Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

01.09.2013 Views

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT Ad (2) a. Is de bescherming die de wetgever de consumentkoper van een woning heeft gegeven met de in artikel 7:2 BW bedoelde bedenktijd van drie dagen, afdoende gebleken. Hebben zich problemen voorgedaan bij de toepassing van de bedenktijd? b. Is de bescherming van de consumentkoper met de mogelijkheid van inschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers als bedoeld in artikel 7:3 BW, afdoende gebleken. Hebben zich problemen voorgedaan bij de toepassing van de mogelijkheid tot inschrijving? c. Zijn er nog andere bevindingen die relevant zijn in het kader van de bedenktijd en de mogelijkheid van inschrijving? Ad (3) a. Heeft de 5%-regeling van artikel 7:768 BW de daarmee beoogde versterking van de positie van de consumentkoper van een nieuwbouwwoning bewerkstelligd? b. Welke problemen hebben zich voorgedaan bij de toepassing en de sanctionering van de 5% regeling? d. Wordt de effectiviteit van de 5%-regeling (deels) ondermijnd door de mogelijkheid die de aannemer ter beschikking staat, om het depot te laten vrijvallen door het stellen van vervangende zekerheid bijvoorbeeld in de vorm van een bankgarantie? e. Is de slottermijn van 5% voldoende hoog om de aannemer tot spoedig herstel te bewegen? Ad (4) a. Is er reden of noodzaak de bedenktijd te vervangen of de bescherming uit te breiden door verplichte notariële tussenkomst in de obligatoire fase van de koopovereenkomst? b. Wat leert beschouwing van het ‘Amsterdamse model’ en de ‘twee-wegenleer’? Hoe is het gebruik van de Amsterdamse praktijk ontstaan, terwijl men partijen niet kan dwingen om voor deze optie te kiezen? Hoe wordt in deze praktijk de bedenktijd van drie dagen toegepast? Wordt het Amsterdamse model ook al in overige delen van Nederland toegepast? Zo nee, waarom niet? Zou de invoering van het Amsterdamse model en/of de twee-wegenleer wenselijk zijn? Brengt notariële interventie in de obligatoire fase extra kosten voor de (consument)koper mee? c. Kan verplichte notariële tussenkomst in de obligatoire fase van de koopovereenkomst een zinvolle bijdrage leveren aan het voorkomen van fraude in de wereld van onroerend goed, of zijn er daartoe andere mogelijkheden? 1.5 Onderzoeksaanpak 1.5.1 Onderzoeksactiviteiten De beantwoording van de onderzoeksvragen geschiedt aan de hand van desk- en literatuuronderzoek, interviews, enquêteonderzoek en rapportage. Het onderzoek heeft aldus een theoretische en een empirische dimensie. 1.5.2 Desk- en literatuuronderzoek Het onderzoek is gestart met een bestudering van de parlementaire geschiedenis, literatuur en jurisprudentie van en over de Wet koop onroerende zaken. Bij de juridische analyse van literatuur en jurisprudentie ligt de nadruk op het vinden van argumenten voor of tegen een bepaalde inzet van de hier ter zake doende regelgeving. Hierbij wordt tevens uiteengezet waarover in de praktijk wordt geprocedeerd en hoe in de rechtspraak de desbetreffende regelgeving wordt geïnterpreteerd en toegepast. Daarbij vindt gevalsstudie plaats. Met betrekking tot de verschillende onderdelen van het onderzoek zijn gevaltypen onderscheiden met het doel inzicht te verkrijgen in de situaties waarin de wet wel en waarin deze niet voldoet. 4

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT Jurisprudentie vormt op twee manieren een belangrijke bron voor dit onderzoek. Ten eerste geeft de beslissing van de rechter in elke uitspraak richting aan de wijze waarop de regeling begrepen en toegepast moet worden in praktijksituaties. Ten tweede geeft het inzicht in de situaties waarin zich problemen hebben voorgedaan. Aan elke uitspraak ligt immers een praktijksituatie ten grondslag die tot een procedure heeft geleid. De hoeveelheid rechtspraak over een bepaald onderwerp geeft een voorzichtige indicatie of het probleem in de praktijk daadwerkelijk speelt of juist helemaal niet. Het past hier om de nodige voorzichtigheid te betrachten bij het formuleren van conclusies. Vele conflicten die in de praktijk spelen halen om allerlei redenen de rechtszaal niet, bijvoorbeeld omdat partijen er gezamenlijk uitkwamen of omdat het niet de moeite waard was om er een (langdurige en kostbare) procedure aan te wijden. Toch vormt jurisprudentie een waardevolle bron om de werking van de wet te illustreren. De informatie over praktijkscenario’s die naar voren komt bij de bestudering van de jurisprudentie, is weergegeven in de verschillende hoofdstukken en wel daar waar de bevindingen van belang zijn. Opvallend is dat men nauwelijks geprocedeerd heeft over de toepassing van de bedenktijd. Een enkele zaak die hier over te vinden is, gaat over de terhandstelling, ofwel de markering van de aanvang van de bedenktijd. Wel is veelvuldig geprocedeerd over het schriftelijkheidsvereiste, met name over de vraag wat de status is van mondelinge afspraken voordat de koopovereenkomst is vastgelegd in de door de wet vereiste akte. Hoewel strikt genomen niet te rekenen tot ‘rechtspraak’ is in het kader van dit onderzoek aandacht besteed aan arbitrage-uitspraken. In het kader van artikel 7:768 BW (de 5% regeling) bleek een groot aantal arbitrage-uitspraken beschikbaar, waaruit een aantal specifieke problemen bij de werking van de regeling blijkt. Genoemd kan bijvoorbeeld worden het probleem dat de opdrachtgever een bedrag in depot laat houden dat disproportioneel hoog is in verhouding tot de door de opdrachtnemer te herstellen gebreken. 1.5.3 Interviews Teneinde te onderzoeken hoe de Wet koop onroerende zaken uitpakt in de praktijk, zijn mede op basis van het desk- en literatuuronderzoek interviews gehouden met vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Dit heeft deels de vorm gekregen van een gezamenlijk gesprek. Voorafgaand aan het gesprek is aan de betrokkenen een aantal vragen toegezonden dat in de bijeenkomst aan de orde is gekomen. Gezamenlijk geïnterviewd zijn vertegenwoordigers van Vereniging Eigen Huis (VEH), de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen (NVM), de Landelijke Makelaars Vereniging. De vertegenwoordigers van de Landelijke Makelaars Vereniging gaven aan tevens te spreken namens de Vereniging Bemiddeling Onroerend goed (VBO) en de Consumentenbond. Vervolgens zijn vertegenwoordigers van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en het Garantie Instituut Woningbouw (GIW) afzonderlijk geïnterviewd, alsook een hoogleraar van de Vrije Universiteit te Amsterdam en een hoogleraar van de Universiteit Leiden, beiden met specifieke deskundigheid op het gebied. Tot slot, wederom gezamenlijk, is gesproken met vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkelings Maatschappijen (NEPROM), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Woningborg, Bouwfonds ontwikkeling, Bouwend Nederland en Stichting Vakantiekampen (SVK). In aanvulling op de informatie die tijdens de face-to-face interviews naar voren is gekomen, zijn per e-mail reacties gekomen van bouwers. Deze waren via Bouwend Nederland per e-mail gevraagd naar ervaringen met de wet. Het doel van deze interviewronde was het nagaan welke ervaringen deze betrokken organisaties hebben opgedaan met de Wet koop onroerende zaken, welke problemen zij al dan niet met de toepassing ervan hebben ondervonden en welke suggesties voor wijziging zij eventueel mochten hebben. Op de opmerkingen en aanbevelingen vanuit genoemde organisaties wordt in de hoofdstukken bij de bespreking van de relevante onderzoeksvragen ingegaan. 5

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

Jurispru<strong>de</strong>ntie vormt op twee manieren een belangrijke bron voor dit on<strong>de</strong>rzoek. Ten eerste geeft <strong>de</strong> beslissing<br />

van <strong>de</strong> rechter in elke uitspraak richting aan <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> regeling begrepen en toegepast<br />

moet wor<strong>de</strong>n in praktijksituaties. Ten twee<strong>de</strong> geeft het inzicht in <strong>de</strong> situaties waarin zich problemen hebben<br />

voorgedaan. Aan elke uitspraak ligt immers een praktijksituatie ten grondslag die tot een procedure<br />

heeft geleid. De hoeveelheid rechtspraak over een bepaald on<strong>de</strong>rwerp geeft een voorzichtige indicatie of<br />

het probleem in <strong>de</strong> praktijk daadwerkelijk speelt of juist helemaal niet. Het past hier om <strong>de</strong> nodige voorzichtigheid<br />

te betrachten bij het formuleren van conclusies. Vele conflicten die in <strong>de</strong> praktijk spelen halen<br />

om allerlei re<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> rechtszaal niet, bijvoorbeeld omdat partijen er gezamenlijk uitkwamen of omdat het<br />

niet <strong>de</strong> moeite waard was om er een (langdurige en kostbare) procedure aan te wij<strong>de</strong>n. Toch vormt jurispru<strong>de</strong>ntie<br />

een waar<strong>de</strong>volle bron om <strong>de</strong> werking van <strong>de</strong> wet te illustreren.<br />

De informatie over praktijkscenario’s die naar voren komt bij <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie, is<br />

weergegeven in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> hoofdstukken en wel daar waar <strong>de</strong> bevindingen van belang zijn. Opvallend<br />

is dat men nauwelijks geproce<strong>de</strong>erd heeft over <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd. Een enkele zaak die<br />

hier over te vin<strong>de</strong>n is, gaat over <strong>de</strong> terhandstelling, ofwel <strong>de</strong> markering van <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd.<br />

Wel is veelvuldig geproce<strong>de</strong>erd over het schriftelijkheidsvereiste, met name over <strong>de</strong> vraag wat <strong>de</strong> status is<br />

van mon<strong>de</strong>linge afspraken voordat <strong>de</strong> koopovereenkomst is vastgelegd in <strong>de</strong> door <strong>de</strong> wet vereiste akte.<br />

Hoewel strikt genomen niet te rekenen tot ‘rechtspraak’ is in het ka<strong>de</strong>r van dit on<strong>de</strong>rzoek aandacht besteed<br />

aan arbitrage-uitspraken. In het ka<strong>de</strong>r van artikel 7:768 BW (<strong>de</strong> 5% regeling) bleek een groot aantal<br />

arbitrage-uitspraken beschikbaar, waaruit een aantal specifieke problemen bij <strong>de</strong> werking van <strong>de</strong> regeling<br />

blijkt. Genoemd kan bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n het probleem dat <strong>de</strong> opdrachtgever een bedrag in <strong>de</strong>pot laat<br />

hou<strong>de</strong>n dat disproportioneel hoog is in verhouding tot <strong>de</strong> door <strong>de</strong> opdrachtnemer te herstellen gebreken.<br />

1.5.3 Interviews<br />

Tenein<strong>de</strong> te on<strong>de</strong>rzoeken hoe <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> uitpakt in <strong>de</strong> praktijk, zijn me<strong>de</strong> op basis<br />

van het <strong>de</strong>sk- en literatuuron<strong>de</strong>rzoek interviews gehou<strong>de</strong>n met vertegenwoordigers van belangenorganisaties.<br />

Dit heeft <strong>de</strong>els <strong>de</strong> vorm gekregen van een gezamenlijk gesprek. Voorafgaand aan het gesprek is aan <strong>de</strong><br />

betrokkenen een aantal vragen toegezon<strong>de</strong>n dat in <strong>de</strong> bijeenkomst aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is gekomen.<br />

Gezamenlijk geïnterviewd zijn vertegenwoordigers van Vereniging Eigen Huis (VEH), <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Vereniging van Makelaars in <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> goe<strong>de</strong>ren en vastgoed<strong>de</strong>skundigen (NVM), <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke Makelaars<br />

Vereniging. De vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke Makelaars Vereniging gaven aan tevens te<br />

spreken namens <strong>de</strong> Vereniging Bemid<strong>de</strong>ling Onroerend goed (VBO) en <strong>de</strong> Consumentenbond.<br />

Vervolgens zijn vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en het Garantie<br />

Instituut Woningbouw (GIW) afzon<strong>de</strong>rlijk geïnterviewd, alsook een hoogleraar van <strong>de</strong> Vrije Universiteit<br />

te Amsterdam en een hoogleraar van <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n, bei<strong>de</strong>n met specifieke <strong>de</strong>skundigheid<br />

op het gebied.<br />

Tot slot, we<strong>de</strong>rom gezamenlijk, is gesproken met vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Vereniging van Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Projectontwikkelings Maatschappijen (NEPROM), <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Vereniging van Banken (NVB), Woningborg,<br />

Bouwfonds ontwikkeling, Bouwend Ne<strong>de</strong>rland en Stichting Vakantiekampen (SVK). In aanvulling<br />

op <strong>de</strong> informatie die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> face-to-face interviews naar voren is gekomen, zijn per e-mail reacties<br />

gekomen van bouwers. Deze waren via Bouwend Ne<strong>de</strong>rland per e-mail gevraagd naar ervaringen met <strong>de</strong><br />

wet.<br />

Het doel van <strong>de</strong>ze interviewron<strong>de</strong> was het nagaan welke ervaringen <strong>de</strong>ze betrokken organisaties hebben<br />

opgedaan met <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong>, welke problemen zij al dan niet met <strong>de</strong> toepassing ervan<br />

hebben on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n en welke suggesties voor wijziging zij eventueel mochten hebben. Op <strong>de</strong><br />

opmerkingen en aanbevelingen vanuit genoem<strong>de</strong> organisaties wordt in <strong>de</strong> hoofdstukken bij <strong>de</strong> bespreking<br />

van <strong>de</strong> relevante on<strong>de</strong>rzoeksvragen ingegaan.<br />

5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!