Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT lijkheid met betrekking tot de inhoud van de overeenkomst, schept ook meer duidelijkheid over de vraag of al dan niet sprake was van dwaling of (in een latere fase) van non-conformiteit. Het vereiste draagt er verder (deels) aan bij dat de partijen op juiste wijze hun wil vormen omtrent alle aspecten van de koop. Deze bescherming tegen een onjuiste wilsvorming is beperkt, want de genoemde bescherming is er niet indien partijen ondertekenen zonder zich bewust te zijn van de betekenis van de akte. Het rechtsverkeer in het algemeen heeft baat bij duidelijkheid omtrent de juridische status met betrekking tot onroerende zaken, welke duidelijkheid met het stellen van een schriftelijkheidsvereiste aan de koop wordt gediend. Praktisch bezien heeft het schriftelijkheidsvereiste tot gevolg dat zowel koper als verkoper in de fase voordat de overeenkomst op schrift is gesteld, meer tijd hebben om zich op de transactie te beraden. De schriftelijke vorm heeft ook tot gevolg dat partijen beter inzicht krijgen in de aspecten die bij de koop van belang zijn, met name door het gebruik van modelcontracten waarin de relevante bedingen zijn opgenomen. Daar staat tegenover dat partijen zich aan gemaakte mondelinge afspraken kunnen onttrekken zolang deze niet op schrift staan. 2.10.2 Gerezen problemen Wat betreft de toepassing en de sanctionering van het vormvoorschrift zoals neergelegd in artikel 7:2 BW hebben zich verschillende problemen voorgedaan. Met name de volgende vragen zijn gerezen: wat is de status van mondelinge afspraken als de akte niet tot stand komt? Wat is de consequentie van wijzigingen of aanvullingen nadat de akte tot stand is gekomen? Hoe kan de kwaliteit van de akte worden gewaarborgd? Wat betreft de status van mondelinge afspraken heeft thans de nietigheid de meeste steun, welke kan worden gevonden in de parlementaire geschiedenis, de literatuur en de meest recente en hogere rechtspraak. De strikte benadering, dat wil zeggen geen gebondenheid aan mondelinge afspraken en geen mogelijkheid om op basis daarvan medewerking af te dwingen aan het opstellen van de akte, dient met name de rechtszekerheid. Nadeel van deze benadering is dat partijen zich kunnen ontrekken aan mondelinge afspraken. De niet-strikte benadering acht het mogelijk dat ondanks de nietigheid toch gebondenheid aan de mondelinge afspraken mogelijk is, doordat men de verkoper kan dwingen tot meewerken aan het opstellen van de akte. Nadeel hiervan is dat de onduidelijkheid over de vraag over het moment van de totstandkoming van de wilsovereenstemming en de inhoud daarvan blijven bestaan. De grondslag zou de leer van de precontractuele redelijkheid en billijkheid kunnen zijn. Naar het oordeel van het onderzoeksteam leent deze leer zich evenwel niet voor het aannemen van gebondenheid in deze context. 2.10.3 Oplossingsrichtingen Het leerstuk van de precontractuele redelijkheid en billijkheid kan worden toegepast in situaties waar in de fase voordat de akte tot stand is gekomen in strijd met de eisen van de redelijkheid en billijkheid wordt gehandeld. Met toepassing van de norm zoals neergelegd in de jurisprudentie, kan dan schadevergoeding of, indien nog zinvol, een verplichting tot dooronderhandelen worden gevorderd. Indien het bestaan van mondelinge overeenstemming kan worden aangetoond is dit een factor bij de beoordeling of een dergelijke vordering zal moeten worden toegekend. Voor een vordering die verplicht tot meewerken aan het opstellen van de akte lijkt op basis van dit leerstuk geen ruimte, mede (of vooral) gezien de strenge en terughoudende norm die binnen dit leerstuk gehanteerd wordt. Hetzij wellicht onder zeer uitzonderlijke omstandigheden als opzettelijke misleiding of misbruik van omstandigheden, maar ook in die gevallen kan een oplossing worden gevonden in het toekennen van schadevergoeding. Het stellen van minimumvereisten aan de inhoud van akte kan bijdragen aan de oplossing van de gesignaleerde problemen met betrekking tot de status van bijkomende afspraken en wijzigingen nadat de akte tot stand is gekomen en draagt bij aan het waarborgen van de kwaliteit van de akte. Dit geldt uiteraard voor zover niet wordt gekozen voor verplichte inschakeling van de notaris in de obligatoire fase. In dat 54
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT geval zal de kwaliteit van de akte zonder meer gewaarborgd zijn, maar verdient de vraag wat de status is van nadere afspraken en wijzigingen die niet in de notariële akte zijn opgenomen wel aandacht. 2.10.4 Reikwijdte en terminologie Het strekt tot de aanbeveling om de gesignaleerde onduidelijkheden en inconsistenties met betrekking tot de terminologie en de reikwijdte te verhelpen door aanpassing van de tekst van artikel 7:2 BW. Met name zal ervoor gekozen kunnen worden om woonboten en woonwagens expliciet binnen de reikwijdte van de bepaling te laten vallen en voor de afgrenzing van de bescherming niet aan te knopen bij zowel de hoedanigheid van de koper als de status van het object. Door het schriftelijkheidsvereiste te laten gelden zodra er een particulier bij de transactie is betrokken wordt een meer evenwichtige regeling bereikt. Ook is er aanleiding om het vereiste uit te breiden naar alle overeenkomsten met betrekking tot onroerend goed, waarmee ook (onder meer) de gesignaleerde afgrenzingsproblemen worden ondervangen. 55
- Page 20 and 21: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 22 and 23: 1.5.4 Enquêteonderzoek MOLENGRAAFF
- Page 24 and 25: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 26 and 27: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 28 and 29: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 30 and 31: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 32 and 33: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 34 and 35: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 36 and 37: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 38 and 39: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 40 and 41: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 42 and 43: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 44 and 45: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 46 and 47: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 48 and 49: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 50 and 51: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 52 and 53: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 54 and 55: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 56 and 57: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 58 and 59: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 60 and 61: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 62 and 63: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 64 and 65: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 66 and 67: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 68 and 69: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 73 and 74: 3.1 Ter inleiding MOLENGRAAFF INSTI
- Page 75 and 76: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 77 and 78: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 79 and 80: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 81 and 82: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 83 and 84: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 85 and 86: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 87 and 88: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 89 and 90: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 91 and 92: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 93 and 94: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 95 and 96: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 97 and 98: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 99 and 100: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 101 and 102: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 103 and 104: Evaluatie MOLENGRAAFF INSTITUUT VOO
- Page 105 and 106: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 107 and 108: Evaluatie MOLENGRAAFF INSTITUUT VOO
- Page 109 and 110: Evaluatie MOLENGRAAFF INSTITUUT VOO
- Page 111 and 112: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 113 and 114: Aanbeveling MOLENGRAAFF INSTITUUT V
- Page 115 and 116: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 117 and 118: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 119 and 120: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
geval zal <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> akte zon<strong>de</strong>r meer gewaarborgd zijn, maar verdient <strong>de</strong> vraag wat <strong>de</strong> status is<br />
van na<strong>de</strong>re afspraken en wijzigingen die niet in <strong>de</strong> notariële akte zijn opgenomen wel aandacht.<br />
2.10.4 Reikwijdte en terminologie<br />
Het strekt tot <strong>de</strong> aanbeveling om <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en inconsistenties met betrekking tot<br />
<strong>de</strong> terminologie en <strong>de</strong> reikwijdte te verhelpen door aanpassing van <strong>de</strong> tekst van artikel 7:2 BW. Met name<br />
zal ervoor gekozen kunnen wor<strong>de</strong>n om woonboten en woonwagens expliciet binnen <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong><br />
bepaling te laten vallen en voor <strong>de</strong> afgrenzing van <strong>de</strong> bescherming niet aan te knopen bij zowel <strong>de</strong> hoedanigheid<br />
van <strong>de</strong> koper als <strong>de</strong> status van het object. Door het schriftelijkheidsvereiste te laten gel<strong>de</strong>n zodra<br />
er een particulier bij <strong>de</strong> transactie is betrokken wordt een meer evenwichtige regeling bereikt. Ook is er<br />
aanleiding om het vereiste uit te brei<strong>de</strong>n naar alle overeenkomsten met betrekking tot onroerend goed,<br />
waarmee ook (on<strong>de</strong>r meer) <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> afgrenzingsproblemen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvangen.<br />
55