Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
kan wor<strong>de</strong>n dat toekenning van vergoeding van het positieve contractsbelang het aannemen van gebon<strong>de</strong>nheid<br />
erg dicht na<strong>de</strong>rt. 65<br />
Wat is <strong>de</strong> norm?<br />
Alvorens <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> gevolgen van het leerstuk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt, dient <strong>de</strong> vraag te wor<strong>de</strong>n beantwoord<br />
wat <strong>de</strong> norm is die in <strong>de</strong>ze fase gehanteerd wordt. De norm die thans op basis van <strong>de</strong> meest recente<br />
uitspraak van <strong>de</strong> Hoge Raad geldt is te vin<strong>de</strong>n in CBB/JPO en luidt als volgt: 66<br />
‘Als maatstaf voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoedingsplicht bij afgebroken on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen<br />
heeft te gel<strong>de</strong>n dat ie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> partijen – die verplicht zijn hun gedrag me<strong>de</strong><br />
door elkaars gerechtvaardig<strong>de</strong> belangen te laten bepalen – vrij is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen af te breken,<br />
tenzij dit op grond van het gerechtvaardig<strong>de</strong> vertrouwen van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rpartij in het totstandkomen<br />
van <strong>de</strong> overeenkomst of in verband met an<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n van het geval onaanvaardbaar<br />
zou zijn. Daarbij dient rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> mate waarin en <strong>de</strong> wijze<br />
waarop <strong>de</strong> partij die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen<br />
en met <strong>de</strong> gerechtvaardig<strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong>ze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of<br />
zich in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n hebben voorgedaan, terwijl,<br />
in het geval on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen ondanks gewijzig<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n over een lange tijd wor<strong>de</strong>n<br />
voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent tenslotte op het<br />
moment van afbreken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen moet wor<strong>de</strong>n geoor<strong>de</strong>eld tegen <strong>de</strong> achtergrond<br />
van het gehele verloop van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen.’<br />
Toewijzing van een vor<strong>de</strong>ring op grond van <strong>de</strong>ze maatstaf zal niet snel aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn nu <strong>de</strong>ze door <strong>de</strong><br />
Hoge Raad is geduid als ‘een strenge en tot terughou<strong>de</strong>ndheid nopen<strong>de</strong> maatstaf’. 67 Als norm geldt immers<br />
dat het onaanvaardbaar moet zijn om zich uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen terug te trekken. Derhalve zal op<br />
basis van <strong>de</strong>ze norm waarschijnlijk niet snel sprake kunnen zijn van een scha<strong>de</strong>vergoedingsplicht, laat<br />
staan van gebon<strong>de</strong>nheid.<br />
Vergelijk Huijgen die met verwijzing naar HR 27 juni 2003, NJ 2003, 524 constateert dat niet snel sprake<br />
zal kunnen zijn van een plicht tot dooron<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len dan wel tot contracteren. 68 Bakker spreekt in dit<br />
verband van een vorm van reflexwerking van het vormvereiste, welke bij schending nietigheid met zich<br />
brengt, op <strong>de</strong> precontractuele fase. 69 Aannemen van gebon<strong>de</strong>nheid op basis van <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> precontractuele<br />
re<strong>de</strong>lijkheid en billijkheid betekent dat het moment waarop gebon<strong>de</strong>nheid bestaat naar voren wordt<br />
getrokken, namelijk in plaats van het moment dat gerechtvaardigd vertrouwd mocht wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> totstandkoming<br />
naar het moment dat een partij er op mocht vertrouwen dat <strong>de</strong> overeenkomst tot stand zou<br />
komen. 70<br />
Op welk moment is sprake van onaanvaardbaar afbreken van on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen bij <strong>de</strong> verkoop van woningen?<br />
De vraag die naar voren komt op basis van het leerstuk van <strong>de</strong> precontractuele re<strong>de</strong>lijkheid en billijkheid,<br />
is op welk moment gesproken zou kunnen wor<strong>de</strong>n van een onaanvaardbaar afbreken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen.<br />
Er dient gezien <strong>de</strong> hierboven geciteer<strong>de</strong> norm in ie<strong>de</strong>r geval sprake te zijn van gerechtvaardigd<br />
vertrouwen in het tot stand komen van <strong>de</strong> overeenkomst. Maar, ook al is sprake van <strong>de</strong>rgelijk gerechtvaardigd<br />
vertrouwen, dan kan als gevolg van een afweging van belangen, terugtre<strong>de</strong>n toch nog geoorloofd<br />
zijn. Nu sprake is van een vormvereiste kan betoogd wor<strong>de</strong>n dat er geen, of niet snel, sprake kan zijn van<br />
gerechtvaardigd vertrouwen in <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> overeenkomst zolang er geen akte is.<br />
Op welk moment zou men bij het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len over een huis kunnen spreken van gerechtvaardigd vertrouwen<br />
in het tot stand komen van <strong>de</strong> overeenkomst? Verwezen kan wor<strong>de</strong>n naar paragraaf 2.6.2.2 inza-<br />
65 Hesselink 1996, p. 910.<br />
66 HR 12 augustus 2005, NJ 2005, 467 (CBB/JPO).<br />
67 HR 12 augustus 2005, NJ 2005, 467 (CBB/JPO).<br />
68 Huijgen 2004.<br />
69 Bakker 2005.<br />
70 Hesselink 1996, p. 908.<br />
27