01.09.2013 Views

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

De aanname dat <strong>de</strong> sanctie op het niet voldoen aan het vormvoorschrift nietigheid betreft, vindt steun in<br />

<strong>de</strong> parlementaire geschie<strong>de</strong>nis. Onmiskenbaar is dat het vormvereiste ook het belang van <strong>de</strong> verkoper, en<br />

zelfs <strong>de</strong> belangen van an<strong>de</strong>re gegadig<strong>de</strong>n, dient. 28 De keuze voor nietigheid als sanctie is om die re<strong>de</strong>n op<br />

zijn plaats. Ook in <strong>de</strong> literatuur leest men regelmatig dat nietigheid <strong>de</strong> meest passen<strong>de</strong> sanctie is op schending<br />

van het vormvoorschrift. 29 Verschillen<strong>de</strong> argumenten zijn hiervoor aan te voeren. Ten eerste doet<br />

vernietigbaarheid tekort aan <strong>de</strong> rechtszekerheid. 30 Vernietigbaarheid leidt tot een (onwenselijk geachte)<br />

asymmetrische binding; <strong>de</strong> verkoper kan wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n aan een gegeven woord, <strong>de</strong> koper niet. 31<br />

Breedveld-<strong>de</strong> Voogd betoogt daarenboven dat het vormvereiste gezien moet wor<strong>de</strong>n als een constitutief<br />

vereiste voor <strong>de</strong> rechtshan<strong>de</strong>ling, hetgeen meebrengt dat zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vereiste vorm <strong>de</strong> rechtshan<strong>de</strong>ling (i.e.<br />

<strong>de</strong> overeenkomst) niet tot stand kan komen. 32<br />

2.6.2.4 Dwang tot schriftelijke vastlegging<br />

Uit het voorgaan<strong>de</strong> volgt dat bij niet voldoen aan het schriftelijkheidsvereiste thans nietigheid als sanctie<br />

geldt. Dat wil zeggen, zon<strong>de</strong>r schriftelijke koopovereenkomst is er geen overeenkomst, partijen kunnen<br />

niet aan mon<strong>de</strong>linge afspraken gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Met name in het licht van <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> gedachte<br />

van artikel 7:2 BW, komt <strong>de</strong> vraag naar voren of partijen rechtens kunnen wor<strong>de</strong>n gedwongen tot het<br />

meewerken aan <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> koopakte, waarmee <strong>de</strong> overeenkomst alsnog tot stand komt.<br />

Als gevolg van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd, zoals neergelegd in artikel 7:2 lid 2 BW, speelt <strong>de</strong>ze vraag in <strong>de</strong> praktijk naar<br />

huidig recht slechts voor wat betreft <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van <strong>de</strong> verkoper. Daar <strong>de</strong> koper zich immers nadat<br />

<strong>de</strong> akte is opgesteld en ter hand gesteld kan beroepen op zijn ontbindingsrecht binnen <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd, heeft<br />

het geen zin <strong>de</strong> koper on<strong>de</strong>r druk te zetten om zijn mon<strong>de</strong>linge toezeggingen gestand te doen en tot me<strong>de</strong>werking<br />

van het opstellen van een akte te verplichten.<br />

Strikte of niet-strikte bena<strong>de</strong>ring (han<strong>de</strong>lingsvisie of formaliteitsvisie)<br />

Indien <strong>de</strong> sanctie op <strong>de</strong> schending van het vormvoorschrift vernietigbaarheid is, is <strong>de</strong> verkoper in beginsel<br />

gebon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge afspraken (voor zover er van wilsovereenstemming sprake is). Deze kan<br />

dan, op basis van <strong>de</strong> geldig, mon<strong>de</strong>ling tot stand gekomen overeenkomst (die uitsluitend nog door <strong>de</strong> koper<br />

kan wor<strong>de</strong>n vernietigd), verplicht wor<strong>de</strong>n tot het meewerken aan het tot stand brengen van <strong>de</strong> akte.<br />

Wel zal dan <strong>de</strong> koper die naleving van <strong>de</strong> overeenkomst wenst, moeten kunnen aantonen dat men mon<strong>de</strong>ling<br />

tot overeenstemming is gekomen.<br />

Min<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk is of <strong>de</strong> verkoper gedwongen kan wor<strong>de</strong>n mee te werken indien <strong>de</strong> sanctie nietigheid is.<br />

Op dit punt zijn in <strong>de</strong> rechtspraak en <strong>de</strong> literatuur twee stromingen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Enerzijds zijn er <strong>de</strong><br />

aanhangers van <strong>de</strong> strikte leer die geen (of slechts on<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>rlijke omstandighe<strong>de</strong>n) gebon<strong>de</strong>nheid aan<br />

mon<strong>de</strong>linge afspraken mogelijk achten. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> strikte bena<strong>de</strong>ring valt <strong>de</strong> beschouwing van het schriftelijkheidsvereiste<br />

aan <strong>de</strong> hand van wat door Breedveld-<strong>de</strong> Voogd aangemerkt wordt als <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingsvisie. 33 In<br />

<strong>de</strong>ze visie vormt het vormvoorschrift een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> rechtshan<strong>de</strong>ling, in die zin dat <strong>de</strong> rechtshan<strong>de</strong>ling<br />

zon<strong>de</strong>r het vormvoorschrift niet tot stand kan komen. Het is een constitutief vereiste: indien <strong>de</strong> verklaring<br />

van <strong>de</strong> wil niet in <strong>de</strong>ze vorm is gegoten, is zij niet gedaan en kan <strong>de</strong> rechtshan<strong>de</strong>ling (bestaan<strong>de</strong> uit<br />

wil en verklaring) niet tot stand komen.<br />

28 Kamerstukken II, 1995-1996, 23 095, nr. 5, p. 6, p. 8, p. 13. Zie ook hiervoor paragraaf 2.3.<br />

29 Voorstan<strong>de</strong>rs van nietigheid als passen<strong>de</strong> sanctie: Loos 2002, Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2003a, Huijgen 2004 en 2006,<br />

p. 13, Bakker 2005, Van Velten 2006a, Oorthuys 2006, Sel<strong>de</strong>rbeek-Doyer 2008. Wel wordt door meer<strong>de</strong>re auteurs<br />

opgemerkt dat nietigheid <strong>de</strong> beschermingsgedachte van <strong>de</strong> koper die artikel 7:2 BW beoogt mogelijk tekort<br />

doet: Hesselink en van Kooten 1996, p. 73, Bartels en Van Buuren-Dee 1996, p. 59, Loos 2006, p. 181, Heyman<br />

2009.<br />

30 Hesselink en Van Kooten 1996, p. 72; Huijgen 2006.<br />

31 Loos 2006. Huijgen 2006.<br />

32 Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2007, p. 54. Dit is <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingsvisie, die staat tegenover <strong>de</strong> formaliteitsvisie.<br />

Deze laatste visie gaat uit van <strong>de</strong> vormvrijheid van <strong>de</strong> wilsverklaring, het vormvereiste is (slechts) een formaliteit.<br />

Zie na<strong>de</strong>r hieron<strong>de</strong>r paragraaf 2.6.2.4.<br />

33 Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2007, p. 40.<br />

20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!