Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
doordat bei<strong>de</strong> partijen <strong>de</strong> wil om gebon<strong>de</strong>n te zijn hebben geuit door mid<strong>de</strong>l van op elkaar aansluiten<strong>de</strong><br />
verklaringen (aanbod en aanvaarding). Ook indien <strong>de</strong> wil van een van bei<strong>de</strong> partijen ontbreekt kan <strong>de</strong><br />
overeenkomst tot stand komen indien <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rpartij gerechtvaardigd mocht vertrouwen, aan <strong>de</strong> hand van<br />
uitlatingen van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, dat <strong>de</strong>ze zich wil<strong>de</strong> bin<strong>de</strong>n (artikel 3:33 jo 3:35 BW).<br />
Enkel overeenstemming met betrekking tot <strong>de</strong> prijs is onvoldoen<strong>de</strong> om te conclu<strong>de</strong>ren dat overeenstemming<br />
bestaat met betrekking tot <strong>de</strong> essentialia van <strong>de</strong> koopovereenkomst inzake een huis. An<strong>de</strong>re aspecten<br />
kunnen voor partijen van essentieel belang zijn voor <strong>de</strong> te sluiten koop.<br />
Uit Hofland/Hennis volgt dat bij <strong>de</strong> verkoop van onroerend goed niet enkel <strong>de</strong> prijs van het object van belang<br />
is, maar ook ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> persoon van <strong>de</strong> koper van belang kunnen zijn. 18 Meer recentelijk<br />
oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> het Hof ’s-Gravenhage dat een voorbehoud dat <strong>de</strong> verkoper el<strong>de</strong>rs een arbeidsovereenkomst<br />
zou verkrijgen behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> essentialia van <strong>de</strong> overeenkomst. 19<br />
Wat betreft <strong>de</strong> uitwerking in <strong>de</strong> literatuur dienaangaan<strong>de</strong> kan on<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n gewezen op <strong>de</strong> opvatting<br />
van Santen met betrekking tot <strong>de</strong> koop van woningen: ‘<strong>de</strong> transactie is ge<strong>de</strong>termineerd door tal van an<strong>de</strong>re<br />
<strong>zaken</strong> dan object en prijs, en het object zelf wordt gekwalificeerd door feitelijke en juridische bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />
waar partijen, toen zij het over <strong>de</strong> prijs eens wer<strong>de</strong>n, zich mogelijk niet van bewust zijn geweest.’ 20<br />
Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: hoewel partijen dachten dat wilsovereenstemming was bereikt, zijn zij nog in <strong>de</strong><br />
precontractuele fase. Huijgen geeft aan dat tot <strong>de</strong> essentialia van <strong>de</strong> koopovereenkomst met betrekking tot<br />
<strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> in ie<strong>de</strong>r geval object en prijs behoren en in beginsel ook <strong>de</strong> leveringsdatum (althans een<br />
indicatie daarvan). 21 Ook volgens Dammingh behoren object en prijs tot <strong>de</strong> essentialia, maar een bepaald<br />
aspect in een concreet geval kan, gelet op wat partijen hebben besproken en in het licht van <strong>de</strong> overige<br />
omstandighe<strong>de</strong>n van het geval, ook een essentieel element zijn. Volgens Dammingh is het niet uitgesloten<br />
dat on<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n een partij die eer<strong>de</strong>r met een bepaal<strong>de</strong> prijs akkoord ging, <strong>de</strong> vrijheid kan hebben<br />
om in een later stadium van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen alsnog een an<strong>de</strong>re prijs te bedingen. 22<br />
In zijn conclusie bij HR 11 juli 2008, geeft AG Timmermans aan dat wanneer <strong>de</strong> prijs niet ter gelegenheid<br />
van <strong>de</strong> levering overeenkomstig artikel 7:26 BW wordt betaald, tenminste tot <strong>de</strong> essentialia behoren het<br />
moment en <strong>de</strong> wijze van betaling. 23 Hij stelt ver<strong>de</strong>r dat hoewel in zijn algemeenheid tot <strong>de</strong> essentialia van<br />
<strong>de</strong> koopovereenkomst slechts behoren het geven van een zaak tegen betaling van een prijs, dit in het geval<br />
van <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> te beperkt is. Tot <strong>de</strong> essentialia behoren in dat geval tevens <strong>de</strong> leveringsdatum, het<br />
moment van betaling en afhankelijk van <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n van het geval ook an<strong>de</strong>re elementen. Daaraan<br />
voegt hij toe dat een verzoek van één van <strong>de</strong> partijen tot het opstellen van een concept van <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong><br />
stukken zijns inziens niet noodzakelijkerwijs tot <strong>de</strong> conclusie leidt dat op alle punten overeenstemming is<br />
bereikt.<br />
Het is goed mogelijk dat pas bij het opstellen en uitwisselen van een concept koopakte dui<strong>de</strong>lijk wordt<br />
welke voorwaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> koper en <strong>de</strong> verkoper daarin opgenomen wensen te zien. Te <strong>de</strong>nken valt aan <strong>de</strong><br />
voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> koop ontbon<strong>de</strong>n wordt indien geen nieuwe baan wordt gevon<strong>de</strong>n of indien het ou<strong>de</strong><br />
huis niet wordt verkocht, een anti-speculatiebeding, etc. Van groot belang kunnen zijn bedingen die exoneraties<br />
of garanties behelzen. Denkbaar is dat <strong>de</strong> koper <strong>de</strong> koop enkel wenst aan te gaan on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong><br />
dat <strong>de</strong> verkoper bepaal<strong>de</strong> garanties of verklaringen afgeeft, of an<strong>de</strong>rsom, dat <strong>de</strong> verkoper enkel<br />
bereid is tot verkoop met opname van exoneraties of bepaal<strong>de</strong> (on)bekendheidsbedingen, die mogelijk<br />
mon<strong>de</strong>ling (nog) niet ter sprake waren gekomen.<br />
161 e.v.). Breedveld-<strong>de</strong> Voogd voegt hieraan toe dat niet enkel overeenstemming op essentiële punten een vereiste<br />
is, maar dat bovendien van belang is dat partijen het met elkaar eens zijn dat zij ten opzichte van elkaar<br />
rechtens verbon<strong>de</strong>n zijn. Zie Breedveld-<strong>de</strong> Voogd 2007 , p. 13 e.v.<br />
18 HR 10 april 1981, NJ 1981, 532, m.nt. CJHB.<br />
19 Hof ’s-Gravenhage 19 april 2007, LJN: BB5647.<br />
20 Santen 1988, p. 9-10.<br />
21 Huijgen 2003, p. 14.<br />
22 Dammingh 2002a, p. 68-70.<br />
23 Conclusie AG Timmermans bij HR 11 juli 2008, LJN: BD2406.<br />
18