Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Vragenlijst Huizenmarkt makelaars buiten Amsterdam 1. Wat is volgens u het belangrijkste knelpunt bij de koop/verkoop van onroerende zaken/woningen? • Gebrek aan juridische kennis bij de partijen. • Gebrek aan informatie met betrekking tot het object. • Tijdsdruk waaronder door de koper besloten moet worden. • Anders, namelijk 2. Hoe past u het begrip ‘een tot bewoning bestemde onroerende zaak’ toe op objecten die een gemengde bestemming hebben? • Indien een deel van de onroerende zaak een woonbestemming heeft (ook al is het een minderheid) valt de onroerende zaak altijd binnen dit begrip. • Enkel indien de helft of meer van de vierkante meters voor bewoning zijn bestemd, valt het binnen dit begrip. • Enkel als het object overwegend (70% of meer van de vierkante meters) voor bewoning is bestemd, valt het binnen dit begrip. • Indien een deel van de onroerende zaak een zakelijke bestemming heeft (ook al is het een minderheid) valt de onroerende zaak nooit onder dit begrip. 3. Vindt u het een probleem dat een particulier die een geheel (of hoofdzakelijk) zakelijk object koopt, bijvoorbeeld om er een woning van te maken, niet de bescherming geniet van art. 7:2 BW en waarom? 4. Schakelt u wel eens een juridische deskundige in bij het opstellen van de koopovereenkomst? • Nee, want wij stellen nooit zelf de koopovereenkomst op. • Nee, want we hebben voldoende kennis in huis. • Nee, om een andere reden, namelijk • Ja, met name voor vragen met betrekking tot 5. Indien u de koopovereenkomst opstelt: denkt u dat van uw expertise minder gebruik zal worden gemaakt als de koopovereenkomst niet meer door u mag worden opgesteld? • Ja, omdat • Nee, omdat • Geen mening. 6. Kunt u voordelen noemen van de Amsterdamse praktijk? En zo ja, welke? 7. Kunt u nadelen noemen van de Amsterdamse praktijk? En zo ja, welke? 280
Vragenlijst Huizenmarkt makelaars buiten Amsterdam 8. Zou u een voorstander zijn van het verplicht invoeren van de Amsterdamse praktijk voor geheel Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten? 9. Komt het in uw praktijk voor dat verkopers/kopers, nadat mondeling overeenstemming is bereikt, de afspraken willen wijzigen als de koopovereenkomst opgesteld moet worden? • Nooit. • Af en toe. • Regelmatig. • Vaak • Mij niet bekend. 10. Het schriftelijkheidsvereiste geldt nu voor objecten (hoofdzakelijk) bestemd als woning. Vindt u dat het schriftelijkheidsvereiste voor meer objecten zou moeten gelden? • Nee, dat zou een onnodige belasting zijn. • Nee, om een andere reden, namelijk • Ja, ook voor objecten met een gemengde bestemming, omdat • Ja, voor alle koopovereenkomsten met betrekking tot onroerend goed, ongeacht de bestemming van het object, omdat • Ja, namelijk • Geen mening. 11. Het schriftelijkheidsvereiste geldt nu als sprake is van een particuliere koper (natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Vindt u dat dit bij meer kopers zou moeten gelden? • Nee, dat zou een onnodige belasting zijn. • Nee, om een andere reden, namelijk • Ja, ook voor bedrijfsmatig handelende natuurlijke personen, omdat • Ja, het zou altijd moeten gelden, ongeacht de hoedanigheid van de koper, omdat • Ja, namelijk • Geen mening. 12. Hoe wordt in uw praktijk een koopovereenkomst gesloten bij een koper die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf? • Altijd schriftelijk. • In de meeste gevallen schriftelijk. • Even vaak schriftelijk als mondeling. • In de meeste gevallen mondeling. • Altijd mondeling. 281
- Page 246 and 247: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 248 and 249: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 250 and 251: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 252 and 253: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 254 and 255: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 257 and 258: 1 Introduction 1.1 Research questio
- Page 259 and 260: MOLENGRAAFF INSTITUTE FOR PRIVATE L
- Page 261 and 262: MOLENGRAAFF INSTITUTE FOR PRIVATE L
- Page 263 and 264: MOLENGRAAFF INSTITUTE FOR PRIVATE L
- Page 265: MOLENGRAAFF INSTITUTE FOR PRIVATE L
- Page 268 and 269: Bartels 1996 S.E. Bartels, ‘Over
- Page 270 and 271: Broekveldt 2006 L.P. Broekveldt,
- Page 272 and 273: Hartlief 2003 T. Hartlief e.a., Coh
- Page 274 and 275: Klaase 2003 Z. Klaase, ‘Huurkoop:
- Page 276 and 277: Rijntjes 2005 M. Rijntjes, ‘Wordt
- Page 278 and 279: Valk 1998 W.L. Valk, ‘Koop en con
- Page 280 and 281: Vijselaar 2004 J. Vijselaar, ‘Waa
- Page 283: Samenstelling begeleidingscommissie
- Page 287 and 288: Vragenlijst Huizenmarkt koper/verko
- Page 289 and 290: Vragenlijst Huizenmarkt koper/verko
- Page 291 and 292: Vragenlijst Huizenmarkt makelaars i
- Page 293 and 294: Vragenlijst Huizenmarkt makelaars i
- Page 295: Vragenlijst Huizenmarkt makelaars i
- Page 299 and 300: Vragenlijst Huizenmarkt makelaars b
- Page 301 and 302: Vragenlijst Huizenmarkt notarissen
- Page 303 and 304: Vragenlijst Huizenmarkt notarissen
- Page 305 and 306: Vragenlijst Huizenmarkt notarissen
- Page 307 and 308: Vragenlijst Huizenmarkt notarissen
- Page 309 and 310: Vragenlijst Huizenmarkt notarissen
- Page 311 and 312: Vragenlijst Huizenmarkt notarissen
Vragenlijst Huizenmarkt<br />
makelaars buiten Amsterdam<br />
8. Zou u een voorstan<strong>de</strong>r zijn van het verplicht invoeren van <strong>de</strong> Amsterdamse praktijk voor<br />
geheel Ne<strong>de</strong>rland? Kunt u uw antwoord toelichten?<br />
9. Komt het in uw praktijk voor dat verkopers/kopers, nadat mon<strong>de</strong>ling<br />
overeenstemming is bereikt, <strong>de</strong> afspraken willen wijzigen als <strong>de</strong> koopovereenkomst opgesteld<br />
moet wor<strong>de</strong>n?<br />
• Nooit.<br />
• Af en toe.<br />
• Regelmatig.<br />
• Vaak<br />
• Mij niet bekend.<br />
10. Het schriftelijkheidsvereiste geldt nu voor objecten (hoofdzakelijk) bestemd als woning.<br />
Vindt u dat het schriftelijkheidsvereiste voor meer objecten zou moeten gel<strong>de</strong>n?<br />
• Nee, dat zou een onnodige belasting zijn.<br />
• Nee, om een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n, namelijk<br />
• Ja, ook voor objecten met een gemeng<strong>de</strong> bestemming, omdat<br />
• Ja, voor alle koopovereenkomsten met betrekking tot onroerend goed, ongeacht <strong>de</strong> bestemming<br />
van het object, omdat<br />
• Ja, namelijk<br />
• Geen mening.<br />
11. Het schriftelijkheidsvereiste geldt nu als sprake is van een particuliere koper<br />
(natuurlijk persoon die niet han<strong>de</strong>lt in <strong>de</strong> uitoefening van een beroep of bedrijf). Vindt<br />
u dat dit bij meer kopers zou moeten gel<strong>de</strong>n?<br />
• Nee, dat zou een onnodige belasting zijn.<br />
• Nee, om een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n, namelijk<br />
• Ja, ook voor bedrijfsmatig han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> natuurlijke personen, omdat<br />
• Ja, het zou altijd moeten gel<strong>de</strong>n, ongeacht <strong>de</strong> hoedanigheid van <strong>de</strong> koper, omdat<br />
• Ja, namelijk<br />
• Geen mening.<br />
12. Hoe wordt in uw praktijk een koopovereenkomst gesloten bij een koper die han<strong>de</strong>lt in <strong>de</strong><br />
uitoefening van een beroep of bedrijf?<br />
• Altijd schriftelijk.<br />
• In <strong>de</strong> meeste gevallen schriftelijk.<br />
• Even vaak schriftelijk als mon<strong>de</strong>ling.<br />
• In <strong>de</strong> meeste gevallen mon<strong>de</strong>ling.<br />
• Altijd mon<strong>de</strong>ling.<br />
281