01.09.2013 Views

Authentieke versie downloaden (pdf)

Authentieke versie downloaden (pdf)

Authentieke versie downloaden (pdf)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

afhankelijkheid. Dat heeft onder wetenschappers geleid tot het formuleren van gemeenschappelijke<br />

mechanismen die een rol lijken te hebben bij verslaving aan zowel verslavende<br />

stoffen (alcohol, nicotine, cannabis en harddrugs) als aan specifiek gedrag (gokken en gamen).<br />

Steeds meer onderzoekers proberen de nieuwe inzichten op psychisch, neurologisch en<br />

genetisch gebied in de praktijk te toetsen met experimenteel onderzoek of door het bestuderen<br />

van cohorten, waarbij individuen uit risicogroepen of uit de algemene bevolking gedurende<br />

langere tijd worden gevolgd.<br />

Naakte cijfers<br />

Wie naar de cijfers kijkt, moet concluderen dat verslaving een zeer omvangrijk probleem is. In Nederland zijn naar<br />

schatting 1,2 miljoen probleemdrinkers, in 2006 gingen daarvan 35.000 in behandeling. 27 Procent van de Nederlanders<br />

van boven de vijftien jaar rookte tabak in 2008, ruim 3,5 miljoen mensen. Voor cannabisverslaving zijn 12.000 mensen in<br />

behandeling bij de verslavingszorg en er zouden ongeveer 50.000 probleemgebruikers zijn. Zo’n 450.000 Nederlanders<br />

gebruiken chronisch slaapmiddelen. Van de harddruggebruikers gingen er in 2006 18.000 in behandeling vanwege<br />

problemen met cocaïne (tien jaar geleden waren er ruim 50.000 gebruikers), 15.000 vanwege heroïne en 1000 wegens<br />

XTC-gebruik. Daarnaast zijn er zo’n 40.000 mensen verslaafd aan gokken en ongeveer één procent van de Nederlandse<br />

bevolking is verslaafd aan video- en internetspelletjes (130.000) - die laatste groep bestaat vooral uit jongeren. Alles bij<br />

elkaar zou het dan gaan om bijna de helft van alle Nederlanders van vijftien jaar en ouder die op een of andere manier<br />

problemen heeft met verslavende middelen of verslavingsgedrag. Gelukkig is dat niet zo. Omdat verschillende<br />

verslavingen vaak samen gaan (mensen die drugs gebruiken, roken veelal ook tabak en drinken dikwijls alcohol), is de<br />

meerderheid van de Nederlanders helemaal niet verslaafd.<br />

Hoewel de wetenschappelijke kennis over de oorzaken en risicofactoren van verslaving snel<br />

toeneemt, is dat minder het geval met de kennis over een succesvolle preventie en behandeling<br />

van verslaving. Het kost bijvoorbeeld moeite om de meer fundamentele kennis te concretiseren<br />

in aanbevelingen voor preventie en behandeling in de praktijk. Immers, als er bijvoorbeeld in het<br />

algemeen een grotere activiteit van de prefontale cortex bij verslaafde patiënten valt waar te<br />

nemen, als een nieuwsgierige persoonlijkheid leidt tot een groter risico op verslaving of als een<br />

bepaalde genencombinatie een grotere afhankelijkheid van nicotine veroorzaakt, wat betekent<br />

dit dan voor de individuele cliënt of de individuele potentiële patiënt? Moet dan van iedereen<br />

het bloed worden onderzocht en moet iedereen maar met het hoofd in de MRI-scanner worden<br />

gelegd?<br />

En wat is de betekenis van meer begrip over de psychische factoren die tot verslaving leiden<br />

voor concrete behandelprotocollen in de verslavingszorg? Die vertaalslag van de meer<br />

fundamentele wetenschap naar de praktijk van de verslavingsbehandeling is buitengewoon<br />

lastig. In die praktijk van de verslavingszorg bestaat een veelheid aan benaderingen en scholen,<br />

die tot evenveel uiteenlopende therapievormen leidt. Stroomlijning daarvan en toetsing van de<br />

effectiviteit van toegepaste methoden in de verslavingszorg zijn noodzakelijk. Daarom legt het<br />

Inleiding • Oog(st) voor de toekomst<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!