EU-lidstaten, runderen - Voedsel- en Waren Autoriteit

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
Algemene instructie voor de exportcertificering van runderen vanuit Nederland.
2 WETTELIJKE BASIS
2.1 EU-regelgeving:
• Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke
vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en
varkens.
• Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische
controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en
producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt.
• Richtlijn 92/102/EEG van de Raad van 27 november 1992 met betrekking tot de
identificatie en registratie van dieren.
• Richtlijn 96/93/EEG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren
en dierlijke producten.
• Beschikking 2004/558/EG van de Commissie van 15 juli 2004 tot uitvoering van Richtlijn
64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het
intracommunautaire handelsverkeer in runderen ten aanzien van infectieuze boviene
rhinotracheïtis en de goedkeuring van de door sommige lidstaten ingediende
uitroeiingsprogramma’s.
• Verordening 97/1255/EG van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire
criteria voor controlepost(en) en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde
reisschema.
• Verordening 1760/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot
vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de
etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 820/97 van de Raad.
• Verordening 1/2005/EG inzake de bescherming van dieren tijdens vervoer en daarmee
samenhangende activiteiten en tot wijziging van de RL 64/432/EEG en 93/119/EG en van
Vo 1255/97.
• Verordening 1266/2007/EG van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van de
uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding,
monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van
vatbare soorten in verband met bluetongue.
2.2 Nationale regelgeving:
• Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
• Regeling handel levende dieren en levende producten
• Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten, zoönosen en
TSE’s
• Regeling identificatie en registratie van dieren
• Besluit identificatie en registratie van dieren
• Regeling dierenvervoer 2007
3 DEFINITIES
Aanbieder: Persoon die bij de NVWA het verzoek indient om in aanmerking te
komen voor de certificering van een partij runderen welke zijn
bestemd om te worden geëxporteerd.
Bestemmingsadres: Een fysiek adres, erkend voor het in ontvangst nemen van
runderen; op één adres kunnen meerdere afnemers gevestigd zijn.
Blokperiode: Tijdseenheid, die begint vanaf het tijdstip van eerste verzameling,
van ten hoogste 24 uur op een verzamelplaats voor slachtrunderen
of gebruiksrunderen, en 6 dagen voor fokrunderen bij exporten naar
lidstaten dan wel 30 dagen bij export naar derde landen.
Exploitant: Erkenninghouder van een door de Minister erkend
verzamelcentrum.
Exporteur: Natuurlijke persoon of rechtspersoon die een partij runderen met
het oog op verhandeling naar het buitenland onder zich heeft; op
basis van artikel 2.62 eerste lid van de Regeling handel levende
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 1 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
16 mei 2013
Fok- en gebruikrunderen:
dieren en levende producten is een exporteur opgenomen in het
register “handelaren levend vee”.
Runderen niet zijnde slachtrunderen, die kennelijk bestemd zijn
voor de fokkerij, voor de vleesproductie of die bestemd zijn voor
tentoonstellingen en manifestaties, culturele en sportieve
manifestaties daarvan uitgezonderd.
Houder: Een natuurlijke persoon of rechtspersoon, met uitzondering van de
vervoerder, die permanent of tijdelijk voor dieren verantwoordelijk
is of ermee omgaat.
Kwaliteitsysteem Een kwaliteitssysteem Preventie Dierziekten op basis van artikel 56
van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van
besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. Het
kwaliteitssysteem Quality Livestock Logistics –vanaf hier QLL
genoemd- is het enige goedgekeurde systeem.
Organisator: Een vervoerder die aan ten minste één andere vervoerder een deel
van het transport heeft uitbesteed, of, een natuurlijke persoon of
rechtspersoon die aan meer dan één vervoerder een transpor in
opdracht heeft gegeven of, een persoon die afdeling 1 van het
journaal zoals opgenomen in bijlage II van de Transportverordening
heeft ondertekend.
Runderverzamelcentrum : Plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van runderen,
die op grond van artikel 21, eerste en tweede lid, van de Regeling
preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten
en zoönosen en TSE’s erkend is.
Slachtrunderen: Runderen die kennelijk bestemd zijn om te worden geslacht.
Vervoerder: Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening of
voor rekening van derden dieren vervoert.
Vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een
voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen
aanhangwagens, opleggers of containers .
Vervoerseenheid: Voertuig dat of aanhangwagen, oplegger of container, die deel
uitmaakt van een combinatie als bedoeld bij de definitie van
vervoermiddel.
Verzamelen van runderen: Op één plaats tijdelijk bijeenbrengen van runderen, afkomstig van
verschillende plaatsen.
4 WERKWIJZE
4.1 Aanvraag keuring
4.1.1 boerderij
De aanbieder dient via de website van de NVWA een aanvraag voor exportkeuring in, waarbij ook
digitaal aangeleverd worden een uitdraai van “Routenet” van het transport, een Afdeling 1 van het
journaal bij een transport van meer dan 8 uur en, indien van toepassing, een reservering van de
controlepost of bootreis
4.1.2 verzamelcentrum
De aanbieder dient via de website van de NVWA een melding van een blokperiode in en een
aanvraag voor exportkeuring in waarbij ook digitaal aangeleverd worden een uitdraai van
“Routenet” van het transport, een Afdeling 1 van het journaal bij een transport van meer dan 8 uur
en, indien van toepassing, een reservering van de controlepost of bootreis
De melding van een blokperiode en de aanvragen voor de exportkeuring moeten minimaal 1
werkdag voor de export en voor 08.00 uur zijn ingediend. Exporten voor maandag moeten op
vrijdag voor 08.00 uur zijn ingediend.
Een eventuele aanvraag voor controle van de isolatie wordt tijdig apart aangevraagd via de website
van de NVWA.
4.2 Accordering en planning NVWA
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 2 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Op het NVWA kantoor te Zwolle of Eindhoven wordt het meldingsformulier van de blokperiode
gecontroleerd op volledigheid.
Indien er op het meldingsformulier wordt aangegeven dat er mestrunderen verzameld worden
t.b.v. de afvoer naar een 2 e verzamelcentrum wordt gecontroleerd of zowel het afvoerende
verzamelcentrum als het aanvoerende verzamelcentrum gecertificeerd (en niet geschorst) zijn bij
het kwaliteitssysteem QLL, via de website www.q-ll.nl
Indien er op het meldingsformulier wordt aangegeven dat er aanvoer van mestrunderen
plaatsvindt vanaf een ander verzamelcentrum wordt er gecontroleerd of het aanvoerende
verzamelcentrum gecertificeerd (en niet geschorst) is bij het kwaliteitssysteem QLL via de website
www.q-ll.nl
Indien er op het meldingsformulier wordt aangegeven dat er weiderunderen worden verzameld,
wordt gecontroleerd of het verzamelcentrum gecertificeerd is voor QLL, submodule verzamelen
weiderunderen, via de website www.q-ll.nl .
De medewerker van het NVWA kantoor te Zwolle en Eindhoven controleert tevens de aanvragen
voor export , de routenetuitdraai en, indien van toepassing, de bootreservering en/of controlepost
reservering. Verder controleert de medewerker indien van toepassing de journaals op volledigheid
en inhoud en zorgt dat de aanbieder een accordering van zijn aanvragen krijgt. Indien aanvragen
of journaals niet correct zijn, krijgt de aanbieder mogelijkheid tot herstel en als dat niet lukt wordt
de aanvraag niet in behandeling genomen.
5 WERKZAAMHEDEN
5.1 Werkzaamheden exporteur/vervoerder/exploitant
5.1.1 export vanaf de boerderij
De exporteur is verantwoordelijk voor de aanlevering van de documentatie over de runderen aan
de certificerende dierenarts. Het betreft de gegevens over de herkomst van de runderen, de status
van het herkomstadres en de status van de dieren. Dit zijn:
1. paspoorten
2. extra verklaringen/bloeduitslagen (IBR, derde landen).
De exporteur zorgt voor de volledige informatie over de reis en de volledige gegevens van het
bestemmingsadres.
Hij zorgt voor de inschakeling van een transportondernemer met de correcte vergunningen.
De exporteur faciliteert de certificerende dierenarts bij de keuring en bij het invullen van het
exportcertificaat.
De vervoerder heeft een vergunning volgens artikel 10 of 11 van Vo 1/2005 en is verantwoordelijk
voor het volledige transport van de dieren en zorgt voor:
1. De uitvoering van de verplichte R&O werkzaamheden.
2. Het gebruikmaken van vervoermiddelen welke geschikt zijn voor de opgegeven reis. Bij
reizen langer dan 8 uur is een origineel certificaat van goedkeuring voor het vervoermiddel
aanwezig.
3. De aanwezigheid van een kopie van een vergunning voor kort transport bij transporten
vanaf 65 km en korter dan 8 uur of voor lang transport bij transporten langer dan 8 uur.
De beoordeling van de lengte ven een transport dient altijd onderbouwd te worden met een
routenetuitdraai
4. De aanwezigheid van een chauffeur en/of verzorger bij transporten langer dan 65 km die in
bezit zijn van een origineel getuigschrift van vakbekwaamheid, in NL uitgegeven door CCV-
Het Examenhuis.
5. De aanlevering, bij reizen langer dan 8 uur, van een door hem reeds gedeeltelijk ingevuld
journaal (afdeling 1 en afdeling 2 punt 1 t/m 7). Voor volwassen runderen geldt een
maximale transporttijd van 2 x 14 uur met een tussenstop van minimaal 1 uur en
maximaal 3 uur. (Indien de tussenstop langer dan 3 uur duurt, wordt dit gezien als
reistijd). Voor kalveren geldt een maximale transporttijd van 2 x 9 uur met een tussenstop
van minimaal 1 uur en maximaal 3 uur. Na deze maximale transporttijd krijgen de dieren
een rusttijd van tenminste 24 uur op een controlepost. Journaals worden onderbouwd met
een uitdraai van een Routenet routeplanner.
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 3 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
16 mei 2013
6. een bootreservering indien een bootreis onderdeel uitmaakt van de totale reis
Bij een RoRo bootreis (roll on, roll off, dieren worden niet afgeladen) geldt het
volgende:
- indien de bootreis langer duurt dan 28 uur (18 uur bij jonge dieren) moet
tenminste 12 uur gerust worden op een controlepost in of nabij de haven van
bestemming. Deze controlepost moet uiterlijk binnen 2 uur te bereiken zijn. Na
deze rustperiode (afladen en verzorgen!) mag weer 2x14 uur (2x9 uur bij jonge
dieren) uur gereisd worden;
- indien de bootreis korter duurt dan 28 uur (18 uur bij jonge dieren) dan mag de
reistijd vóór en ná de bootreis bij elkaar opgeteld worden om de totale reistijd te
beoordelen (m.a.w. de boottijd telt niet mee bij het bepalen van de reistsijd);
- indien de bootreis korter duurt dan 28 uur (18 uur bij jonge dieren) én indien net
voorafgaand aan de bootreis tenminste 24 uur op een controlepost is gerust, dan
mag na de bootreis weer 2x14 uur (2x9 uur bij jonge dieren) gereisd worden;
- indien de definitieve eindbestemming van het gehele vervoermiddel na de bootreis
binnen 2 uur te bereiken is, dan mag na de bootreis altijd doorgereden worden
naar deze eindbestemming;
Bij een bootreis op een veeboot (exporteur moet aantonen dat deze boot een certificaat
van goedkeuring heeft!) worden de dieren altijd afgeladen en de boottijd telt dan niet mee
in de reistijd.
NB: het gehele verloop van de reis moet op het journaal deel 1 te controleren zijn!
7. Volledige naleving van de welzijnsvoorschriften (voederen, drenken etc.) gedurende het
volledige verloop van de reis.
8. melkgevende runderen moeten binnen 12 uur na aanvang van de reis gemolken worden
(op een aantoonbaar bioveilige lokatie met voorzieningen om te melken)
9. Indien noodzakelijk, reservering van een controlepost.
10. Naleving van het maximale treingewicht en een correcte belading.
11. Retournering naar het Interventiebureau Dier te Zwolle, na de afloop van de reis, van een
kopie van het volledig ingevulde journaal.
5.1.2 export via verzamelcentrum
De exporteur zorgt voor de aanlevering van de runderen op het verzamelcentrum en zorgt voor de
aanlevering van de documenten betreffende herkomst en status en bestemming van de runderen
aan de exploitant.
De exploitant voert zijn werkzaamheden uit volgens het goedgekeurde bedrijfsprotocol.
Dit protocol ligt te allen tijde op het verzamelcentrum ter inzage van de certificerende dierenarts.
De exploitant zorgt voor de inschakeling van een transportondernemer met de correcte
vergunningen en faciliteert de certificerende dierenarts bij de keuring en bij het invullen van het
exportcertificaat.
De werkzaamheden van de vervoerder zijn op het verzamelcentrum gelijk aan die op de boerderij.
5.2 Werkzaamheden NVWA
5.2.1 NVWA kantoor Eindhoven of Zwolle
De aangewezen medewerker van het kantoor zorgt ervoor dat de certificerende dierenarts
ontvangt:
• Een planlijst.
1. De geaccordeerde aanvraag voor een blokperiode (verzamelcentrum)
2. De geaccordeerde aanvraag voor exportcertificering .
3. Per export, indien van toepassing, een geaccordeerd journaal.
4. Per export, indien van toepassing, een derde landen exportcertificaat.
Na afloop van de exportcertificering zorgt de aangewezen medewerker van het kantoor voor:
1. De vorming en beheer van het dossier.
2. Verzending van de gele doordruk van het journaal naar Interventiebureau Dier (indien van
toepassing).
3. De invoering van de export in Traces indien ten tijde van de export niet elektronisch
gecertificeerd wordt.
5.2.2 de certificerende dierenarts
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 4 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
De certificerende dierenarts voert de daadwerkelijke keuring- en certificeringwerkzaamheden uit op
het verzamelcentrum of op de boerderij.
Hij is verantwoordelijk voor het beschikbaar hebben van voldoende gezondheidscertificaten, R&Oformulieren
en journaals. Tevens moet hij kennis hebben van de juiste informatie om de export
correct uit te kunnen voeren.
De werkzaamheden van de certificerende dierenarts kunnen op de volgende wijze worden
ingedeeld:
A. Documentencontrole betreffende de herkomst en de status van de te exporteren dieren.
B. Controle van het vervoermiddel met bijbehorende documentatie en de naleving van de
R&O-voorschriften.
C. Uitvoering van de klinische keuring.
D. Afgifte van het gezondheidscertificaat en afhandeling van de administratieve
werkzaamheden.
Ad A Documentencontrole
Deze controles worden uitgevoerd vóórafgaande aan de klinische keuring en het inladen van de te
exporteren runderen en worden uitgevoerd op basis van de informatie welke afkomstig is van de
exploitant of de exporteur.
Indien tijdens de controles omissies worden geconstateerd, op basis waarvan de certificerende
dierenarts besluit dat hij de certificering staakt, meldt hij dit onmiddellijk aan zijn teamleider. In
sommige gevallen is echter ook herstel van de omissie mogelijk (zie ook bijlage 2, het
handhavingprotocol). Bij vertrek van het bedrijf zonder dat certificering plaats heeft gevonden
wordt een briefje achter gelaten met de reden hiervan (zie bijlage 4).
De navolgende punten vallen onder de documentencontrole:
1. Dierziektestatus herkomstbedrijven (UBN): aan de hand van de lijst afkomstig van het
regiokantoor of vanaf intranet (intranet > kennis > dier > geblokkeerde bedrijven).
De controle op de dierziektestatus is altijd 100% (de exploitant/exporteur heeft hier zelf geen
controle- mogelijkheid, ook niet als er met kwaliteitssystemen gewerkt wordt).
2. Paspoorten: aan de hand van het paspoort wordt de verblijfstijd van de runderen op het laatste
bedrijf gecontroleerd. Fok- of gebruiksrunderen hebben tenminste 30 dagen of sinds de
geboorte op het bedrijf van herkomst verbleven, slachtrunderen tenminste 21 dagen. De
paspoorten mogen maximaal 3 werkdagen oud zijn. Op het paspoort is o.a. de geboortedatum
van het rund vermeld:
Kalveren jonger dan 10 dagen mogen in NL niet van het geboortebedrijf worden afgevoerd,
voor lang transport moeten kalveren tenminste 14 dagen oud zijn.
Paspoorten kunnen gevlagd zijn bij een geblokkeerd UBN.
3. Bij een 2e verzamelslag van kalveren jonger dan 12 weken moet de exploitant van het tweede
verzamelcentrum de kopieën van de vervoersdocumenten kunnen tonen met daarop de
aantekening “kalveren afkomstig van een eerste verzamelslag en gecontroleerd jonger dan 12
weken” zoals opgenomen is in QLL. De dierenarts voert in geval van twijfel een steekproef uit
op de paspoorten om te controleren of de dieren daadwerkelijk jonger dan 12 weken zijn
(immers: uitsluitend mestkalveren jonger dan 12 weken komen in aanmerking voor een
tweede verzamelslag).
Let op 1: bij een tweede verzamelcentrum kan op de paspoorten van de kalveren een
verblijfstijd van minder dan 30 dagen op het laatste bedrijf vermeld staan. Dat laatste bedrijf is
dan het eerste verzamelcentrum. Op het vóórlaatste bedrijf (de veehouderij) moet het dier dan
tenminste 30 dagen of sinds de geboorte verbleven hebben.
Let op 2: indien er op een verzamelcentrum afvoer van mestkalveren jonger dan 12 weken
plaatsvindt naar een tweede verzamelcentrum of indien een tweede verzamelcentrum
dergelijke kalveren ontvangt, mogen er in de betreffende blokken geen mestkalveren ouder
dan 12 weken aanwezig zijn.
Let op 3: voor de afvoer van een eerste naar een tweede verzamelcentrum van mestkalveren
jonger dan 12 weken is géén officieel veterinair document vereist, zoals bij schapen en geiten.
4. Hoe lang een rund al drachtig is wordt middels genoteerde KI-data op koekaarten
gecontroleerd. De exporteur dient een volledig en overzichtelijke lijst op te maken van de te
exporteren drachtige runderen mét de KI-data. Dit dient hij af te tekenen en te overleggen aan
de NVWA dierenarts. De NVWA dierenarts controleert 10% van de dieren op overeenstemming
tussen de inseminatielijst en de koekaart. De drachtigheid van runderen waar de stier bij
gelopen heeft (natuurlijke dekking) dient te worden bepaald door opvoelen van een practicus.
De practicus tekent ook hiervoor een lijst af met af met drachtigheidsduur. Bepalen van dracht
middels zogenaamde “opvoelen” is minder nauwkeurig, zodat men 1 maand op moet tellen bij
de door de practicus bepaalde drachtigheid. Zodoende kunnen natuurlijk gedekte runderen met
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 5 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
een door opvoelen bepaalde draagtijd van max. 7 maanden nog op transport toegelaten
worden!
5. Bij melkgevende runderen moet bij lang transport aangetoond worden dat binnen 12 uur na
aanvang van de reis gemolken kan worden (op een bioveilige lokatie met voorzieningen om te
melken, bijv. controlepost met melkmachine)
6. Indien van toepassing: journaal en een verklaring in het journaal betreffende het gebruik van
een controlepost. Ter onderbouwing van het journaal is een uitdraai van een routeplanner
aangeleverd door de exporteur (www.routenet.nl).
Bij het gebruik van een controlepost (erkend volgens Verordening 1255/97/EG) dient een
schriftelijke reservering voor deze controlepost overlegd te worden aan de certificerend
dierenarts. Indien een bootreis in de route is opgenomen, dient hiervan ook een schriftelijke
reservering overlegd te worden aan de certificerend dierenarts.
Zie voor meer informatie betreffende het journaal de “Algemene instructie voor vervoer en
journaal (WLZVL-019)”.
NB: let op de benodigde extra tijd voor het laden en lossen en het afladen op meerdere
eindbestemmingen (norm is een half uur per extra bestemmingsadres i.v.m. omrijden en
afladen)! Dit gaat af van de maximale reistijd. Bovendien moeten deze lospunten opgenomen
worden op de uitdraai van routenet als “via” punten.
7. Schriftelijke informatie van de exporteur betreffende de wijze waarop de beladingnormen van
het transport zijn ingeschat.
8. Bij exporten naar landen die op basis van richtlijn 64/432/EEG artikel 9 of 10 vrij zijn van IBR
moeten de negatieve uitslagen, eventuele mesterijverklaringen en dierenartsenverklaringen
worden overgelegd. Zie ook RNDIU-02 “art. 9 regio’s m.b.t. IBR rund”, RNDIU-03 “art. 10
regio’s m.b.t. IBR rund” en bijlage 1.
9. Alle eventueel benodigde documentatie in het kader van Bluetongue, zie hiervoor het protocol
Bluetongue BT-07 (herkauwers).
10. Indien van toepassing: extra documenten bij export naar derde landen.
Ad B Controles van het vervoermiddel en bijkomende documentatie
Op het vervoermiddel vindt volledige controle plaats.
De volgende zaken worden gecontroleerd:
1. In verband met de correcte certificering is het voor de certificerende dierenarts van belang
dat hij zich bij iedere zending heeft kunnen overtuigen van de identificatie van het
vervoermiddel.
2. Het vervoermiddel dient vóór aanvang van de export op een geregistreerde wasplaats
gereinigd en ontsmet te zijn. Deze R&O staat afgetekend in het logboek behorend bij het
vervoermiddel.
3. Het vervoermiddel moet geschikt zijn voor het vervoer van de betreffende diersoort
conform bijlage I, Hst. II punt 1 van Vo 1/2005/EG. Een vervoermiddel, wat voor een reis
van meer dan 8 uur wordt ingezet, dient te beschikken over een origineel certificaat van
goedkeuring volgens Vo 1/2005. Zie ook de instructie “Wegvervoer van gewervelde dieren
(WLZVL-026)” en “Certificaat van Goedkeuring (WLZVL-027)”. Buitenlandse certificaten
van goedkeuring moeten tevens in de Engelse taal zijn opgesteld. Extra aandacht bij lange
transporten wordt geschonken aan de aanwezigheid van passend strooisel, voeder,
mogelijkheden om de dieren te drenken, ventilatoren, temperatuursensoren en
temperatuurregistratie met alarmsysteem. Met ingang van 1 januari 2009 dienen alle
vervoermiddelen voor lang transport waarmee runderen vervoerd worden voorzien te zijn
van een satelliet navigatiesysteem (“gps”). Vervoermiddelen met een geldig certificaat van
goedkeuring maar waar “nee” aangevinkt is op dit certificaat, mogen vanaf 1 januari 2009
geen lange transporten meer uitvoeren!!! Dit vereist extra controle van het certificaat van
goedkeuring. Een dergelijke vervoerder had vóór 1 januari 2009 zijn vervoermiddel moeten
laten herkeuren i.v.m. de gps-verplichting en een nieuw certificaat van goedkeuring in zijn
bezit moeten hebben.
4. De vervoerder dient te beschikken over een vergunning volgens art. 10 van Vo 1/2005/EG
(transport tussen 65 km en 8 uur, kort transport) of art. 11 van deze verordening
(transport langer dan 8 uur, lang transport). Zie ook de instructie “Vergunning voor
vervoerders van gewervelde dieren (WLZEV-008)” en “Model vergunning vervoerders vlgs
art.10 (WLZEV-009)” en “Model vergunning vervoerders vlgs art. 11 (WLZEV-010)”. Een
kopie van deze vergunning dient bij de export getoond te kunnen worden. Buitenlandse
vergunningen moeten tevens in de Engelse taal zijn opgesteld.
5. De chauffeur en/of verzorger bij transporten langer dan 65 km dienen in bezit te zijn van
een origineel getuigschrift van vakbekwaamheid, in NL uitgegeven door CCV-Het
Examenhuis. Buitenlandse getuigschriften moeten tevens in de Engelse taal zijn opgesteld.
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 6 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Ad C Klinische keuring
Alle dieren worden tijdens het inladen door de certificerende dierenarts gecontroleerd op de
aanwezigheid van klinische ziekteverschijnselen of andere afwijkingen, waardoor om veterinaire
en/of welzijnsredenen de export resp. het vervoer niet mogelijk is. Tijdens de fysieke uitvoering
van deze werkzaamheden zal de certificerende dierenarts in voldoende mate logistieke
ondersteuning, afkomstig vanaf het verzamelcentrum of vanaf de boerderij, ontvangen.
Alle te exporteren runderen moeten voorzien zijn van de 2 voorgeschreven oormerken. Runderen
zonder deze oormerken komen niet in aanmerking voor export.
Steekproefsgewijs wordt bij 10% van de te exporteren runderen nagegaan of de oormerken,
haarkleur etc overeenkomen met de gegevens op de paspoorten.
Zowel op verzamelcentra als op de boerderij bestaat voor runderen nog niet de mogelijkheid om te
werken met QLL- module diertransport (betreffende de transportverordening ). Zolang dit het
geval is vindt de keuring aan de klep plaats, tijdens het inladen. Stalkeuring voorafgaande aan
het inladen (in de 24 uur voor vertrek) kan onder de huidige omstandigheden dus niet
plaatsvinden.
Ad D Certificering
Op het Traces gezondheidscertificaat worden de paspoortnummers vermeld en de paspoorten
moeten afgetekend worden.
Nederland is officieel vrij van TBC, Brucellose en Leukose conform Beschikking 2003/467/EG en
voor deze ziektes behoeven voor het intraverkeer dan ook geen onderzoeken te worden verricht.
Indien gecertificeerd wordt naar EU landen met een IBR status (zie bijlage 1), en er is aan de
voorwaarden voor export voldaan, worden de volgende toevoegingen bij punt 4 op het certificaat
gemaakt:
Fok- en gebruiksrunderen naar een artikel 9 gebied:
• na het 1 e streepje : Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis
• na het 2 e streepje: “Deze runderen voldoen aan Artikel 2, lid 1 van Beschikking
2004/558/EG van de
• Commissie”
Vleeskalveren naar een art. 9 gebied:
• na het 1 e streepje: Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis
• na het 2 e streepje: “Deze runderen voldoen aan Artikel 2 lid 2 punt b van Beschikking
2004/558/EG van de Commissie”
Fok- en gebruiksrunderen naar een art. 10 gebied:
• na het 1 e streepje: Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis
• na het 2 e streepje: “Deze runderen voldoen aan Artikel 3 van Beschikking 2004/558/EG
van de Commissie”
Indien de voorgenomen reis langer duurt dan 8 uur en dus een journaal nodig is, vult de
dierenarts, na inhoudelijke controle en controle op volledigheid, vak 9 en 11 van afdeling 2 van het
journaal in.
Ten behoeve van het noteren van de reiniging en ontsmetting van het vervoermiddel na lossing in
een derde land of een risicoland (een lidstaat waar een uitbraak van een voor vee besmettelijke
dierziekte is vastgesteld) en het uitvoeren van een tweede reiniging en ontsmetting na terugkeer in
Nederland uit een dergelijk land, dient de exploitant of exporteur een R&O-formulier op te stellen
waarop het certificaat nummer of het Traces intra nummer vermeld staat.
De certificerende dierenarts draagt zorg voor een correcte en duidelijke invulling van het
gezondheidscertificaat. Het originele formulier en een kopie worden aan de exploitant van het
verzamelcentrum of de exporteur overhandigd. De resterende kopie(ën) wordt (worden)
toegevoegd aan het dossier van de betreffende export.
Ten behoeve van de dossiervorming en de Traces-melding worden alle relevante documenten op
het regiokantoor aangeleverd.
Een doordruk (geel) van afdeling 1 en 2 van het journaal (indien van toepassing) wordt bij de
exportcertificering ingehouden en via het regiokantoor verzonden naar het Interventie Bureau Dier
te Zwolle. Een kopie van de gele doordruk wordt op het NVWA kantoor bij het dossier van de
export gevoegd.
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 7 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Ter controle op de volledigheid van het uitgevoerde certificeringsproces wordt het keuringsrapport
“Handelsverkeer runderen” ingevuld en aan het dossier toegevoegd (zie bijlage 3) of er wordt via
de PDA MREX gebruikt.
Indien geen gezondheidscertificaat wordt afgegeven, dient dit te worden vastgelegd op het
formulier ”besluit inhoudende weigering afgifte exportcertificaat”, zie bijlage 4 van deze instructie.
Een doorslag van dit door de keuringsdierenarts volledig ingevulde en ondertekende formulier dient
te worden achtergelaten bij de aanvrager.
6 BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
De exploitant is op basis van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke
dierziekten, zoönosen en TSE’s verantwoordelijk voor de volledige bedrijfsvoering op de
verzamelcentra. Voor de NVWA is hij de persoon die op de naleving van de voorschriften wordt
aangesproken.
De aanbieder is verantwoordelijk voor het schriftelijk indienen van het verzoek tot
exportcertificering bij de NVWA. Bij een verzamelcentrum is de exploitant de aanbieder.
De exporteur is op basis van Richtlijn 90/425/EEG verantwoordelijk voor de aanlevering bij de
exploitant van alle voor de export relevante informatie. Verder is hij op basis van artikel 2.62,
eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten door de Minister
geregistreerd en opgenomen in het register “handelaren levend vee”. Indien de certificering
plaatsvindt vanaf de boerderij draagt de exporteur de volledige verantwoordelijkheid voor de gang
van zaken vanaf het begin van de exportcertificering tot het moment waarop de dieren op de
plaats van bestemming zijn afgeleverd.
De vervoerder is op basis van de Regeling dierenvervoer 2007 verantwoordelijk voor het transport
van de dieren (m.n. dierenwelzijn en journaal). Hij maakt gebruik van chauffeurs of verzorgers met
een aantoonbaar bewijs van opleiding betreffende de omgang met dieren (in Nederland CCV-Het
Examenhuis) en hij is in het bezit van een vergunning volgens V0 1/2005. De vervoerder is
eveneens in het bezit van een certificaat van goedkeuring voor het gebruikte vervoermiddel bij
lang transport. Verder is hij verantwoordelijk voor de naleving van de R&O voorschriften.
De aangewezen NVWA medewerker is verantwoordelijk voor de controles van de aangeleverde
documenten, verlening van de schriftelijke toestemming voor de aangevraagde blokperiodes en de
planning van de certificeringswerkzaamheden.
De certificerende dierenarts (= officiële dierenarts) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het
toezicht op de gang van zaken op het verzamelcentrum tijdens de blokperiode. Daarnaast is hij
verantwoordelijk voor de uitvoering van de klinische keuring en de overige
certificeringswerkzaamheden en welzijnscontroles op zowel de boerderij als op het
verzamelcentrum. De benodigde tijd bij de uitvoering van deze werkzaamheden door de dierenarts
zijn volledig afhankelijk van zijn bevindingen. Bij uitloop van de werkzaamheden wordt zonodig
contact met de planning opgenomen.
7 TOELICHTING
Op grond van Europese regelgeving, die is geïmplementeerd in de Regeling handel levende dieren
en levende producten, moet elke partij runderen, die bestemd is voor een lidstaat of een derde
land, vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat. Dit certificaat wordt afgegeven door een
dierenarts van de NVWA nadat uit onderzoek is gebleken dat de betreffende runderen gezond zijn
en voldoen aan de veterinaire regelgeving. De certificering kan geschieden op een veehouderij of
op een erkend verzamelcentrum.
Het kwaliteitssysteem QLL is goedgekeurd voor zowel welzijn (transportverordening) als preventie
(meerdere verzamelslagen, weiderunderen en lossen op meerdere adressen). Alleen de
deelnemers van dit systeem kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om een 2 e verzamelslag
te houden voor kalveren jonger dan 12 weken en om weiderunderen te verzamelen.
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 8 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
8 BIJLAGEN
16 mei 2013
1 Landenlijst met IBR status
2 Protocol tbv de handhaving door de NVWA bij omissies exportcertificering runderen
3 Keuringsrapport handelsverkeer schapen en geiten
4 Besluit weigering afgifte exportcertificaat
5a Voorbeeld deel II tracescertificaat fok- en gebruiksrunderen
5b Voorbeeld deel II tracescertificaat fok- en gebruiksrunderen na “resultaat inleveren en
afdrukken”
6a Voorbeeld deel II tracescertificaat slachtrunderen
6b Voorbeeld deel II tracescertificaat slachtrunderen na “resultaat inleveren en afdrukken”
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 9 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
Bijlage 1
16 mei 2013
Landen met een artikel 9 status voor IBR:
• Tsjechië
• Duitsland, alle regio’s, met uitzondering van de deelstaat Beieren
• Italië , de autonome regio Friuli Venezia Giulia en de autonome provincie Trento
Landen met en artikel 10 status voor IBR:
• Denemarken
• Duitsland, deelstaat Beieren
• Italië, provincie Bolzano
• Oostenrijk
• Finland
• Zweden
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 10 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Bijlage 2
Protocol t.b.v. de handhaving door de NVWA bij omissies exportcertificering runderen
Algemene maatregelen:
De export kan alleen plaatsvinden indien de DOM-(Document/Overeenstemming/Materiaal)-controle volledig in orde is.
Bij omissies kan er niet gecertificeerd worden. Indien er niet voldoende faciliteiten worden geboden kan de certificering eveneens gestopt worden.
Indien het herstel van verzuim meer tijd in beslag neemt dan de certificerende dierenarts ter beschikking heeft, worden de werkzaamheden gestaakt. Er
dient in dat geval een nieuwe exportaanvraag ingediend te worden.
Alle handhavingacties worden gerapporteerd in het bedrijfsdossier (verzamelplaats). In sommige gevallen zijn er bij de te nemen maatregelen bij
geconstateerde omissies keuzes mogelijk. Deze keuzes worden dan door het bedrijfsleven gemaakt. Bij vertrek van een bedrijf zonder dat certificering
plaats heeft gevonden wordt een briefje achtergelaten met de reden hiervan (zie bijlage 4).
Zolang de NVWA nog niet werkt met gecertificeerde vervoerders voor runderen of gecertificeerde runderverzamelcentra op basis van kwaliteitssysteem
QLL, module diertransport, vindt er een volledige exportcontrole en klepkeuring plaats.
Onderstaande tabel geeft primair de directe acties aan bij geconstateerde omissies. Alle omissies en daaropvolgende acties worden altijd
gerapporteerd. Zo wordt een bedrijfsdossier opgebouwd. Afwijkingen van de transportverordening ( met name vervoerders) en afwijkingen op het
gebied van preventie (met name verzamelcentra) wordt gerapporteerd aan het Interventiebureau Dier te Zwolle. Deze rapportage kan leiden tot een
heel scala van maatregelen, van schriftelijke waarschuwing tot last onder dwangsom (LOD) en schorsing of intrekking van de erkenning (specifiek
interventiebeleid). De santionering dmv bestuurlijke boete zal geleidelijk ook steeds meer toegepast kunnen worden.
link intranet: home> onderwerpen> regels voor ondernemers > dier > dierenwelzijn . formulieren dierenwelzijn > melden overtredingen Regeling
preventie dierziekten
Naast de directe acties mbt de partijen die volgen uit deze handhavingstabel zijn moeten ook IB-spec -17 voor dierentransport en IB spec- 20 voor
preventie gevolgd worden
Specifieke maatregelen:
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 11 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Aard van de omissie Wettelijke basis Maatregel
Aanvraag blok Geen blok aangevraagd, maar wel runderen
aanwezig op het verzamelcentrum.
Onvolledige
blokaanvraag
Documentencontrole
Wel een blokperiode aangevraagd, maar niet
aangegeven dat er mestkalveren vanaf een
ander verzamelcentrum aangevoerd zijn.
1 of meerdere paspoorten niet aanwezig, of
de paspoorten zijn ouder dan 3 werkdagen,
of de paspoorten corresponderen niet met
de aanwezige dieren.
Verblijfstijd op het herkomstbedrijf te kort
(minimaal 30 dagen of sinds geboorte voor
fok- en gebruiksrunderen of 21 dagen voor
slachtrunderen).
Artikel 41 van de Regeling preventie,
bestrijding en monitoring van
besmettelijke dierziekten, zoönosen en
TSE’s (vanaf hier Regeling PBM
genoemd).
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 12 van 26
Melding aan IBD (via MREX) voor eventuele
intrekkingprocedure van de erkenning van het
runderverzamelcentrum (zie artikel 38 van de Regeling
preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke
dierziekten, zoönosen en TSE’s).
Artikel 41 van de Regeling PBM Afvoer van alle kalveren naar een Nederlands of buitenlands
slachthuis.
Melding aan IBD (via MREX)
Artikel 18 en 24 van de Regeling
identificatie en registratie van dieren.
Artikel 6 lid 2 van Verordening (EG) nr.
1760/2000.
Artikel 2.5 en 3.3, lid 1, onder d, van de
Regeling handel levende dieren en
levende producten (RHLDLP) en artikel
6, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG voor
fok- en gebruiksrunderen.
Artikel 40 lid 1 van de Regeling PBM.
De exploitant/exporteur heeft de mogelijkheid tot herstel van
verzuim.
Lukt dit niet, dan:
1) Op een verzamelcentrum afvoer naar een binnenlands of
destructie.
of
2) Fokrunderen kunnen 21 dagen in een epi op het
verzamelcentrum en dan worden afgevoerd naar een in NL
gelegen bedrijf (Regeling PBM: artikel 43, lid 2, onder b).
of
3) Bij boerderijexporten komen de dieren niet in aanmerking
voor export.
Bij boerderijexporten komen de dieren niet in aanmerking voor
export.
Op een verzamelcentrum kunnen de runderen afgevoerd
worden naar een slachthuis of ter destructie bestemd worden.

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Aanvoer van geblokkeerd UBN.
(verzamelcentrum)
Journaal, uitdraai routeplanner (routenet)
en/of reservering voor controlepost en/of
reservering bootreis ontbreekt of niet
correct ingevuld.
Documenten niet correct voor de eisen van
het land van bestemming (3 e -landen).
Artikel 2.8 en 3.3, aanhef en onderdeel
a, van de RHLDLP en artikel 3, tweede
lid sub b van Richtlijn 64/432/EEG.
Artikel 22, eerste lid, en 25 van de
Gezondheid- en welzijnswet voor dieren
in samenhang met het Besluit vervoer
van en naar besmette of van
besmetting verdachte gebouwen en
terreinen.
Artikel 9 van de Regeling dierenvervoer
2007.
Artikel 79 van de Gezondheid- en
welzijnswet voor dieren (GWWD).
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 13 van 26
De certificerende ambtenaar schakelt NVWA-VIC in en brengt
teamleider op de hoogte.
De werkzaamheden op het verzamelcentrum worden volledig
stilgelegd en eventuele maatregelen worden aangestuurd door
VIC
De exploitant/exporteur heeft de mogelijkheid tot herstel van
verzuim. Hij zorgt ervoor dat de vervoerder alsnog een correct
ingevuld journaal met een uitdraai van een routenet
routeplanner en indien nodig een controlepostreservering of
bootreservering overlegt aan de certificerende dierenarts. Tot
die tijd worden de keuringswerkzaamheden gestaakt.
Indien geen herstel:
1) De dieren worden afgevoerd naar een andere bestemming
met een kortere reistijd dan 8 uur (geen journaal nodig), dan
wel een bestemming waarbij geen controlepost of
bootreservering nodig is.
of
2) Op de boerderij vindt geen exportcertificering plaats.
De exploitant/exporteur heeft de mogelijkheid tot herstel van
verzuim.
Lukt dit niet, dan:
1) De bestemming van de dieren wijzigen.
of
2) Op een verzamelcentrum afvoer naar een slachthuis
(Regeling PBM: artikel 43, lid 2, onder a voor fokrunderen, of
artikel 44 voor slachtrunderen, of artikel 45 lid 1 en lid 2 voor
vleeskalveren) of destructie.
of
3) Fokrunderen kunnen 21 dagen in een epi op het
verzamelcentrum en dan worden afgevoerd naar een in NL
gelegen bedrijf (Regeling PBM: artikel 43, lid 2, onder b).
of
5) Op de boerderij vindt geen exportcertificering plaats.

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Documenten of bloeduitslagen of
vaccinatieverklaringen of inseminatie- dan
wel isolatiegegevens niet correct voor de
status van de bestemming (bv betreffende
IBR of bluetongue).
Artikel 2.5 en 3.4 ,onder e, van de
RHLDLP.
Beschikking 2004/558/EG (IBR).
Verordening 1266/2007/EG (BT).
Runderen langer dan 250 dagen dracht. Artikel 9 van de regeling dierenvervoer.
Er zijn mestkalveren jonger dan 12 weken
aanwezig van een ander verzamelcentrum,
maar het verzamelcentrum van herkomst is
geen aantoonbare deelnemer van QLL voor
deze module.
Er zijn mestkalveren jonger dan 12 weken
aanwezig van een ander verzamelcentrum,
maar het verzamelcentrum van ontvangst is
geen aantoonbare deelnemer van QLL voor
deze module.
Er zijn bij een 1 e verzamelslag mestkalveren
aanwezig die ouder zijn dan 12 weken,
terwijl op de aanvraag van het blok is
aangegeven dat er afgevoerd gaat worden
naar een 2 e verzamelcentrum
Er zijn bij een 2 e verzamelslag van
mestkalveren ook dieren aanwezig die ouder
zijn dan 12 weken
Bijlage I, Hoofdstuk I, lid 2, onder c
van Verordening (EG) nr. 1/2005.
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 14 van 26
De exploitant/exporteur heeft de mogelijkheid tot herstel van
verzuim.
Lukt dit niet, dan:
1) De bestemming van de dieren wijzigen.
of
2) Op een verzamelcentrum afvoer naar een slachthuis of
destructie.
of
3) Fokrunderen kunnen 21 dagen in een epi op het
verzamelcentrum en dan worden afgevoerd naar een in NL
gelegen bedrijf (Regeling PBM: artikel 43, lid 2, onder b).
of
of
5) Op de boerderij vindt geen exportcertificering plaats.
Bij boerderijexporten komen de dieren niet in aanmerking voor
export.
Op een verzamelcentrum wordt de teamleider ingeschakeld
voor overleg betreffende de bestemming van de dieren.
Melding aan IBD (via MREX)
Art 45 lid 4 van de Regeling preventie Afvoer van de kalveren naar een Nederlands of buitenlands
slachthuis.
Melding aan het kwaliteitssysteem QLL
Art 45 lid 4 van de Regeling preventie Afvoer van de kalveren naar een Nederlands of buitenlands
slachthuis.
Melding aan het kwaliteitssysteem QLL .
Art 45 lid 4 van de regeling preventie Afvoer naar een 2 e verzamelcentrum is niet meer mogelijk.
Alle in het blok aanwezig kalveren worden afgevoerd naar een
slachthuis in binnen of buitenland of naar de mesterij.
Melding aan het kwaliteitssysteem QLL
Art 45 lid 4 van de Regeling preventie Afvoer van alle kalveren naar een slachthuis in Nederland of
buitenland.
Melding aan het kwaliteitssysteem QLL.

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Overeenstemmingscontrole
Bij aanvoer van mestkalveren op een
tweede verzamelcentrum is geen vermelding
“kalveren afkomstig van een eerste
verzamelslag en gecontroleerd jonger dan
12 weken” op de vervoersdocumenten
gemaakt.
De leeftijd van kalveren is niet in
overeenstemming met de reisafstand.
Het aantal dieren is niet in
overeenstemming met de in de documenten
vermelde aantallen, of de identificatie van
de dieren is niet in overeenstemming met de
aangeleverde documenten
(aanvoerdocumenten verzamelcentrum,
afvoerdocumenten verzamelcentra en
boerderij).
Art 45 lid 4 van de Regeling preventie,
en kwaliteitssysteem QLL
Artikel 9 van de regeling dierenvervoer.
Bijlage I, Hoofdstuk I, lid 2, onder d en
e van Verordening (EG) nr. 1/2005.
Bijlage I, Hoofdstuk VI, lid 1, onder 1.9
van Verordening (EG) nr. 1/2005.
Artikel 23, lid1, onderdeel e en artikel
23 ,lid 2, van de Regeling PBM
(verzamelcentrum)
Artikelen 2.5, 2.17, 2.18, 2.53 en 2.60
van de RHLDLP
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 15 van 26
De exploitant/exporteur heeft de mogelijkheid tot herstel van
verzuim.
Lukt dit niet, dan:
Leeftijdscontrole van alle dieren dmv paspoortcontrole; is dit
niet mogelijk binnen de bloktijd dan afvoer naar een slachthuis
in binnen- of buitenland van alle kalveren.
Tevens melding aan het kwaliteitssysteem QLL.
Bij boerderijexporten komen de dieren niet in aanmerking voor
export.
Op een verzamelcentrum worden de dieren afgevoerd naar een
kortere bestemming, naar een slachthuis, of ter destructie
bestemd, afhankelijk van de mogelijkheden die nog
overblijven.
De exploitant/exporteur heeft de mogelijkheid tot herstel van
verzuim: nieuwe gegevens afkomstig van het bedrijf van
herkomst (bij aanvoer op een verzamelcentrum) of bij de
afvoer van de boerderij of het verzamelcentrum aanpassing
van de af te voeren dieren (uitselecteren van dieren).
Indien herstel niet mogelijk is:
1) Op een verzamelcentrum afvoer naar een slachthuis of
destructie.
of
2) Fokrunderen kunnen 21 dagen in een epi op het
verzamelcentrum en afgevoerd naar een in NL gelegen bedrijf
(Regeling PBM: artikel 43, lid 2, onder b).
of
3) Op de boerderij vindt geen exportcertificering plaats.

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Overeenstemmingscontrole
Er zijn runderen aanwezig op het
verzamelcentrum waarvoor geen
aanvoerdocumenten aanwezig zijn.
M-controle De dieren zijn klinisch niet gezond.
Artikel 23, lid 1, onderdeel e van de
Regeling PBM
Artikel 4 van Verordening (EG) nr.
1/2005.
Artikel 58 en 59 van de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren.
Vo 853/2004/EG, bijlage III, Hst. VI,
sectie I (hygiëneverordening).
Vo 1/2005/EG, bijlage I, Hst. I
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 16 van 26
De exploitant heeft de mogelijkheid tot herstel van verzuim:
aanvullende gegevens afkomstig van de vervoerder.
Indien herstel niet mogelijk is:
1) Op een verzamelcentrum afvoer naar een slachthuis of
destructie.
of
2) Fokrunderen kunnen 21 dagen in een epi op het
verzamelcentrum en afgevoerd naar een in NL gelegen bedrijf
(Regeling PBM: artikel 43, lid 2, onder b).
Bij vermoeden van een ernstige besmettelijke dierziekte wordt
door de certificerende ambtenaar het VIC ingeschakeld en
wordt de teamleider NVWA ingelicht
Alle activiteiten op het verzamelcentrum én boerderij worden
stilgelegd.
Bij licht zieke of licht gewonde runderen is binnenlands vervoer
toegestaan tenzij het vervoer onnodig lijden tot gevolg heeft.
Meer dan licht zieke runderen dienen ter plekke gedood en ter
destructie bestemd te worden (verzamelcentrum).
De mogelijkheid bestaat om meer dan licht gewonde dieren
dood af te voeren naar een slachtplaats met een
dierenartsverklaring van de practicus na doden en verbloeden.
Dit kan alleen met overigens gezonde dieren (botbreuken etc),
die dus geen systemische afwijkingen vertonen. Zieke dieren
kunnen niet meer geslacht worden.
Indien de dieren al meer dan licht ziek of licht gewond zijn
aangevoerd op het verzamelcentrum dan moet de
certificerende dierenarts L&N inschakelen voor verbalisering.
Melding aan IBD, diergeneeskundige verklaring.

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Vervoermiddel
Ontbreken van oormerken
(2 oormerken bij runderen verplicht).
Geen juiste of volledige reiniging en
ontsmetting van het
vervoerdermiddel,
of
geen reiniging en ontsmetting op een
geregistreerde wasplaats voorafgaand aan
de export.
Chauffeur en/of verzorger heeft geen
(origineel) getuigschrift van
vakbekwaamheid (in NL afgegeven CCV) bij
transport langer dan 65 km, of niet in de
Engelse taal bij buitenlandse getuigschriften.
Vervoerder heeft geen vergunning volgens
artikel 10 (kort transport) of artikel 11 (lang
transport) van Vo 1/2005, of niet in de
Engelse taal bij buitenlandse vergunningen.
Artikel 2.6, 2.19, 3.4, onder a en b en
3.5 van de RHLDLP.
Artikel 23, lid1, onderdeel e, van de
Regeling PBM
Artikel 19 t/m 21 en artikel 39 van de
Regeling Identificatie en registratie van
dieren
Artikel 4 lid 1 van Verordening (EG) nr.
1760/2000.
De artikelen 30, lid 1 en 2 , artikel 31
lid1, en artikel 32 van de Regeling PBM.
Artikel 2.11 van de RHLDLP.
RL 64/432/EEG, artikel 12, lid 1 en 2.
Artikel 9 van de Regeling dierenvervoer
2007.
Artikel 17, lid 2, van Verordening (EG)
nr. 1/2005.
Artikel 9 de Regeling dierenvervoer
2007.
Artikel 10 of 11 en artikel 13, lid 2, van
Verordening (EG) nr. 1/2005
.
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 17 van 26
Bij een verzamelcentrum worden runderen zonder oormerken
ter destructie bestemd.
Op de boerderij kunnen fok- en gebruiksdieren mogelijk nog
voorzien worden van de juiste oormerken.
Bij 1 oormerk kan geen export plaatsvinden. De dieren
kunnen, indien verzameld op een verzamelcentrum worden
afgevoerd naar een binnenlands slachthuis.
De exploitant/exporteur zorgt ervoor dat het verzuim wordt
hersteld (de vervoerder gaat direct reinigen en ontsmetten op
het betreffende verzamelcentrum).
Bij een boerderijexport laat de vervoerder R&O plaatsvinden op
een geregistreerde wasplaats.
De vervoerder toont daarna het vervoermiddel en het logboek
opnieuw aan de certificerende dierenarts.
De officiële dierenarts staakt de keuringswerkzaamheden
totdat een chauffeur/verzorger aanwezig is die wel beschikt
over een getuigschrift van vakbekwaamheid (in het Engels bij
buitenlandse getuigschriften).
De certificerende dierenarts staakt de keuringswerkzaamheden
totdat een vervoerder aanwezig is die wel een voor het
betreffende vervoer correcte vergunning heeft en tevens in de
Engelse taal bij buitenlandse vergunningen.

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Klachten buitenland -welzijn
-beladingsgraad
-bestemmingsadres
-diergezondheid
-DZ-status
-aantallen + UBN’s
Vervoermiddel niet geschikt of geen
(origineel) certificaat van goedkeuring bij
reizen van meer dan 8 uur, of niet in de
Engelse taal bij buitenlandse
vervoermiddelen.
Vervoermiddel niet aangepast aan lang
transport (geen water of strooisel, defecte
ventilatie of drinknippels, geen of defecte
temperatuursensoren of
temperatuurregistratie, geen of defect
satelliet navigatiesysteem, etc.).
Artikel 9 de Regeling dierenvervoer
2007.
Artikel 18 van Verordening (EG) nr.
1/2005.
Artikel 58 en 59 van de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren.
Artikel 9 de Regeling dierenvervoer
2007.
Vo 1/2005, bijlage I, Hst. VI.
RHLDLP, artikel 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5
Artikel 9 van de Regeling dierenvervoer
2007.
Vo 1/2005, artikel 26 (overtredingen).
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 18 van 26
De certificerende dierenarts staakt de
certificeringwerkzaamheden totdat een geschikt vervoermiddel
of een vervoermiddel met een geldig certificaat van
goedkeuring aanwezig is voor de betreffende export en tevens
in de Engelse taal bij buitenlandse vervoermiddelen.
of
Bestemming wijzigen zodat de transportduur minder dan 8 uur
bedraagt.
De certificerende dierenarts staakt de keuringswerkzaamheden
totdat een vervoermiddel aanwezig is voor de betreffende
export op het verzamelcentrum of op de boerderij, die geschikt
is voor het lange transport.
of
Bestemming wijzigen zodat de transportduur minder dan 8 uur
bedraagt.
Dossieropbouw door IBD voor eventuele intrekkingprocedure
van de erkenning van het runderverzamelcentrum (zie artikel
25 van de regeling PBM) en/of erkenning van de
vervoerder/exporteur.
Onderzoek van de klachten moet uitwijzen dat de klachten
gegrond zijn!

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
Bijlage 3
16 mei 2013
KEURINGSRAPPORT HANDELSVERKEER RUNDEREN
certificering vanaf: VC / boerderij
Regio: ………………………………. Aanvang keuring: …………………….. Eind keuring: ……………………..
behorend bij gezondheidscertificaatnummer(s): ......................................................................
1 het vervoermiddel (vvm)
1.1 het vvm heeft een certificaat van goedkeuring en is geschikt voor het
vervoer bij reizen van meer van 8 uur…………………………..............: ja/nee/nvt
1.2 het vvm is geschikt voor het vervoer van de betreffende categorie vee
bij reizen van minder dan 8 uur..............................................: ja/nee
1.3 het vvm is visueel schoon .....................................................: ja/nee
1.4 het vvm is op een geregistreerde wasplaats gereinigd en ontsmet :ja/nee
1.5 vergunning vervoerder is in orde ............................................: ja/nee
1.6 de chauffeur beschikt over een getuigschrift van vakbekwaamhei: ja/nee
1.7 de beladingsnormen zijn schriftelijk aangetoond en akkoord ......: ja/nee berekening belading:
.……
2 controle ter plaatse (voor het laden)
2.1 paspoorten zijn aanwezig en akkoord .....................................: ja/nee
2.2 drachtigheid bedraagt niet meer dan 250 dagen ......................: ja/nee/nvt
2.3 controlepostreservering is aanwezig en akkoord ......................: ja/nee/nvt
2.4 bootreservering is aanwezig en akkoord ………………………………….……….…..: ja/nee/nvt
2.5 journaal is aanwezig en volledig ingevuld en gecontroleerd (routenet)..: ja/nee/nvt
2.6 documenten/bloeduitslagen BT zijn aanwezig en akkoord ……………………: ja/nee/nvt
2.7 documenten/bloeduitslagen IBR zijn aanwezig en akkoord …………………..:ja/nee/nvt
2.8 aan de voorwaarden voor een 2 e verzamelslag mestkalfjes is voldaan…: ja/nee/nvt
2.9 leeftijd kalveren in overeenstemming met de duur van de reis ..…………: ja/nee/nvt
2.10 aanvullende verklaringen/onderzoeken t.b.v. export naar derde landen
zijn aanwezig en akkoord ……………………………………………………..……………: ja/nee/nvt
2.10 verblijfstijd op herkomstbedrijf is gecontroleerd en akkoord …………..:ja/nee
2.11 dierziektestatus herkomstbedrijf(bedrijven) is (zijn) akkoord …………: ja/nee indien nee, actie:
……………
3 controle ter plaatse
3.1 alle te exporteren runderen voorzien van voorgeschreven oormerken…: ja/nee
3.2 steekproefsgewijze oormerkcontrole conform paspoorten ……………………: ja/nee
3.3 de dieren zijn klinisch gezond en geschikt voor de reis …………………………: ja/nee; indien nee,
actie: ………………………………………………………………………………………………………………….
4 dossier t.b.v. archivering op regiokantoor
• 4.1 kopie afgegeven gezondheidscertificaat (of certificaten)…………….………….: ja/nee
• 4.2 aanvraagformulier(en). …………………………………………………………………….……..: ja/nee
• 4.3 ingevuld keuringsrapport handelsverkeer runderen ..……………………….……: ja/nee
• 4.4 kopie journaal(s)….……..…………………………………………………………….…………..…: ja/nee/ nvt
• 4.5 kopie schriftelijke reservering controlepost………………………………….………..…: ja/nee/ nvt
• 4.6 kopie schriftelijke reservering bootreis …………………………………………………….: ja/nee/ nvt
• 4.7 verklaring betreffende lengte drachtigheid ……………………………………….…….: ja/nee/nvt
• 4.8 kopie laboratoriumuitslagen / practicusverklaring IBR ………………………….. : ja/nee/nvt
• 4.9 kopie laboratoriumuitslagen / verklaringen BT ………………………………………. : ja/nee/nvt
• 4.10 bij export 3 e -landen eventueel aanvullende documenten…………………………: ja/ nee/ nvt
• ------------------------------------------------------------------------------------------------------
--------
5 relevante opmerkingen (achterkant formulier gebruiken)
Datum:……………… volledige naam NVWA -dierenarts: ....………………………………………………
handtekening: ...........................................................................
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 19 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Bijlage 4
Ministerie van Economische Zaken
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
regio:
Besluit t.b.v. aanvrager inhoudende de weigering tot afgifte van een exportcertificaat
(zijnde een bewijsstuk als bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling handel levende dieren
en levende producten):
naam aanvrager:
adres:
postcode + woonplaats:
erkenningnummer/UBN:
diersoort: aantal dieren:
huidige verblijfplaats dieren: I&R nummer(s):
datum aanvraag exportkeuring en –certificering:
bestemming:
De hierboven omschreven partij dieren is geweigerd voor certificering om de volgende redenen:
plaats: datum:
De Minister van Economische Zaken, voor deze:
de dierenarts van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit,
naam officiële dierenarts:
handtekening officiële dierenarts:
Een belanghebbende kan tegen dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van
Economishce Zaken.
Een bezwaarschrift dient binnen 6 weken na afgifte van dit besluit te worden verzonden naar:
Ministerie van Economische Zaken,
Dienst Regelingen
Afdeling Recht en Rechtsbescherming Postbus 20401, 2500 EK Den Haag
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 20 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Bijlage 5a
Voorbeeld invullen traces deel II fok-en gebruiksrunderen
II. Informatie over de gezondheid
AFDELING A
Ik verklaar dat elk dier van de hieronder beschreven partij
1. afkomstig is van een bedrijf en een gebied waar, in overeenstemming met de communautaire of de
nationale wetgeving, geen enkel verbod of geen enkele beperking van kracht is wegens dierziekten
waar runderen vatbaar voor zijn;
2. afkomstig is van een beslag dat zich bevindt in een lidstaat of in een gebied van een lidstaat
(a) met een systeem van netwerken van
toezicht dat goedgekeurd is bij
(b) die/dat erkend is als: - officieel
tuberculosevrij
3. Hier keuze maken fok of gebruiksdier:
4.
5.
- officieel
brucellosevrij
(2) een fokdier of gebruiksdier (1) is dat :
Beschikking //EC van de Commissie
(2)
Beschikking 2003/467/EG van de
Commissie
Beschikking 2003/467/EG van de
Commissie
- officieel leukosevrij Beschikking 2003/467/EG van de
Commissie
- voorzover kan worden nagegaan, op het bedrijf van oorsprong is gebleven gedurende de
laatste 30 dagen, of sinds de geboorte, indien het jonger is dan 30 dagen, en dat gedurende
deze periode geen uit een derde land afkomstig dier op het bedrijf is binnengebracht, tenzij
geïsoleerd van alle andere dieren op het bedrijf;
- afkomstig is uit een beslag dat officieel tuberculose-, brucellose- en leukosevrij is en in de
laatste 30 dagen voor het vertrek uit het bedrijf van oorsprong in overeenstemming met artikel
6, lid 2, van Richtlijn 64/432/EEG met negatief resultaat getest is op
Test Test niet vereist voor
de volgende
categorieën dieren
Tuberculinatie Dieren jonger dan
zes weken
Serumagglutinatietest(5) op
brucellose
Gecastreerde dieren
of dieren jonger dan
twaalf maanden
Leukosetest Dieren jonger dan
twaalf maanden
Vereist Ja/Nee(3)(4) Datum
van de
test of
van het
monster
(2) bestemd is voor de slacht, afkomstig is uit een officieel tuberculosevrij en leukosevrij
beslag en
- hetzij gecastreerd is (2) of
- niet gecastreerd is en afkomstig is uit een officieel brucellosevrij beslag (2) ;
(2) een slachtdier is, afkomstig uit een beslag dat niet officieel tuberculosevrij, brucellosevrij
en leukosevrij is en overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Richtlijn 64/432/EEG verzonden is onder
vergunning nr. van een bedrijf in Spanje en in de laatste 30 dagen voor het vertrek uit het bedrijf
van oorsprong met negatief resultaat getest is, namelijk op :
Test Datum van de test of van de monsterneming
Tuberculinatie
Serumagglutinatietest(5) op
brucellose
Leukosetest
6. (8) gebaseerd op gegevens van een officieel document of een certificaat waarvan de afdelingen A en
B zijn ingevuld door de officiële dierenarts of de erkende dierenarts die verantwoordelijk is voor het
bedrijf van oorsprong, voldoet aan de toepasselijke gezondheidsvoorschriften van punt 1-5 van
afdeling A;
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 21 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
7.
AFDELING C(9)
(2) een voor de vleesproductie bestemd dier is van minder dan 30 maanden, dat afkomstig is
uit een beslag dat officieel tuberculosevrij, brucellosevrij en leukosevrij is, en dat wordt verzonden
overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder e), van Richtlijn 64/432/EEG met certificaat nr. .
Na uitvoering van het voorgeschreven onderzoek verklaar ik dat:
1. de hierboven beschreven dieren op (datum vermelden) datum export d.i. in de laatste 24 uur vóór
het geplande vertrek, zijn onderzocht en geen klinische symptomen van een besmettelijke ziekte
vertoonden;
2. het bedrijf van oorsprong en indien van toepassing de markt/het erkend verzamelcentrum en de
gebieden waarin deze gelegen zijn, niet onderworpen zijn aan overeenkomstig de
Gemeenschapswetgeving of de nationale wetgeving ingestelde verboden of beperkingen wegens
dierziekten waarvoor runderen vatbaar zijn;
3. aan alle relevante bepalingen van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voldaan is;
4. (2) deze dieren voldoen aan de aanvullende garanties voor ziekten van:
- ziekte
Invullen indien naar EU-land met IBR-status: zie
instructie!!!:
- conform Beschikking
Herpesvirus 1 (Infectieuze boviene rhinotracheïtis) 2004/558 art.. zie instructie/EG
van de Commissie
- ziekte - conform Beschikking
//EG van de Commissie
- ziekte - conform Beschikking
//EG van de Commissie
5. de dieren niet langer dan zes dagen in het erkende verzamelcentrum zijn geweest (2).
6. op het ogenblik van de inspectie waren de hierboven beschreven dieren geschikt om voor de
geplande reis te worden vervoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad.
Blue tongue (BT): Uitzonderingen op het verplaatsingsverbod: Aanvinken wat van toepassing is, zie
instructie BT-07!!!
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 22 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
Bijlage 5b
Voorbeeld van tracescertificaat fok-en gebruiksrund na “resultaat inleveren” en
“afdrukken”
3(2) Wat
niet
aangevinkt
is, wordt
hier
Bijlage 6a
Datum
export
Invullen indien naar EU-land met IBRstatus,
zie instructie voor landenlijst
en correct artikel.
Aanvinken: zie instructie BT-07!!!
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 23 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
16 mei 2013
Voorbeeld invullen traces deel II Slachtrunderen
II. Informatie over de gezondheid
AFDELING A
3.
Ik verklaar dat elk dier van de hieronder beschreven partij
1. afkomstig is van een bedrijf en een gebied waar, in overeenstemming met de communautaire of de nationale
wetgeving, geen enkel verbod of geen enkele beperking van kracht is wegens dierziekten waar runderen vatbaar
voor zijn;
2. afkomstig is van een beslag dat zich bevindt in een lidstaat of in een gebied van een lidstaat
(a) met een systeem van netwerken van
toezicht dat goedgekeurd is bij
Beschikking //EC van de Commissie (2)
(b) die/dat erkend is als: - officieel tuberculosevrij Beschikking 2003/467/EG van de
Commissie
(2) een fokdier of gebruiksdier (1) is dat :
- officieel brucellosevrij Beschikking 2003/467/EG van de
Commissie
- officieel leukosevrij Beschikking 2003/467/EG van de
Commissie
- voorzover kan worden nagegaan, op het bedrijf van oorsprong is gebleven gedurende de laatste 30 dagen,
of sinds de geboorte, indien het jonger is dan 30 dagen, en dat gedurende deze periode geen uit een derde
land afkomstig dier op het bedrijf is binnengebracht, tenzij geïsoleerd van alle andere dieren op het bedrijf;
- afkomstig is uit een beslag dat officieel tuberculose-, brucellose- en leukosevrij is en in de laatste 30
dagen voor het vertrek uit het bedrijf van oorsprong in overeenstemming met artikel 6, lid 2, van Richtlijn
64/432/EEG met negatief resultaat getest is op
Test Test niet vereist voor de
volgende categorieën
dieren
Tuberculinatie Dieren jonger dan zes
weken
Serumagglutinatietest(5) op brucellose Gecastreerde dieren of
dieren jonger dan twaalf
maanden
Leukosetest Dieren jonger dan
twaalf maanden
Vereist Ja/Nee(3)(4) Datum
van de
test of
van het
monster
4.
(2) bestemd is voor de slacht, afkomstig is uit een officieel tuberculosevrij en leukosevrij beslag en
5.
- hetzij gecastreerd is (2) of
- niet gecastreerd is en afkomstig is uit een officieel brucellosevrij beslag (2) ;
(2) een slachtdier is, afkomstig uit een beslag dat niet officieel tuberculosevrij, brucellosevrij en
leukosevrij is en overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Richtlijn 64/432/EEG verzonden is onder vergunning nr. van
een bedrijf in Spanje en in de laatste 30 dagen voor het vertrek uit het bedrijf van oorsprong met negatief
resultaat getest is, namelijk op :
Test Datum van de test of van de monsterneming
Tuberculinatie
Serumagglutinatietest(5) op brucellose
Leukosetest
6. (8) gebaseerd op gegevens van een officieel document of een certificaat waarvan de afdelingen A en B zijn
ingevuld door de officiële dierenarts of de erkende dierenarts die verantwoordelijk is voor het bedrijf van
oorsprong, voldoet aan de toepasselijke gezondheidsvoorschriften van punt 1-5 van afdeling A;
7.
AFDELING C(9)
(2) een voor de vleesproductie bestemd dier is van minder dan 30 maanden, dat afkomstig is uit een
beslag dat officieel tuberculosevrij, brucellosevrij en leukosevrij is, en dat wordt verzonden overeenkomstig
artikel 6, lid 2, onder e), van Richtlijn 64/432/EEG met certificaat nr. .
Na uitvoering van het voorgeschreven onderzoek verklaar ik dat:
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 24 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001) 16 mei 2013
Versie: 1.1.3
1. de hierboven beschreven dieren op (datum vermelden) datum export d.i. in de laatste 24 uur vóór het
geplande vertrek, zijn onderzocht en geen klinische symptomen van een besmettelijke ziekte vertoonden;
2. het bedrijf van oorsprong en indien van toepassing de markt/het erkend verzamelcentrum en de gebieden waarin
deze gelegen zijn, niet onderworpen zijn aan overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving of de nationale
wetgeving ingestelde verboden of beperkingen wegens dierziekten waarvoor runderen vatbaar zijn;
3. aan alle relevante bepalingen van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voldaan is;
4. (2) deze dieren voldoen aan de aanvullende garanties voor ziekten van:
- ziekte
- conform Beschikking
//EG van de Commissie
- ziekte - conform Beschikking
//EG van de Commissie
- ziekte - conform Beschikking
//EG van de Commissie
5. de dieren niet langer dan zes dagen in het erkende verzamelcentrum zijn geweest (2).
6. op het ogenblik van de inspectie waren de hierboven beschreven dieren geschikt om voor de geplande reis te
worden vervoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad.
Blue tongue (BT): Uitzonderingen op het verplaatsingsverbod Aanvinken wat van toepassing is zie instructie BT-07
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 25 van 26

Algemene instructie voor uitvoer levende runderen vanuit Nederland naar andere
lidstaten
(RNDIU-001)
Versie: 1.1.3
Bijlage 6b
16 mei 2013
Voorbeeld tracescertificaat slachtrunderen na “resultaat inleveren” en
“afdrukken”
Datum export
Aanvinken: zie instructie BT-07
Bron: NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee Pagina 26 van 26