opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
372<br />
sterk accent legde op culturele aangelegenheden. Tussen de beide wereldoorlogen<br />
drukte zoon Clemens de Landtsheer (later een van de bezielers van de<br />
IJzerbedevaart) duidelijk zijn stempel op het blad. 11 Naast Hubert Melis was ook de<br />
Rupelmondse toneelschrijver Lode Scheltjens een belangrijke medewerker. Dit blad<br />
is niet te verwarren met het gelijknamige De Schelde (1919-1936, waarvan Pol de<br />
Mont hoofdredacteur was van 1919 tot 1923), de voorloper van het Vlaams-nationalistisch<br />
dagblad Volk en Staat, en waarin Melis ook verzen publiceerde. Aan Pol<br />
de Mont schrijft Melis in een brief van 26 oktober 1926 over De Schelde: ‘een der<br />
weinige gelegenheden waar menschen – Vlaamsche melaatschen – als wij [ook de<br />
Mont was na 1918 scherp aangevallen] nog met eenige welwillende objectiviteit<br />
kunnen behandeld worden’. De brief werd wellicht geschreven n.a.v. Melis’<br />
Reynaertbewerking (af te leiden uit de mededeling: opdat ‘mijn werk een plaatsje‘<br />
zou gegund worden in ‘uw boekenrek’. 12 ).<br />
In 1894 was zijn eerste dichtbundel, Gedichten, verschenen, in 1904 gevolgd door<br />
Zonnige dreven. Heel wat teksten van Melis werden op muziek gezet, onder meer<br />
door Jan Blockx en Flor Alpaerts. Hij waagde zich ook aan toneel en schreef in 1897<br />
Koning Hagen, een stuk dat zich afspeelt in het land van de Bataven waarmee hij<br />
in de driejaarlijkse wedstrijd voor toneelletterkunde uitgeschreven door de stad<br />
Antwerpen een derde prijs haalde, en Een nieuw leven (1905). In De literatuur in<br />
Zuid-Nederland sedert 1830 vermeldt Marnix Gijsen Koning Hagen als een ‘verdienstelijk<br />
Oudgermaansch drama’, Wagneriaans en ietwat in het spoor zittend van<br />
Starkadd van Alfred Hegenscheidt. 13 Maar ondertussen is het stuk uit elke literatuurgeschiedenis<br />
verdwenen. Dat geldt ook voor andere toneelspelen zoals het<br />
boerendrama Schuldeloos! (1896), de komedie Tortelduiven (1901), De vader<br />
(1906) enzovoort, of de ‘zangspelen Het schuttersfeest (1901), Shylock (‘fantasij<br />
naar Shakespeares ‘Merchant of Venice’ uit 1913). Zijn grote productiviteit situeert<br />
zich vóór 1914.<br />
Verder verschenen van zijn hand de monografieën Onafhankelijk België (1830-<br />
1905) (ca. 1909), Peter Benoit. Eenige woorden over zijn leven, zijne werken en<br />
zijne school (1892), Frans Gittens (1894) en het artikel Reizen te water en te land<br />
in Toerisme van 16 november 1934 (p. 815-819). 14 Dat Melis ook over de volkse en<br />
populaire Antwerpse toneelschrijver Frans Gittens schreef, verwijst opnieuw naar<br />
de artistieke en literaire wereld waarin hij zich bewoog, een wereld waarin onder<br />
andere de dichtkunst en het theater als een middel tot volksopleiding en volksopvoeding<br />
werden gezien, 15 een wereld waarin ook Peter Benoit en andere Vlaamse<br />
componisten zoals Emiel Wambach en Emiel Hullebroeck thuishoorden. Melis is<br />
een echte sinjoor met connecties met vele Antwerpse kunstenaars en vooraanstaanden,<br />
zoals Max Rooses, Pol de Mont (die hij aanschrijft als ‘Mijn zeer lieve<br />
vriend’), Lode Baekelmans (een familievriend), Emmanuel de Bom (‘Mijn waarde<br />
Mane’), Maurits Sabbe en Lode Monteyne.<br />
Melis verzorgde enkele bewerkingen van middeleeuwse teksten, met name een<br />
ballade naar Genoveva van Brabant en een ‘metrische overzetting’ van Het lied van<br />
Heer Halewijn, een muzikale legende van Lucien Solvay op muziek gezet door<br />
A. Dupuis. Dat brengt ons bij een van de weinige werken van Hubert Melis die nu<br />
nog enige bekendheid genieten, zijn bewerking van het Middelnederlandse Van den<br />
vos Reynaerde uit 1926. Hij was 54 toen de tekst gepubliceerd werd.<br />
Tiecelijn, 20, 2007