Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
Me<strong>de</strong> gelet op vergelijkbare, maar niet geheel aansluiten<strong>de</strong> terminologie op an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elterreinen van het<br />
privaatrecht is het niet dui<strong>de</strong>lijk in hoeverre gemeng<strong>de</strong> objecten binnen het toepassingsbereik van artikel<br />
7:2 BW vallen.<br />
Uit <strong>de</strong> enquêtes volgt dat makelaars op verschillen<strong>de</strong> manieren omgaan met dit begrip. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
respon<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong>ze groep geeft aan dat het object tot bewoning bestemd wordt geacht zodra een<br />
<strong>de</strong>el van het object (ook al is het een min<strong>de</strong>rheid) voor bewoning is bestemd. An<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />
in <strong>de</strong>ze groep geven aan dat het begrip pas van toepassing wordt geacht als een substantieel <strong>de</strong>el<br />
(70% of meer) voor bewoning is bestemd. Ook notarissen die <strong>de</strong> enquête invul<strong>de</strong>n blijken erg verschillend<br />
met dit begrip om te gaan. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten is van mening dat een object nooit on<strong>de</strong>r dit<br />
begrip valt zodra een <strong>de</strong>el een zakelijke bestemming heeft. An<strong>de</strong>ren zijn juist van mening dat het wel on<strong>de</strong>r<br />
dit begrip valt, zodra een meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> vierkante meters voor bewoning is bestemd. Weer an<strong>de</strong>ren<br />
geven aan dat een overwegend <strong>de</strong>el (minimaal 70%) voor bewoning bestemd dient te zijn voordat zij<br />
het begrip van toepassing achten.<br />
Geplan<strong>de</strong> bewoning<br />
Tevens dient te wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> keuze om <strong>de</strong> invulling van het begrip te laten afhangen van <strong>de</strong><br />
bestemming die het pand ten tij<strong>de</strong> van het sluiten van <strong>de</strong> koop heeft, tot gevolg heeft dat particuliere kopers<br />
die een pand kopen om daar een woning van te maken niet <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n bescherming genieten. 92 Dit<br />
terwijl een koper van een bedrijfspand die, met me<strong>de</strong>weten van <strong>de</strong> verkoper, <strong>de</strong> bedoeling heeft om er te<br />
gaan wonen in zijn hier ter zake doen<strong>de</strong> positie niet afwijkt van <strong>de</strong> koper die een pand koopt dat wel al als<br />
woning in gebruik is. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> particuliere kopers valt door <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> wetgever buiten <strong>de</strong><br />
bescherming. De vraag is of dit terecht is.<br />
Een voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> huidige bena<strong>de</strong>ring is dat <strong>de</strong>ze veel zekerheid biedt. Uitgaan<strong>de</strong> van een beoog<strong>de</strong><br />
(maar nog niet gerealiseer<strong>de</strong>) bestemming herbergt het risico dat kopers misbruik van <strong>de</strong> regeling kunnen<br />
maken door te beweren dat ze het object voor bewoning willen gaan gebruiken, terwijl ze dat in werkelijkheid<br />
niet voor ogen hebben.<br />
Uit het empirisch on<strong>de</strong>rzoek is gebleken dat respon<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r zowel notarissen en makelaars van mening<br />
zijn dat verkopers die buiten <strong>de</strong> bescherming van <strong>de</strong> wet vallen zichzelf kunnen beschermen door<br />
zich te laten bijstaan door een <strong>de</strong>skundige. An<strong>de</strong>rzijds is ook aangegeven dat het omwille van <strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid<br />
handig zou zijn als het schriftelijkheidsvereiste voor alle objecten zou gel<strong>de</strong>n.<br />
Het gesignaleer<strong>de</strong> probleem kan (<strong>de</strong>els) wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvangen door niet naar <strong>de</strong> aard van het object te kijken,<br />
maar enkel naar <strong>de</strong> hoedanigheid van <strong>de</strong> koper. Dit on<strong>de</strong>rvangt het probleem slechts <strong>de</strong>els, omdat bij<br />
<strong>de</strong> vaststelling van <strong>de</strong> hoedanigheid van <strong>de</strong> koper (zakelijke of particuliere koper) <strong>de</strong> aard van het object<br />
een rol speelt. Het probleem wordt geheel on<strong>de</strong>rvangen indien er door <strong>de</strong> wetgever voor wordt gekozen<br />
om het schriftelijkheidsvereiste uit te brei<strong>de</strong>n naar alle <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong>. Zie hierover ook hierna paragraaf<br />
2.9. Aansluitend speelt dan <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd ook voor alle objecten zou moeten gel<strong>de</strong>n.<br />
Woonboten en woonwagens<br />
Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> probleem in het ka<strong>de</strong>r van dit begrip is dat vragen kunnen rijzen met betrekking<br />
tot <strong>de</strong> status van woonboten en woonwagens. Deze wor<strong>de</strong>n doorgaans voor woondoelein<strong>de</strong>n gebruikt,<br />
maar vallen mogelijk buiten het begrip ‘<strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak’. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> vereisten van artikel 3:3<br />
BW moet wor<strong>de</strong>n bepaald of een object al dan niet onroerend is. Een object is onroerend in <strong>de</strong> zin van dit<br />
artikel als het duurzaam met <strong>de</strong> grond is verenigd.<br />
Of sprake is van duurzame vereniging moet vervolgens wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> maatstaven<br />
die <strong>de</strong> Hoge Raad heeft aangelegd in het Portacabin-arrest. 93 Volgens <strong>de</strong>ze maatstaven is <strong>de</strong> omstandigheid<br />
dat het object verplaatsbaar is, niet van belang. Gekeken dient te wor<strong>de</strong>n of het object naar aard en<br />
92 Loos 2002 acht <strong>de</strong>ze uitleg zo niet onjuist, in elk geval buitengewoon onwenselijk (p. 363).<br />
93 HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97.<br />
37