bemiddeling in conflicten.<br />
Kinderen, van wie tijdens de training en het examen duidelijk is geworden dat zij een<br />
aantal vaardigheden nog niet voldoende beheersen, kunnen assistent-mediator worden.<br />
3.2.4 Overige aanbod<br />
Op een aantal hierboven nog niet genoemde gebieden beschikt de school over aparte<br />
beleidsplannen.<br />
Hieronder wordt een korte typering van de plannen gegeven. Voor meer gespecificeerde<br />
informatie en uitwerking wordt verwezen naar de bedoelde beleidsplannen. (deze<br />
plannen zijn op te vragen bij de directie van de school)<br />
o ICT<br />
Kindniveau<br />
Digitale media leveren een belangrijke bijdrage aan het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden<br />
bij kinderen, het vergaren van kennis en aan de wijze van presentatie<br />
van de resultaten.<br />
De school traint de leerlingen daartoe in het gebruik van de verschillende digitale<br />
media, zoals Word en PowerPoint, internetgebruik en het digibord. De school zet in<br />
op uitbreiding van digitale media binnen het thematisch onderwijs, bijvoorbeeld de<br />
digitale microscoop in natuurprojecten.<br />
Het gebruik van internet, gericht op zoektechnieken, krijgt specifieke aandacht<br />
met behulp van daarvoor in aanmerking komende websites (bijvoorbeeld<br />
http://www.8-12.info)<br />
Het gebruik van digitale media confronteert de leerlingen heel praktisch met<br />
vraagstukken rond ‘mediawijsheid’: de kinderen krijgen hier concrete lessen.<br />
Dit alles vormt mede de basis voor de keuze van de door de school in te zetten<br />
software.<br />
Qua visie is de school erop gericht de leerlingen zich niet zozeer te laten ontwikkelen<br />
tot ‘mediaconsument’, maar ze te leren meer zélf te creëren vanuit een duidelijke<br />
onderzoeksvraag.<br />
ICT dient nadrukkelijk een geïntegreerd onderdeel van het onderwijs te zijn.<br />
20
Leerkrachtniveau<br />
Leerkrachten krijgen begeleiding bij het systematisch en doelmatig gebruik van digitale<br />
media en software.<br />
De school streeft naar het inzetten van meer educatieve software die gerelateerd<br />
is aan de speerpunten van de school. Kennis en vaardigheid daarbij verschilt van<br />
leerkracht tot leerkracht, maar er is duidelijk sprake van een positieve grondhouding.<br />
In de komende jaren wordt gericht aandacht besteed aan scholing en training<br />
van de teamleden.<br />
Er is ook voortdurend aandacht voor uitbreiding van de reeds opgedane (basis)vaardigheden<br />
met betrekking tot het digibord, bijvoorbeeld ten aanzien van<br />
nieuwe mogelijkheden.<br />
De school werkt met het leerlingvolgsysteem ‘Parnassys’. Parnassys speelt een belangrijke<br />
rol bij de invoering van het opbrengstgericht werken: het biedt de leerkrachten<br />
de mogelijkheid belangrijke informatie over kinderen bij te houden en<br />
meer in te spelen op de individuele behoeften van kinderen.<br />
Er bestaan duidelijke afspraken over het invoeren van de resultaten van de methodegebonden<br />
en niet-methodegebonden toetsen in Parnassys, waardoor een digitaal<br />
rapport mogelijk is.<br />
Ook de informatieoverdracht naar andere leerkrachten is op deze manier eenvoudig.<br />
Parnassys draagt zo in belangrijke mate bij aan een adequate leerlingenzorg.<br />
ICT-coördinator<br />
Bij alle ontwikkelingen speelt de ICT-coördinator een belangrijke rol in de sfeer<br />
van stimulator, kennisoverdracht en ondersteuning. De ICT-coördinator ondersteunt<br />
de leerkrachten bij materiële problemen, problemen met het netwerk en/of software<br />
en heeft verder vooral een coachende taak.<br />
In het meerjarenbeleidsplan wordt een overzicht gegeven van de ICT-doelen voor<br />
de komende schoolplanperiode. (zie 4.8)<br />
o Techniek<br />
Het techniekonderwijs besteedt aandacht aan techniekcompetenties en techniekinhouden.<br />
Technisch handelen wordt gekenmerkt door de volgende competenties:<br />
Ontwerpen of herontwerpen.<br />
Maken.<br />
Gebruiken.<br />
Evalueren en analyseren. (waarbij aandacht voor vormgeving, functionaliteit,<br />
materiaal, veiligheid, duurzaamheid, prijs/kwaliteit)<br />
Hierbij kan worden gestart vanuit een idee of vanuit een product. De producten die<br />
de kinderen maken of analyseren zijn onder te verdelen in constructies, transport,<br />
productie en communicatie.<br />
o Natuur<br />
Ook hier beschikt de school over een apart ‘Deelschoolwerkplan Natuur’. Het natuuronderwijs<br />
is gebaseerd op de eerder beschreven principes van ‘natuurlijk’ leren:<br />
het creëren van inspirerend en uitdagend onderwijs in relatie tot de directe<br />
omgeving van de school.<br />
21
Het inzetten van experts, inspelen op de natuurlijke nieuwsgierigheid bij kinderen,<br />
spel (onderbouw) en onderzoek (midden- en bovenbouw) en de klas als leergemeenschap<br />
zijn belangrijke principes bij dit onderwijs.<br />
Het basisuitgangspunt bij het natuuronderwijs is, dat de kerndoelen de minimumeis<br />
verwoorden van wat aan de leerlingen wordt aangeboden.<br />
In de organisatie van het natuuronderwijs wordt gebruik gemaakt van thema’s, het<br />
gedurende vier keer per jaar (verspreid over de seizoenen) werkzaam zijn op de<br />
‘Gouwe Plek’ 1 , actief zijn in de schooltuin, bezoeken van het nabijgelegen Ilperveld<br />
en het volgens een vaste planning behandelen van leerstof op dit gebied.<br />
Bij dit laatste wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Leefwereld’ ‘Nieuws uit de<br />
Natuur’ en van de schooltelevisie.<br />
In het genoemde beleidsdocument zijn het bovenstaande en de relevante kerndoelen<br />
verder uitgewerkt.<br />
o Cultuureducatie<br />
Ook op dit punt beschikt de school over een apart beleidsplan, waarin de visie en<br />
de gewenste situatie en de weg daar naar toe worden beschreven. Cultuureducatie<br />
wordt als een rode draad een plaats en functie gegeven binnen het onderwijsprogramma.<br />
Er wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met de ontwikkeling van kinderen<br />
op zintuiglijk, creatief en motorisch niveau.<br />
Het schooljaar wordt in vijf periodes verdeeld. Hierin krijgen de jaarlijks aan te<br />
passen thema’s een plek. Ouders zijn op de hoogte van de inhouden en worden zo<br />
bij het cultuuronderwijs betrokken. Met een aantal culturele instanties wordt getracht<br />
een samenwerkingsverband op te zetten.<br />
Het beleidsplan bevat een overzicht van de beginsituatie en de gewenste situatie,<br />
waaronder het gewenste eindprofiel van de schoolverlaters op dit gebied.<br />
Cultuureducatie heeft een sterke relatie met de visie van basisschool St. Augustinus.<br />
Die relatie is eveneens in het beleidsplan uitgewerkt.<br />
Voorafgaand aan elk schooljaar worden de thema’s gepland. Per thema wordt zo<br />
nodig door leerkrachten voorstudie gedaan en worden de leer- en hulpmiddelen<br />
bijeengebracht.<br />
Het beleidsplan wordt afgesloten met een activiteitenplan en een begroting.<br />
Naast deze planmatige activiteiten vinden ook nog diverse activiteiten plaats met een<br />
meer incidenteel karakter:<br />
o In het naastgelegen Ilperveld wordt in samenwerking met het Bezoekerscentrum<br />
‘Landschap Noord-Holland’ natuur- en erfgoededucatie aangeboden.<br />
o De schoolwedstrijden van verschillende sporten worden gehouden op het sportpark.<br />
In de sporthal ICL worden de gymlessen gegeven.<br />
o Jaarlijks krijgen de schoolverlaters op de zogenaamde ‘club-promotiedag’ de gelegenheid<br />
om kennis te maken met tal van sporten. Deze dag wordt georganiseerd<br />
door de plaatselijke sportverenigingen.<br />
o De school maakt gebruik van expertise en middelen van de bibliotheek.<br />
o Met betrekking tot cultuureducatie brengt de school passende bezoeken aan verschillende<br />
bedrijven. Kwaliteiten van ouders worden ingezet bij de thema’s en de<br />
cultuureducatie.<br />
1 De ‘Gouwe Plek’ is een nabij de school gelegen stuk grond, ca. 1 ha groot, door de school geadopteerd van de gemeente,<br />
waarop vele activiteiten plaats vinden: weer tot leven brengen van de aanwezige flora en fauna, natuuronderzoek, kunstprojecten,<br />
muziek, e.d. Ook is het een goede plek om met de leerlingen over zaken, die de leerlingen bezig houden, na te denken.<br />
De school wordt op de ‘Gouwe Plek’ ondersteund door het ‘Landschap Noord-Holland’.<br />
22
o In samenwerking met het Clusius College, afdeling Groen, te Purmerend wordt in<br />
de komende periode met behulp van stagiaires een project voor de leerlingen vorm<br />
gegeven rond de schooltuinen.<br />
o Met de vier andere basisscholen in Landsmeer zijn momenteel uitwisselingen met<br />
betrekking tot naschoolse activiteiten in het kader van Brede Schoolontwikkeling.<br />
o Door middel van het Netwerk 19+ onderhoudt de school contacten met externe instanties<br />
zoals politie, zorginstellingen en de leerplichtambtenaar.<br />
o De ouders van de leerlingen kunnen tevens gebruik maken van de diensten van het<br />
maatschappelijk werk in het Dienstencentrum.<br />
o Tot op heden vindt de buitenschoolse opvang van de Stichting Compagnie plaatst in<br />
het schoolgebouw van basisschool St. Augustinus.<br />
De komende periode zal bekeken worden of dit voor de toekomst gehandhaafd kan<br />
blijven.<br />
Aanbod voor ouders en voor de tussen- en naschoolse opvang<br />
o Training Vreedzame School<br />
Oudertrainingen worden gegeven om ouders te betrekken bij en te informeren over<br />
de invulling die de school geeft aan de Vreedzame School. Daar de Vreedzame<br />
School verder reikt dan het klaslokaal of het plein alleen, heeft de gemeente<br />
Landsmeer deze training de afgelopen jaren grotendeels voor de ouders bekostigd.<br />
Doelen van de oudertraining zijn:<br />
Het bekend raken met de principes van de Vreedzame School.<br />
Begrijpen waarom de sociaal emotionele ontwikkeling zo belangrijk is en hoe<br />
deze past op basisschool St. Augustinus.<br />
Begrip en draagvlak creëren voor de wijze waarop conflicten op de school worden<br />
opgelost.<br />
Antwoord krijgen op vragen over de Vreedzame School.<br />
Effectief kunnen communiceren met kinderen.<br />
Nadenken over corrigeren van gedrag en conflicthantering.<br />
Het verschil verkleinen tussen school- en thuiscultuur waardoor de opvoeding<br />
en het onderwijs nog beter op elkaar aansluiten.<br />
Tot nu toe hebben twee groepen, ieder van twaalf personen, aan deze training<br />
deelgenomen.<br />
Training voor de tussen- en naschoolse opvang (TSO&NSO)<br />
Om de doorgaande lijn met betrekking tot het pedagogisch klimaat ook op de TSO<br />
& NSO te waarborgen, krijgen de coördinatoren, leidsters en vrijwilligers een training<br />
Vreedzame School aangeboden.<br />
Doel van de training:<br />
Begrip en draagvlak voor de wijze waarop conflicten op de school worden opgelost.<br />
Antwoord krijgen op vragen over de aanpak van conflicten.<br />
Duidelijkheid verkrijgen over de gekozen aanpak voor een positief pedagogisch<br />
klimaat tijdens de opvang.<br />
23
3.3 Werkwijze<br />
Regels en afspraken, grenzen stellen.<br />
Kennis vergroten rond corrigeren van gedrag.<br />
De school werkt met het leerstofjaarklassensysteem en hieraan is het werken met<br />
thema’s toegevoegd. Er wordt gewerkt in combinatieklassen.<br />
3.3.1 Zelfstandig werken/klassenmanagement<br />
Met goed klassenmanagement worden de leertijd en onderwijstijd geoptimaliseerd en<br />
wordt een solide basis gelegd voor het zelfstandig werken.<br />
In de groepen wordt veel aandacht besteed aan het klassenmanagement. Hiertoe hebben<br />
alle leerkrachten scholing in het GIP-model gehad. Na de klassikale instructies,<br />
soms achtereenvolgens aan twee groepen (combinatieklassen), wordt waar nodig extra<br />
instructie gegeven aan individuele kinderen en/of groepjes aan de zogenaamde instructietafel.<br />
De interne begeleider hanteert een kijkwijzer bij het klassenbezoek om na te gaan of<br />
alle aspecten voldoende aan bod komen.<br />
3.3.2 Huiswerk<br />
Vanaf groep 1 kan het voorkomen dat leerlingen individueel of groepsgewijs gevraagd<br />
worden om vaardigheden zoals het automatiseren bij rekenen, thuis te oefenen.<br />
Ouders worden hierover altijd vooraf geïnformeerd.<br />
In de groepen 7 en 8 wordt huiswerk meegegeven aan alle kinderen. Het betreft vaak<br />
oefenwerk, zoals topografie, persoonsvormen en aspecten van rekenen en spelling. De<br />
resultaten worden door de betrokken leerkrachten gecontroleerd.<br />
3.4 Leerstofplanning<br />
De leerkrachten maken zelf jaarlijks een weekrooster en leerstofplanning aan de hand<br />
van evaluaties en met behulp van een urentabel. Onderstaande urentabel is bedoeld<br />
als voorbeeld en betreft de urentabel 2010-<strong>2011</strong>.<br />
24
Lesurenverdeling per week 2010-<strong>2011</strong>/groep 1 tot en met 8<br />
Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep<br />
1/2 3 4 5 6 7 8<br />
Lesuren per week<br />
Lesaanbod groep 1/2<br />
24 24 24 26 26 26 26<br />
Thematijd:<br />
4<br />
o Grote/kleine kring,<br />
taal en woordenschat<br />
Speelwerktijd:<br />
7<br />
o Taalvorming<br />
o Rekenen en wiskunde<br />
o Ordenen<br />
o Begripsvorming<br />
o Rollenspel<br />
Bewegingsonderwijs 2<br />
Buiten spelen 4<br />
Creatieve vakken:<br />
3<br />
o Muziek<br />
o Dans<br />
o Drama<br />
o Beeldend<br />
Vreedzame School 1<br />
Natuuronderwijs 1<br />
Eten en drinken 2<br />
TOTAAL 24<br />
Lesaanbod groep 3 t/m 8<br />
Thematijd 2 2- 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5<br />
Speelwerktijd:<br />
0 - 1<br />
o Bouwhoek<br />
o Rollenspel<br />
o Zandtafel<br />
o Watertafel<br />
o Etc.<br />
Taalactiviteiten:<br />
4 4 -3,5 4 4 4,5 4,5<br />
o Grote/ kleine kring<br />
o Mondelinge taal<br />
(kringgesprek, spreekbeurt,<br />
presentaties)<br />
o Teksten schrijven<br />
o Spelling<br />
o Grammatica<br />
o Engels<br />
Lezen:<br />
4 4-3,5 4 4 4 4<br />
o Begrijpend lezen<br />
o Technisch lezen<br />
Schrijven 2 1,5-2 1,5 1,5 1 1<br />
Rekenen 4 4-3,5 5 5 5 5<br />
25
Bewegingsonderwijs 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5<br />
Pauze (waaronder eten en<br />
drinken)<br />
2 2 2 2 2 2<br />
Wereldoriëntatie:<br />
1 1,5 2 2 2 2<br />
o Geschiedenis<br />
o Aardrijkskunde<br />
o Verkeer<br />
o Gezond gedrag<br />
Creatieve vakken:<br />
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5<br />
o Tekenen<br />
o Handvaardigheid<br />
o Textiele werkvormen<br />
o Muziek<br />
o Dans<br />
o Drama<br />
Vreedzame School 1 1 1 1 1 1<br />
Natuuronderwijs/techniek 1 1 1 1 1 1<br />
TOTAAL 24 24 26 26 26 26<br />
N.B.<br />
Cursieve onderwerpen zijn op te nemen in thematijd, waardoor er meer tijd ontstaat voor het werken aan<br />
het thema.<br />
3.5 Inhoudelijke prioriteiten<br />
Binnen basisschool St. Augustinus zijn de volgende prioriteiten gesteld:<br />
o Cultuureducatie, vooral binnen de thema’s.<br />
o Natuur.<br />
o De Vreedzame School.<br />
Techniek wordt zo mogelijk gekoppeld aan Natuur.<br />
3.6 Contact maatschappelijke instanties<br />
De school vindt samenwerking met organisaties in de buurt belangrijk om onder meer<br />
de betrokkenheid van kinderen bij hun omgeving en de maatschappij te vergroten. Basisschool<br />
St. Augustinus werkt samen met onder andere:<br />
o Buurtnetwerk: Netwerk 19+. (o.a. participatie door Bureau Jeugdzorg, leerplichtambtenaar,<br />
jongerenwerker Landsmeer)<br />
o Naschoolse opvang: De Compagnie.<br />
o GG&GD Waterland.<br />
o Weer Samen Naar School. (WSNS).<br />
o Clusius College Purmerend.<br />
o Wijkagent.<br />
o Inspectie.<br />
o Bibliotheek.<br />
o Maatschappelijk werk in het dienstencentrum.<br />
o Bezoekerscentrum Landsmeer van het landschap Noord-Holland.<br />
26
o Bejaardenhuis ‘De Keern’.<br />
o AMC.<br />
3.7 Zorgstructuur<br />
De leerlingzorg of zorgstructuur vormt een essentieel onderdeel van het onderwijsaanbod.<br />
De school ontwikkelt op dit moment een uitgebreid zorgplan, waarin de zorg<br />
qua uitgangspunten en doelstellingen, niveaus van zorg, zorgstructuur, communicatie<br />
rond zorg, hulpmiddelen/formulieren en taakverdeling concreet worden uitgewerkt.<br />
Hierdoor wordt ook het zorgprofiel van de school meer zichtbaar.<br />
De school legt het accent op het ombouwen van de zorg van curatief naar preventief.<br />
Dit vereist zowel bij de interne begeleider als bij de leerkrachten een andere strategie<br />
en aanpak. In het nieuwe zorgplan wordt al op deze verandering vooruit gelopen. In<br />
2010-<strong>2011</strong> wordt een start gemaakt met de implementatie van de nieuwe visie op de<br />
zorg.<br />
Verder wordt het coachen en begeleiden van leerkrachten geïntensiveerd. Dit zal vooral<br />
gericht zijn op het didactische en sociaal-emotionele gebied.<br />
Op deze wijze wordt er een basis gelegd voor de versterking van de algemene zorg binnen<br />
de school.<br />
In meer algemene termen kan worden gesteld, dat het onderwijs zo is ingericht dat de<br />
school alle leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kan bieden: de inrichting van<br />
het onderwijs is afgestemd op de behoeftes en talenten van alle leerlingen.<br />
Daarbij wordt het noodzakelijk geacht om systematisch en vroegtijdig te signaleren om<br />
vast te kunnen stellen of het onderwijsaanbod inderdaad aansluit bij de onderwijsvraag/-vragen<br />
van de leerling(en). Er wordt daarom onder meer gewerkt met groepsplannen<br />
en individuele handelingsplannen.<br />
Mede met het oog op de toekomst (de zorgplicht) en op grond van de gezamenlijke<br />
ambities van het samenwerkingsverband WSNS zijn afspraken gemaakt, die van invloed<br />
zijn op het beleid voor de komende vier jaar.<br />
Allereerst zijn er binnen het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over de minimale<br />
kwaliteit van de interne zorgstructuur. 2 Deze minimumstandaard omvat afspraken<br />
over het systeem van interne begeleiding, het zorg- en verwijzingstraject (inclusief de<br />
noodprocedure), de leerlingbespreking, het leerling-dossier en het leerlingvolgsysteem.<br />
Daarnaast zijn de bestuurlijke afspraken rond schorsing en verwijdering van toepassing<br />
en van invloed op het beleid.<br />
Op grond van de analyse van de minimumstandaard, de resultaten van het zorgprofiel,<br />
gecombineerd met de bevindingen van de inspectie op de onderdelen opbrengsten/<br />
zorg en begeleiding en de eigen ambities/verbeterpunten zijn de volgende aandachtspunten<br />
van belang voor de komende vier jaar.<br />
Hierna wordt nog een schematisch overzicht gegeven van de interne zorgstructuur van<br />
de school:<br />
2 Deze afspraken zijn vervat in de minimumstandaard voor de interne zorgstructuur<br />
27
Zorgteam<br />
Bijstellen IHP (evt.)<br />
Signalering<br />
Leerkracht/IB Ouders<br />
Toetsen<br />
Zelf oplossen<br />
(IHP)<br />
Zorgvergadering<br />
Interne<br />
Begeleider<br />
Uitvoering<br />
Evaluatie<br />
Zorgplatform<br />
Observatie<br />
Zorg Advies Team (ZAT)<br />
Externe hulpverlening rond het kind<br />
Onderzoek<br />
Indiv. analyse<br />
Bespreking<br />
(IB / leerkracht)<br />
Verwerken<br />
(Groeps-) IHP<br />
RVC<br />
Extern onderzoek Externe hulp SO/SBO<br />
28<br />
Overleg directie – Interne begeleider
Bij het lezen van het schema geldt het volgende:<br />
Verloop van het proces :<br />
Communicatie :<br />
3.8 Beleidsvoornemens<br />
In deze paragraaf wordt een globaal overzicht gegeven van het meerjarenbeleidsplan<br />
(de beleidsvoornemens) voor de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />
Kwaliteit X X X X<br />
Opbrengstgericht werken X X X X<br />
Zorg X X X<br />
Aanvankelijk Lezen X X X<br />
Taal X X X<br />
HGPD (HGW) X X X X<br />
Pedagogisch handelen X X X X<br />
Natuuronderwijs X X X<br />
Cultuureducatie X X<br />
ICT X X X X<br />
Het meerjarenbeleid is nader uitgewerkt in paragraaf 4.8.<br />
29
Hoofdstuk 4 Planning onderwijskundig beleid<br />
4.1 Inleiding<br />
Het systematisch verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs staat hoog in het<br />
vaandel op basisschool St. Augustinus. Een goede planning helpt daarbij. Daardoor kan<br />
de school bijvoorbeeld goed inspelen op externe ontwikkelingen, zoals veranderingen<br />
in de buurt en het beleid van de overheid en het bestuur.<br />
Met een goede planning kan zichtbaar worden gemaakt wat de school met de beschikbare<br />
middelen gaat doen en is het eenvoudig om alles achteraf te verantwoorden. Bovendien<br />
kan de school aan (potentiële) ouders laten zien welke keuzes worden gemaakt<br />
en hoe de missie van de school in de praktijk vorm krijgt. Tevens kan er planmatig<br />
worden gewerkt aan de professionalisering van het team en optimaal gebruik worden<br />
gemaakt van de inzet en kwaliteiten van de teamleden. Zo kan overbelasting worden<br />
voorkomen.<br />
Bovendien biedt de meerjarenplanning de gelegenheid om in een cyclische opzet regelmatig<br />
alle vak- en vormingsgebieden aan een frisse blik te onderwerpen. De uitkomsten<br />
daarvan vormen de basis voor de in dit plan geschetste toekomstige schoolontwikkeling.<br />
Bovendien sluit de beleidsplanning van de school goed aan bij de ontwikkelingen,<br />
zoals we die waarnemen bij de rijksoverheid, de lokale overheid, het bestuur en<br />
in de omgeving van de school. Meer informatie vindt u daarover onder andere op de<br />
websites van de gemeente Landsmeer, ASKO en de Inspectie.<br />
4.2 Evaluatie Schoolplan 2007-<strong>2011</strong><br />
Hieronder wordt beschreven welke actiepunten uit de vorige schoolplanperiode zijn gerealiseerd<br />
en wat nog moet gebeuren.<br />
Actiepunt Uitvoering Wat moet nog gebeuren?<br />
Zorg<br />
o Implementatie van verschillende<br />
formulieren m.b.t.:<br />
Kijkwijzer groep 1/2, 3<br />
t/m 5 en 6 t/m 8.<br />
Groepshandelingsplan.<br />
Inventarisatie zorgleerlingen.<br />
Handelingsplan.<br />
Logboekformulier.<br />
o Zorgteam externen in de<br />
school.<br />
o Hanteren van het Amsterdams<br />
Protocol Kindermishandeling.<br />
o Scholing Zorg Advies Team.<br />
o Formuleren van streefdoelen<br />
voor opbrengsten en<br />
kwaliteitscriteria.<br />
o Werken aan een meer opbrengstgerichte<br />
cultuur.<br />
o Koppelen van onderwijsresultaten<br />
aan streefdoelen.<br />
(tredanalyse)<br />
o Werken met ontwikkelingsperspectief<br />
voor leerlingen<br />
op eigen leerlijn.<br />
o Scholing team m.b.t. analyse<br />
en aanpak van zorgleerlingen.<br />
o Systematisch evalueren<br />
kwaliteitszorg.<br />
o Maken kwaliteitsplan.<br />
o Kind op de gang’, specialisatie<br />
basisschool St. Augustinus.<br />
30
Actiepunt Uitvoering Wat moet nog gebeuren?<br />
Teambuilding<br />
Scholing<br />
leerkrachten<br />
Public<br />
Relations<br />
ICT<br />
o Training Vreedzame School.<br />
o Coaching op teamrollen.<br />
o Gezamenlijk werken aan<br />
thema’s.<br />
o Scholing Parnassys.<br />
o Scholing natuuronderwijs.<br />
o Scholing visie en missie ICT.<br />
o Scholing leesproces.<br />
o Coaching op teamrollen.<br />
o Scholing ‘Opbrengstgerichte<br />
cultuur’.<br />
o Marketingplan opgesteld.<br />
o Groei school bereikt.<br />
o Nieuwe huisstijl gerealiseerd.<br />
o Medianetwerk opgezet en<br />
Onderhouden.<br />
o Open dagen georganiseerd.<br />
o Presentaties gehouden over<br />
de visie en missie van de<br />
school voor van andere onderwijskundige<br />
instellingen.<br />
o Nieuwe website opgezet.<br />
o Nieuwsbrief aan ouders<br />
digitaal.<br />
o Werken met digiborden<br />
ingevoerd.<br />
o ICT studiedag over visie en<br />
missie.<br />
o ICT-schoolplan opgezet.<br />
o Tussenevaluaties stand van<br />
zaken m.b.t. Vreedzame<br />
School.<br />
o Voortgang opzetten gezamenlijke<br />
thema’s.<br />
o Vervolg scholing opbrengstgerichte<br />
cultuur.<br />
o Scholing team m.b.t. analyse<br />
en aanpak van zorgleerlingen.<br />
o Scholing HGPD. (HGW)<br />
o Onderhouden van media<br />
netwerk.<br />
o 2 x per jaar open dag.<br />
o Publiceren van ontwikkeling<br />
en kwaliteiten van de<br />
school.<br />
o Homepage wekelijks bijwerken,<br />
beeldend materiaal<br />
inzetten.<br />
o Website met regelmaat<br />
updaten.<br />
o ICT-schoolplan implementeren.<br />
o Bij ieder thema media inzetten.<br />
Ondersteuning door<br />
Qlict.<br />
31
Natuur<br />
Vreedzame<br />
School<br />
Cultuur-<br />
educatie<br />
o De ‘Gouwe Plek’, geadopteerd<br />
van de gemeente.<br />
o Schooltuinen aangelegd.<br />
o Boomhut met kinderen gebouwd.<br />
o Samenwerkingsverbanden<br />
met Landschap Noord-<br />
Holland.<br />
o Samenwerkingsverband met<br />
Clusius College Purmerend.<br />
o Boomgaard aangelegd.<br />
o Open dag gehouden in het<br />
Ilperveld.<br />
o Deelschoolwerkplan Natuur<br />
opgesteld.<br />
o Studiedag team Natuuronderwijs.<br />
o Thematisch onderwijs in de<br />
natuur rondom de school.<br />
o Natuurcommissie bestaande<br />
uit leerkrachten opgericht.<br />
o Training Vreedzame School<br />
team.<br />
o Training mediatoren.<br />
o Inzetten leerlingen als mediator.<br />
(‘peermediation’)<br />
o Ouderavonden Vreedzame<br />
School.<br />
o Training BSO.<br />
o Wekelijkse les aan alle<br />
groepen vanuit de methode<br />
Vreedzame School.<br />
o Thematisch onderwijs opgezet.<br />
o Netwerk culturele instanties.<br />
o Ouderbijdrage gericht op<br />
cultuureducatie.<br />
o Subsidies ingezet.<br />
o Expositie in het Zaans Museum.<br />
o Interview t.b.v. ICCcoördinator.<br />
o Deelschoolwerkplan cultuuronderwijs<br />
opgezet.<br />
o Netwerken onderhouden en<br />
blijven inzetten in het onderwijs.<br />
o Planmatig aan de slag met<br />
de natuur.<br />
o Natuurcommissie uitbreiden<br />
met oudergeleding.<br />
o Natuurspeelplaats aanleggen.<br />
o Bijstellen van het pestprotocol.<br />
o Trainingen jaarlijks herhalen,<br />
waar mogelijk verdiepen.<br />
o Ervaren mediators (leerlingen)<br />
inzetten voor preventieve<br />
activiteiten op de<br />
speelplaats.<br />
o Een gecertificeerde mediator<br />
(ouder) inzetten bij bemiddeling.<br />
o Daar waar mogelijk lesstof<br />
integreren binnen het thematisch<br />
onderwijs.<br />
o Mediaonderwijs verder uitbreiden.<br />
o Netwerken onderhouden.<br />
o Tijd vrij maken om cultuur-<br />
educatie voor te bereiden<br />
met team.<br />
32
4.3 Verslag Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO)<br />
Op 23 maart 2010 bezocht de Inspectie de school voor een Periodiek Kwaliteitsonderzoek<br />
(PKO). De Inspectie concludeerde dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool<br />
St. Augustinus op de onderzochte onderdelen op orde was: de school kent op die<br />
gebieden niet of nauwelijks tekortkomingen.<br />
De onderwijsopbrengsten zijn naar de mening van de inspectie op een hoog niveau gebracht:<br />
de resultaten van de CITO Eindtoets liggen boven de bovengrens die de inspectie<br />
hanteert.<br />
Op het gebied van toetsing, zorg en leerlingbegeleiding heeft de school naar de mening<br />
van de inspectie haar kwaliteit weten te handhaven. De betrokkenheid van en de samenwerking<br />
in het team werden als ‘hoog’ gekwalificeerd. De school besteedt in de<br />
ogen van de inspecteur veel aandacht aan een plezierig en veilig schoolklimaat. Gesignaleerde<br />
verbeterpunten worden planmatig uitgewerkt, geëvalueerd en geborgd.<br />
Het reeds eerder aan de school toegekende basisarrangement blijft dan ook gehandhaafd.<br />
De Inspectie zag de volgende punten voor verbetering:<br />
o Het formuleren van streefdoelen voor opbrengsten en kwaliteitscriteria.<br />
o Het koppelen van de onderwijsresultaten aan deze streefdoelen (trendanalyse) en<br />
het bewust nemen van beleidsmaatregelen.<br />
o Het werken met ontwikkelingsperspectief voor leerlingen op een eigen leerlijn.<br />
o Het systematisch evalueren bij de kwaliteitszorg.<br />
Deze punten zijn verwerkt in het meerjarenbeleidsplan, met name in het onderdeel<br />
opbrengstgericht werken.<br />
4.4 Onderwijsresultaten<br />
Hieronder geeft de school een overzicht van onderwijsresultaten, gemeten met de Cito-instrumenten.<br />
Ook wordt verslag gedaan van de uitstroom van leerlingen van groep 8 over de laatste<br />
jaren.<br />
4.4.1 Overzicht uitkomsten LVS<br />
De Cito-toetsen voor taal voor kleuters en ordenen kleuters zijn met ingang van schooljaar<br />
2010-<strong>2011</strong> vernieuwd. De opgaven zijn moeilijker geworden en de norm ligt hoger.<br />
Taal voor<br />
kleuters<br />
2007-2008 2008-2009 2009-201 0 2010-<strong>2011</strong><br />
Aan- Niveau Aan- Niveau Aan- Niveau Aan- Niveau<br />
tal ll. M E tal ll. M E tal ll. M E tal ll. M E<br />
Groep 1 20 A A 21 A A 24 C B 38 B B<br />
Groep 2 16 A A 21 A A 24 C B 25 C B<br />
33
Ordenen<br />
kleuters<br />
2007-2008<br />
2008-2009<br />
2009-2010<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />
ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />
Groep 1 20 A A 21 A A 24 C B 38 C B<br />
Groep 2 16 A A 21 A A 24 B A 25 C B<br />
Rekenen<br />
en<br />
Wiskunde<br />
2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-<strong>2011</strong><br />
Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />
ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />
Groep 3 16 A A 15 A A 18 A B 21 B B<br />
Groep 4 11 B C 16 B A 17 B B 18 B B<br />
Groep 5 22 A A 11 C C 16 A B 15 B B<br />
Groep 6 13 A A 22 A A 11 D C 17 B B<br />
Groep 7 13 A A 14 A A 22 A A 9 C C<br />
De Cito-normering van het technisch lezen (DMT) zijn in augustus 2009 aangepast. De normering is<br />
strenger geworden.<br />
Technisch<br />
Lezen<br />
(DMT)<br />
2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-<strong>2011</strong><br />
Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />
ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />
Groep 3 16 A A 15 A A 18 A B 21 B B<br />
Groep 4 11 A A 16 A A 17 B B 18 C C<br />
Groep 5 22 A A 11 A A 16 A B 15 B B<br />
Groep 6 13 A A 22 C B 11 A B 17 B B<br />
Groep 7 13 B C 14 A A 22 B B 9 C B<br />
Groep 8 16 B B<br />
*Wordt volgens CITO op dat moment niet afgenomen<br />
13 A A 15 A A 21 B *<br />
34
Spelling<br />
2007-2008<br />
2008-2009<br />
2009-2010<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau Aantal Niveau<br />
ll. M E ll. M E ll. M E ll. M E<br />
Groep 3 16 B B 15 A A 18 A B 21 B B<br />
Groep 4 11 A A 17 A A 17 C B 18 B B<br />
Groep 5 22 D E 11 A A 16 A B 15 B B<br />
Groep 6 13 C B 22 A B 11 C B 17 C C<br />
Groep 7 20 B A 14 B B 22 C C 9 B B<br />
Groep 8 16 * 13 * 15 * 21 *<br />
Begrijpend<br />
Lezen<br />
2007-2008<br />
Aantal<br />
ll.<br />
Niveau<br />
2008-2009<br />
Aantal<br />
ll.<br />
Niveau<br />
M E<br />
2009-2010<br />
Aantal<br />
ll.<br />
Niveau<br />
M E<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
Aantal<br />
ll.<br />
Niveau<br />
M E<br />
Groep 3 16 * 15 * B 18 * B 21 B *<br />
Groep 4 11 * 17 B B 17 B B 18 B B<br />
Groep 5 22 D 11 A * 16 A * 15 B *<br />
Groep 6 13 A 22 C * 11 C * 17 C *<br />
Groep 7 20 C 14 A * 22 A * 9 B *<br />
Groep 8 16 B 13 * 15 * 21 B *<br />
Uitkomsten<br />
AVI<br />
2007-2008<br />
2008-2009<br />
2009-2010<br />
Groep 3<br />
Groep 4<br />
*Wordt volgens CITO op dat moment niet afgenomen<br />
Groep 5<br />
Groep 6<br />
Groep 7<br />
Groep 8<br />
Jan Jun Jan Jun Jan Jun Jan Jun Jan jun Jan jun<br />
*<br />
*<br />
*<br />
B2<br />
B2<br />
B2<br />
B4<br />
B4<br />
B4<br />
B5<br />
B5<br />
B5<br />
B7<br />
B7<br />
B7<br />
B8<br />
B8<br />
B8<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
B9<br />
35
4.4.2 Uitstroomcijfers groep 8<br />
Resultaten<br />
Cito-eindtoets<br />
Ongecorrigeerd<br />
Ongecorrigeerd<br />
landelijk gemiddelde<br />
Gecorrigeerd<br />
Gemiddeld<br />
Leerling-gewicht<br />
Gecorrigeerd<br />
Gemiddeld<br />
Leerling-gewicht<br />
Begrijpend lezen<br />
2006-2007<br />
539,9<br />
536.0<br />
537,5<br />
536,5<br />
2007-2008<br />
541,8<br />
534.9<br />
539,5<br />
536,5<br />
2008-2009<br />
539,9<br />
535.0<br />
541,8<br />
539,9<br />
2009-2010<br />
545,6<br />
534.9<br />
535,2<br />
535,2<br />
Uitstroomcijfers<br />
Groep 8<br />
2009-2010<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
SO Apollo VMBO-T 1<br />
VMBO-T 3 6<br />
VMBO-T/HAVO 2<br />
HAVO 3 3<br />
HAVO/VWO 3<br />
VWO 7<br />
VWO/Gymnasium 4 4<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
544,5<br />
535.1<br />
540,7<br />
537,0<br />
36
4.4.3 Overige relevante gegevens<br />
Doublures<br />
Groep 2<br />
Groep 3<br />
Groep 4<br />
Groep 5<br />
Groep 6<br />
Groep 7<br />
Groep 8<br />
2006-2007<br />
2007-2008<br />
2008-2009<br />
2009-2010<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
2006-2007<br />
4<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
Versnellingen<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
2007-2008<br />
0<br />
1<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
Rugzakleerlingen<br />
0<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2008-2009<br />
6<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
1<br />
Verwijzing<br />
SO<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
2009-2010<br />
2<br />
0<br />
0<br />
0<br />
1<br />
0<br />
0<br />
Verwijzing<br />
naar SBO<br />
0<br />
1<br />
0<br />
0<br />
1<br />
2010-<strong>2011</strong><br />
4<br />
1<br />
0<br />
0<br />
0<br />
1<br />
0<br />
Terugplaatsing<br />
uit SBO<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
37
4.5 Externe ontwikkelingen<br />
Verschillende externe ontwikkelingen zijn van invloed op het schoolbeleid. De school<br />
zal die ontwikkelingen waar mogelijk meenemen in haar beleidsontwikkeling. Het gaat<br />
om de volgende ontwikkelingen.<br />
Rijksoverheid<br />
De overheid vraagt scholen expliciet beleid te ontwikkelen op diverse terreinen. Het<br />
gaat onder meer om:<br />
o Burgerschap en integratie<br />
o Techniek<br />
o Sociale veiligheid<br />
o Dagarrangementen: tussen- en naschoolse opvang<br />
o Kwaliteitszorg<br />
Basisschool St. Augustinus heeft op al deze onderwerpen beleid ontwikkeld en geïmplementeerd.<br />
Het is de bedoeling het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitszorg een nieuwe<br />
impuls te geven in de komende schoolplanperiode: dit onderwerp is dan ook opgenomen<br />
in de meerjarenplanning.<br />
Andere wet- en regelgeving<br />
o Wet Passend Onderwijs<br />
In 2010 is het wettelijk onderscheid tussen regulier en speciaal basisonderwijs vervallen.<br />
Elke school dient voor ieder kind een passend onderwijsaanbod te bieden.<br />
De rol van de ouders wordt in dit proces versterkt.<br />
De zorgplicht is een speerpunt van de school. (zie ook het Zorgplan <strong>2011</strong> i.o.)<br />
o De Wet B.I.O. (Beroepen In het Onderwijs)<br />
Vanaf 1 augustus 2006 is in het onderwijs de Wet BIO van kracht. Onderdeel van<br />
deze wet zijn de bekwaamheidseisen, waarin is aangegeven aan welke eisen een<br />
leraar moet voldoen om bekwaam te worden geacht. Onderdelen van de aanpak<br />
zijn de competentieprofielen, de POP’s, de bekwaamheidsdossiers en de gesprekkencyclus.<br />
De school is verplicht om haar leraren in staat te stellen hun bekwaamheid<br />
te onderhouden en te vergroten.<br />
Tevens is in het schooljaar 2009-2010 begonnen met de invoering van de functiemix.<br />
Per 1 augustus <strong>2011</strong> zal één leerkracht in LB benoemd zijn.<br />
ASKO<br />
Het strategisch beleidsplan van het bestuur is richtinggevend voor dit schoolplan.<br />
Maatschappelijke ontwikkelingen<br />
De school participeert in twee belangrijke netwerken op lokaal niveau:<br />
o Netwerk 19+<br />
Doel: Het bij elkaar brengen van alle instanties binnen de gemeente om zorgleer-<br />
38
lingen te brespreken. 3<br />
o Directeurenoverleg Landsmeer<br />
Doel: Het bundelen van krachten, gesprekspartner zijn naar buiten en het aanpakken<br />
van zaken die om gezamenlijk initiatief vragen<br />
Voorbeelden van het laatste zijn: invoering ZAT, Brede School, vakantierooster,<br />
Netwerk 19+.<br />
o IB-netwerk Waterland<br />
o Netwerk Rayon-Noord BaO/VO<br />
4.6 Actiepunten<br />
Uit de voorgaande informatiebronnen zijn alle actiepunten voor de komende periode<br />
gedestilleerd. Deze zijn aangevuld met actiepunten vanuit andere bronnen en zaken<br />
die nog door dienen te lopen. Het resultaat is opgenomen in de meerjarenplanning<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. (zie 4.8)<br />
3 Er bestaat een zekere overlap van Netwerk 19+ met het Zorgadvies Team (ZAT) van de school. Daarom wordt getwijfeld<br />
aan het nut van het bestaan van Netwerk 19+. De scholen in Landsmeer zijn hierover in gesprek met Netwerk 19+ en<br />
streeft nieuwe vormen of opheffing na.<br />
39
4.7 Planning onderwijskundig beleid <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Meerjarenbeleidsplan <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />
o Kwaliteitsbeleid<br />
Maken kwaliteitsbeleidsplan<br />
In september afnemen<br />
Quickscan en oudertevredenheidsonderzoek.<br />
Regelmatig evaluatie van<br />
het onderwijsleerproces<br />
o Kwaliteitsbeleid<br />
Evaluatie kwaliteitsbeleidsplan<br />
Einde schooljaar evaluatie<br />
nieuwe taalmethode en<br />
methode aanvankelijk lezen<br />
Evalueren methode Wereldoriëntatie<br />
Kiezen nieuwe methode<br />
Wereldoriëntatie<br />
Evalueren Schrijfonderwijs<br />
o Kwaliteitsbeleid<br />
Evalueren Rekenonderwijs<br />
Nieuwe methode Wereldoriëntatie<br />
implementeren<br />
Evalueren pedagogischdidactisch<br />
handelen van<br />
leerkrachten<br />
o Kwaliteitsbeleid<br />
Quickscan en oudertevredenheidsonderzoekafnemen<br />
Evaluaties nieuwe methode<br />
Wereldoriëntatie.<br />
Evalueren Natuuronderwijs<br />
Evalueren Cultuureducatie<br />
en thematisch onderwijs<br />
40
<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />
o Opbrengstgericht werken<br />
1. Organiseren teambijeenkomst<br />
‘Naar een meer<br />
opbrengstgerichte cultuur’<br />
Tijdens deze bijeenkomst zal<br />
aandacht worden besteed<br />
aan de volgende onderwerpen:<br />
Waarom werken naar een<br />
meer opbrengstgerichte<br />
cultuur?<br />
Wat wordt er van mij<br />
verwacht?<br />
Hoe ziet er op leerling-,<br />
groeps- en schoolniveau<br />
uit?<br />
Wie gaan wat doen?<br />
Wat betekent dat voor jou<br />
en wat heb jij daar voor<br />
nodig?<br />
o Opbrengstgericht werken<br />
1. Organiseren van twee<br />
teambijeenkomsten<br />
‘Sturen op resultaten’<br />
Deze bijeenkomsten worden<br />
besteed aan het opstellen<br />
van groepsplannen en eventueelontwikkelingsperspectief.<br />
2. Organiseren van twee<br />
bijeenkomsten met directie<br />
en IB<br />
Tijdens deze bijeenkomsten<br />
zal aandacht worden besteed<br />
aan de volgende onderwerpen:<br />
o Van opbrengstanalyse naar<br />
plan van aanpak op<br />
schoolniveau.<br />
o Zorgsignalen in kaart<br />
brengen.<br />
o Analyse.<br />
o Opbrengstgericht werken<br />
Vervolg implementatie.<br />
Nader te plannen op grond<br />
van ervaringen.<br />
o Opbrengstgericht werken<br />
Vervolg implementatie.<br />
Nader te plannen op grond<br />
van ervaringen.<br />
41
2. Bijeenkomst managementteam<br />
Tijdens deze bijeenkomst zal<br />
aandacht worden besteed<br />
aan de volgende onderwerpen:<br />
0-meting a.d.h.v. actielijst<br />
‘opbrengstgerichte<br />
cultuur’.<br />
Opstellen toetsprotocol.<br />
3. Organiseren van twee<br />
teambijeenkomsten<br />
‘Sturen op resultaten’<br />
Tijdens deze bijeenkomsten<br />
zal aandacht worden besteed<br />
aan de volgende onderwerpen:<br />
Analyse resultaten op<br />
school-, groeps- en leerlingniveau.<br />
o Formuleren van streefdoelen<br />
voor opbrengsten en<br />
kwaliteitscriteria<br />
3. Een bijeenkomst ‘De<br />
professionele overdracht’<br />
Tijdens deze bijeenkomst zal<br />
aandacht worden besteed<br />
aan de volgende onderwerpen:<br />
o Terugblik.<br />
o Wat zijn jouw opbrengsten?<br />
o Een professionele jaaroverdracht<br />
creëren.<br />
4. Ontwikkelen schoolspecifiek<br />
zorgplan<br />
Inclusief start implementatie.<br />
42
Van toetsresultaat naar<br />
SMART groepsplan. (op basis<br />
van de eisen van de<br />
onderwijsinspectie)<br />
Activerend directe instructiemodel.<br />
Tour de France en klassenmanagement.<br />
4. Twee bijeenkomsten met<br />
directie en IB<br />
Tijdens deze bijeenkomsten<br />
zal aandacht worden besteed<br />
aan de volgende onderwerpen:<br />
Van opbrengstanalyse naar<br />
plan van aanpak op<br />
schoolniveau.<br />
Zorgsignalen in kaart<br />
brengen.<br />
Analyse.<br />
Plan van aanpak op basis<br />
van het waarderingskader<br />
van onderwijsinspectie.<br />
43
5. Een bijeenkomst ‘De<br />
professionele overdracht’<br />
Tijdens deze bijeenkomst<br />
wordt aandacht besteed aan<br />
de volgende onderwerpen:<br />
Terugblik.<br />
Jouw opbrengsten?<br />
Professionele jaaroverdracht<br />
creëren.<br />
6. Verdere aandachtspunten<br />
Formuleren van streefdoelen<br />
voor opbrengsten en<br />
kwaliteitscriteria.<br />
Bepalen ontwikkelingsperspectief<br />
leerlingen met<br />
tussendoelen en een gepland<br />
aanbod.<br />
Opstellen Individuele leerlijnen<br />
voor leerlingen met<br />
specifieke onderwijsbehoeften.<br />
Opstellen toetsprotocol.<br />
44
o Zorg<br />
<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />
Implementeren zorgteam.<br />
(vervolg)<br />
Optimaliseren zorgplan.<br />
o Aanvankelijk lezen<br />
Implementeren nieuwe<br />
Methode ‘Veilig Leren Lezen’.<br />
o Taal<br />
Implementeren nieuwe<br />
Taalmethode.<br />
o HGPD (HGW)<br />
Doelen:<br />
Komen tot vroegtijdige<br />
signalering en kortlopende<br />
interventies die<br />
aansluiten bij handelingsbekwaamheid<br />
van<br />
de leerkracht.<br />
o Zorg<br />
Evalueren zorgteam.<br />
Implementeren nieuwe<br />
zorgplan.<br />
o Aanvankelijk lezen<br />
Vervolg implementatie<br />
methode ‘Veilig Leren Lezen’<br />
o Taal<br />
Vervolg implementatie<br />
taalmethode.<br />
o HGPD (HGW)<br />
N.a.v. de evaluatie van<br />
het eerste jaar worden de<br />
doelen voor het tweede<br />
jaar gesteld.<br />
Voortgangsbespreking.<br />
Vervolg HGPD werkwijze.<br />
o Zorg<br />
Evaluatie zorgplan.<br />
o Aanvankelijk lezen<br />
Evaluatie gebruik ‘Veilig<br />
Leren Lezen’<br />
o Taal<br />
Evaluatie gebruik Taalmethode.<br />
o HGPD (HGW)<br />
N.a.v. de evaluatie van<br />
het tweede jaar worden<br />
de doelen voor het derde<br />
jaar gesteld.<br />
o HGPD (HGW)<br />
N.a.v. de evaluatie van<br />
het derde jaar worden de<br />
doelen voor het vierde<br />
jaar gesteld.<br />
45
Bij een gesignaleerde<br />
probleemsituatie wordt<br />
een analyse van de situatie<br />
rondom het kind<br />
gemaakt middels het<br />
benoemen van belemmerende<br />
én protectieve<br />
factoren.<br />
In de analyse wordt gekeken<br />
naar kindfactoren,<br />
maar ook naar<br />
factoren in de onderwijsleersituatie<br />
en het<br />
gezin.<br />
Leren denken in kansen<br />
en mogelijkheden,<br />
vanuit de protectieve<br />
factoren.<br />
Verandering van leerkrachtgedrag<br />
ten opzichte<br />
van het<br />
(zorg)kind.<br />
Beter gebruik maken<br />
van en vergroten van<br />
de kennis en handelingsbekwaamheid<br />
van<br />
de leerkrachten en intern<br />
begeleiders (professionalisering<br />
en<br />
Scholing Intern begeleider.<br />
Scholing IB’ers pilotscholen.<br />
Voortgangsbespreking.<br />
Uitwisseling pilotscholen.<br />
Borging HGPD.<br />
Effectmeting.<br />
Evaluatie 2e jaar.<br />
46
competentiemanagement)<br />
o Opbrengsten:<br />
De teamleden weten<br />
wat het begrip HGPD<br />
en de werkwijze van<br />
HGPD inhoudt.<br />
De teamleden hebben<br />
een missie en visie ten<br />
aanzien van de zorg<br />
binnen school opgesteld.<br />
De teamleden denken<br />
in kansen en mogelijkheden.<br />
De leerkrachten zijn<br />
bewust van de eigen<br />
rol in het onderwijsleerproces;<br />
zij weten<br />
dat zij er toe doen.<br />
Binnen de school zijn<br />
minimaal twee HGPD<br />
gesprekscycli doorlopen.<br />
o Activiteiten:<br />
Nulmeting<br />
47
Introductie HGPD – Missie<br />
/ Visie – formeren<br />
projectgroep.<br />
Opzet HGPD in de praktijk.<br />
Informeren van de ouder(s)/verzorger(s).<br />
Start HGPD werkwijze.<br />
Voortgangsbespreking.<br />
Effectmeting.<br />
Evaluatie 1e jaar.<br />
o Pedagogisch handelen<br />
Implementeren protocol<br />
‘exceptioneel gedrag’.<br />
Cursus nieuwe mediatoren.<br />
o Natuuronderwijs<br />
Evalueren deelschoolwerkplan<br />
Natuur.<br />
Opzetten database met<br />
lessuggesties.<br />
o Pedagogisch handelen<br />
Evaluatie protocol ‘exceptioneel<br />
gedrag’.<br />
Cursus nieuwe mediatoren.<br />
o Natuuronderwijs<br />
Voorbereiden en opzetten<br />
van een natuurlijk schoolplein.<br />
o Pedagogisch handelen<br />
Cursus nieuwe mediatoren.<br />
Evaluatie protocol<br />
‘exceptioneel gedrag’.<br />
o Natuuronderwijs<br />
Realisatie natuurlijk<br />
schoolplein.<br />
Evalueren deelschoolwerkplan<br />
Natuur voor de<br />
periode 2014-2018.<br />
o Pedagogisch handelen<br />
Cursus nieuwe mediatoren.<br />
Evaluatie protocol ‘exceptioneel<br />
gedrag’.<br />
48
<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />
o Cultuureducatie<br />
Opzetten 5 thema’s.<br />
Mediawijsheid koppelen<br />
aan ieder thema.<br />
Opzetten culturele activiteiten<br />
Brede School.<br />
o ICT<br />
Ervaring opdoen met 5 digitale<br />
media.<br />
Digitale media worden<br />
planmatig ingezet.<br />
Overeenstemming creëren<br />
op teamniveau m.b.t.<br />
voor het rapport bedoelde<br />
beoordelingen.<br />
Systematische invoering<br />
van alle toetsresultaten.<br />
Leggen basis voor digitale<br />
rapportage.<br />
Relatie tussen Parnassys<br />
en Opbrengstgericht Onderwijs<br />
uitwerken.<br />
o Cultuureducatie<br />
Opzetten 5 thema’s.<br />
Invoeren portfolio.<br />
Leerlingenraad Cultuureducatie.<br />
o ICT<br />
Digitale media zijn volledig<br />
geïntegreerd in het<br />
onderwijs.<br />
Presentatie gegevens leerlingen<br />
m.b.v. digitale media<br />
op groepspagina.<br />
Invoering digitaal volgsysteem<br />
sociaal-emotionele<br />
ontwikkeling.<br />
Invoering digitaal rapport<br />
Parnassys/opbrengstgerichtonderwijs/ouderportaal:<br />
meningsvorming.<br />
o Cultuureducatie<br />
Opzetten 5 thema’s.<br />
Realiseren creatieve<br />
speelplaats. (start)<br />
o ICT<br />
Consolidatie stappenplan<br />
digitale media.<br />
Iedere groep heeft eigen<br />
pagina waarop thema’s en<br />
resultaten aandacht krijgen:<br />
leerlingen dragen<br />
zelf zorg voor de presentatie.<br />
(in overeenstemming<br />
met hun leeftijd)<br />
(Eventueel) uitbreiding/aanpassing<br />
digitaal<br />
rapport op basis van evaluatie.<br />
Parnassys/opbrengstgerichtonderwijs/ouderportaal:<br />
meningsvorming.<br />
o Cultuureducatie<br />
o ICT<br />
Opzetten 5 thema’s.<br />
Consolidatie groepspagina’s.<br />
Uitbreiding digitale presentatiemogelijkheden.<br />
49
<strong>2011</strong>-2012 2012-2013 2013-2014 2014-<strong>2015</strong><br />
o Personeelsbeleid<br />
o Personeelsbeleid<br />
Ontwikkelen procedure<br />
werving en selectie nieuwe<br />
personeelsleden.<br />
Ontwikkelen inwerkplan<br />
nieuwe leerkrachten.<br />
o Personeelsbeleid<br />
Invoeren inwerkplan<br />
nieuwe leerkrachten.<br />
o Personeelsbeleid<br />
50
4.8 Uitwerking in het Jaarplan<br />
Voorafgaand aan elk schooljaar wordt een Jaarplan opgesteld in relatie tot het meerjarenbeleid,<br />
zoals in dit schoolplan verwoord, en mede gebaseerd op evaluaties en nieuw<br />
beleid. Dit Jaarplan wordt SMART geformuleerd.<br />
SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.<br />
Verder wordt aangegeven hoe de leerkrachten worden toegerust met scholing en begeleiding,<br />
op welke wijze de uitvoering wordt georganiseerd, welke activiteiten de<br />
schoolleiding onderneemt en welke financiële consequenties verbonden zijn aan de<br />
uitvoering. Voor het Jaarplan wordt een vast format gehanteerd.<br />
Format Jaarplan<br />
1. Uitgangspunten<br />
2. Doelstelling(en)<br />
3. Prestatie-indicator(en0<br />
4. Implementatie<br />
5. Tijd/fasering/mijlpalen<br />
6. Evaluatie<br />
7. Borging<br />
8. Communicatie<br />
9. Financiën<br />
10. Activiteiten schoolleiding<br />
11. Kosten<br />
12. Termijn<br />
51
Hoofdstuk 5 Personeelsbeleid<br />
5.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het personeelsbeleid van de school.<br />
Veel zaken zijn op organisatieniveau (ASKO) uitgewerkt en beschreven.<br />
5.2 De Wet BIO<br />
Met de invoering van de wet BIO zijn de bekwaamheidseisen voor leerkrachten en directeuren<br />
formeel vastgelegd. Kwaliteit van het onderwijspersoneel staat daarbij centraal<br />
omdat zij de kwaliteit van het onderwijs bepalen. Met bekwaamheidseisen, c.q.<br />
competenties, wil deze wet een minimumkwaliteit garanderen.<br />
Het ontwikkelen, verbeteren en onderhouden van de competenties gedurende de onderwijsloopbaan<br />
is van belang. (zie bijlage 1)<br />
De ASKO streeft naar een optimale afstemming tussen de inzet, kennis en bekwaamheden<br />
van de medewerkers en de inhoudelijke en organisatorische doelen van de<br />
school. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten<br />
en middelen, gericht op de ontwikkeling van de individuele medewerkers. Dit is het Integraal<br />
Personeelsbeleid (IPB). De Wet BIO ligt in het verlengde van IPB.<br />
In het strategisch beleidsplan van de ASKO 2007-<strong>2011</strong> zijn drie speerpunten geformuleerd<br />
met betrekking tot het personeelsbeleid om op een effectieve manier uitvoering<br />
te geven aan de Wet BIO.<br />
De speerpunten zijn:<br />
o Competent, professioneel personeel met ruimte voor ontplooiing<br />
Medewerkers worden gesteund en gestimuleerd bij het verzorgen van goed doordacht<br />
onderwijs. Hiervoor wordt onder andere de gesprekkencyclus gehanteerd,<br />
zoals deze volgt uit de Wet BIO. Competent, professioneel personeel vormt immers<br />
de basis voor het realiseren van kwalitatief goed onderwijs en een professionele<br />
organisatie.<br />
Elke medewerker heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan en is zelf verantwoordelijk<br />
voor zijn/haar eigen ontwikkeling. De ASKO zorgt als werkgever voor goede<br />
randvoorwaarden. (zie beleid ASKO en hieronder)<br />
o De aantrekkelijkste onderwijswerkgever en het beste opleidingsinstituut<br />
De verwachting is dat in de komende jaren de arbeidsmarkt krap zal worden. Het is<br />
daarom van belang dat competent personeel en talentvolle starters de ASKO als de<br />
aantrekkelijkste werkgever en het beste opleidingsinstituut in en om Amsterdam<br />
(gaan) beschouwen.<br />
Daarvoor is het nodig dat de ASKO – in samenwerking met de hogescholen – actief<br />
blijft werken aan ‘Opleiden in de School’, zich een goed werkgever toont en een<br />
transparant arbeidsvoorwaardenbeleid heeft.<br />
52
o Een professionele cultuur, in een open en veilig klimaat<br />
De ASKO streeft een professionele cultuur na, waarin medewerkers in een open en<br />
veilig klimaat professioneel met elkaar samenwerken en elkaar kunnen<br />
(aan)spreken.<br />
De kwaliteit van onderwijs staat daarbij voorop en verschillen in kwaliteiten tussen<br />
professionals worden onderkend (ondanks dat iedereen als mens gelijkwaardig is).<br />
Verschillen worden gewaardeerd en benut door medewerkers ruimte te bieden voor<br />
het ontwikkelen van hun talenten.<br />
Bij een professionele cultuur hoort ook een proactief ziektepreventie- en verzuimbeleid.<br />
Vanuit deze speerpunten zijn door middel van het integraal personeelsbeleid instrumenten<br />
ontwikkeld om hieraan te voldoen. Onderstaand een uiteenzetting van deze<br />
personeelsinstrumenten.<br />
5.2.1 Gesprekkencyclus<br />
Het realiseren en optimaal functioneren en ontwikkelen van alle medewerkers en de<br />
ASKO-organisatie wordt verwezenlijkt door de gesprekkencyclus. Deze gesprekkencyclus<br />
is het beoordelingssysteem van de ASKO.<br />
Het omvat een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en functionerings- en beoordelingsgesprekken.<br />
Het gaat bij deze gesprekken om:<br />
o het geven van feedback over het functioneren, zowel van de leidinggevende als van<br />
de medewerker (functioneringsgesprek);<br />
o het vaststellen van de opleidingsbehoefte, algemene begeleidingsbehoefte en<br />
loopbaanwensen en mogelijkheden in afstemming met de organisatiedoeleinden<br />
(POP gesprek);<br />
o informatie over de beoordeling van de werkprestatie (met name tijdens het beoordelingsgesprek);<br />
o het kunnen nemen van rechtspositionele beslissingen (beoordelingsgesprek) en<br />
o het maken van afspraken over wat de komende periode verwacht wordt van de<br />
medewerker en wat men kan verwachten van de werkgever (denk aan opleiding, en<br />
dergelijke).<br />
Deze cyclus heeft een bepaalde doorlooptijd:<br />
o Elk jaar wordt er één functioneringsgesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met<br />
het POP-gesprek plaatsvinden.<br />
o Elk jaar wordt er één POP-gesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met het functioneringsgesprek<br />
plaatsvinden.<br />
o Het beoordelingsgesprek wordt één keer in de twee jaar gevoerd of voordat een<br />
tijdelijke aanstelling wordt omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd.<br />
De uitvoering van het functioneringsgesprek kan een directeur delegeren aan een adjunct-directeur<br />
of leerkracht in de LB-schaal (bijvoorbeeld MT-lid). De directeur blijft<br />
eindverantwoordelijk.<br />
53
Aangetoond moet worden waarop de gespreksfunctionaris zijn feedback en/of oordeel<br />
over de leerkracht baseert. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een klassenobservatie<br />
gebeuren.<br />
Een medewerker met een tijdelijk dienstverband (met uitzicht op een vast dienstverband)<br />
krijgt twee functioneringsgesprekken. Het eerste gesprek vindt plaats na drie<br />
maanden, het tweede gesprek na zes maanden en het beoordelingsgesprek na negen<br />
maanden.<br />
5.2.2 Bekwaamheidsdossier<br />
Volgens de Wet BIO zijn het bevoegd gezag en de leerkracht verplicht een bekwaamheidsdossier<br />
bij te houden. De leerkracht is echter zelf verantwoordelijk voor de inhoud<br />
van het bekwaamheidsdossier. Hierin horen de bewijzen, die aantonen dat een<br />
leerkracht bekwaam is en blijft, gedocumenteerd te worden.<br />
Met de gesprekkencyclus is de eerste input voor het bekwaamheidsdossier gegeven.<br />
Het dossier bevat de verslagen van:<br />
o Functioneringsgesprekken.<br />
o POP-gesprekken.<br />
o Beoordelingsgesprekken.<br />
o Curriculum Vitae.<br />
Vervolgens worden in dit dossier alle stukken opgenomen die aantonen dat de leerkracht<br />
bekwaam is en dat er een bepaalde ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Dit kan<br />
variëren van: certificaten van gevolgde scholing tot en met brieven van kinderen of<br />
ouders.<br />
Dit bekwaamheidsdossier dient in eerste instantie in het bezit te zijn van de leerkracht<br />
zelf. Het is als het ware een portfolio, dat door de leerkracht ook meegenomen kan<br />
worden naar een eventuele andere school of werkgever.<br />
Daarnaast heeft de school een kopie van dit dossier. Dit is nodig om de ontwikkelingen<br />
zo goed mogelijk bij te kunnen houden en daarin te faciliteren.<br />
5.2.3 LA-LB functiemix<br />
De functiemix is de verdeling van leraren over de salarisschalen LA en LB (het loongebouw).<br />
De komende jaren komt er aanmerkelijk meer geld beschikbaar voor de versterking<br />
van de functiemix. Daardoor kunnen meer leraren een hogere functie krijgen<br />
en meer verdienen. Het streven is om meer leraren voor de klas carrière te laten maken.<br />
Elke school krijgt extra bekostiging om een bepaald ‘groeipercentage’ te bereiken. Het<br />
groeipercentage is de toename in het aandeel fte’s in schaal LB. De verplichting om dit<br />
groeipercentage te realiseren is vastgelegd in de CAO Primair Onderwijs.<br />
In het schooljaar 2009-2010 is er een begin gemaakt met de invoering van de functiemix.<br />
In 2014 moet 40% van het genormeerde aantal leerkrachten benoemd zijn in een<br />
LB-functie.<br />
Om voor een LB-functie in aanmerking te komen dient een leerkracht aan bepaalde<br />
voorwaarden te voldoen (zie bijlage 2).<br />
54
5.2.4 Begeleiding startende leerkrachten<br />
De directie van de school is verantwoordelijk voor de begeleiding van nieuwe medewerkers.<br />
Nieuwe medewerkers hebben recht op begeleiding door een collega, die als<br />
mentor (maatje) dient gedurende de eerste twee dienstjaren. De inhoudelijke procedure<br />
wordt door iedere school zelf bepaald.<br />
Op basisschool St. Augustinus speelt de interne begeleider een belangrijke rol bij het<br />
inwerken van nieuwe collega’s. Indien er sprake is van een parallelgroep wordt de<br />
leerkracht van de leerkracht van deze groep automatisch ‘maatje’ van de nieuwe collega.<br />
Nieuwe leerkrachten worden in staat gesteld enkele dagen mee te lopen in de school<br />
voordat zij in dienst treden, om zo de school beter te leren kennen.<br />
Na indiensttreding worden zij in het eerste schooljaar, afhankelijk van hun ervaring,<br />
gedeeltelijk vrijgesteld van extra schooltaken.<br />
In het meerjarenbeleidsplan in dit schoolplan is opgenomen de procedure voor werving,<br />
selectie en inwerken alsmede een inwerkplan voor nieuwe leerkrachten nader uit te<br />
werken en te implementeren.<br />
5.2.5 ID-banen<br />
Veel ASKO-scholen hebben ID-medewerkers in dienst.<br />
Dit zijn medewerkers die gesubsidieerd worden door de gemeente.<br />
Deze medewerkers zijn werkzaam in ondersteunende functies, zoals schoolassistent,<br />
assistent administratief medewerker of lokaalassistent.<br />
Er zijn vier categorieën:<br />
o Medewerkers met een SW-indicatie<br />
Dit betekent dat de medewerker tot aan het einde van zijn/haar dienstverband<br />
een gesubsidieerde baan behoudt.<br />
o Medewerkers met een aanloopprofiel<br />
Dit zijn medewerkers die op termijn of net niet in aanmerking komen voor een<br />
SW-indicati, maar die geen uitzicht hebben op een werkplek op de reguliere arbeidsmarkt.<br />
o Medewerkers met een kernprofiel<br />
Dit zijn medewerkers, die via een opleiding en/of begeleiding worden voorbereid<br />
op een plek op de reguliere arbeidsmarkt.<br />
o Medewerkers met een marktprofiel<br />
Dit zijn medewerkers die door de ASKO in dienst worden genomen of in het RDDF<br />
geplaatst worden en vervolgens weer terug naar de arbeidsmarkt worden begeleid.<br />
Gezien de afbouw van de ID-subsidie door de gemeente (de SW-subsidie wordt gehandhaafd)<br />
dient de school in samenwerking met het bestuurskantoor en Pantar (gemeentelijke<br />
begeleiding) actief beleid te voeren om deze medewerkers in of uit te laten stro-<br />
55
men.<br />
Op basisschool St. Augustinus zijn op dit moment geen ID’ers werkzaam.<br />
5.2.6 Formatie<br />
Eenmaal per schooljaar wordt de nieuwe formatie berekend voor de scholen.<br />
Dit houdt in dat het aantal leerlingen voor het komende schooljaar wordt geteld.<br />
Hierna wordt de beschikbare formatieruimte vastgesteld.<br />
Afhankelijk van het leerlingaantal per school kan een school groeien of krimpen.<br />
In het laatste geval betekent dit dat er leerkrachten moeten uitstromen. Om deze boventalligen<br />
te verzekeren (bij een vast dienstverband) van een nieuwe baan wordt vanaf<br />
ongeveer midden januari tot midden april een tijdelijke vacaturestop ingesteld.<br />
Nadat alle boventalligen herplaatst zijn, wordt de vacaturestop opgeheven en kunnen<br />
leerkrachten met een mobiliteitswens zich inschrijven.<br />
In het algemeen worden met betrekking tot de formatie-inzet de volgende procedures<br />
gevolgd:<br />
Stap<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
Tijdpad<br />
Januari t/m maart<br />
April<br />
April<br />
April-mei<br />
Mei<br />
Juni<br />
Activiteiten<br />
In de functioneringsgesprekken worden de wensen<br />
van de leerkrachten voor wat betreft de<br />
inzet in het volgende schooljaar geïnventariseerd.<br />
(aangeven van 2 voorkeuren)<br />
De directie doet een beargumenteerd voorstel<br />
met betrekking tot de klassenindeling, zo mogelijk<br />
meer dan 1 optie.<br />
Teamoverleg: eventueel inbrengen van alternatieve<br />
opties, meningsvorming ten aanzien van<br />
voor- en nadelen en besluitvorming.<br />
De directie stelt de klassenindeling vast.<br />
De directie stelt een plan op met betrekking tot<br />
de inzet van de formatie en voert - indien zich<br />
knelpunten voordoen – vooroverleg waar nodig of<br />
gewenst.<br />
De directie stelt de formatie-inzet voor het<br />
nieuwe schooljaar vast en presenteert deze in<br />
het team en in de medezeggenschapsraad.<br />
De medezeggenschapsraad stemt in.<br />
56
7<br />
Juni/juli<br />
5.2.7 Mobiliteit<br />
De directie stelt de ouders op de hoogte van de<br />
nieuwe formatie-inzet.<br />
Onder de ASKO vallen 33 basisscholen. Deze scholen hebben verschillende onderwijsconcepten.<br />
De scholen staan verspreid in Amsterdam en omstreken.<br />
Om medewerkers te stimuleren actief aan hun loopbaan te werken, heeft de ASKO een<br />
mobiliteitspool opgericht. Medewerkers kunnen zich vrijblijvend opgeven voor deze<br />
pool. De ASKO zoekt samen met de medewerker actief naar een andere school waar de<br />
medewerker zich verder kan ontplooien.<br />
Inschrijven is mogelijk, maar pas na het herplaatsen van boventalligen worden zij actief<br />
bemiddeld.<br />
5.2.8 Levensfasebewust personeelsbeleid (LFBP)<br />
Het levensfasebewust personeelsbeleid is bedoeld om alle medewerkers optimaal inzetbaar<br />
te houden. Elke levensfase kan zorgen voor nieuwe specifieke wensen en behoeften.<br />
Hoe zet je alle medewerkers zodanig in dat zij werk doen dat aansluit bij hun<br />
talenten en de fase waarin hun leven zich bevindt?<br />
De ASKO wil medewerkers graag ondersteunen bij de combinatie werk, zorg en leren.<br />
Het streven is een duidelijke visie te ontwikkelen op het loopbaanbeleid van medewerkers<br />
en dit te implementeren in de gesprekkencyclus.<br />
Beleid dient hier nog nader op te worden ontwikkeld.<br />
5.2.9 Opleiden in de School (OPLIS)<br />
Een aantal ASKO-scholen neemt sinds 1 augustus 2006 deel aan het project Opleiden in<br />
de School. Hierbij gaat het om het bekwamen van personeel, maar ook om het bekwaam<br />
houden van personeel.<br />
Studenten volgen (een deel van) hun opleiding in de school. Zij combineren het leren in<br />
de school voor een volledige bevoegdheid met betaald of onbetaald werken in de<br />
school. Sinds 2010 heeft de ASKO zich ook verbonden aan de Academische PABO.<br />
OPLIS Introductiemiddag<br />
De ASKO organiseert elk voorjaar een introductiemiddag voor afstuderende LIOstagiaires.<br />
Deze worden door de ASKO ‘Young Professionals’ genoemd. De introductie is<br />
bedoeld als nadere kennismaking tussen toekomstig startende (OPLIS) leerkrachten en<br />
de ASKO.<br />
Door het voorstellen van de verschillende scholen op het gebied van onder andere cultuur,<br />
diverse onderwijsconcepten, omgeving en grootte krijgen de studenten een indruk<br />
waar de ASKO voor staat.<br />
5.2.10 Loopbaanbegeleiding<br />
De ASKO biedt intern loopbaantrajecten aan. De trajecten zijn bedoeld voor leerkrach-<br />
57
ten die zijn vastgelopen in hun werk, op een kruispunt staan in hun leven, niet goed<br />
functioneren of een outplacementtraject krijgen aangeboden.<br />
Een gemiddeld traject omvat vier tot zes gesprekken.<br />
Kandidaten kunnen worden gestuurd door de directie of zelf contact opnemen met de<br />
afdeling P&O. Directies zijn vrij om, voor eigen rekening, te kiezen voor een extern<br />
loopbaanadviesbureau.<br />
5.2.11 Kweekvijver<br />
De kweekvijver is een interne training voor kandidaten die geïnteresseerd zijn in managementfuncties.<br />
Kandidaten dienen voorgedragen te worden door hun directie.<br />
De training omvat zeven bijeenkomsten. Na de eerste bijeenkomst dient de kandidaat<br />
definitief te beslissen of hij/zij verder gaat. Na elke bijeenkomst wordt een opdracht<br />
meegegeven.<br />
Aan het einde van het traject wordt in overleg met de trainer, directeur en regiomanager<br />
beslist of de kandidaat in aanmerking komt voor een opleiding tot (adjunct-) directeur.<br />
Een assessment kan deel uitmaken van deze beoordeling.<br />
De kweekvijver wordt gefinancierd door de ASKO.<br />
De opleiding tot (adjunct)-directeur wordt onder voorwaarden van eventuele terugbetaling<br />
eveneens gefinancierd door de ASKO. Deze regeling houdt in dat van betrokkene<br />
voor elke maand dat deze in dienst blijft, de terugbetalingsverplichting met 1/30e<br />
wordt verminderd.<br />
5.1.12 Arbeidsomstandighedenbeleid (ARBO)<br />
Doelen<br />
Het Arbobeleid is gebaseerd op de wet (art. 12 WPO) en heeft tot doel de veiligheid,<br />
gezondheid en het welzijn van de medewerkers en de leerlingen op onze school te<br />
waarborgen.<br />
De belangrijkste verplichtingen die voortvloeien uit de Arbowetgeving zijn:<br />
o Het voeren van een verzuimbeleid.<br />
o Het opstellen van een schriftelijke inventarisatie en evaluatie van arbeidsrisico’s<br />
op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.<br />
o Het aan werknemers aanbieden van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek<br />
(PAGO).<br />
o Het goed organiseren van bedrijfshulpverlening. (EHBO, brandbestrijding, etc.)<br />
o Zich bij de uitvoering van genoemde taken laten ondersteunen door een gecertificeerde<br />
Arbodienst.<br />
Door middel van aanvullende wetgeving zijn in de overheidssector wettelijke maatregelen,<br />
die ten doel hebben een meer geïntegreerde aanpak van verzuim- en arbeidsongeschiktheidsproblemen<br />
te realiseren, van kracht.<br />
Verzuimbeleid<br />
Het voorkomen van (ziekte)verzuim is het belangrijkste onderdeel van het verzuimbeleid.<br />
Dat gebeurt onder meer door goede afspraken te maken over de taakinvulling (zie<br />
taakbeleid).<br />
58
Taakbeleid<br />
Taakbeleid beoogt een optimale afstemming tussen enerzijds al het werk dat op school<br />
moet gebeuren en anderzijds de kwaliteiten, de beschikbare tijd en de belastbaarheid<br />
van de teamleden.<br />
Het taakbeleid kent de volgende vier gebieden:<br />
1. Taakomvangbeleid<br />
Hierbij gaat het om afstemming tussen het totale takenpakket van de school en de<br />
beschikbare personeelsformatie.<br />
Centrale vragen zijn: welke taken zijn er? Wat is de inhoud van de verschillende<br />
taken? Hoeveel tijd kosten ze? Hoeveel tijd hebben we beschikbaar?<br />
Bovendien wordt aangegeven op welke wijze jaarlijkse evaluatie, het stellen van<br />
prioriteiten en afstemming van taken plaatsvindt.<br />
2. Taakverdelingsbeleid<br />
Dit gebied heeft betrekking op een evenwichtige verdeling van het vastgestelde takenpakket<br />
over functies en personeelsleden.<br />
Er zijn structurele afspraken over een aantal zaken dat van invloed is op de verdeling<br />
van de beschikbare tijd over de verschillende taakgroepen. Uitgaande van 1659<br />
uren geldt voor voltijders de volgende berekening:<br />
o Lesgevende taak 930 uur<br />
o Niet-lesgebonden taken (1659-166-930) = 563 uur en<br />
o Deskundigheidsbevordering 166 uur.<br />
Bij de lesgevende taak is er in principe sprake van directe contacturen met kinderen<br />
of gelden taken waarvoor vrijstelling van lessen is gegeven. De ochtendpauze<br />
van de leerlingen valt hier ook onder. Met betrekking tot de lesverwante taken is<br />
afgesproken welke taken daar, naast het voorbereiden en nakijken, onder vallen.<br />
Het gaat om taken die voor iedereen van toepassing zijn, zoals het bijwonen van<br />
vergaderingen.<br />
De niet-lesgebonden taken zijn groepsoverstijgend en worden over de teamleden<br />
verdeeld. Aan het eind van elk jaar en tijdens de functioneringsgesprekken wordt<br />
de taakverdeling geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.<br />
3. Taakbelastingsbeleid<br />
Dit deelbeleidsterrein heeft betrekking op te nemen maatregelen om de ervaren<br />
werklast op teamniveau te verminderen.<br />
Taakbeleid kan weliswaar een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen<br />
van de werkdruk, maar soms is er meer nodig zoals bijvoorbeeld tijdelijk extra vrijstelling<br />
van een deel van de werkzaamheden door de directie of het geven extra<br />
ondersteuning.<br />
In het beheersen van de taakbelasting van het personeel ziet de directie toe op<br />
een zo evenredig mogelijke spreiding van de werkzaamheden over het jaar, de<br />
week en de dag.<br />
59
4. Belastbaarheidsbeleid<br />
Dit gebied bestrijkt de zorg voor alle personeelsleden, waarbij wordt uitgegaan van<br />
de individuele belastbaarheid. Deze wordt onder andere zichtbaar in de functioneringsgesprekken.<br />
De centrale vraag is: wat kan de individuele leerkracht aan? Waar<br />
mogelijk wordt er rekening gehouden met persoonsfactoren die de belastbaarheid<br />
beperken.<br />
De directie zal een afweging moeten maken of er rekening gehouden kan worden<br />
met bepaalde persoonlijke omstandigheden. In principe zullen de afspraken voor<br />
taakverlichting altijd voor een beperkte duur gelden.<br />
Risico-inventarisatie en -evaluatie<br />
Krachtens de Arbo-wetgeving is iedere werkgever verplicht tot een actuele risicoinventarisatie<br />
en -evaluatie (RI&E). Deze RI&E omschrijft de risico’s voor de gezondheid<br />
die het werken bij de ASKO met zich kan meebrengen. In een op die RI&E gebaseerd<br />
plan van aanpak moet worden aangegeven hoe die risico’s opgeheven/aangepakt<br />
zullen worden en volgens welk tijdspad dit zal gebeuren. Ook dient te worden vermeld<br />
wie dit gaat uitvoeren.<br />
Bij controle van de Arbeidsinspectie moet een schooldirecteur een actuele RI&E en een<br />
plan van aanpak kunnen overhandigen. De RI&E moet elke drie jaar worden gehouden.<br />
Op basis daarvan stellen de scholen een plan van aanpak op. Dit vormt de basis van het<br />
ARBO-beleid.<br />
In februari <strong>2011</strong> is de school opnieuw beoordeeld op dit punt. Er zijn geen bijzonderheden<br />
geconstateerd, zodat er geen aanleiding is voor nieuwe actiepunten.<br />
Bedrijfshulpverleners<br />
De ASKO beschikt totaal over zo’n driehonderd BHV’ers. De ASKO zorgt voor de opleiding<br />
en vervolgtrainingen van de BHV’ers.<br />
Op basisschool St. Augustinus zijn drie BHV’ers actief.<br />
Ondersteuning tijdens ziekte<br />
De ASKO is erop gericht langdurig zieken maximale ondersteuning bieden om het werk<br />
weer te kunnen hervatten. Die ondersteuning kan bestaan uit het verstrekken van<br />
voorzieningen zoals hulp van een bedrijfsmaatschappelijk werker of psycholoog of materiële<br />
voorzieningen bij fysieke problematiek.<br />
Re-integratie<br />
Indien tijdens ziekte van een medewerker blijkt dat plaatsing in de eigen functie of<br />
een andere (aangepaste) functie binnen de ASKO niet meer mogelijk is, dan verplicht<br />
de wet Poortwachter deze medewerker te begeleiden naar een functie buiten de ASKO<br />
(2e-spoor traject).<br />
Scholing<br />
Scholing is een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid (streven naar competent<br />
personeel). Nascholing als middel voor professionele loopbaanontwikkeling krijgt vorm<br />
binnen het doelstellingengesprek en/of het functioneringsgesprek. In deze gesprekken<br />
worden de interesses geïnventariseerd en vindt een verkenning plaats van het ontwikkelings-<br />
of loopbaanperspectief.<br />
Op grond hiervan kunnen afspraken worden gemaakt over individuele nascholing. Deze<br />
scholing maakt dan deel uit van de persoonlijke ontwikkelingspunten en wordt in volgende<br />
gesprekken geëvalueerd.<br />
60
Uitgangspunten scholing ASKO en basisschool St. Augustinus<br />
De uitgangspunten van het professionaliseringsbeleid sluiten naadloos aan bij de standaard<br />
en indicatoren, die de Rijksinspectie op dit gebied heeft geformuleerd:<br />
o De scholen werken continu aan de deskundigheidsbevordering van de teamleden.<br />
o De teamleden handelen vanuit een gemeenschappelijk visie over ontwikkeling en<br />
onderwijs.<br />
o De teamleden ervaren een grote mate van collegialiteit.<br />
o De schoolleiding bevordert de actieve betrokkenheid van teamleden bij de verbetering<br />
van de kwaliteit van het onderwijs.<br />
o De schoolleiding ondersteunt en stimuleert de teamleden bij hun werk.<br />
o De schoolleiding zorgt voor opvang en coaching van (beginnende) teamleden.<br />
o De schoolleiding bevordert de professionele ontwikkeling van de teamleden.<br />
o De schoolleiding bevordert dat leraren over voldoende deskundigheid kunnen beschikken<br />
voor een functioneel gebruik van ICT bij hun onderwijs.<br />
o De school zorgt voor een functionele begeleiding van stagiairs en leraren-inopleiding.<br />
Samenstelling nascholingsplan<br />
Het nascholingsplan loopt van augustus tot augustus. Er bestaan verschillende vormen<br />
van nascholing:<br />
o Nascholing van individuele personeelsleden die relevant is voor zijn/haar werkzaamheden.<br />
o Scholingsbijeenkomsten rond een didactisch/onderwijskundig onderwerp voor het<br />
hele team of leerkrachten van een of meer bouwen.<br />
o Scholingen in het kader van bepaalde speerpunten van het bestuur.<br />
o Functiegerichte scholingen voor bepaalde functiegroepen van het personeel, zoals<br />
managementcursussen.<br />
Het nascholingsplan bevat in elk geval de volgende onderdelen:<br />
o Opsomming van cursussen die gevolgd gaan worden.<br />
o Aard van de nascholing.<br />
o Duur van de nascholing.<br />
o Doelgroep.<br />
o Kosten.<br />
o Bedrag dat voor de school beschikbaar is.<br />
o Korte inhoudelijke argumentatie, gerelateerd aan ontwikkelingen in de school.<br />
Uitgangspunten en criteria voor de keuze van nascholing<br />
In principe komt ieder personeelslid in aanmerking voor nascholing als het budget het<br />
toelaat en als de nascholing in overeenstemming is met de plannen van de school. Dat<br />
impliceert in termen van toewijzingscriteria:<br />
o Als het budget (op korte termijn) het toelaat, kunnen alle aanvragen gehonoreerd<br />
worden.<br />
o Aanvragen worden bij voorkeur (en indien mogelijk) gebundeld.<br />
61
Volgorde van toekenning:<br />
1. Managementbelang/bestuurlijk belang.<br />
2. Schoolbelang.<br />
3. Individueel belang.<br />
Vervolgens komen in volgorde van prioriteit:<br />
1. Aanvragen in het kader van nieuwe ontwikkelingen binnen de school.<br />
2. Aanvragen in het kader van nieuwe taken binnen de school.<br />
3. Aanvragen om redenen van loopbaanplanning.<br />
4. Aanvragen uit persoonlijke interesse.<br />
5. Via de Informatiebeheergroep (lerarenbeurs) waar elke leerkracht eenmalig een<br />
beroep op kan doen in het kader van een opleiding.<br />
De directie toetst alle aanvragen aan het nascholingsbeleid.<br />
Gehonoreerde aanvragen worden opgenomen in het nascholingsplan.<br />
De directie voorziet de aanvragen, die niet gehonoreerd kunnen worden, van een argumentatie.<br />
De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld een mondelinge of schriftelijke toelichting<br />
te geven. Bij verschil van mening kan de aanvrager het nascholingsverzoek voorleggen<br />
aan de regiomanager. De uitspraak van de regiomanager is bindend voor de directie.<br />
Het nascholingsplan kan dan worden ingevuld.<br />
Leerkrachten hebben bij de behandeling van het nascholingsplan in de medezeggenschapsraad<br />
nog de mogelijkheid een en ander bespreekbaar te maken.<br />
Evaluatie nascholing<br />
Via evaluatie wordt nagegaan of de nascholing daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de<br />
beoogde doelen van de school.<br />
Vergoeding van kosten en overige faciliteiten<br />
Nascholing kan vrijwillig zijn, als onderdeel van de permanente loopbaanontwikkeling.<br />
Daarnaast kan nascholing het karakter hebben van een opgedragen taak, bijvoorbeeld<br />
wanneer scholing noodzakelijk wordt geacht voor een goede taakvervulling of het behouden<br />
van een arbeidsplaats.<br />
Bij individuele nascholingsverzoeken is het faciliteren afhankelijk van een beoordeling<br />
van de relevantie die bijscholing heeft voor de functie-uitoefening.<br />
Dit wordt normaliter in het POP- of functioneringsgesprek besproken.<br />
De betrokken medewerker wordt verzocht een concreet studieplan in te dienen met<br />
gegevens over de nascholing.<br />
Begeleiding<br />
Begeleiding van leerkrachten, met name in de vorm van klassenbezoeken, blijft gedurende<br />
de hele loopbaan zeer belangrijk.<br />
In het algemeen vindt de begeleiding plaats door de leidinggevende. In ieder geval zal<br />
er door de leidinggevende minimaal twee keer per jaar een klassenbezoek worden verricht.<br />
De interne begeleider verricht jaarlijks één klassenbezoek aan de hand van de ‘kijkwijzer<br />
zorg’. Doel van deze bezoeken is het controleren van gemaakte afspraken, het bewaken<br />
van de doorgaande lijn, het geven van onderwijskundig advies en het bieden van<br />
62
hulp. De bezoeken worden altijd met de leerkracht nabesproken en er volgt een schriftelijk<br />
verslag dat wordt opgenomen in het personeelsdossier. Het spreekt vanzelf dat<br />
gesprekken over de voortgang en de begeleiding vertrouwelijk zijn.<br />
Daar waar nodig wordt directe actie ondernomen om de leerkracht van extra begeleiding<br />
te voorzien.<br />
Taakdifferentiatie<br />
Taakdifferentiatie is een belangrijk beleidsinstrument: het bevordert de ontwikkeling<br />
en betrokkenheid van de medewerkers en bewijst de schoolontwikkeling een grote<br />
dienst.<br />
De mogelijkheden liggen vooral op het gebied van de taakroulatie (rouleren van groepen),<br />
de schooltaken, specialisaties, coördinatietaken en managementtaken.<br />
63
Hoofdstuk 6 Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg<br />
6.1 Inleiding<br />
Bij het denken over ‘kwaliteit’ zijn verschillende invalshoeken mogelijk:<br />
1. De kwaliteit en samenhang van het onderwijsaanbod, zoals dat wordt gerealiseerd<br />
door het schoolteam, inclusief ondersteunende functionarissen<br />
2. De (objectieve en) meetbare resultaten die worden behaald in relatie tot de gestelde<br />
doelen in termen van meetbare en/of observeerbare opbrengsten<br />
Het gaat om de vraag in hoeverre de nagestreefde leer- en ontwikkelingsresultaten<br />
worden behaald: is er voldoende rendement?<br />
Hierop zijn een aantal goed te beïnvloeden factoren van invloed: kwaliteit en professionaliteit<br />
van de directie en leerkrachten, de methodieken en hulpmiddelen,<br />
interne organisatie en personeelsbeleid, e.d..<br />
Maar ook minder grijpbare factoren spelen een rol: bijvoorbeeld de samenstelling<br />
de leerlingenpopulatie, het instroomniveau, e.d.<br />
3. Het imago dat de school heeft in de omgeving waarin zij functioneert<br />
Basisschool St. Augustinus werkt continue aan het bepalen, bewaken en bevorderen van<br />
de kwaliteit van het onderwijs. Dit hoofdstuk geeft aan op welke manier de kwaliteitszorg<br />
van onze school wordt vormgegeven.<br />
In de kern is kwaliteitszorg in scholen te herleiden tot vijf eenvoudige vragen:<br />
o Doen we de goede dingen?<br />
o Doen we die dingen ook goed?<br />
o Hoe weten we dat?<br />
o Vinden anderen dat ook?<br />
o Wat doen we met die wetenschap?<br />
Kortom, kwaliteitszorg betekent dat scholen proberen systematisch de ‘goede dingen<br />
nog beter te doen’. Adequate zelfevaluatie-instrumenten en een heldere plannings- en<br />
beleidscyclus zijn hiervoor onontbeerlijk.<br />
Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van de<br />
school noodzakelijk. Dat betekent: het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen<br />
verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken.<br />
Dat is kwaliteitszorg: het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en<br />
goed management om de benodigde acties en controles uit te voeren waarmee de<br />
school de gewenste kwaliteit systematisch levert en waarmee de school die kwaliteit<br />
ook continu kan verbeteren.<br />
Het voeren van kwaliteitsbeleid en het doen aan kwaliteitszorg is van essentieel belang<br />
voor hetgeen de school presteert, zowel procesmatig als productmatig.<br />
Daarbij is het van belang periodiek stil te staan bij de graad van ontwikkeling van de<br />
school in relatie tot de plaatselijke, regionale en landelijke ontwikkelingen van het<br />
(primair) onderwijs. Zo wordt voorkomen dat de school in een achterstandssituatie terechtkomt.<br />
64
Het is van groot belang dat alle leerkrachten kwaliteitszorg tot hun verantwoordelijkheid<br />
rekenen, en dat het niet alleen de verantwoordelijkheid van directie en zorgfunctionarissen<br />
blijft.<br />
Kwaliteitsbeleid en –zorg heeft een nauwe relatie met de zorg aan leerlingen die extra<br />
ondersteuning nodig hebben voor een goede ontwikkeling.<br />
In dat kader wordt ook verwezen naar het interne Zorgplan, dat de school heeft geformuleerd.<br />
Er is uiteraard ook een relatie met de organisatiestructuur van de school, de formatieinzet<br />
en het taakbeleid: deze zijn in deze notitie verder buiten beschouwing gelaten en<br />
vastgelegd in andere beleidsdocumenten en procedures en krijgen zeker de benodigde<br />
aandacht.<br />
De kwaliteitszorg op basisschool St. Augustinus voldoet aan de eisen die de Inspectie<br />
stelt. De volgende indicatoren geven richting bij het vormgeven aan de zorg voor kwaliteit.<br />
De school:<br />
o heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie;<br />
o evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en maakt<br />
trendanalyses vanuit de gegevens van het leerlingvolgsysteem;<br />
o evalueert regelmatig het leren en onderwijzen aan de hand van een kijkwijzer<br />
waarin de competenties van de leerkracht zijn opgenomen;<br />
o werkt planmatig aan verbeteractiviteiten;<br />
o borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen door afspraken en procedures die<br />
getoetst zijn vast te leggen en<br />
o de school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde<br />
kwaliteit van het onderwijs.<br />
De school beschikt over een beleidsdocument met betrekking tot kwaliteit, waarin<br />
naast de visie, uitgangspunten en doelstellingen ook de concrete werkwijze is beschreven.<br />
Hieronder is slechts een samenvatting opgenomen.<br />
6.2 Uitgangspunten<br />
Op basisschool St. Augustinus zijn de volgende uitgangspunten leidend voor de wijze<br />
waarop wij vorm geven aan kwaliteitsbeleid:<br />
a. De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. De directie heeft een cruciale rol als<br />
het gaat om de aansturing van kwaliteitszorg. Uiteraard is de zorg voor de (eigen)<br />
kwaliteit een zorg die bij iedere medewerker of betrokkene van onze school hoort<br />
te liggen, maar de wijze waarop de kwaliteit wordt bepaald, bewaakt en bevorderd<br />
is de verantwoordelijkheid van de directie.<br />
b. De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen, zoals geformuleerd<br />
in dit schoolplan. De kwaliteitszorg richt zich op doelen van het bestuur en<br />
van de school. Daar staat de school voor en zij mag daarop worden aangesproken.<br />
c. De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. Voor een professionele<br />
schoolcultuur is een professionele schoolleiding nodig die kan beschikken over professionele<br />
medewerkers. Om de medewerkers zo goed mogelijk te kunnen faciliteren<br />
en begeleiden bij hun taak op school, heeft het bestuur in de afgelopen jaar<br />
veel werk gemaakt van het Integraal Personeels Beleid (IPB) en de Wet Bio.<br />
Bij het personeelsbeleid wordt uitgegaan van het werken in teams en/of deelteams<br />
65
van professionals met verschillende rollen en taken, samen verantwoordelijk voor<br />
de leerprocessen van groepen leerlingen.<br />
d. Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en<br />
bestuur betrokken. In het kwaliteitsbeleidsplan (zie het onderliggende beleidsplan<br />
met betrekking tot kwaliteit) wordt aangegeven op welke wijze wij de diverse<br />
groepen betrekken.<br />
6.3 Aspecten van kwaliteitszorg<br />
Binnen de basisschool St. Augustinus worden twee aspecten van kwaliteitszorg onderscheiden:<br />
a. Interne kwaliteitszorg<br />
Alle gerichte activiteiten van de school zelf om de kwaliteit vast te stellen en te<br />
waarborgen.<br />
Van scholen wordt verwacht, dat zij beschikken over een systeem voor interne kwaliteitszorg,<br />
waarmee zij zelf de kwaliteit van de school beschrijven, beoordelen en<br />
borgen of verbeteren.<br />
Interne kwaliteitszorg kent drie invalshoeken:<br />
1. De kwaliteit van het onderwijsaanbod.<br />
2. De leer- en ontwikkelingsresultaten.<br />
3. Het imago van de school<br />
De kwaliteit van het onderwijsaanbod en de leer- en ontwikkelingsresultaten<br />
Onderwijs geven heeft alleen zin als er rendement wordt behaald.<br />
Dat betekent, dat de school zich richt op het in kaart brengen van de resultaten<br />
van het onderwijs.<br />
Daartoe behoren uiteraard de meetbare leerresultaten, vast te stellen met behulp<br />
van de daarvoor beschikbare methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen.<br />
De school stelt zich streefdoelen, in relatie tot de leerlingenpopulatie en de categorie<br />
van de school, door op de methodeonafhankelijke toetsen streefcijfers aan te<br />
geven: het streefniveau.<br />
De daarvoor verantwoordelijke functionarissen (directie in samenwerking met de<br />
Interne Begeleider) analyseren de behaalde resultaten voortdurend, gaan na welke<br />
factoren hierop van invloed zijn geweest en passen het beleid en de activiteiten<br />
van de school aan op de uitkomsten van deze analyses.<br />
Op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen worden<br />
eveneens instrumenten ingezet ter beoordeling van het rendement van de onderwijsinspanningen:<br />
checklists, gesloten en open observaties, waar nodig aangevuld<br />
met observaties en/of toetsen door externe deskundigen.<br />
Het imago van de school<br />
Bij het imago van de school gaat het primair over het beeld dat de (potentiële)<br />
klanten van de school over de kwaliteit van het onderwijs hebben.<br />
Dit beeld komt tot stand op basis van concrete, subjectieve ervaringen van de ouders<br />
die hun kind reeds op de school hebben geplaatst.<br />
De school maakt voor het in beeld brengen van het imago van de school gebruik van<br />
een periodiek ‘oudertevredenheidsonderzoek’. Dit onderzoek wordt verricht in re-<br />
66
latie tot de schoolplancyclus: één keer per vier jaar tenzij de school argumenten<br />
heeft om het tussentijds of vaker te doen.<br />
Overige activiteiten en instrumenten in het kader van de interne kwaliteitszorg<br />
De kwaliteit van het onderwijs wordt mede bewaakt en gestimuleerd door:<br />
a. Schoolniveau<br />
o Instrumentarium ‘Werken met Kwaliteit’ van Cees Bos. (4-jaarlijkse<br />
Quickscan en jaarlijks onderzoek van één of meer domeinen)<br />
o Oudertevredenheidsonderzoek. (1 x per 4 jaar)<br />
o Enquête onder leerkrachten, ouders en leerlingen met betrekking tot De<br />
Vreedzame School.<br />
o Het leerlingvolgsysteem (LVS): zie hiervoor het Zorgplan van de school.<br />
o Klassenconsultaties.<br />
o De gesprekscyclus en persoonlijke ontwikkelingsplannen: doelstellingengesprekken<br />
(POP-gesprekken), en functionerings- en beoordelingsgesprekken<br />
gehouden tussen medewerkers en leidinggevende.<br />
Het doel van deze gesprekken is de kwaliteit te vergroten en het welbevinden<br />
van de medewerkers te verhogen.<br />
Leidinggevenden hebben dit type gesprekken met de regiomanager.<br />
o Collegiale consultatie.<br />
b. Leerkrachtniveau<br />
o Klassenbezoeken: 1x per jaar door de directie.(bij nieuwe leerkrachten vaker)<br />
De leidinggevende houdt tenminste jaarlijks klassenbezoeken. De bezoeken<br />
staan in het teken van een vooraf gesteld doel op het gebied van pedagogisch<br />
klimaat of didactisch handelen. Daarnaast verzorgt de IB’er klassenbezoeken<br />
in het teken van de ontwikkeling van de school met betrekking<br />
tot zorg.<br />
o Coaching van nieuwe leerkrachten tijdens de inwerkperiode.<br />
o Teamscholing.<br />
o Individuele nascholing.<br />
o Externe begeleiding.<br />
c. Niveau schoolleiding<br />
o Scholing.<br />
o Coaching.<br />
o Intervisie.<br />
o Monitor.<br />
b. Externe kwaliteitszorg<br />
Vanwege het subjectieve karakter van een zelfbeoordeling, mag een externe kwaliteitsbeoordeling<br />
niet ontbreken.<br />
Externe kwaliteitszorg omvat de gerichte activiteiten die derden ondernemen om<br />
de kwaliteit van het onderwijs vast te stellen en te bewaken.<br />
Hierbij moet allereerst worden gedacht aan evaluatie- en onderzoeksactiviteiten<br />
door de Inspectie: het jaarlijkse Onderzoek (JO) en eventueel het Periodiek Kwaliteits<br />
Onderzoek (PKO).<br />
Van deze bezoeken wordt een rapport gemaakt dat informatie geeft over de stand<br />
van zaken ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs.<br />
67
Het betreft vooralsnog de volgende domeinen:<br />
1. Leerstofaanbod.<br />
2. Leertijd.<br />
3. Pedagogisch klimaat.<br />
4. Didactisch handelen.<br />
5. Leerlingenzorg.<br />
6. Opbrengsten.<br />
7. Kwaliteitszorg.<br />
8. Professionalisering.<br />
9. Interne communicatie.<br />
10. Externe contacten.<br />
11. Contacten met ouders<br />
12. Inzet van middelen<br />
13. Integraal Personeels Beleid (IPB)<br />
Ook evaluatieactiviteiten, verricht door externe instanties die een implementatietraject<br />
binnen de school uitvoeren of ondersteunen en/of evaluatieactiviteiten<br />
vanuit (bijvoorbeeld) projecten waaraan wordt deelgenomen, behoren tot het domein<br />
van de externe kwaliteitszorg.<br />
6.4 Meerjarenplanning veranderingsonderwerpen<br />
Om de kwaliteit van onze school te garanderen en waar nodig te verbeteren, moeten er<br />
zicht zijn op alle aspecten van ons onderwijs. In de vorige paragraaf is dit verder uitgewerkt.<br />
Kwaliteitszorg kan echter niet volstaan met het meten van gegevens. De gegevens moeten<br />
worden geanalyseerd en geïnterpreteerd, verbeteringen moeten worden aangebracht<br />
en na verloop van tijd moet opnieuw worden gemeten. (evaluatie)<br />
Het kwaliteitsbeleid van de school is daarom een cyclisch proces, waarbij gebruik<br />
wordt gemaakt van een de PDCA- cyclus:<br />
P PLAN<br />
Dit omvat niet alleen het plan van aanpak voor de noodzakelijke verbetering of innovatie,<br />
maar ook de formulering van het gewenste resultaat en hoe en wanneer getoetst<br />
gaat worden of het gewenste resultaat is bereikt.<br />
D DO<br />
Het plan wordt uitgevoerd zoals is voorgeschreven.<br />
C CHECK<br />
Door middel van controle en evaluatie wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat<br />
behaald is.<br />
A ACT (of: ADAPT)<br />
Dit is de fase van bijstelling. En als het gewenste resultaat bereikt is, kan de school<br />
aan de volgende verbetering beginnen en wordt de cirkel opnieuw doorlopen.<br />
Na het doorlopen van de stappen binnen deze cyclus is het van belang dat veranderingen<br />
en verbeteringen geborgd worden. Zonder borging loopt de school de kans na een<br />
68
aantal jaren weer van voren af aan te moeten beginnen.<br />
De evaluatie-instrumenten worden cyclisch in een periode van vier jaar afgenomen, elk<br />
jaar de actuele en relevante onderdelen. De stappen die de school vervolgens zet,<br />
worden opgenomen in de meerjarenplanning van de school.<br />
6.5 Overleg en besluitvorming<br />
Om te bewerkstelligen dat de school op planmatige wijze overleg voert en besluiten<br />
neemt over de kwaliteit op de school en de eventuele verbeteringstrajecten, hanteert<br />
de school de volgende overlegstructuur:<br />
Overleg DeelneFrequenmerstie Zorgoverleg Directie 1x per<br />
(zie ook het Zorgplan) IB’er week<br />
Zorgteam Extern des- 6 x per<br />
kundigen<br />
Directie<br />
IB’er<br />
Leerkracht<br />
jaar<br />
Zorgvergadering Team 6 X per<br />
jaar<br />
Teamvergadering Team 1x per<br />
maand<br />
Werkvergaderingen<br />
Commissies Betrokken<br />
leerkrachten<br />
Team 6 X per<br />
jaar<br />
MR Ouders<br />
Twee teamleden<br />
Ouderraad Ouders<br />
Twee teamleden<br />
In onderlingoverleg<br />
6 x per<br />
jaar<br />
6 x per<br />
jaar<br />
Studiedagen Hele team 2 à 3 x per<br />
jaar<br />
Inhoud Besluitvorming<br />
Zorg<br />
LVS<br />
2/3 meerderheid<br />
Zorgleerlingen 2/3 meerderheid<br />
Onderwijsinhoud<br />
op zorg, leerling-<br />
bespreking<br />
Organisatie teamniveauOnderwijsinhou-<br />
den<br />
Werken aan b.v.<br />
groepsplannen,<br />
onderzoek nieuwe<br />
methodes<br />
Nieuwe methodes,<br />
feesten,<br />
Passend Onder-<br />
wijs, rapporten<br />
Onderwijsbeleid,<br />
onderwijsinhoud<br />
Bovenschools<br />
beleid<br />
Organisatie Algemeneouderavond,<br />
feesten en<br />
partijen<br />
Afhankelijk van<br />
ontwikkeling<br />
Consensus<br />
2/3 meerderheid<br />
N.v.t.<br />
Adviserend<br />
Advies en instemmingsrecht<br />
N.v.t.<br />
N.v.t.<br />
69
Hoofdstuk 7 Verantwoording en regelingen<br />
7.1 Inleiding<br />
De school is verantwoording schuldig aan zichzelf, aan de leerlingen en hun ouders, aan<br />
het bestuur, aan het bovenschools management en aan de collega-scholen en de Inspectie<br />
van het Onderwijs als vertegenwoordiger van de maatschappij.<br />
Aan zichzelf, de collega-scholen, het bestuur en het bovenschools management verantwoordt<br />
zij zich door middel van het schoolplan. Daarnaast worden managementrapportages<br />
opgesteld en besproken tussen de scholen onderling en met het bovenschools<br />
management/bestuur.<br />
De leerlingen en ouders informeren wij over het onderwijs en de gerealiseerde kwaliteit<br />
via de schoolgids. Daarnaast worden de ouders en leerlingen uitgebreid geïnformeerd<br />
over de uitkomsten van de tevredenheidsmetingen die onder deze groepen worden<br />
gehouden. In deze rapportage wordt tevens opgenomen wat er met de uitkomsten<br />
in de komende jaren gedaan wordt.<br />
De inspectie wordt geïnformeerd via dit schoolplan en de stukken waarnaar in dit plan<br />
wordt verwezen.<br />
Procedures<br />
Bestuur en school hebben een aantal procedures vastgelegd. Hieronder worden de belangrijkste<br />
beschreven.<br />
Alle procedures en protocollen zijn op school aanwezig.<br />
7.2 Klachtenregeling<br />
De ASKO beschouwt een goede klachtenregeling als onderdeel van kwaliteitsbeleid. Op<br />
alle scholen zijn contactpersonen aangesteld en in de schoolgids van de school is informatie<br />
opgenomen over de klachtenregeling. Er wordt deskundigheidsbevordering voor<br />
de contactpersonen georganiseerd. Ook is er een gedragscode voor leerlingen en personeel<br />
ontwikkeld.<br />
Als ‘lerende school’ wordt er voor zorg gedragen dat voor klachtafhandeling (zowel in<br />
het informele als formele traject) ervaringen worden benut.<br />
7.3 Noodprocedure<br />
Het ‘Protocol Noodprocedure’ bevat een aantal school-bestuurlijke afspraken om te<br />
voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten als de basisschool voor hen (tijdelijk)<br />
geen onderwijs meer kan verzorgen. Het protocol geeft aan wat betrokkenen moeten<br />
doen als voor de school een onhoudbare situatie met een leerling is ontstaan. De Noodprocedure<br />
maakt deel uit van VIA Amsterdam.<br />
In het kort komen de afspraken op het volgende neer. De directie neemt contact op<br />
met het schoolbestuur op het moment dat de situatie rond een kind op school onhoudbaar<br />
is. Tegelijkertijd stelt de directie de coördinator van het zorgplatform op de hoogte.<br />
De Noodprocedure voorziet in afstemming tussen directie, schoolbestuur, ouders en<br />
de coördinator van het zorgplatform.<br />
Als de leerling van school gaat, stelt de directie van de nieuwe school een document<br />
70
op. Dit gebeurt samen met de ouders en mede onder verantwoordelijkheid van het<br />
schoolbestuur van de oude school. In dit document leggen ze de afspraken vast over het<br />
onderwijs en de zorg die de nieuwe school kan bieden.<br />
7.4 Managementstatuut<br />
Het bevoegd gezag stelt een managementstatuut vast. Dit statuut is op het moment van<br />
samenstellen van dit schoolplan in ontwikkeling.<br />
7.5 Werving en selectie<br />
Er is een procedure vastgelegd die betrekking heeft op vacatures in de vaste formatie.<br />
In deze procedure staan afspraken over de werving en selectie, de afronding en benoeming.<br />
7.6 Regels voor toelating van leerlingen<br />
In de periode vanaf de leeftijd van drie jaar en tien maanden tot het bereiken van de<br />
leeftijd van vier jaar kan de school kinderen gedurende ten hoogste vijf dagen ter gewenning<br />
toelaten.<br />
Kinderen van 4 jaar oud zijn op de school toelaatbaar, maar nog niet leerplichtig. Kinderen<br />
van 5 jaar en ouder zijn leerplichtig.<br />
Ouders/verzorgers van kinderen kunnen hun kind op de school inschrijven. Bij de aanmelding<br />
vindt een informatief gesprek plaats met de schoolleiding.<br />
Indien er plek is worden de kinderen van alle ouders, die voor basisschool St. Augustinus<br />
kiezen, ingeschreven. Leerlingen, die al een broertje en/of zusje op school hebben,<br />
gaan voor bij de aanname.<br />
Komt een kind op school vanaf groep 2 of later dan wordt de volgende procedure gevolgd:<br />
o Gesprek met de ouders door de directie.<br />
o De directie neemt contact op met de school van herkomst en vraagt een onderwijskundig<br />
rapport op.<br />
o De Interne begeleider kan het kind testen en bespreekt daarna de resultaten met<br />
de ouders en de eventuele toekomstige leerkracht.<br />
o De school gaat na of het kind geplaatst kan worden in de daarvoor in aanmerking<br />
komende groep en houdt daarbij rekening met het bovenstaande en de groepssamenstelling.<br />
o De directie en de I.B-er nemen een besluit omtrent plaatsing.<br />
Kinderen, die tijdens een verwijzingsprocedure (richting SBO of andere vorm van speciaal<br />
onderwijs) van basisschool veranderen, moeten rekenen op een speciale procedure<br />
of voorwaardelijke inschrijving waarbij eventueel het bevoegd gezag (bestuur) betrokken<br />
kan worden.<br />
Kinderen met een handicap, zowel lichamelijk als verstandelijk, kunnen gebruik maken<br />
van leerlinggebonden-financiering (LGF, de zogenaamde ‘rugzakkinderen’)<br />
Om de ouders goed op de hoogte te stellen van de mogelijkheden en onmogelijkheden<br />
van de school wordt een indicatielijst, zoals die door de regionale verwijzingscommissie<br />
is opgesteld, gehanteerd en de school zet daar haar hulpverleningsmogelijkheden<br />
71
naast. Deze extra hulp kan altijd worden aangevuld met ambulante begeleiding.<br />
De school hanteert daarnaast nog de volgende procedure voor de aanname van kinderen<br />
met een handicap:<br />
o Allereerst voeren de directeur en de intern begeleider een gesprek met de ouders.<br />
o Er wordt informatie verzameld over de aard van de handicap.<br />
o Binnen het team wordt overleg gepleegd over de aangemelde leerling en de mogelijkheid<br />
om hem/haar te plaatsen en te begeleiden. Hierbij wordt rekening gehouden<br />
met de indicatielijst die is opgesteld door de ‘Regionale Verwijzingscommissie’.<br />
(RVC)<br />
o Hierna vindt er weer een gesprek plaats met de ouders en wordt er eventueel een<br />
vervolgtraject afgesproken.<br />
o Plaatsing is onder andere afhankelijk van de aard van de handicap en van de mogelijkheden<br />
en beperkingen van de school om een en ander aan te kunnen. Dit laatste<br />
kan afhankelijk zijn van het schoolteam, de groep waarin een kind eventueel geplaatst<br />
wordt, de (extra) zorg die de school, de leerkracht en de IB’er kunnen bieden.<br />
Maar een en ander is ook afhankelijk van de mogelijkheid van ondersteuning<br />
door ouders en ambulante begeleiding en van de mogelijkheid van (eventueel benodigde)<br />
aanpassingen van het schoolgebouw.<br />
o De beslissing over de plaatsing wordt genomen door de directie in samenspraak met<br />
de IB’er. Het bevoegd gezag wordt hier eventueel bij betrokken.<br />
7.7 Schorsing en verwijdering<br />
In overleg met het bestuur zal de directie - slechts in zeer uitzonderlijke gevallen - een<br />
leerling voordragen voor schorsing bij het bevoegd gezag. De directie stuurt dan een<br />
brief aan de ouders met de vermelding van het feit dat de leerling aan het schoolbestuur<br />
ter verwijdering is voorgedragen.<br />
Het schoolbestuur zal betreffende partijen horen en eventueel overgaan tot definitieve<br />
verwijdering. Alleen het schoolbestuur is bevoegd tot schorsing/verwijdering.<br />
Indien het bestuur besluit tot schorsing stuurt de directie daarvan bericht aan de ouders.<br />
De Rijksinspectie zal, onder vermelding van de reden en de duur van de schorsing,<br />
schriftelijk op de hoogte worden gebracht evenals de leerplichtambtenaar.<br />
7.8 Vermissing<br />
Een persoon (kind) is vermist als:<br />
Het kind tegen redelijke verwachting afwezig is uit de voor dat kind gebruikelijke<br />
en veilige omgeving<br />
Er sprake is van een plotselinge en onverwachte afwezigheid<br />
De verblijfplaats van het kind onbekend is, en als het in het kinds belang is, dat die<br />
wordt vastgesteld.<br />
In geval van vermissing heeft en neemt de directie de leiding. De directeur zal het protocol<br />
van de ASKO ‘Hoe te handelen bij vermissing van een leerling tijdens of vlak na<br />
schooltijd’ direct inzetten. Het protocol is op school aanwezig.<br />
72
Hoofdstuk 8 Afsluiting<br />
Het schoolplan is een ‘levend’ document: er dient steeds ruimte te zijn om op grond van<br />
nauwgezette evaluatie en andere ervaringsgegevens te komen tot bijstelling. Daarin is in dit<br />
schoolplan voorzien door veel aandacht te schenken aan de interne en externe communicatie:<br />
overlegstructuren, voorlichting en het systematisch verzamelen van gegevens over (het functioneren<br />
van) de school.<br />
Er is voor gekozen om niet alle onderliggende beleidsdocumenten, waarover de school beschikt,<br />
als bijlage op te nemen in dit plan: dat zou het geheel onleesbaar maken. Alle bedoelde<br />
beleidsnotities zijn echter op de school in te zien of op te vragen.<br />
Ik vertrouw erop dat met dit schoolplan een gedegen basis is gelegd voor de schoolontwikkeling<br />
in de komende vier jaar.<br />
Rest mij dank te zeggen aan al degenen die betrokken zijn geweest bij de samenstelling van<br />
dit document.<br />
Adèle Poelmans, directeur<br />
Juli <strong>2011</strong><br />
73
Bijlage 1 Overzicht van leermiddelen en toetsen<br />
Nederlandse Taal/Lezen<br />
Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />
Groep 1 en 2 o Leeslijn o Bas gaat digitaal<br />
Groep 3 o Leeslijn<br />
o Lettervos & Letterdas<br />
o Mijn letterboekje<br />
o Spelling in de lift<br />
o Klank van de dag<br />
o Flits<br />
o Zuid Vallei:<br />
Remediërend<br />
leesprogramma<br />
o Woordkasteel<br />
o Leskompas<br />
Groep 4 o Leeslijn<br />
o Taaljournaal<br />
o (spelling +<br />
taal)<br />
o Goed Gelezen<br />
Groep 5 o Leeslijn<br />
o Taaljournaal<br />
(spelling +<br />
taal)<br />
o Goed Gelezen<br />
o Ambrasoft<br />
o Spelling in de lift<br />
o Zuid Vallei: Remedierend<br />
begrijpend leesprogramma<br />
o Flits<br />
o Zuid Vallei: Remedierend<br />
leesprogramma<br />
o Woordkasteel<br />
o Leskompas<br />
o Ambrasoft<br />
o Spelling in de lift<br />
o Zuid Vallei:<br />
Remediërend begrijpend<br />
leesprogramma<br />
o Flits<br />
o Zuid Vallei: Remedierend<br />
leesprogramma<br />
Woordkasteel<br />
o Leskompas<br />
o Ambrasoft<br />
Toetsen<br />
o Taal voor kleuters<br />
o Cito Taal<br />
o AVI<br />
o DMT<br />
o Woordenschat<br />
o Begrijpend lezen<br />
o AVI<br />
o DMT<br />
o Begrijpend lezen<br />
o Spelling Cito<br />
o AVI<br />
o DMT<br />
o Begrijpend lezen<br />
o Spelling Cito<br />
74
Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />
Toetsen<br />
Groep 6 o Leeslijn o Spelling in de lift o AVI<br />
o Taaljournaal o Zuidvallei Remediërend o DMT<br />
(spelling + begrijpend leespro- o Begrijpend lezen<br />
taal)<br />
gramma<br />
o Spelling Cito<br />
o Goed Gelezen o Flits<br />
o Zuid Vallei: Remedierend<br />
leesprogramma<br />
o Stenvertblok Werkwoordspelling<br />
o Ralfilezen<br />
o Woordkasteel<br />
o Leskompas<br />
o Ambrasoft<br />
Groep 7 o Leeslijn o Spelling in de lift o AVI<br />
o Taaljournaal o Zuidvallei Remediërend o DMT<br />
(spelling + begrijpend leespro- o Begrijpend lezen<br />
taal)<br />
gramma<br />
o Spelling Cito<br />
o Goed Gelezen o Flits<br />
o Zuid Vallei: Remedierend<br />
leesprogramma<br />
o Entreetoets<br />
o Stenvertblok Werkwoordspelling<br />
o Woordkasteel<br />
o Leskompas<br />
o Ambrasoft<br />
Groep 8 o Leeslijn o Spelling in de lift o AVI<br />
o Taaljournaal o Zuid Vallei: Remedi- o DMT<br />
o (spelling + erend begrijpend lees- o Begrijpend lezen<br />
taal)<br />
programma<br />
o Spelling Cito<br />
o Goed Gelezen o Remediërend Leesprogramma<br />
o Tormentil<br />
o Taalkaarten<br />
o Taaljournaal<br />
o Taaltopperskaarten<br />
o Werkschrift<br />
o Plustaken<br />
o Woordkasteel<br />
o Leskompas<br />
o Ambrasoft<br />
o Cito Eindtoets<br />
75
Rekenen en Wiskunde<br />
Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />
Groep 1 en 2 o Alles Telt o Hulpboek/<br />
Ordenen<br />
o De Beestenboerderij<br />
o Bas telt mee<br />
o Stenvertblok Voorloper-<br />
Groep 3 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />
o Rekentijger<br />
o Rekenweb<br />
o Ambrasoft<br />
Groep 4 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />
o Rekentijger<br />
o Rekenweb<br />
o Ambrasoft<br />
Groep 5 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />
o Rekentijger<br />
o Rekenweb<br />
o Ambrasoft<br />
Groep 6 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />
o Rekenweb<br />
o Ambrasoft<br />
o Plustaken<br />
Groep 7 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />
o Rekenweb<br />
o Ambrasoft<br />
o Metriek<br />
o Plustaken<br />
Groep 8 o Alles Telt o Maatwerk Rekenen<br />
o Rekenweb<br />
o Ambrasoft<br />
o Plustaken<br />
Engelse taal<br />
Groep 7 en 8 o Junior<br />
Sociaal-emotionele ontwikkeling<br />
Groep 1 tot 6 o Vreedzame<br />
School<br />
Groep 7 en 8 o Vreedzame<br />
School<br />
tje<br />
o Stappenplan Mediatoren<br />
Toetsen<br />
o Ordenen/Cito<br />
o Rekenen/ Wiskunde<br />
o Cito<br />
o Methodegebon-<br />
den toets<br />
o Rekenen/ Wiskunde<br />
o Cito<br />
o Methodegebon-<br />
den toets<br />
o Rekenen/ Wiskunde<br />
o Cito<br />
o Methodegebon-<br />
den toets<br />
o Rekenen/ Wiskunde<br />
o Cito<br />
o Methodegebon-<br />
den toets<br />
o Rekenen/ Wiskunde<br />
o Cito<br />
o Methodegebonden<br />
toets<br />
o Entreetoets<br />
o Rekenen/ Wiskunde<br />
o Cito<br />
o Methodegebonden<br />
toets<br />
76
Wereldoriëntatie<br />
Natuur en<br />
Techniek<br />
Groep 1 en 2 o De Beestenboerderij<br />
Koekeloere<br />
Groep 3 o Huisje Boompje<br />
Beestje<br />
Groep 4 t/m 8 o Leefwereld<br />
Aardrijkskunde<br />
Groep 1 en 2 o Koekeloere<br />
Groep 3 o Huisje Boompje<br />
Beestje<br />
Groep 4 t/m 8<br />
Geschiedenis<br />
o Wijzer door de<br />
Wereld<br />
Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />
o Leskompas<br />
o Leskompas<br />
Groep 1 en 2 o o o<br />
Groep 3 o o o<br />
Groep 4 t/m 8 o Bij de tijd<br />
Tekenen en handvaardigheid<br />
Groep 1 t/m 8<br />
Schrijven<br />
o Tekenvaardig<br />
o Handvaardig<br />
o Textielvaardig<br />
Groep 2 o Schrift<br />
Groep 3 t/m 8 o Schrift<br />
Muziek, spel en beweging<br />
Groep 1 t/m 2 o Bewegingsonderwijs<br />
o Methode<br />
‘Dans moet je<br />
doen’<br />
Groep 3 t/m 8 o Methode<br />
‘Dans moet je<br />
doen’<br />
o Films vroeger en zo<br />
o Leskompas<br />
o Muziek en spel-<br />
materialen vanuit de<br />
thema’s<br />
Toetsen<br />
Methodegebonden<br />
toets<br />
o Methodegebonden<br />
toets<br />
o Methodegebonden<br />
toets<br />
77
Methode Aanvullende en differentiatiematerialen<br />
Lichamelijke Ontwikkeling<br />
Groep 1 en 2 o Bewegingsonderwijs<br />
Groep 3 t/m 8 o Basislessen<br />
Gelder en<br />
Stroes<br />
o Bewegingsonderwijs<br />
SIO<br />
Toetsen<br />
78
Bijlage 2 Functiemix<br />
Een school moet op 1 augustus <strong>2011</strong> 12% van het genormeerde aantal leraren, uitgaande van het<br />
leerlingenaantal op 1 oktober 2010, in LB benoemd hebben, mits dit om ten minste 1 fulltime leraar<br />
gaat. Voor het bestuur geldt een minimum van 19%.<br />
In 2014 zal het percentage LB-leraren doorgroeien naar 40%.<br />
De CAO-PO stelt de volgende voorwaarden voor het doorgroeien naar LB:<br />
o Een HBO-plus werk- en denkniveau.<br />
o (Mede)verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van onderwijsvernieuwingen en –verbeteringen<br />
en het hiervoor goed onderbouwde plannen kunnen aandragen.<br />
Aanvullende ASKO-criteria zijn:<br />
o Een aanstelling hebben van minimaal wtf 0,5000.<br />
o Overwegend een lestaak hebben.<br />
o Een volledig ingevuld bekwaamheidsdossier hebben, inclusief gespreksverslagen uit de gesprekkencyclus.<br />
o Minimaal 2 jaar relevante onderwijservaring hebben.<br />
Daarbij zijn de volgende competenties vereist:<br />
o Voldoen aan de 7 eisen van de SBL-competenties en minimaal excellent zijn aan 3 van deze 7<br />
SBL-competenties.<br />
o Aantoonbaar ontwikkeltaken kunnen uitvoeren op zowel generalistisch als specialistisch niveau.<br />
(zichtbaar in het bekwaamheidsdossier)<br />
o Minimaal 2x positief beoordeeld zijn.<br />
o Kunnen fungeren als mentor voor collega-leraren en/of startende leraren.<br />
o Het hebben van verantwoordelijkheidsgevoel, initiatief tonen en zichtbaar betrokken zijn bij de<br />
ontwikkeling van de school.<br />
In de ASKO-bulletins is meer informatie te vinden betreffende de procedures en andere zaken die<br />
een rol spelen bij het doorgroeien naar een LB-functie.<br />
De Wet BIO en de vereiste competenties van leerkrachten:<br />
1. Pedagogisch competent<br />
De leraar draagt zorg voor het realiseren van een veilige leeromgeving voor leerlingen<br />
2. Vakdidactisch competent.<br />
De leraar draagt zorg voor het realiseren van een krachtige leeromgeving voor leerlingen.<br />
3. Interpersoonlijk competent<br />
De leraar draagt zorg voor het realiseren van samen gaan en samenwerken van en met leerlingen.<br />
4. Organisatorisch competent<br />
De leraar draagt zorg voor het realiseren van structuur in de leeromgeving voor leerlingen.<br />
79
5. Competent in samenwerking met collega’s<br />
De leraar draagt bij aan het realiseren en het verder ontwikkelen van het pedagogisch/didactisch<br />
klimaat van de school en de kwaliteit van de werkverhoudingen en de organisatie<br />
van de school.<br />
6. Competent in samenwerking met anderen buiten de school, met name ouders en collega’s van<br />
andere instellingen.<br />
De leraar draagt bij aan het realiseren en de ontwikkeling van de samenwerkingsrelatie met<br />
mensen en instellingen in de omgeving van de school.<br />
7. Competent in reflectie en ontwikkeling<br />
De leraar onderzoekt en ontwikkelt zijn/haar opvattingen en bekwaamheden ten aanzien van<br />
de verschillende aspecten van beroepsuitoefening.<br />
Voorwaarden om door te stromen naar een LB-functie:<br />
a. CAO voorwaarden<br />
o Een HBO plus werk- en denkniveau. Er zijn bijvoorbeeld relevante cursussen of masterclasses<br />
gevolgd, HBO-masters behaald of de leerkracht heeft een EVC bewijs (Erkennen van<br />
Verworven Competenties), dat is afgegeven door een gecertificeerde aanbieder en dat aansluit<br />
op de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs, onder andere op de deelgebieden rekenen<br />
en taal, zorg en achterstand.<br />
o De leerkracht is (mede)verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onderwijsvernieuwingen<br />
en -verbeteringen en u kan hiervoor goed onderbouwde plannen aandragen.<br />
b. Aanvullende ASKO-criteria zijn:<br />
o Een aanstelling van minimaal wtf 0,5000, u hebt overwegend een lestaak.<br />
o U hebt een volledig ingevuld bekwaamheidsdossier inclusief gespreksverslagen uit de gesprekkencyclus.<br />
o U hebt minimaal twee jaar relevante onderwijservaring.<br />
De volgende competenties zijn vereist:<br />
o U voldoet goed aan de zeven gestelde eisen van de SBL-competenties en minimaal excellent<br />
aan drie van deze zeven SBL-competenties.<br />
o U kunt aantoonbaar ontwikkeltaken uitvoeren. (dit moet zichtbaar zijn in uw bekwaamheidsdossier)<br />
o U dient minimaal twee keer positief beoordeeld te zijn.<br />
o U kunt fungeren als mentor voor collega-leraren en/of startende leraren.<br />
o Ontwikkeltaken kunnen zowel op generalistisch als op specialistisch niveau worden uitgevoerd.<br />
(deze worden in overleg met de directeur van uw school vastgesteld)<br />
o En verder hebt u verantwoordelijkheidsgevoel, toont initiatief en bent zichtbaar betrokken<br />
bij de ontwikkeling van uw school.<br />
80
Bijlage 3 Lijst met afkortingen<br />
AMC : Amsterdams Medisch Centrum<br />
ARBO : Arbeidsomstandigheden(wet)<br />
ASKO : Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs<br />
AVI : Analyse van individualiseringsvormen (het betreft een leestest)<br />
BIO : Beroepen in het onderwijs<br />
BHV : Bedrijfshulpverlener<br />
BSO : Buitenschoolse opvang<br />
CAO : Collectieve Arbeids Overeenkomst<br />
CITO : Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling<br />
DMT : Drie minuten toets<br />
GG&GD : Gemeentelijke Geneeskundige & Gezondheidsdienst<br />
GIP : Groeps- en individueel gericht pedagogisch en didactisch handelen<br />
GMR : Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad<br />
HGPD : Handelingsgerichte proces-diagnostiek<br />
HGW : Handelingsgericht werken<br />
IB : Interne Begeleider<br />
ID : In- en doorstroombanen<br />
ICC : Interne Cultuurcoördinator<br />
ICT : Informatie en Communicatie Technologie<br />
IHP : Individueel handelings plan<br />
IPB : Integraal Personeels Beleid<br />
LB : Een salarisschaal in het onderwijs (LA – LB – LC - LD = schaal 9 – 10 – 11 -12)<br />
LFBP : Levensfasebewust personeelsbeleid<br />
MR : Medezeggenschapsraad<br />
MT : Management Team<br />
NSO : Naschoolse opvang<br />
OPLIS : Opleiden in de school<br />
OR : Ouderraad<br />
P&O : (Afdeling) Personeel & Organisatie<br />
PABO : Pedagogische Academie Basisonderwijs<br />
PKO : Periodiek Kwaliteits Onderzoek<br />
POP : Persoonlijk Ontwikkelings Plan<br />
RI&E : Risico-inventarisatie en –evaluatie<br />
SBO : Speciaal Basis Onderwijs<br />
SMART : Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden<br />
SO : Speciaal Onderwijs<br />
SW : Sociale Werkvoorziening<br />
TSO : Tussen schoolse opvang<br />
VO : Voortgezet Onderwijs<br />
VZ : Vreedzame School<br />
WPO : Wet op het Primair Onderwijs<br />
81
WSNS : Weer Samen Naar School<br />
ZAT : Zorg Advies Team<br />
82
Bijlage 4 Instemming Medezeggenschapsraad<br />
83
Bijlage 5 Instemming Bevoegd Gezag<br />
Namens de ASKO,<br />
Zend ik u het door ons goedgekeurde schoolplan toe van de St.Augustinus te Landsmeer<br />
Amsterdam, 20 juli <strong>2011</strong><br />
GHMM Pas<br />
Regiomanager<br />
84