Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

01.09.2013 Views

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT lid 1 BW. In de parlementaire geschiedenis is evenwel aangegeven dat het de bedoeling is dat een elektronische totstandkoming van een overeenkomst met betrekking tot onroerende zaken in beginsel mogelijk moet zijn. 109 Daarbij is opgemerkt dat de relativering van de slotzinsnede van artikel 6:227a BW lid 2 sub b ook van toepassing is op de verkoop van onroerende zaken. Dit betekent dat het elektronisch tot stand komen van de koop van een woning op de voet van artikel 6:227a BW mogelijk is voor zover de aard van de overeenkomst zich daar niet tegen verzet. 110 Onduidelijk bleef vervolgens wanneer de aard van de overeenkomst zich tegen elektronische totstandkoming verzet. Welke gevallen zijn denkbaar? Door de minister is aangegeven dat dit niet op voorhand is te voorzien. Om die reden is niet nader gespecificeerd aan welke gevallen wordt gedacht. De wet laat in ieder geval de mogelijkheid open voor partijen om aan te tonen dat een specifieke koopovereenkomst ten aanzien van een onroerende zaak niet elektronisch tot stand zou moeten kunnen komen. Het is dan aan de rechter om te beslissen of de uitzondering in de concrete situatie toegepast zou moeten worden. Daarbij geeft de minister aan dat een beroep op de uitzondering enkel bij hoge uitzondering succesvol kan zijn. 111 Hij stelt expliciet de mogelijkheid elektronisch te contracteren voorop. In het kader van het wetsvoorstel inzake de verruiming van het elektronisch rechtsverkeer 112 wordt aan deze onduidelijkheden een einde gemaakt. Voorgesteld wordt overeenkomsten met betrekking tot onroerend goed niet langer voorwaardelijk uit te zonderen van de toepassing van artikel 6:227a BW, specifieker gesteld: het wetsvoorstel houdt onder meer in dat artikel 6:227a BW aldus wordt gewijzigd dat het tweede lid komt te vervallen en dat derde lid wordt vernummerd tot lid 2. Zoals reeds aangestipt doet zich hier bovendien gevoelen dat artikel 7:2 BW niet alleen voorschrijft dat de koop van een woning door een particulier schriftelijk wordt aangegaan, maar tevens dat dit dient te geschieden in de vorm van een tussen partijen opgemaakte, aan de koper ter hand te stellen akte. Ook dit aspect lijkt op het eerste gezicht een papieren document te veronderstellen. Artikel 156 Rv definieert de akte immers als een ondertekend geschrift, bestemd om tot bewijs te dienen. De bewoordingen ‘ter hand stellen’ lijken bovendien te verwijzen naar een fysieke handeling. 113 In de parlementaire geschiedenis bij de artikelen 3:15a-c BW is door de minister opgemerkt dat een elektronisch document dat voldoet aan de vereisten van artikel 6:227a BW waaraan een elektronische handtekening is gehecht die voldoet aan de eisen van artikel 3:15a BW gezien kan worden als een akte in de zin van artikel 156 BW. 114 Hoe dit ook zij, als gevolg van de in te voeren Wet inzake de verruiming van het elektronisch rechtsverkeer zal het zonder meer mogelijk worden dat onderhandse akten op andere wijze dan bij geschrift opgemaakt kunnen worden en dat deze via elektronische weg kunnen worden verschaft. Het nu op tafel liggende vergevorderde wetsvoorstel 115 houdt onder meer in dat in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering na artikel 156 Rv een artikel 156a wordt ingevoegd, luidende: 1. Onderhandse akten kunnen op een andere wijze dan bij geschrift worden opgemaakt op zodanige wijze dat het degene ten behoeve van wie de akte bewijs oplevert, in staat stelt om de inhoud van de akte op te slaan op een wijze die deze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de akte bestemd is te dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akte mogelijk maakt. 2. Aan een wettelijke verplichting tot het verschaffen van een onderhandse akte kan alleen op een andere wijze dan bij geschrift worden voldaan met uitdrukkelijke instemming van degene aan wie de akte moet worden verschaft. Een instemming ziet, zolang zij niet is herroepen, eveneens op het verschaffen van een gewijzigde onderhandse akte. Het in de eerste zin van dit lid bepaalde lijdt uitzondering indien de akte eveneens is ondertekend door degene aan wie de akte op grond van de wet moet worden verschaft. 109 Kamerstukken I, 2002-2003, 23 095, nr. 38a, p. 7. 110 Breedveld-de Voogd 2005a, Van Velten 2008a. 111 Kamerstukken I, 2002-2003, 23 095, nr. 38a, p. 8. 112 Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer, nr. 31 358. 113 Asser-Hijma 2007, nr. 136a. 114 Kamerstukken I, 2002-2003, 27 743, nr. 35, p. 10, zie ook nr. 35b, p. 2. 115 Kamerstukken I, 2008-2009, 31 358, nr. A. 44

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT Duidelijk is dat indien de nu op tafel liggende, vergevorderde wetgevingsplannen worden doorgevoerd de elektronische koop zonder meer mogelijk is, ook indien het een koop van een woning door een particulier betreft. 2.8.2 Welke eisen gelden voor elektronisch contracteren? Voor de verkoop van een huis via elektronische weg dient wel te worden voldaan aan de eisen die de wet aan elektronisch contracteren stelt. In de eerste plaats stelt de algemene bepaling voor elektronisch contracteren, artikel 6:227a BW, een viertal eisen aan de elektronische overeenkomst, namelijk: 1. De overeenkomst moet raadpleegbaar zijn; 2. De authenticiteit moet voldoende zijn gewaarborgd; 3. Het moment van tot stand komen moet kunnen worden vastgesteld; 4. De identiteit van de partijen moet kunnen worden vastgesteld. Zoals hierboven is aangegeven, dient er daarenboven, waar het gaat om de koop van een woning door een particulier, sprake te zijn van één door beide partijen ondertekende akte. In elektronische vorm moet een dergelijke onderhandse akte ingevolge het voorgestelde artikel 156a Rv zodanig zijn opgemaakt dat: 1. Het mogelijk is de inhoud op te slaan op een wijze die deze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de akte bestemd is te dienen, en 2. die een ongewijzigde reproductie van de inhoud mogelijk maakt. Ondertekening kan plaatsvinden met behulp van de elektronische handtekening. De eisen die gesteld zijn aan de elektronische handtekening, zijn neergelegd in de artikelen 3:15a e.v. BW. Een elektronische handtekening heeft dezelfde rechtsgevolgen als een geschreven handtekening, indien de methode die daarbij is gebruikt voor authentificatie voldoende betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor de elektronische gegevens worden gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval (artikel 3:15a lid 1 BW). Er zijn verschillende technieken beschikbaar die het mogelijk maken een elektronische handtekening aan een document te hechten. Niet duidelijk is welke type handtekening gebruikt zal moeten worden om te voldoen aan de gestelde eis van voldoende betrouwbaarheid. Dit moet worden beoordeeld aan de hand van het doel waarvoor de gegevens worden gebruikt en alle overige omstandigheden van het geval. Aangezien met het doel van de koopakte met betrekking tot een huis aanzienlijke belangen zijn gemoeid, zullen aan de betrouwbaarheid van de elektronische handtekening betrekkelijk hoge eisen gesteld moeten worden. Wat betreft ‘overige omstandigheden’ zou men bijvoorbeeld kunnen denken aan de stand van de techniek, de maatschappelijke opvatting inzake hetgeen als ‘betrouwbaar’ wordt beschouwd en de wijze waarop de bij de koop betrokken partijen hebben gecommuniceerd. Als gebruik wordt gemaakt van de zogenaamde ‘geavanceerde elektronische handtekening’, dat wil zeggen een handtekening die voldoet aan de eisen opgesomd in artikel 3:15a lid 2 BW, dan wordt de handtekening in ieder geval vermoed voldoende betrouwbaar te zijn. Degene die gebruik wil maken van de geavanceerde elektronische handtekening dient te beschikken over een gekwalificeerd certificaat, afgegeven door een certificatiedienstverlener, die aan een set vereisten opgesomd in de telecommunicatiewet voldoet. In totaal gelden voor dit type handtekening meer dan dertig vereisten. Er zullen weinig particulieren zijn die zich van deze vorm van elektronisch ondertekenen kunnen bedienen. Het voorgestelde artikel 156a Rv maakt het mogelijk om akten anders dan in de vorm van een fysiek geschrift te verschaffen. De akte is op elektronische wijze verschaft op het moment dat de ontvangst is bevestigd, zie het voorgestelde artikel 156a lid 3 Rv. Waar de wet het verschaffen, ofwel ter hand stellen, van een onderhandse akte verplicht stelt kan daaraan in het algemeen gesteld slechts langs elektronische weg worden voldaan, indien degene aan wie de akte moet worden verschaft uitdrukkelijk toestemming heeft 45

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

Dui<strong>de</strong>lijk is dat indien <strong>de</strong> nu op tafel liggen<strong>de</strong>, vergevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> wetgevingsplannen wor<strong>de</strong>n doorgevoerd <strong>de</strong><br />

elektronische koop zon<strong>de</strong>r meer mogelijk is, ook indien het een koop van een woning door een particulier<br />

betreft.<br />

2.8.2 Welke eisen gel<strong>de</strong>n voor elektronisch contracteren?<br />

Voor <strong>de</strong> verkoop van een huis via elektronische weg dient wel te wor<strong>de</strong>n voldaan aan <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> wet<br />

aan elektronisch contracteren stelt.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats stelt <strong>de</strong> algemene bepaling voor elektronisch contracteren, artikel 6:227a BW, een viertal<br />

eisen aan <strong>de</strong> elektronische overeenkomst, namelijk:<br />

1. De overeenkomst moet raadpleegbaar zijn;<br />

2. De authenticiteit moet voldoen<strong>de</strong> zijn gewaarborgd;<br />

3. Het moment van tot stand komen moet kunnen wor<strong>de</strong>n vastgesteld;<br />

4. De i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>de</strong> partijen moet kunnen wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />

Zoals hierboven is aangegeven, dient er daarenboven, waar het gaat om <strong>de</strong> koop van een woning door een<br />

particulier, sprake te zijn van één door bei<strong>de</strong> partijen on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> akte. In elektronische vorm moet een<br />

<strong>de</strong>rgelijke on<strong>de</strong>rhandse akte ingevolge het voorgestel<strong>de</strong> artikel 156a Rv zodanig zijn opgemaakt dat:<br />

1. Het mogelijk is <strong>de</strong> inhoud op te slaan op een wijze die <strong>de</strong>ze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig<br />

gebruik geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> die is afgestemd op het doel waarvoor <strong>de</strong> akte bestemd is te dienen, en<br />

2. die een ongewijzig<strong>de</strong> reproductie van <strong>de</strong> inhoud mogelijk maakt.<br />

On<strong>de</strong>rtekening kan plaatsvin<strong>de</strong>n met behulp van <strong>de</strong> elektronische handtekening. De eisen die gesteld zijn<br />

aan <strong>de</strong> elektronische handtekening, zijn neergelegd in <strong>de</strong> artikelen 3:15a e.v. BW. Een elektronische handtekening<br />

heeft <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rechtsgevolgen als een geschreven handtekening, indien <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> die daarbij is<br />

gebruikt voor authentificatie voldoen<strong>de</strong> betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor <strong>de</strong> elektronische gegevens<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt en op alle overige omstandighe<strong>de</strong>n van het geval (artikel 3:15a lid 1 BW).<br />

Er zijn verschillen<strong>de</strong> technieken beschikbaar die het mogelijk maken een elektronische handtekening aan<br />

een document te hechten. Niet dui<strong>de</strong>lijk is welke type handtekening gebruikt zal moeten wor<strong>de</strong>n om te<br />

voldoen aan <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> eis van voldoen<strong>de</strong> betrouwbaarheid. Dit moet wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> hand<br />

van het doel waarvoor <strong>de</strong> gegevens wor<strong>de</strong>n gebruikt en alle overige omstandighe<strong>de</strong>n van het geval.<br />

Aangezien met het doel van <strong>de</strong> koopakte met betrekking tot een huis aanzienlijke belangen zijn gemoeid,<br />

zullen aan <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> elektronische handtekening betrekkelijk hoge eisen gesteld moeten<br />

wor<strong>de</strong>n. Wat betreft ‘overige omstandighe<strong>de</strong>n’ zou men bijvoorbeeld kunnen <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> stand van <strong>de</strong><br />

techniek, <strong>de</strong> maatschappelijke opvatting inzake hetgeen als ‘betrouwbaar’ wordt beschouwd en <strong>de</strong> wijze<br />

waarop <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> koop betrokken partijen hebben gecommuniceerd.<br />

Als gebruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘geavanceer<strong>de</strong> elektronische handtekening’, dat wil zeggen<br />

een handtekening die voldoet aan <strong>de</strong> eisen opgesomd in artikel 3:15a lid 2 BW, dan wordt <strong>de</strong> handtekening<br />

in ie<strong>de</strong>r geval vermoed voldoen<strong>de</strong> betrouwbaar te zijn. Degene die gebruik wil maken van <strong>de</strong> geavanceer<strong>de</strong><br />

elektronische handtekening dient te beschikken over een gekwalificeerd certificaat, afgegeven door<br />

een certificatiedienstverlener, die aan een set vereisten opgesomd in <strong>de</strong> telecommunicatiewet voldoet. In<br />

totaal gel<strong>de</strong>n voor dit type handtekening meer dan <strong>de</strong>rtig vereisten. Er zullen weinig particulieren zijn die<br />

zich van <strong>de</strong>ze vorm van elektronisch on<strong>de</strong>rtekenen kunnen bedienen.<br />

Het voorgestel<strong>de</strong> artikel 156a Rv maakt het mogelijk om akten an<strong>de</strong>rs dan in <strong>de</strong> vorm van een fysiek geschrift<br />

te verschaffen. De akte is op elektronische wijze verschaft op het moment dat <strong>de</strong> ontvangst is bevestigd,<br />

zie het voorgestel<strong>de</strong> artikel 156a lid 3 Rv. Waar <strong>de</strong> wet het verschaffen, ofwel ter hand stellen, van<br />

een on<strong>de</strong>rhandse akte verplicht stelt kan daaraan in het algemeen gesteld slechts langs elektronische weg<br />

wor<strong>de</strong>n voldaan, indien <strong>de</strong>gene aan wie <strong>de</strong> akte moet wor<strong>de</strong>n verschaft uitdrukkelijk toestemming heeft<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!