01.09.2013 Views

Lutjewinkel 25 Jr. - Zuivelhistorie Nederland

Lutjewinkel 25 Jr. - Zuivelhistorie Nederland

Lutjewinkel 25 Jr. - Zuivelhistorie Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Maar als wij geweten hadden dat de heele zaak, zooals die reilde en zeilde, op<br />

f 270.000 zou zijn gekomen, hadden wij ons vermoedelijk nog wel eens achter<br />

het oor gekrabd...”<br />

„En toen ging de boel aan ‘t draaien?”<br />

„Inderdaad. Eerst kregen we de vraag, hoe we aan een geschikten directeur<br />

konden komen. Want dat viel niet mee. We plaatsten advertenties in de bladen,<br />

en op een gegeven moment zaten we met twintig sollicitanten. Doe daar<br />

maar ‘es een keus uit! Nu had het bestuur zich op het standpunt gesteld, dat<br />

onze directeur een man van ervaring moest zijn, waar we ons volkomen op<br />

konden verlaten. Zoo viel er een aantal af, zoodat we ten slotte een drietal overhielden,<br />

dat ons geschikt leek. En uit dat drietal kozen we P. Jensma, die directeur<br />

was van een zuivelfabriek te Uitwellingerga in Friesland”.<br />

„En die keus was goed, mijnheer Blaauboer?”<br />

„Uitstekend! Ik kan me niet indenken, dat we een beteren man hadden kunnen<br />

krijgen. En dat we het getroffen hadden, bewees de eerste dag de beste<br />

reeds”.<br />

Blaauboer glimlacht, en ik vraag nieuwsgierig, wat er dien bewusten eersten<br />

dag gepasseerd is.<br />

„Wel, den 26en September 1916 had de feestelijke opening van de fabriek<br />

plaats. Er was veel volk, de meeste leden waren met hun dames aanwezig, en<br />

de vlag wapperde van den schoorsteen. Er werd veel en zwaar en hartelijk gespeecht<br />

en ik deed niet onder voor de andere sprekers met het betuigen van<br />

mijn hulde en dank aan de medewerkers, waarbij ik mij vooral richtte tot de<br />

heeren Van der Meer en Dijkstra, directeuren van bestaande fabrieken, die ons<br />

met raad en daad hadden bijgestaan. Het groote gezelschap maakte een ommegang<br />

door de fabriek, de fotograaf deed zijn best, en daarna vereenigden bestuur,<br />

directeur en gasten zich aan een feestmaaltijd ten huize van den heer<br />

Kroon. U begrijpt, dat ook daar de sluizen der welsprekendheid niet gesloten<br />

bleven. Het feest had een geanimeerd verloop en voldaan togen wij in den<br />

avond huiswaarts”.<br />

Blaauboer trekt aan zijn sigaar en vervolgt : „Maar den volgenden dag .... Dien<br />

avond werd voor het eerst de melk aangevoerd, ik zal het nooit vergeten. Zóó<br />

straalt de fabriek in een volle glorie van licht – plotseling is alles donker! Een<br />

defect aan de electrische leiding! Inderhaast wordt een noodverlichting van<br />

carbidlampen en oliepitjes ontstoken, welke de hooge ruimten hullen in een<br />

fantastischen gloed. Spookachtig dwalen de arbeiders door de lokalen, het zijn<br />

net schimmen uit een griezelig sprookje...<br />

Maar tusschen die schimmen beweegt zich een man in een lange, witte jas:<br />

Jensma, de directeur. Forsch klinkt zijn stem boven het gedaver van de ledige<br />

melkbussen, een kapitein, die te bevelen weet, een geboren leider! Hier en daar<br />

geeft een lamp den geest, het wordt steeds duisterder en triester, maar Jensma<br />

is overal tegelijk. Hij verdeelt het werk, vuurt de mannen aan en eindelijk, ‘s<br />

avonds tien uur, wordt de laatste bus geledigd, de melk weggezogen, opgepompt,<br />

gekoeld en opgeborgen in het veilige koellokaal...”<br />

Heruitgave www. zuivelhistorienederland.nl 52

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!