Celleer-cytologie

Celleer-cytologie Celleer-cytologie

02.09.2013 Views

Celleer-cytologie 2009 Celleercytologie Definitie • Kleinste eenheid van leven dat levensverrichtingen vertoont Celkern: bouw Opgebouwd uit • Chromatine • Chromosomen • Genen • D.N.A. • Kernmembraan • Nucleoplasma Celleercytologie Lesstof Beauty Level Basics 2 • Blz. 11 - 17 Celleer: bouw • Celkern/nucleus (8) • Cellichaam/cytoplasma/ protoplasma (5) • Celwand/celmembraan (2) Celkern: functie • Deling • Regeling celprocessen 8-10-2012 1

<strong>Celleer</strong>-<strong>cytologie</strong><br />

2009<br />

<strong>Celleer</strong> – <strong>cytologie</strong><br />

Definitie<br />

• Kleinste eenheid<br />

van leven dat<br />

levensverrichtingen<br />

vertoont<br />

Celkern: bouw<br />

Opgebouwd uit<br />

• Chromatine<br />

• Chromosomen<br />

• Genen<br />

• D.N.A.<br />

• Kernmembraan<br />

• Nucleoplasma<br />

<strong>Celleer</strong> – <strong>cytologie</strong><br />

Lesstof Beauty Level Basics 2<br />

• Blz. 11 - 17<br />

<strong>Celleer</strong>: bouw<br />

• Celkern/nucleus (8)<br />

• Cellichaam/cytoplasma/<br />

protoplasma (5)<br />

• Celwand/celmembraan<br />

(2)<br />

Celkern: functie<br />

• Deling<br />

• Regeling celprocessen<br />

8-10-2012<br />

1


Cellichaam: bouw<br />

• Bevat vloeistof met daarin<br />

– 70 % water.<br />

– eiwitten, vetten, suikers, zouten<br />

Cellichaam: bouw<br />

• Bevat celorganellen<br />

– mitochondriën<br />

– golgi–apparaat<br />

– ribosomen<br />

– poollichaampje / centriolen / centraal<br />

lichaampje<br />

Cellichaam: bouw Celwand: bouw<br />

Celwand: functie<br />

• Stofwisseling/metabolisme<br />

• Dun vliesje om de cel<br />

• Tussen celtussenstof en cytoplasma<br />

• Semi–permeabel<br />

• Selectief !!!!<br />

Celwand: verschil<br />

• Plantaardige celwand<br />

– extra cellulosewand<br />

– dus extra dik<br />

• Dierlijke celwand<br />

– dunne, tere wand opgebouwd uit eiwitten<br />

8-10-2012<br />

2


Cel: levensverrichtingen<br />

• Animaal<br />

– beweging<br />

– prikkelbaarheid<br />

• Vegetatief / autonoom<br />

– groei<br />

– stofwisseling<br />

– voortplanting<br />

Cel: deling<br />

Animatie zie www.bioplek.org of de cd<br />

Klik op<br />

• Algemeen inhoud<br />

• Mitose<br />

• Meiose<br />

Cel: levensvoorwaarden<br />

• Water/H²O<br />

• Zuurstof/O²<br />

• Voedingsstoffen<br />

HOMEOSTASE!<br />

Cel: deling<br />

• Directe deling<br />

• Indirecte deling = MITOSE<br />

• Reductiedeling = MEIOSE<br />

– géén verdubbeling van chromosomen!<br />

Hiërarchie van de mens<br />

• Cellen<br />

– differentiatie<br />

– specialisatie<br />

• Weefsels<br />

• Organen<br />

• Orgaanstelsel<br />

• Organisme<br />

8-10-2012<br />

3


Weefselleer/histologie<br />

2009<br />

Weefselsoorten<br />

• Epitheel-/dekweefsel<br />

• Bind-/steunweefsel<br />

• Zenuwweefsel<br />

• Spierweefsel<br />

Epitheel-/dekweefsel<br />

Indeling<br />

• Naar vorm<br />

• Naar aantal lagen<br />

• Naar functie<br />

Weefselleer / histologie<br />

Definitie<br />

• Een groep gelijksoortige cellen met<br />

dezelfde tussenstof en dezelfde<br />

functie<br />

Epitheel-/dekweefsel<br />

Kenmerken<br />

• Is regelmatig van vorm<br />

• Weinig / geen tussenstof<br />

• Zowel uitwendig (bedekt gehele<br />

lichaam) als inwendig<br />

• Geen bloedvaten! Dus: voor voeding<br />

afhankelijk van de onderliggende<br />

laag<br />

Epitheelweefsel: vorm cellen<br />

• Plaveisel epitheel<br />

• Kubisch epitheel<br />

• Cilindrisch epitheel<br />

• Trilhaar epitheel<br />

8-10-2012<br />

4


Epitheelweefsel: afbeelding Epitheelweefsel: lagen<br />

Epitheelweefsel: functie<br />

• Bedekkend / beschermend /<br />

beschuttend epitheel<br />

• (Stof)afscheidend epitheel /<br />

klierweefsel<br />

(Stof) afscheidend epitheel: afscheiding<br />

• Exocriene klieren<br />

– eccriene klieren<br />

• b.v. kleine zweetklieren<br />

– apocriene klieren<br />

• b.v. melkklieren, grote zweetklieren<br />

– holocriene klieren<br />

• b.v. talgklieren<br />

• Eénlagig<br />

• Meerlagig<br />

(Stof) afscheidend epitheel: vorm<br />

• Buisvormige / tubuleuze klieren<br />

– b.v. zweetklieren<br />

• Tros / zak / alveolaire klieren<br />

– b.v. talgklieren, melkklieren<br />

• Klieren zonder afvoerbuis<br />

– b.v. hormoonklieren<br />

(Stof) afscheidend epitheel: afscheiding<br />

• Endocriene klieren<br />

– b.v. hormoonklieren<br />

• Endo–exocriene klieren<br />

– b.v. geslachtsklieren, alvleesklier<br />

8-10-2012<br />

5


(Stof) afscheidend epitheel: functie<br />

• Excretie / excreten<br />

• Secretie / secreten<br />

• Incretie / increten<br />

Bind-/steunweefsel<br />

Algemeen kenmerk<br />

• De cellen liggen in een los verband<br />

• Tussen de cellen veel celtussenstof<br />

Indeling<br />

• Naar vezels<br />

• Naar soort<br />

• Naar functie<br />

Bindweefsel<br />

Bind-/steunweefsel: soorten<br />

• Bindweefsel<br />

• Kraakbeenweefsel<br />

• Beenweefsel<br />

• Vloeibaar weefsel (bloed en lymfe)<br />

Bindweefsel<br />

Kenmerk<br />

• Sterk vertakte cellen<br />

• De tussenstof is zacht en vezelig<br />

Bindweefsel: vezels<br />

• Collagene vezels<br />

• Elastische vezels<br />

• Reticuline vezels<br />

8-10-2012<br />

6


Bindweefsel: soorten<br />

• Losmazig bindweefsel<br />

• Vast bindweefsel<br />

• Dicht bindweefsel<br />

Kraakbeenweefsel<br />

Kenmerk<br />

• Slecht doorbloed<br />

• Tussenstof is vezelig en veerkrachtig<br />

Indeling<br />

• Naar bouw/soort<br />

• Naar functie<br />

Kraakbeenweefsel: functie<br />

• Vormgevend<br />

• Beschermend<br />

• Verbindend<br />

• Schokopvangend<br />

Bindweefsel: functie<br />

• Bindweefsel met functie:<br />

– reticulair bindweefsel<br />

– vetweefsel<br />

• Bindweefsel zonder functie:<br />

– bindweefsel van organen<br />

– fibrillair bindweefsel<br />

Kraakbeenweefsel: bouw/soorten<br />

• Elastisch kraakbeen<br />

• Glasachtig / hyalien kraakbeen<br />

• Vezelig kraakbeen<br />

Beenweefsel<br />

Kenmerk<br />

• De tussenstof is hard en vast (iets<br />

elastisch)<br />

Samenstelling<br />

• 1/3 deel organische stoffen<br />

• 2/3 deel anorganische stoffen<br />

8-10-2012<br />

7


Indeling<br />

• Naar bouw/soort<br />

• Naar functie<br />

Beenweefsel<br />

Afbeelding botweefsel<br />

Vloeibaar weefsel<br />

Kenmerk<br />

• De tussenstof is vloeibaar<br />

(bloedplasma/lymfevocht)<br />

• De cellen vormen de vaste<br />

bestanddelen<br />

Beenweefsel: bouw<br />

• Compact been<br />

• Spongieus been<br />

Beenweefsel: functie<br />

• Bescherming<br />

• Steun<br />

• Vormgeving<br />

• Bloedcelvorming<br />

• Aanhechtingsplaats voor spieren<br />

Indeling<br />

• Naar soort<br />

• Naar functie<br />

Vloeibaar weefsel<br />

8-10-2012<br />

8


Vloeibaar weefsel: soort en<br />

functie<br />

Soort<br />

• Bloed<br />

• Lymfe<br />

Indeling naar functie<br />

• zie hoofdstuk bloed en lymfe<br />

Zenuwweefsel: bouw<br />

• Zenuwcel / neuron<br />

– cellichaam<br />

– zenuwuitlopers:<br />

• dendrieten vervoeren sensibele en sensorische<br />

prikkels naar het cellichaam toe<br />

• neurieten vervoeren motorische prikkels van<br />

het cellichaam af<br />

Zenuwweefsel: bouw<br />

• Motorisch eindplaatje<br />

– aan het einde van een neuriet<br />

• Myelineschede<br />

– vetachtige isolatie om<br />

neuriet/axon<br />

• Synaps<br />

– Contactplaats tussen 2 neuronen<br />

Indeling<br />

• Bouw<br />

• Soort<br />

• Functie<br />

Zenuwweefsel<br />

Afbeelding neuron<br />

Afbeelding synaps/motorisch<br />

eindplaatje<br />

8-10-2012<br />

9


Afbeelding synaps<br />

Zenuwweefsel: soorten<br />

• Motorische zenuwen<br />

– voeren prikkels van het CZS af<br />

• Sensibele / sensorische zenuwen<br />

– voeren prikkels naar het CZS toe<br />

• Gemengde zenuwen<br />

– zijn zowel sensibel als motorisch<br />

Indeling<br />

• Soort spierweefsel<br />

• Bouw<br />

• Functie<br />

Spierweefsel<br />

Zenuwweefsel: bouw<br />

• Synapsspleet<br />

– ruimte waar<br />

neurotransmitters<br />

vrijkomen<br />

• Neurotransmitters<br />

– acethylcholine<br />

– noradrenaline<br />

Zenuwweefsel: functie<br />

• Opvangen van prikkels / impulsen<br />

• Verwerken van prikkels / impulsen<br />

• Afgeven van prikkels / impulsen<br />

Spierweefsel: soorten<br />

• Dwarsgestreept spierweefsel<br />

• Glad spierweefsel<br />

• Hartspierweefsel<br />

8-10-2012<br />

10


Afbeelding spierweefsel:<br />

soorten<br />

Spierweefsel: bouw<br />

• Spierbuik<br />

• Spierfascie / spierschede<br />

• Pees<br />

• Peesschede<br />

Spierweefsel: functie<br />

Spierweefsel: bouw<br />

• Spiercel:<br />

– spierfibril / myofibril<br />

• Spiervezel<br />

• Spierbundel<br />

Afbeelding spierweefsel: bouw<br />

• Contractiliteit / samentrekbaarheid De huid<br />

2009<br />

8-10-2012<br />

11


De huid<br />

Beauty Level Basics 2<br />

• Blz.105 - 132<br />

3 lagen:<br />

Opbouw van de huid<br />

• Epidermis / opperhuid<br />

• Corium / dermis / lederhuid<br />

• Subcutis / onderhuid<br />

Kenmerken:<br />

Epidermis<br />

• Meerlagig epitheelweefsel<br />

• Heeft naar buiten toe een steeds meer<br />

levenloze structuur<br />

• Bevat geen zenuwen, bloedvaten,<br />

lymfevaten en klieren<br />

De huid / cutis / derma of<br />

dermis<br />

Algemeen:<br />

• de huid is het grootste orgaan<br />

• de huid is de spiegel van de gezondheid<br />

• ongeveer 6% van het lichaamsgewicht<br />

• de huid is de verklikker van de emoties<br />

Opbouw: 5 lagen:<br />

Epidermis<br />

• Stratum cilindricum / basaalcellen laag.<br />

• Stratum spinosum /stekelcellenlaag.<br />

• Stratum granulosum / korrellaag.<br />

• Stratum lucidum /doorschijnende laag<br />

• Stratum corneum /hoornlaag<br />

8-10-2012<br />

12


Epidermis: stratum<br />

cylindricum<br />

Kenmerken:<br />

• 1 rij cilindervormige epitheelcellen<br />

• Er is celdeling (levende cellen)<br />

• Zorgt voor pigmentvorming<br />

Epidermis: stratum<br />

granulosum<br />

Kenmerken:<br />

• Levensvoorwaarden steeds slechter<br />

• Protoplasma droogt steeds verder uit<br />

• Begin verhoorningsproces:<br />

– hoornstof heet hier: keratohyaline<br />

Epidermis: stratum corneum<br />

Kenmerken:<br />

• Volledig verhoornd celmateriaal<br />

• Eleïdine wordt omgezet in keratine<br />

• Cellen worden bij elkaar gehouden door<br />

een kitsubstantie<br />

Epidermis: stratum spinosum<br />

Kenmerken:<br />

• Meerdere cellagen<br />

• Eerst kubusvormig later plaveisel<br />

epitheel<br />

• Slechtere levensvoorwaarden<br />

• Geen celdeling meer (wel bij kinderen en<br />

huidbeschadigingen)<br />

• Protoplasma droogt iets uit<br />

Epidermis: stratum lucidum<br />

Kenmerken:<br />

• Grotendeels dood celmateriaal<br />

• Voortzetting verhoorningsproces:<br />

– keratohyaline wordt omgezet in eleïdine<br />

Epidermis<br />

• Laag van Malpighi / kiemlaag /<br />

moederlaag:<br />

– Wordt gevormd door het stratum cylindricum<br />

en stratum spinosum<br />

• Basale membraan:<br />

– Golvende grenslijn tussen opperhuid en<br />

lederhuid<br />

– Bestaat uit een bindweefselvliesje<br />

8-10-2012<br />

13


3 fasen:<br />

Epidermis:<br />

verhoorningsproces<br />

• Keratohyaline:<br />

– oplosbaar eiwit<br />

– wordt gevormd in de korrellaag<br />

– is voorstadium van uiteindelijke keratine<br />

Oorzaak:<br />

Epidermis:<br />

verhoorningsproces<br />

• Cellen schuiven op / komen verder van<br />

de bloedvaten te liggen<br />

• Cellen krijgen hierdoor geen voeding<br />

meer / protoplasma droogt uit<br />

Epidermis:<br />

verhoorningsproces<br />

Snelheid:<br />

• Volwassenen: 28 dagen<br />

• Ouderen: 41 dagen<br />

• Psoriasis: 4 dagen<br />

• Eleïdine:<br />

Epidermis:<br />

verhoorningsproces<br />

– half-oplosbaar eiwit<br />

– wordt gevormd in de doorschijnende laag<br />

• Keratine:<br />

– onoplosbaar eiwit<br />

– wordt gevormd in de hoornlaag<br />

Epidermis:<br />

verhoorningsproces<br />

Beïnvloedende factoren:<br />

• Temperatuur<br />

• Omstandigheden van buitenaf<br />

• Zuurgraad van de huid<br />

• Mineralen<br />

• Leeftijd<br />

Epidermis:<br />

verhoorningsproces<br />

Dikte hoornlaag afhankelijk van:<br />

• Druk van buitenaf<br />

• Snelheid van verhoorningsproces<br />

• Mate van afschilfering<br />

8-10-2012<br />

14


Ligging:<br />

Epidermis: huidbarrière /<br />

Reinse barrière<br />

• Overgang stratum granulosum en stratum<br />

lucidum<br />

• Is geen extra laag, maar grensgebied<br />

• Vormt de overgang tussen de dode en de<br />

levende laag<br />

Huidbarrière / Reinse barrière<br />

Doorlaatbaar voor:<br />

• Lipoïden<br />

• In vetoplosbare<br />

vitaminen<br />

• Bepaalde enzymen<br />

en hormonen<br />

• Aminozuren<br />

• Gassen en stralen<br />

• Schadelijke stoffen<br />

Niet doorlaatbaar voor:<br />

• Water<br />

• In water oplosbare<br />

stoffen<br />

Corium / dermis / lederhuid<br />

Kenmerken:<br />

• Opgebouwd uit:<br />

– Dicht bindweefsel<br />

• Bestaat uit:<br />

– Cellen<br />

– Tussenstof:<br />

• vezels<br />

• grondsubstantie<br />

Doel:<br />

Epidermis: huidbarrière /<br />

Reinse barrière<br />

• Regelt de doorlaatbaarheid<br />

Huidbarrière / Reinse barrière<br />

Verschillen:<br />

Onder de huidbarrière<br />

• Lipoïden in de cellen<br />

• 70 % H²O<br />

• Celdeling<br />

• Pigment<br />

• Levende stof<br />

Boven de huidbarrière<br />

• Lipoïden buiten de<br />

cellen<br />

• 10% H²O<br />

• Geen celdeling<br />

• Geen pigment<br />

• Dode stof<br />

Corium / dermis / lederhuid<br />

• Bestaat uit 2 lagen:<br />

– stratum papillaire / papillenlaag<br />

– stratum reticulair / netlaag<br />

• Bevat zenuwuiteinden<br />

• Bevat bloed en lymfe vaten<br />

8-10-2012<br />

15


Lederhuid: cellen<br />

• Histiocyten:<br />

– komen hoofdzakelijk in het bloed voor<br />

– bestrijden ziektekiemen en bacteriën<br />

d.m.v. fagocytose<br />

• Fibroblasten:<br />

– hoofdzakelijk in het weefsel<br />

– spelen een rol bij de vorming van de vezels<br />

en de grondsubstantie<br />

Lederhuid:tussenstof<br />

Vezels:<br />

• Collagene:<br />

– niet elastisch<br />

– zorgen voor de stevigheid<br />

• Elastische:<br />

– rekbaar<br />

– dun<br />

– zorgen voor de elasticiteit van de huid<br />

Lederhuid:tussenstof<br />

De ordening van de vezels is herkenbaar<br />

door:<br />

• De veldenhuid / huidvelden / pseudo<br />

poriën<br />

• De lijstenhuid / cutislijsten<br />

Lederhuid: cellen<br />

• Mest- /mastcellen:<br />

– hoofdzakelijk in het weefsel<br />

– produceren histamine<br />

Functie:<br />

• productie van noodzakelijke stoffen<br />

• speelt belangrijke rol bij de regeneratie<br />

• zorgt voor verwijding van de bloedvaten<br />

Lederhuid:tussenstof<br />

• Reticuline:<br />

– vormen netwerken<br />

– zijn dun<br />

– bevinden zich vaak op overgang van<br />

weefsel<br />

8-10-2012<br />

16


Lederhuid:tussenstof<br />

Grondsubstantie bestaat uit:<br />

• Muco-poly-sacchariden (MPS)<br />

• Hyaluronzuur<br />

• Enzymen:<br />

– hyaluronidase<br />

– mucinase<br />

Lederhuid: de lagen<br />

Stratum reticulaire / netlaag:<br />

• Onderste laag van de lederhuid<br />

• Bevat zweetklieren en haren<br />

• Bevat bloedvaten voor:<br />

– temperatuurregeling (vasomotoriek)<br />

– voeding<br />

• Bevat lymfevaten<br />

• Bevat zenuwuiteinden<br />

Lederhuid:zenuwuiteinden<br />

• Pijn:<br />

– Liggen overal verspreid<br />

– Eindigen als vrije zenuwuiteinden<br />

– Soorten:<br />

• afferente / aanvoerende<br />

• efferente / afvoerende<br />

Lederhuid: de lagen<br />

Stratum papillaire / papillenlaag:<br />

• Bovenste laag van de lederhuid<br />

• Bevat talgklieren<br />

• Bevat coriumpapillen met:<br />

– tastlichaampjes<br />

– bloedvaatjes<br />

Lederhuid:zenuwuiteinden<br />

• Tast en druk:<br />

– Lichaampjes van Merkel<br />

– Lichaampjes van Meissner<br />

– Lichaampjes van Vater Pacini<br />

– Lichaampjes van Golgi Mazzoni<br />

Lederhuid:zenuwuiteinden<br />

• Warmte:<br />

– Lichaampjes van Ruffini:<br />

• liggen diep in de lederhuid<br />

• Koude:<br />

– Lichaampjes van Krause:<br />

• liggen boven in de lederhuid<br />

8-10-2012<br />

17


Subcutis / onderhuid<br />

Bouw:<br />

• Losmazig bindweefsel<br />

• Veel vetcellen<br />

• Bestaat uit 3 lagen:<br />

– Verbinding lederhuid – onderhuid:<br />

• dunste laag<br />

• losmazig bindweefsel<br />

Subcutis / onderhuid<br />

Functie:<br />

• Bescherming tegen kou, slag, druk en<br />

stoot<br />

• Bepaalt de veerkracht<br />

• Bepaalt de lichaamsvormen<br />

• Opslag voor vet, voedingsstoffen,<br />

mineralen, vitaminen, water<br />

Huidfuncties<br />

• Opnemingsorgaan<br />

• Productie weefselhormonen (neurohormonaal<br />

orgaan)<br />

• Productie vitamine D<br />

Subcutis / onderhuid<br />

– Vetmantel:<br />

• dikste laag<br />

– Grenslaag met de spieren:<br />

• vetarm<br />

• losmazig bindweefsel<br />

Huidfuncties<br />

• Graadmeter voor de gezondheid<br />

• Bescherming<br />

• Uitscheiding<br />

• Warmteregulatie<br />

• Gevoelszintuig<br />

Huiddikte<br />

• Dikte van de opperhuid<br />

• Dikte van de lederhuid<br />

• Dikte van de onderhuid<br />

• Plaatselijke en individuele verschillen<br />

8-10-2012<br />

18


• Huidporiën<br />

• Huidveldjes<br />

• Huidlijnen<br />

• Spierspanning<br />

• Huidafwijkingen<br />

Huidreliëf<br />

Vochtgraad van de hoornlaag<br />

(NMF)<br />

Afhankelijk van<br />

• Hoeveelheid keratine<br />

• Lipoïden (de kitsubstantie tussen de<br />

hoorncellen)<br />

• Talg<br />

• Zweet<br />

Huidspanning/turgor<br />

Afhankelijk van<br />

• Kwaliteit van het bindweefsel<br />

• Dikte van de onderhuid (vetlaag)<br />

• Vulling van bloed- en lymfevaten<br />

• Spierspanning/tonus<br />

• Hoeveelheid vocht in de cellen (turgor)<br />

• Leeftijd/ziekte<br />

Huidskleur<br />

• Hoeveelheid pigment<br />

• Dikte van de hoornlaag<br />

• Doorbloeding<br />

• Ras<br />

Huidglans<br />

Afhankelijk van<br />

• Zweetuitscheiding<br />

• Talg afscheiding<br />

• Beharing<br />

• Conditie van de huid<br />

Huidflora<br />

Wordt bepaald door<br />

• Micro-organismen (commensalen/parasieten)<br />

Functie<br />

• Bescherming tegen invloeden van buitenaf<br />

Beïnvloedende factoren<br />

• Inwendig<br />

• Uitwendig<br />

8-10-2012<br />

19


Zuurgraad<br />

Wordt uitgedrukt in pH-waarde<br />

• Huid tussen de 5,5 en 5,8<br />

Wordt gevormd door de<br />

• Zweet, talg en verhoorningsproducten<br />

(zuurmantel)<br />

Zuurgraad<br />

Beïnvloedende factoren<br />

• Verzorging<br />

• Leeftijd<br />

• Binnen-/buitenwerk<br />

Strucuurveranderingen bij het<br />

ouder worden<br />

• Afvlakking van de coriumpapillen<br />

• Verminderde reactiviteit van de<br />

bloedvatwanden op prikkels<br />

• Verminderde spiertonus<br />

• Atrofie van het onderhuids bindweefsel<br />

ELASTOSE<br />

Zuurgraad<br />

Functie<br />

• Bescherming tegen ziekteverwekkende<br />

micro-organismen<br />

• Soepel houden van de hoornlaag<br />

Structuurveranderingen bij het<br />

ouder worden<br />

• Verminderde levensverrichtingen van de<br />

cellen<br />

• Verminderde talgklierwerking<br />

• Verminderde hoeveelheid vocht<br />

• Verminderde functie van de mestcellen<br />

Man<br />

Verschil huid man/vrouw<br />

• Talgklierwerking<br />

– Bij man sterker door androgene<br />

hormonen<br />

– Meer comedonen<br />

8-10-2012<br />

20


Verschil huid man/vrouw<br />

• Zweetklierwerking<br />

– Apocriene minder dan vrouwen<br />

– Tepel klierwerking nihil<br />

– Anusklierwerking sterker<br />

– Mannen transpireren onregelmatiger<br />

dan vrouwen<br />

Verschil huid man/vrouw<br />

• Beharing<br />

– Hoofdhuid o.i.v. progesteron. Afname na<br />

puberteit daadoor kaalheid<br />

– Lichaam zwaarder o.i.v. androgene<br />

hormonen<br />

– Ingegroeide baardharen door<br />

oververhoorning<br />

Verschil huid man/vrouw<br />

• Doorbloeding<br />

– Sterk perifeer dus sneller<br />

teleangiëctasieën<br />

– Vetlaag dunner dus eerder blauwe<br />

plekken<br />

– Bloed bevat meer zuurstof (spierarbeid)<br />

Verschil huid man/vrouw<br />

• Zuurgraad<br />

– Door onregelmatig transpireren tussen<br />

5.6 en iets boven 6<br />

• Huiddikte<br />

– Opperhuid iets dikker door grove bouw<br />

– Onderhuid is dunner<br />

Verschil huid man/vrouw<br />

• Littekens<br />

– Beschadigingen werken dieper door<br />

– Bij negroïde type: keloïd<br />

• Pigmentvorming<br />

– Vrouwen hogere geelgraad<br />

– Hypo-/hyperpigmentaties gelijk aan<br />

vrouw<br />

Verschil huid man/vrouw<br />

• Verhoorning<br />

– Dikker door scheren/alcohol after shave<br />

– Dunner door nat scheren<br />

8-10-2012<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!