Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
schakeling van een juridisch <strong>de</strong>skundig in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> overeenkomst, waaraan<br />
in hoofdstuk VI uitgebreid aandacht wordt besteed.<br />
2.8.4 Conclusies en aanbevelingen<br />
Onmiskenbaar is dat elektronisch contacteren naast voor<strong>de</strong>len ook mogelijke na<strong>de</strong>len kent. De snelheid<br />
en directheid waarmee gecommuniceerd kan wor<strong>de</strong>n brengt een groter risico op overhaast genomen beslissingen<br />
en impulsiviteit met zich mee. Het opent <strong>de</strong> mogelijkheid dat kopers op basis van een digitale<br />
presentatie een woning aanschaffen. Hiertegen dient te wor<strong>de</strong>n voorzien in waarborgen.<br />
Het geheel verbie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> elektronische totstandkoming verhin<strong>de</strong>rt dat kopers en verkopers van woningen<br />
kunnen profiteren van <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len (kosten- en tijdsbesparingen), en druist in tegen <strong>de</strong> praktische<br />
ontwikkelingen die nu reeds plaatsvin<strong>de</strong>n, namelijk dat een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> communicatie per e-mail en<br />
telefoon plaatsvindt terwijl enkel voor <strong>de</strong> formaliteit in <strong>de</strong> eindfase nog een schriftelijk stuk heen en weer<br />
gaat.<br />
De mogelijkheid om het proces geheel elektronisch af te wikkelen hoeft niet noodzakelijk af te doen aan<br />
<strong>de</strong> op dit moment door <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> beoog<strong>de</strong> bescherming. Dit ware uiteraard an<strong>de</strong>rs<br />
geweest als <strong>de</strong>ze bescherming uitgebreid zou zijn met <strong>de</strong> verplichte inschakeling van <strong>de</strong> notaris in het ka<strong>de</strong>r<br />
van <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> koopovereenkomst. Face to face contact dient dan ook an<strong>de</strong>re belangen,<br />
waarover meer in hoofdstuk VI. Op <strong>de</strong>ze plek gaat het evenwel slechts om <strong>de</strong> vraag naar mogelijke<br />
invullingen van het in artikel 7:2 BW neergeleg<strong>de</strong> vormvoorschrift.<br />
Met name <strong>de</strong> eis dat <strong>de</strong> elektronische overeenkomst voorzien dient te wor<strong>de</strong>n van een elektronische handtekening<br />
biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om te waarborgen dat <strong>de</strong> overeenkomst niet op meer lichtzinnige wijze dan<br />
thans mogelijk is, wordt aangegaan. Aandachtspunt in verband hiermee zal wel zijn het type elektronische<br />
handtekening dat vereist wordt. Er zijn verschillen<strong>de</strong> soorten elektronische handtekeningen met verschillen<strong>de</strong><br />
mate van complexiteit en betrouwbaarheid. Breedveld-<strong>de</strong> Voogd is van mening dat voldoen<strong>de</strong> zekerheid<br />
wordt ingebouwd indien hier <strong>de</strong> eis van een geavanceer<strong>de</strong> elektronische handtekening wordt gesteld.<br />
124 Van Velten vraagt zich in reactie hierop af of er particulieren zijn die over een <strong>de</strong>rgelijke handtekening<br />
beschikken, waardoor <strong>de</strong> mogelijkheid om elektronisch te contracteren in dat geval slechts theoretisch<br />
zal blijken te zijn. 125 Het voorgestel<strong>de</strong> artikel 7:932 lid 1 BW stelt als eis dat een verzekeringspolis<br />
opgemaakt op <strong>de</strong> wijze als bedoeld in artikel 156a Rv moet zijn voorzien van een geavanceer<strong>de</strong> elektronische<br />
handtekening. 126<br />
Naar oor<strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rzoeksteam misstaat ten opzichte van <strong>de</strong> huidige regeling en het daarin opgenomen<br />
beschermingsniveau <strong>de</strong> mogelijkheid van het sluiten van een koopovereenkomst via elektronisch<br />
weg niet. Het doet immers, indien goed ingekleed, geen afbreuk aan <strong>de</strong> huidige bescherming. Echter, indien<br />
het huidige beschermingsniveau door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> verplichte inschakeling van <strong>de</strong> notaris wordt<br />
opgeschroefd, behoort het elektronisch contracteren niet langer tot <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n. De bezwaren tegen<br />
<strong>de</strong> elektronische verkoop van woningen hebben immers niet zozeer betrekking op <strong>de</strong> invulling van het in<br />
het artikel 7:2 BW neergelegd vormvoorschrift via elektronische weg; ze hebben daarentegen betrekking<br />
op het gebrek aan extra waarborgen naast <strong>de</strong> thans door <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> gebo<strong>de</strong>n waarborgen<br />
van schriftelijkheid, be<strong>de</strong>nktijd en mogelijkheid tot inschrijving, re<strong>de</strong>n waarom verwezen zijn naar<br />
hoofdstuk VI.<br />
Gezien <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid aan elektronische akten, achtte <strong>de</strong> minister het in het ka<strong>de</strong>r van het wetsvoorstel<br />
verruiming elektronisch rechtsverkeer niet wenselijk om voor ie<strong>de</strong>re akte wettelijk vast te leggen welke<br />
elektronische handtekening gehanteerd dient te wor<strong>de</strong>n. Dat er in die wet geen ruimte is om specifieke<br />
bepalingen op te nemen voor alle <strong>de</strong>nkbare aktes is begrijpelijk, maar in het ka<strong>de</strong>r van een mogelijke herziening<br />
van artikel 7:2 BW verdient het aanbeveling dat <strong>de</strong> wetgever hier wel aandacht aan besteedt.<br />
124 Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2007, p. 109.<br />
125 Van Velten 2008a.<br />
126 Vergelijk Kamerstukken II, 2008-2009, 31 358, nr. 7, p. 3.<br />
48