Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

01.09.2013 Views

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT Uit deze zaak komt naar voren dat van een makelaar verwacht mag worden dat deze ervoor waakt dat de bedenktijd duidelijk wordt afgebakend door er zorg voor te dragen dat (een afschrift van) de koopakte ook daadwerkelijk aan de kopers ter hand is gesteld, bijvoorbeeld door middel van aangetekende verzending al dan niet met bericht van ontvangst. Voorts bepaalt de rechter dat de enkele toezending aan de notaris bij wie de koper domicilie heeft gekozen, onvoldoende wordt geacht om aan het vereiste van ‘terhandstelling van het stuk’ te voldoen. De wet spreekt immers ondubbelzinnig van de terhandstelling van de koopakte aan de koper. Rb Amsterdam, 25 maart 2009, LJN: BI3816: Zowel koper als verkoper ondertekenen een koopovereenkomst. In de akte is de volgende bepaling opgenomen: ‘Koper verklaart overeenkomstig artikel 7:2 lid 2 BW met deze ondertekening dat de koopovereenkomst aan hem ter hand is gesteld. Gedurende drie dagen nadat een afschrift van dit koopcontract aan koper ter hand is gesteld, heeft koper het recht de koop te ontbinden.’ De koper verzoekt hierna enige malen om toezending van een ondertekend afschrift van het koopcontract. Wanneer de notaris contact opneemt voor de levering stelt de koper zich op het standpunt dat hij nog steeds geen afschrift van een door beide partijen ondertekend contract heeft ontvangen, en dat hij, zodra hij deze ontvangt, gebruik wenst te maken van zijn ontbindingsrecht in het kader van de wettelijke bedenktijd. Vaststaat dat de koper op de dag van de ondertekening een kopie van de koopovereenkomst heeft ontvangen voorzien van (slechts) de handtekening van de verkoper. Een afschrift van een door beide partijen ondertekende akte is na herhaaldelijke verzoeken van de koper twee maanden later ter hand gesteld, de koper heeft dezelfde dag nog gebruik gemaakt van zijn ontbindingsrecht. Dat ten tijde van de ondertekening een ongedateerde gelijkluidende kopie aan de koper ter hand is gesteld doet niet ter zake, de rechter komt tot de conclusie dat in een dergelijk geval niet van een afschrift van een door beide partijen ondertekende akte kan worden gesproken en dus niet is voldaan aan de vereiste ter hand stelling als bedoeld in artikel 7:2 BW. Het onderzoeksteam heeft de indruk dat het hier slechts incidentele gevallen betreft. Uit de interviews met vertegenwoordigers van belangenorganisaties komt namelijk naar voren dat er ondanks de zorg die er was dat de bedenktijd aanleiding zou geven tot ‘gechicaneer’ hier in de praktijk niet van is gebleken. De ervaring is dat de kopers zich voor de aankoop van de woning goed informeren. Niet is gebleken dat kopers op lichtzinnige wijze kopen of meerdere woningen kopen om vervolgens in de bedenktijd de mooiste te kiezen of toch van de koop af te zien. Uit de enquêtes komt naar voren dat in de praktijk wel af en toe van het recht tot ontbinding gebruik wordt gemaakt, en incidenteel worden problemen gemeld, maar de meerderheid geeft aan dat hier geen ervaring mee is of dat er geen noemenswaardige problemen mee worden ondervonden. Ook is uit de enquêtes af te leiden dat de kopers van woningen over het algemeen op de hoogte zijn van het bestaan van de bedenktijd. Dit is onder andere te danken aan het feit dat thans in de praktijk in ieder geval het bestaan en de lengte van de bedenktijd vermeld worden in de koopakte. In de standaard NVM koopovereenkomst voor een bestaande eengezinswoning zijn daaromtrent de volgende bepalingen opgenomen. “Artikel 17 Bedenktijd De koper die een natuurlijke persoon is en niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft bedenktijd om deze koopovereenkomst te ontbinden. De bedenktijd duurt drie dagen en begint om 0.00 uur van de dag die volgt op de dag dat de tussen partijen opgemaakte akte (in kopie) aan de koper ter hand gesteld is. Ontvangst van (een kopie van) de akte bij het notariskantoor wordt ook aangemerkt als terhandstelling aan koper. 29 Indien de bedenktijd op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt deze verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. De bedenktijd 29 Het is de vraag of de rechter de ontvangst van (een kopie van) de akte bij het notariskantoor zal aanmerken als een geldige ter hand stelling. Zie hiervoor Rb Amsterdam, 25 maart 2009, LJN BI3816. 62

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT wordt, zo nodig, zoveel verlengd, dat daarin ten minste twee dagen voorkomen die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zijn.” De koper kan door zijn gedrag proberen een langere bedenktijd te creëren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het ondertekenen van de koopovereenkomst zo lang mogelijk proberen uit te stellen. Omdat de wettelijke bedenktijd pas gaat lopen als de koper een ondertekend afschrift van de door beide partijen ondertekende koopovereenkomst heeft ontvangen, heeft de koper de mogelijkheid om door de uitgestelde ondertekening zelfstandig een langere, niet wettelijke, bedenktijd te laten ontstaan. Door middel van de volgende bepaling uit de genoemde NVM koopovereenkomst wordt deze mogelijkheid weggenomen. “Artikel 18 Schriftelijke vastlegging 1. Uit deze overeenkomst vloeien pas verplichtingen voort als beide partijen deze akte hebben ondertekend. 2. De partij die deze akte als eerste ondertekent, doet dit onder voorbehoud dat hij uiterlijk op de … werkdag nadat hij de akte ondertekend heeft (een kopie van) de door beide partijen ondertekende akte heeft ontvangen. Indien de eerste ondertekenaar niet tijdig (een kopie van) de door beide partijen ondertekende akte heeft ontvangen, heeft hij het recht zich op het voorbehoud te beroepen, waardoor hij niet (meer) gebonden is. Dit recht vervalt als daar niet uiterlijk op de tweede werkdag nadat alsnog (een kopie van) de door beide partijen ondertekende akte is ontvangen, gebruik van is gemaakt.” De meningen ten aanzien van de duur van de bedenktijd die uit de interviews en de enquêtes naar voren komen geven een wisselend beeld weer. In ieder geval komt naar voren dat de termijn ten aanzien van het inschakelen van deskundigen als kort wordt beschouwd. Dit wordt echter niet als een probleem gezien, omdat ook reeds voor de start van de bedenktijd over de aankoop wordt nagedacht en advies wordt ingewonnen. Bovendien is er als gevolg van het schriftelijkheidsvereiste een langere fase voor de totstandkoming waardoor geen behoefte bestaat aan een langere termijn. In dat opzicht is de termijn zelfs ook te lang genoemd. Het beeld dat naar voren komt is dat er slechts af en toe daadwerkelijk van het ontbindingsrecht in de bedenktijd gebruik wordt gemaakt, dat problemen slechts zelden voorkomen en dat de gedachtevorming vooral op theoretische veronderstellingen wordt gebaseerd. Voor zover uit de enquêtes en de interviews kan worden opgemaakt, wordt de bedenktijd niet toegepast voor het doel dat de wetgever hiervoor voor ogen had, namelijk het raadplegen van deskundigen. Gevraagd naar de voor- en nadelen van de bedenktijd weten de respondenten vooral nadelen te noemen. Genoemd worden de mogelijkheid tot misbruik (zeker in de huidige kopersmarkt), de onnodige druk die het op de verkoper legt, onduidelijkheid en onzekerheid. Als voordeel wordt met name erkend dat het wat lucht biedt voor de koper in een overspannen markt waarin deze onder druk staat. 3.6 Knelpunten 3.6.1 Ter inleiding Hieronder wordt geïnventariseerd welke knelpunten er zijn gesignaleerd in de literatuur, de rechtspraak en de praktijk met betrekking tot de bedenktijd en de ontbinding. In paragraaf 3.7 worden oplossingsrichtingen voor de knelpunten aangedragen. 3.6.2 De duur van de bedenktijd Een vaak aangehaald knelpunt van de bedenktijd is de duur. De bedenktijd is zo kort dat het de vraag is of van een reële, effectieve bescherming kan worden gesproken. 30 Dit wordt veelvuldig gesignaleerd in de 30 Van Velten 2009b, p. 142. J. Hijma 2003a. 63

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

wordt, zo nodig, zoveel verlengd, dat daarin ten minste twee dagen voorkomen die niet een zaterdag,<br />

zondag of algemeen erken<strong>de</strong> feestdag zijn.”<br />

De koper kan door zijn gedrag proberen een langere be<strong>de</strong>nktijd te creëren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk<br />

door het on<strong>de</strong>rtekenen van <strong>de</strong> koopovereenkomst zo lang mogelijk proberen uit te stellen. Omdat <strong>de</strong><br />

wettelijke be<strong>de</strong>nktijd pas gaat lopen als <strong>de</strong> koper een on<strong>de</strong>rtekend afschrift van <strong>de</strong> door bei<strong>de</strong> partijen<br />

on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> koopovereenkomst heeft ontvangen, heeft <strong>de</strong> koper <strong>de</strong> mogelijkheid om door <strong>de</strong> uitgestel<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rtekening zelfstandig een langere, niet wettelijke, be<strong>de</strong>nktijd te laten ontstaan. Door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> bepaling uit <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> NVM koopovereenkomst wordt <strong>de</strong>ze mogelijkheid weggenomen.<br />

“Artikel 18 Schriftelijke vastlegging<br />

1. Uit <strong>de</strong>ze overeenkomst vloeien pas verplichtingen voort als bei<strong>de</strong> partijen <strong>de</strong>ze akte hebben<br />

on<strong>de</strong>rtekend.<br />

2. De partij die <strong>de</strong>ze akte als eerste on<strong>de</strong>rtekent, doet dit on<strong>de</strong>r voorbehoud dat hij uiterlijk op <strong>de</strong> …<br />

werkdag nadat hij <strong>de</strong> akte on<strong>de</strong>rtekend heeft (een kopie van) <strong>de</strong> door bei<strong>de</strong> partijen on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> akte<br />

heeft ontvangen. Indien <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rtekenaar niet tijdig (een kopie van) <strong>de</strong> door bei<strong>de</strong> partijen<br />

on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> akte heeft ontvangen, heeft hij het recht zich op het voorbehoud te beroepen, waardoor<br />

hij niet (meer) gebon<strong>de</strong>n is. Dit recht vervalt als daar niet uiterlijk op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> werkdag nadat alsnog<br />

(een kopie van) <strong>de</strong> door bei<strong>de</strong> partijen on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> akte is ontvangen, gebruik van is gemaakt.”<br />

De meningen ten aanzien van <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd die uit <strong>de</strong> interviews en <strong>de</strong> enquêtes naar voren<br />

komen geven een wisselend beeld weer. In ie<strong>de</strong>r geval komt naar voren dat <strong>de</strong> termijn ten aanzien van het<br />

inschakelen van <strong>de</strong>skundigen als kort wordt beschouwd. Dit wordt echter niet als een probleem gezien,<br />

omdat ook reeds voor <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd over <strong>de</strong> aankoop wordt nagedacht en advies wordt<br />

ingewonnen. Bovendien is er als gevolg van het schriftelijkheidsvereiste een langere fase voor <strong>de</strong> totstandkoming<br />

waardoor geen behoefte bestaat aan een langere termijn. In dat opzicht is <strong>de</strong> termijn zelfs<br />

ook te lang genoemd.<br />

Het beeld dat naar voren komt is dat er slechts af en toe daadwerkelijk van het ontbindingsrecht in <strong>de</strong><br />

be<strong>de</strong>nktijd gebruik wordt gemaakt, dat problemen slechts zel<strong>de</strong>n voorkomen en dat <strong>de</strong> gedachtevorming<br />

vooral op theoretische veron<strong>de</strong>rstellingen wordt gebaseerd. Voor zover uit <strong>de</strong> enquêtes en <strong>de</strong> interviews<br />

kan wor<strong>de</strong>n opgemaakt, wordt <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd niet toegepast voor het doel dat <strong>de</strong> wetgever hiervoor voor<br />

ogen had, namelijk het raadplegen van <strong>de</strong>skundigen.<br />

Gevraagd naar <strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd weten <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten vooral na<strong>de</strong>len te noemen.<br />

Genoemd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mogelijkheid tot misbruik (zeker in <strong>de</strong> huidige kopersmarkt), <strong>de</strong> onnodige druk die<br />

het op <strong>de</strong> verkoper legt, ondui<strong>de</strong>lijkheid en onzekerheid. Als voor<strong>de</strong>el wordt met name erkend dat het wat<br />

lucht biedt voor <strong>de</strong> koper in een overspannen markt waarin <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r druk staat.<br />

3.6 Knelpunten<br />

3.6.1 Ter inleiding<br />

Hieron<strong>de</strong>r wordt geïnventariseerd welke knelpunten er zijn gesignaleerd in <strong>de</strong> literatuur, <strong>de</strong> rechtspraak en<br />

<strong>de</strong> praktijk met betrekking tot <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd en <strong>de</strong> ontbinding. In paragraaf 3.7 wor<strong>de</strong>n oplossingsrichtingen<br />

voor <strong>de</strong> knelpunten aangedragen.<br />

3.6.2 De duur van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd<br />

Een vaak aangehaald knelpunt van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd is <strong>de</strong> duur. De be<strong>de</strong>nktijd is zo kort dat het <strong>de</strong> vraag is of<br />

van een reële, effectieve bescherming kan wor<strong>de</strong>n gesproken. 30 Dit wordt veelvuldig gesignaleerd in <strong>de</strong><br />

30 Van Velten 2009b, p. 142. J. Hijma 2003a.<br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!