opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
273<br />
een blad van de boom. Geschrokken vloog de vogel op, zeggende: ‘Oh Heilige<br />
Martinus, help uw kleine vogel.’<br />
Moraal. Zo zijn er velen, die voor een korte tijd geloven, maar zich in tijden van<br />
beproeving terugtrekken, zoals bleek bij Petrus, die eerst bezwoer tot in de dood<br />
zijn Heer te volgen, maar toen de dienstmaagd hem aansprak, zei Hem niet te kennen.<br />
En zo vergaat het de meesten: als zij dronken zijn van goede wijn of bier, zeggen<br />
zij dat zij standhouden en de strijd uitvechten tegen de Franken. Maar als zij<br />
nuchter zijn en de lansen en zwaarden zien die op hen gericht worden, zeggen zij:<br />
Oh Martinus, enz.<br />
Commentaar<br />
In de Reynaert komt deze vogel voor als Tibeert op weg is naar Reynaerts burcht<br />
om hem namens de koning te dagen. Het is moeilijk voor te stellen dat het daar gaat<br />
om een winterkoninkje. Eerder zou je kunnen instemmen met diegenen, die de<br />
zwarte specht, de kraai of de buizerd noemen als links vliegende vogel. Andere<br />
vogels die als behorend bij Sint-Maarten genoemd worden zijn de ijsvogel, de bonte<br />
specht en de gans.<br />
Over de Wolf en de Vos en de emmer in de put<br />
(De Lupo et Vulpe et situla in puteo)<br />
Toevallig geraakte de Vos in een emmer in de put. De Wolf, die Ysingrinus genoemd<br />
wordt, kwam voorbij en toen hij de Vos in de put hoorde, vroeg hij wat die daar deed.<br />
Deze antwoordde: ‘Beste vriend, ik heb hier vele en grote vissen. Och, was je maar<br />
bij mij om jouw deel te krijgen.’ En de Wolf vroeg: ‘Hoe kan ik bij jou beneden<br />
komen?’ De Vos antwoordde: ‘Daarboven hangt een emmer; als jij daarin gaat zitten<br />
dan kom je bij mij beneden.’ Er waren daar heus twee emmers. Als de een naar<br />
boven ging, kwam de ander naar beneden. De Wolf klom in de emmer die daar<br />
boven hing en daalde af; de Vos, die in de andere emmer zat, steeg op. Maar toen<br />
zij elkaar passeerden, vroeg de Wolf: ‘Waar ga jij naartoe?’ Daarop zei de Vos: ‘Ik<br />
ben verzadigd en ga naar boven; jij gaat naar beneden en zult wonderlijke dingen<br />
ontdekken.’ De ongelukkige ging naar beneden, maar vond er uitsluitend water.<br />
Toen de dag aangebroken was, kwamen de boeren en zij haalden de Wolf naar<br />
boven en brachten hem om.<br />
Moraal. De Vos is de duivel, die duizend verderfelijke kunsten kent. Hij zegt tegen<br />
de mens: ‘Daal af tot mij in de put van de zonden en ontdek heerlijkheden en vele<br />
goede dingen.’ De dwaas zal onder in de put van de zonden sterven zonder er enige<br />
verkwikking gevonden te hebben. Ten slotte zullen de vijanden komen en de zondaar<br />
eruit trekken, hem slaan en doden. Daarom belooft de Duivel aan Adam en zijn<br />
vrouw vele goede dingen, op welke dag ook, zeggende: ‘Gij zult er zoveel eten als<br />
ge wilt.’ Zij die God kennen, zullen zo ook goed en kwaad kennen. Hij zal het goede<br />
belonen, maar de vele slechtigheden bestraffen.<br />
Tiecelijn, 20, 2007