Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
HOOFDSTUK II HET SCHRIFTELIJKHEIDSVEREISTE VAN<br />
ARTIKEL 7:2 BW<br />
2.1 Ter inleiding<br />
In dit hoofdstuk staat het schriftelijkheidsvereiste centraal. Dit vormvoorschrift is door <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop<br />
<strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> per 1 september 2003 ingevoerd voor <strong>de</strong> koop van een woning door een consument.<br />
Bepaald is in artikel 7:2 lid 1 BW dat in het geval <strong>de</strong> koper een natuurlijk persoon is die niet han<strong>de</strong>lt in <strong>de</strong><br />
uitoefening van een beroep of bedrijf, <strong>de</strong> koop van een tot bewoning bestem<strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak of<br />
bestand<strong>de</strong>el daarvan voortaan schriftelijk dient te wor<strong>de</strong>n aangegaan. Hetzelf<strong>de</strong> vormvereiste geldt<br />
krachtens artikel 7:766 lid 1 BW voor overeenkomsten met betrekking tot aanneming van werk voor <strong>de</strong><br />
bouw van een woning in opdracht van een consument.<br />
De vraagstelling die in dit hoofdstuk ter beantwoording voorligt luidt:<br />
a. Is <strong>de</strong> invoering van het vormvereiste van schriftelijkheid zoals neergelegd in <strong>de</strong> artikelen 7:2 en 7:766 lid<br />
1 BW doeltreffend gebleken?<br />
b. Hebben zich problemen voorgedaan bij <strong>de</strong> toepassing en sanctionering van het vormvoorschrift?<br />
c. Is het wenselijk dat <strong>de</strong> koop op elektronische wijze tot stand kan komen?<br />
d. Zijn <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> bepalingen die schriftelijkheid voorschrijven, voldoen<strong>de</strong> omschreven of dient <strong>de</strong><br />
gehanteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>finiëring te wor<strong>de</strong>n aangepast?<br />
e. Is er re<strong>de</strong>n tot uitbreiding van het vormvereiste van een schriftelijke koopovereenkomst, ook indien <strong>de</strong><br />
koop niet op een tot woning bestem<strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak betrekking heeft, en ook als <strong>de</strong> koper niet een<br />
‘consument’ is? En voorts als er geen sprake is van een overeenkomst tot aanneming van <strong>de</strong> bouw van<br />
een nieuwbouwwoning in opdracht van een consument?<br />
De hierin besloten liggen<strong>de</strong> kernvraag is of <strong>de</strong> regeling voldoet.<br />
De beantwoording van <strong>de</strong> vraagstelling vraagt allereerst om een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> doelstellingen van<br />
invoering van het vormvoorschrift. Vervolgens moet wor<strong>de</strong>n bekeken hoe <strong>de</strong> regeling in <strong>de</strong> praktijk<br />
uitpakt. Op basis daarvan kan wor<strong>de</strong>n geëvalueerd of <strong>de</strong> doelstellingen zijn bereikt en voorts of een<br />
evenwichtige afweging tussen <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> betrokken partijen is gewaarborgd. Tevens wordt<br />
geïnventariseerd of er technisch juridische knelpunten zijn en hoe <strong>de</strong>ze mogelijk kunnen wor<strong>de</strong>n opgelost.<br />
2.2 Inhoud en reikwijdte van het vormvoorschrift<br />
Bepaald is in artikel 7:2 BW:<br />
1. De koop van een tot bewoning bestem<strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak of bestand<strong>de</strong>el daarvan wordt, indien <strong>de</strong><br />
koper een natuurlijk persoon is die niet han<strong>de</strong>lt in <strong>de</strong> uitoefening van een beroep of bedrijf, schriftelijk<br />
aangegaan.<br />
2. De tussen partijen opgemaakte akte of een afschrift daarvan moet aan <strong>de</strong> koper ter hand wor<strong>de</strong>n<br />
gesteld, <strong>de</strong>sverlangd tegen afgifte aan <strong>de</strong> verkoper van een gedateerd ontvangstbewijs. Geduren<strong>de</strong> drie<br />
dagen na <strong>de</strong>ze terhandstelling heeft <strong>de</strong> koper het recht <strong>de</strong> koop te ontbin<strong>de</strong>n. Komt, nadat <strong>de</strong> koper van<br />
dit recht gebruik gemaakt heeft, binnen zes maan<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> partijen met betrekking tot<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zaak of hetzelf<strong>de</strong> bestand<strong>de</strong>el daarvan opnieuw een koop tot stand, dan ontstaat het recht niet<br />
opnieuw.<br />
3. De le<strong>de</strong>n 1-2 zijn van overeenkomstige toepassing op <strong>de</strong> koop van <strong>de</strong>elnemings- of<br />
lidmaatschapsrechten die recht geven op het gebruik van een tot bewoning bestem<strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak<br />
of bestand<strong>de</strong>el daarvan.<br />
4. Van het in <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n 1-3 bepaal<strong>de</strong> kan niet ten na<strong>de</strong>le van <strong>de</strong> koper wor<strong>de</strong>n afgeweken, behou<strong>de</strong>ns bij<br />
een standaardregeling als bedoeld in artikel 214 van Boek 6.<br />
5. De le<strong>de</strong>n 1-4 zijn niet van toepassing op huurkoop en koop op een openbare veiling ten overstaan van<br />
een notaris. Zij zijn evenmin van toepassing op een koop als bedoeld in artikel 48a on<strong>de</strong>r a.<br />
9