01.09.2013 Views

opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap

opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap

opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

395<br />

tatie van een Franse vertaling van Goethes Reineke Fuchs (1794). De film werd<br />

sterk geïnspireerd door de houtgravures van Wilhelm von Kaulbach (1846). Beide<br />

films hebben Reynaert/Renart/Reineke als uitgangspunt en zijn hoogtepunten in de<br />

evolutie die de animatiefilm onderging tussen 1930 en 1940. Toch staan ze zeer diametraal<br />

tegenover elkaar: zuivere antipoden.<br />

Een laatste vossenbijdrage is van de Amerikaanse Mary Jane Schenck. Zij behandelt<br />

Paulin Paris’ Influence on Writing about de Feudal Trial in the Roman de<br />

Renart. (p. 117-130). In heel wat recente werken over het middeleeuwse recht en<br />

literatuur wordt de Roman de Renart vaak als voorbeeld gebruikt. Mary Jane<br />

Schenck gaat in op de blijvende en schadelijke invloed die Paulin Paris’ vertaling en<br />

adaptatie op het werk van de historicus Graven (midden van de twintigste eeuw)<br />

heeft gehad. Gravens boek wordt blijvend geciteerd als belangrijke bron over feodale<br />

procesprocedures. In een bijdrage die weerom voor specialisten bedoeld is<br />

analyseert Schenck de motivatie om naar Nobels hof te gaan, de reacties van de<br />

koning en de edellieden op de toespraak van de kameel en de discussies onder de<br />

getuigen.<br />

Verder vinden we in deze Reinardus een uitvoerige bijdrage over de beesten die<br />

mogelijk in de middeleeuwse uitbeeldingen van de ark van Noé hebben getoefd:<br />

Les animaux de l’arche de Noé: un bestiaire exemplaire? van de Franse onderzoekster<br />

Marianne Besseyre (Centre de Recherche sur les Manuscrits Enluminés,<br />

Bibliothèque nationale de France, p. 3-27). Susan Carter (Nieuw-Zeeland) analyseert<br />

twee laatmiddeleeuwse gedichten waarin monsterlijke figuren een rol spelen<br />

in de bijdrage Trying Sir Gawain: The Shape-shifting Desire of Ragnelle and<br />

Bertilak (p. 29-51). Yomb May (Universität Bayreuth) bekijkt Poesie und Poetologie:<br />

Die deutschsprachige Fabel des 18. Jahrhunderts als Literatur (p. 93-104). La<br />

Dispitaciò de l’asne de fra Anselm Turmeda et ses sources encyclopédiques is het<br />

onderzoeksobject van Michel Salvat (Frankrijk, p. 105-116). Broeder Anselme<br />

Turmeda (ca 1352-ca 1432) was een franciscaan die zich tot de islam bekeerde.<br />

Adrian P. Tudor onderzoekt in La Vie des Pères: texte, contexte, paratexte de verbanden<br />

tussen dit godvruchtig verhaal en het genre van de fabliau (p. 131-141).<br />

Tania van Hemelryck (Louvain-la-Neuve) gaat dieper in op de figuur van Robert du<br />

Herlin, thuis aan koninklijke hoven, en de kopiist en schrijver van onder andere het<br />

Débat du faucon et du lévrier (Autour de Robert du Herlin. Questions littéraires et<br />

codicologiques, p. 153-165). Tot slot vindt de geïnteresseerde lezer een bijdrage<br />

over The Northumberland Bestiary and the Art of Preaching (Cynthia White (USA),<br />

p. 167-192).<br />

De Duitse Sabine Obermaier stelt een nieuw groot onderzoeksproject voor over<br />

Tiere in der Literatur des Mittelalter (500-1500). Zij plant een interdisciplinair lexicon<br />

waarin het dier in de middeleeuwse literatuur, de architectuur, de heraldiek en de<br />

beeldende kunsten zou worden behandeld (p. 193-201). Diverse leden van de<br />

International Reynard Society zijn betrokken bij het project.<br />

In het jaarboek vinden we ook een ode aan de in 2005 te vroeg overleden<br />

Italiaanse fabelspecialist professor Gianni Mombello (°1933), eminent lid van de<br />

International Reynard Society (lid sinds 1979, vice-president vanaf 1987) door zijn<br />

leerlinge en collega Paola Cifarelli (p. 203-205).<br />

Gewoontegetrouw besluit het jaarboek met enkele (23) illustraties. Vooral de stenen<br />

beeldhouwwerken in Bourges, Parma, Saint-Ursanne-sur-le-Doubs en<br />

Reichenhall en het mozaïek van de schijnbegrafenis van Reynaert in de vloer van<br />

de Venetiaanse San Marco spreken tot de verbeelding.<br />

Tiecelijn, 20, 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!