01.09.2013 Views

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

aan bescherming. Zeker in tij<strong>de</strong>n waar sprake is van een zogenaam<strong>de</strong> verkopersmarkt zal het in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong><br />

koper zijn die zich in een aanmerkelijk slechtere on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie bevindt dan <strong>de</strong> verkoper.<br />

Hoewel doorgaans <strong>de</strong> koper als <strong>de</strong> zwakkere partij aangemerkt zal kunnen wor<strong>de</strong>n, hoeft dit niet noodzakelijkerwijs<br />

steeds zo te zijn. In een kopersmarkt is min<strong>de</strong>r aanleiding <strong>de</strong> koper te beschermen, en waar<br />

sprake is van een professionele koper ten opzicht van een particuliere verkoper, zal <strong>de</strong> verkoper mogelijk<br />

als <strong>de</strong> zwakkere partij aan te merken zijn. De wet dient conjunctuurongevoelig te zijn. Het enkel aanhaken<br />

bij <strong>de</strong> koper als beschermingswaardige partij miskent <strong>de</strong> situatie dat <strong>de</strong> verkoper als particulier tegenover<br />

een professionele koper als zwakke en beschermenswaardige partij kan wor<strong>de</strong>n gezien. 132 Uitbreiding van<br />

het vormvereiste naar alle overeenkomsten met betrekking tot onroerend goed waarbij een particulier is<br />

betrokken, ongeacht of dit <strong>de</strong> verkoper of <strong>de</strong> koper is, on<strong>de</strong>rvangt <strong>de</strong>ze problemen.<br />

2.9.6 Uitbreiding van het vormvereiste naar overeenkomsten tussen zakelijke partijen<br />

Ook <strong>de</strong> koop van bedrijfsruimte door een professionele koper kent aanknopingspunten die <strong>de</strong> eis van<br />

schriftelijkheid (kunnen) rechtvaardigen. In het algemeen gel<strong>de</strong>n als belangrijke rechtvaardigingsgron<strong>de</strong>n<br />

voor schriftelijkheidseisen het waarborgen van rechtszekerheid en het bevor<strong>de</strong>ren van een goe<strong>de</strong> wilsvorming.<br />

133 Meer specifiek brengt het vormvoorschrift rechtszekerheid met betrekking tot het totstandkomingsmoment<br />

en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> overeenkomst mee. 134 Het sluit aan bij <strong>de</strong> gedachte dat met betrekking<br />

tot <strong>de</strong> juridische status van <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> zekerheid dient te bestaan. Vergelijkbaar met <strong>de</strong> koop van<br />

een woning heeft <strong>de</strong> koop van een bedrijfsruimte ingrijpen<strong>de</strong> gevolgen, brengt het grote risico’s met zich<br />

alsook meer dan eens langlopen<strong>de</strong> financiële verplichtingen en is het eveneens complex van aard. 135 Argument<br />

tegen opname van een vormvoorschrift is dat het inbreuk maakt op het principiële uitgangspunt<br />

van ons contractenrecht dat overeenkomsten vormvrij tot stand komen op basis van wilsovereenstemming<br />

en dat een partij trouw dient te zijn aan zijn gegeven woord. 136 Daarbij zou <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l tussen zakelijke<br />

partijen onnodig belemmerd wor<strong>de</strong>n indien zij <strong>de</strong> overeenkomst schriftelijk dienen aan te gaan. Als<br />

tegenargumenten zijn ver<strong>de</strong>r genoemd dat in <strong>de</strong> praktijk niet is gebleken dat er behoefte aan is, en dat het<br />

marktproces zo min mogelijk dient te wor<strong>de</strong>n beperkt. 137<br />

Echter, het is een gegeven dat mon<strong>de</strong>ling tot stand gekomen overeenkomsten met betrekking tot registergoe<strong>de</strong>ren<br />

in <strong>de</strong> praktijk toch ook op enig moment schriftelijk wor<strong>de</strong>n vastgelegd; <strong>de</strong> inbreuk op <strong>de</strong> contractsvrijheid<br />

die <strong>de</strong> invoering van een vormvoorschrift meebrengt is praktisch bezien dan ook slechts beperkt.<br />

Makelaars en notarissen die <strong>de</strong> enquête hebben ingevuld geven aan dat <strong>de</strong> bedrijfsmatige aankopen<br />

doorgaans schriftelijk wor<strong>de</strong>n vastgelegd. Opgemerkt zij evenwel dat toepasselijkheid van het vormvoorschrift<br />

– voor zover ten aanzien hiervan <strong>de</strong> door ons voorgestane strikte bena<strong>de</strong>ring wordt gehanteerd –<br />

meebrengt dat partijen elkaar niet op basis van een gegeven woord kunnen dwingen tot het verlenen van<br />

me<strong>de</strong>werking aan het opstellen van <strong>de</strong> akte en daarmee aan <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> overeenkomst.<br />

De mogelijke belemmeringen die het vormschrift opwerpt kunnen wor<strong>de</strong>n gerechtvaardigd met verwijzing<br />

naar <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring van het aantal geschillen dat zal kunnen ontstaan over <strong>de</strong> vragen of er mon<strong>de</strong>ling<br />

een overeenkomst tot stand is gekomen en wat <strong>de</strong>ze dan inhoudt. Het vereiste kan ver<strong>de</strong>r fungeren als een<br />

beschermingsmechanisme voor één van <strong>de</strong> partijen tegen een ongelijke machtssituatie. Waar het gaat om<br />

<strong>de</strong> aankoop van onroerend goed gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> koper die han<strong>de</strong>lt in <strong>de</strong> uitoefening van zijn beroep of<br />

132 Een verschil blijft dat <strong>de</strong> particuliere verkoper tegenover een professionele koper het object goed kent en zich zo<br />

lang als hij wil<strong>de</strong> heeft kunnen bera<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verkoop.<br />

133 Bei<strong>de</strong> doelstellingen zijn terug te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> visie van Meijers achter het ontwerp van het Burgerlijk <strong>Wet</strong>boek,<br />

zie Parl. Gesch. Boek 7 (Inv. 3,5,6), p. 6. Meijers verwierp als rechtvaardiging voor het schriftelijkheidsvereiste<br />

dat <strong>de</strong> overeenkomst bijzon<strong>de</strong>r onereus kan zijn, omdat dit tot willekeurige uitwerking zou lei<strong>de</strong>n en bovendien<br />

<strong>de</strong> algemene bepalingen van het contractenrecht in zijn ogen voldoen<strong>de</strong> bescherming bie<strong>de</strong>n indien een overeenkomst<br />

voor een partij bezwaarlijk is (wilsgebreken, imprévision). Zie Parl. Gesch. Boek 7 (inv. 3,5,6).<br />

134 On<strong>de</strong>r meer: Van Velten 1994, p. 385.<br />

135 Van Velten 2005a, p. 1 wijst op <strong>de</strong> grote bedragen die gemoeid zijn bij koop en verkoop van bedrijfsobjecten.<br />

136 Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2007 hoofdstuk 2. Zie ook hierna paragraaf 3.4.<br />

137 Kamerstukken I, 2001-2002, 23 095, nr. 178b, p. 4.<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!