Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
Hier kunnen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bezwaren naar voren wor<strong>de</strong>n gebracht die reeds genoemd zijn in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />
bespreking van <strong>de</strong> keuze voor vernietigbaarheid als sanctie op schending van het vormvoorschrift. In <strong>de</strong><br />
eerste plaats heeft toepassing van het weg<strong>de</strong>nkcriterium tot gevolg dat <strong>de</strong> verkoper geen bescherming<br />
meer kan ontlenen aan het schriftelijkheidsvereiste; <strong>de</strong> verkoper zal op een zeker moment toch gebon<strong>de</strong>n<br />
zijn, ook zon<strong>de</strong>r akte. In dat geval is sprake van een (onwenselijk geachte) asymmetrische binding, die <strong>de</strong><br />
balans tussen <strong>de</strong> partijen verstoort. Ten twee<strong>de</strong> leidt dit tot rechtsonzekerheid in het algemeen, omdat onzeker<br />
is wanneer er nu sprake is van gebon<strong>de</strong>nheid. De algemene rechtszekerheid die blijkens <strong>de</strong> parlementaire<br />
geschie<strong>de</strong>nis in ie<strong>de</strong>r geval ook (naast <strong>de</strong> dienstbaarheid aan <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd) aan het vereiste ten<br />
grondslag ligt, wordt hiermee weer weggenomen.<br />
Een aantal lagere rechters heeft <strong>de</strong>salniettemin, met verwijzing naar <strong>de</strong> parlementaire geschie<strong>de</strong>nis en met<br />
toepassing van het weg<strong>de</strong>nkcriterium, gebon<strong>de</strong>nheid aan mon<strong>de</strong>linge afspraken aangenomen en <strong>de</strong> verkoper<br />
gehou<strong>de</strong>n geacht zijn me<strong>de</strong>werking te verlenen aan het opstellen van <strong>de</strong> akte. 47<br />
Vzngr Rb Leeuwar<strong>de</strong>n 8 oktober 2004, LJN AR3587: één van <strong>de</strong> ex-echtelie<strong>de</strong>n wil nadat mon<strong>de</strong>ling overeenstemming<br />
met een koper is bereikt niet meer aan <strong>de</strong> verkoop van <strong>de</strong> gezamenlijke woning meewerken<br />
omdat hij zelf financiering heeft gevon<strong>de</strong>n om het <strong>de</strong>el van zijn ex te kopen. De vor<strong>de</strong>ring tot meewerken<br />
aan het opstellen van <strong>de</strong> akte wordt toegewezen, met verwijzing naar <strong>de</strong> parlementaire geschie<strong>de</strong>nis en het<br />
weg<strong>de</strong>nkcriterium.<br />
Er zijn aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant ook verschillen<strong>de</strong> lagere rechters die zich zeer kritisch hebben uitgelaten over<br />
<strong>de</strong> in <strong>de</strong> parlementaire geschie<strong>de</strong>nis geschetste mogelijkheid tot gehou<strong>de</strong>nheid mee te werken aan het opstellen<br />
van <strong>de</strong> akte. 48<br />
Rb Dordrecht 2 februari 2005, LJN AS4859: het weg<strong>de</strong>nkcriterium strookt niet met het wettelijk systeem<br />
dat leidt tot nietigheid van mon<strong>de</strong>linge afspraken op grond van artikel 3:39 BW. Ook het vor<strong>de</strong>ren van<br />
dooron<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len op basis van mon<strong>de</strong>linge overeenstemming is om die re<strong>de</strong>n niet mogelijk. De wet onthoudt<br />
aan mon<strong>de</strong>linge overeenstemming zon<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> rechtsgevolgen en daarmee is onverenigbaar<br />
dat aan een <strong>de</strong>rgelijke nietige rechtshan<strong>de</strong>ling toch enig rechtsgevolg wordt verbon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zin dat <strong>de</strong><br />
verkoper gedwongen zou kunnen wor<strong>de</strong>n tot het opmaken van <strong>de</strong> voor een koop vereiste akte. Ook <strong>de</strong><br />
vor<strong>de</strong>ring tot scha<strong>de</strong>vergoeding wordt afgewezen.<br />
Vzngr Rb Haarlem 24 mei 2006, LJN AX4870: er is sprake van een mon<strong>de</strong>ling perfecte overeenkomst. Partijen<br />
zijn het eens over <strong>de</strong> essentialia: object, prijs, datum van levering en ontbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n. De<br />
verkoper verkoopt het object voor een veel lagere prijs aan zijn eigen BV. De rechter acht voldoen<strong>de</strong> aanknopingspunten<br />
om <strong>de</strong>ze transactie van <strong>de</strong> verkoper als paulianeus aan te merken. Met oog op <strong>de</strong> rechtszekerheid<br />
kan geen gebon<strong>de</strong>nheid aan <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge overeenkomst wor<strong>de</strong>n aangenomen. Hooguit zou scha<strong>de</strong>vergoeding<br />
mogelijk zijn.<br />
Een an<strong>de</strong>re wijze om <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid en billijkheid in te vullen tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid van gebon<strong>de</strong>nheid<br />
te realiseren is (ook hier) het hanteren van een beperkte uitleg van het belang van het schriftelijkheidsvereiste.<br />
Via een ruime uitleg van artikel 6:248 lid 2 BW is een beroep op <strong>de</strong> nietigheid te toetsen aan <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid<br />
en billijkheid. 49 Vergelijkbaar is <strong>de</strong> route via artikel 6:2 lid 2 BW, die ertoe kan lei<strong>de</strong>n dat on<strong>de</strong>r<br />
omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nietigheid niet van toepassing is omdat dit naar maatstaven van re<strong>de</strong>lijkheid en billijkheid<br />
onaanvaardbaar zou zijn. 50 Deze bena<strong>de</strong>ring wordt door Loos voorgestaan: het belang dat door het<br />
schriftelijkheidsvereiste wordt gediend is het scheppen van dui<strong>de</strong>lijkheid ten aanzien van het aanvangsmoment<br />
van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd. Dui<strong>de</strong>lijk is dat bei<strong>de</strong> partijen, en ook <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, belang hebben bij dui<strong>de</strong>lijkheid<br />
47 In on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> uitspraken werd tot gebon<strong>de</strong>nheid geconclu<strong>de</strong>erd: Vzngr Rb Leeuwar<strong>de</strong>n 8 oktober<br />
2004, LJN AR3587, Vzngr Rb Maastricht, 2 mei 2005, LJN AS4859, Rb Zutphen 8 juli 2005, LJN AU0149, Rb<br />
Zutphen 22 november 2005, LJN AV0536, Vzngr Rb Arnhem 20 maart 2006, LJN AW2754, Vzngr 6 juni 2006,<br />
LJN AX7093, Vzgnr Rb Arnhem 7 juli 2006, LJN AY4055.<br />
48 In on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> uitspraken werd geconclu<strong>de</strong>erd dat geen sprake kon zijn van gebon<strong>de</strong>nheid: Rb<br />
Dordrecht 2 februari 2005, LJN AS4859, Vzngr Rb Haarlem 29 maart 2006, LJN AV9072, Vzngr Rb Haarlem<br />
24 mei 2006, LJN AX4870, Rb Leeuwar<strong>de</strong>n 29 juni 2006, LJN AX9937, Rb Amsterdam 2 mei 2008, LJN<br />
BD6779.<br />
49 Asser-Hartkamp 2005 (4-II) nr. 317.<br />
50 Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2007, p. 90.<br />
23