Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

01.09.2013 Views

8.3.4. De rol van de notaris MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT 8.3.4.1 Het Amsterdamse model De vertegenwoordiger van de NVM merkt in dit verband allereerst op dat het ‘Amsterdamse model’ niet hetzelfde is als de ‘Amsterdamse praktijk’. Hij vervolgt dat het Amsterdamse model zijns inziens enkel in Amsterdam erg goed functioneert, aangezien de situatie in Amsterdam wezenlijk verschilt van de rest van Nederland: Amsterdam kent het laagste percentage eigenwoningbezit en de hoogste dichtheid van notarissen. Daarnaast wordt er veel grond in erfpacht uitgegeven en is de juridische situatie vaak ingewikkeld. Men zou dan ook kunnen concluderen dat de Amsterdamse praktijk in wezen niet op een vrijwillige keuze is gebaseerd. Nu de situatie in de rest van het land niet hetzelfde is als in Amsterdam, bestaat er buiten Amsterdam geen behoefte aan dit model. Dit onderschrijven de anderen. De vertegenwoordiger van de NVM voorziet voorts problemen indien de tussenkomst van de notaris verplicht zou worden gesteld. Notarissen zouden volgens hem namelijk vaak geen tijd hebben om de koopovereenkomst op te stellen waardoor consumenten gedwongen worden om naar andere plaatsen af te reizen. Daarnaast zou de invoering van een verplichte tussenkomst van de notaris de doodsteek kunnen zijn voor de Amsterdamse praktijk, omdat notarissen zich passief zullen gaan opstellen en geen moeite meer zullen doen voor cliënten. De vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis benadrukt dat het van groot belang is dat consumenten de keuzevrijheid hebben om zelf een deskundige naar wens in te schakelen. Hij is dan ook geen voorstander van een domeinmonopolie op dit gebied, ongeacht welke beroepsgroep deze monopolie zou krijgen. Ook voorziet hij mededingingsrechtelijke problemen bij de verplichte tussenkomst van de notaris. Bovendien zou de verplichte notariële tussenkomst de bedenktijd buiten werking stellen, en extra kosten voor de consument met zich brengen. Hij merkt verder op dat het opmerkelijk is dat notarissen zich de afgelopen 50 jaren niet hebben ingespannen om hun tussenkomst verplicht te stellen, als zij werkelijk een zo belangrijke functie op dit gebied vervullen. Bovendien heeft het Amsterdamse model zich niet over heel Nederland verspreid. In de ogen van de vertegenwoordiger van de NVM is een positief punt van het huidige wettelijke systeem dat de bedenktijd niet alleen ziet op juridische aspecten, maar ook op andere zaken. Vanuit de Vereniging Eigen Huis wordt opgemerkt dat de koper in de bedenktijd ook nog de mogelijkheid heeft om zich tot een notaris te wenden. 8.3.4.2 De twee-wegenleer (ofwel bedenktijd, ofwel inschakeling notaris) De vertegenwoordiger van de Vereniging Eigen Huis is geen voorstander van de twee-wegenleer. Onder de huidige regeling behoudt de koper namelijk de mogelijkheid om een beroep op de bedenktijd te doen ook wanneer hij een notaris inschakelt. Onder de twee-wegenleer verliest de koper deze mogelijkheid echter: hij wordt gedwongen te kiezen tussen een bedenktijd van zeven dagen en het inschakelen van een notaris. Hij zal zich met andere woorden in een slechter positie bevinden dan nu. Een ander nadeel van de twee-wegenleer is dat het gevaar bestaat dat verkopers zijns inziens massaal de bedenktijd zullen proberen te omzeilen door een notaris in te schakelen. 8.3.4.3 Fraudebestrijding Dat door verplichte inschakeling van de notaris vastgoedfraude zou worden bestreden wordt door de betrokkenen in twijfel getrokken. De vertegenwoordiger van de NVM stelt dat de tussenkomst van de notaris zelfs averechts zou kunnen werken bij het tegengaan van fraude. Een notaris heeft immers een geheimhoudingsplicht; wanneer hij twijfels zou hebben, zou hij in gewetensnood kunnen komen. Ook de Wet MOT zal waarschijnlijk geen goede oplossing bieden, nu de geheimhoudingsplicht van de notaris zeer ver strekt. De vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis sluit zich hierbij aan. Ook hij zou er niet voor kiezen om de notaris in te zetten om fraude te bestrijden. De markt zal dan voor een zeer groot deel onnodig worden belast. Het is zijns inziens een te zwaar middel. 192

8.3.5 De 5%-regeling MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT De 5%-regeling functioneert volgens de geïnterviewden goed en is efficiënt, met name omdat er een arbitrageprocedure aan deze regeling is gekoppeld die veelvuldig wordt ingezet. De regeling stimuleert aannemers dan ook om aan hun verplichtingen te voldoen, aldus de vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis. Ook de vertegenwoordiger van de Landelijke Makelaars Vereniging, die zowel vóór als na de invoering van deze regeling in de praktijk werkzaam is geweest, is van mening dat de regeling een goede bescherming aan de consument biedt, en voorts dat de makelaar op deze wijze een goed verhaal heeft voor de consument. Volgens hem heeft de invoering echter weinig veranderingen teweeg gebracht; in de praktijk zijn zowel vóór als na de invoering van de 5%-regeling weinig problemen opgetreden. Op de vraag of een percentage van 5% hoog genoeg is om ondernemers te stimuleren om aan hun verplichtingen te voldoen, antwoordt de vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis dat een percentage van 5% op zich voldoende effectief is om voor aannemers een stimulans te vormen om goede kwaliteit te leveren. De consument heeft hiermee de zekerheid dat hij daadwerkelijk krijgt waar hij recht op heeft. Voorts zal als gevolg van de stijgende prijzen van woningen het bedrag van 5% vanzelf hoger worden. (Voor de uitwerking maakt het weinig verschil of er sprake is van een bankgarantie of een bedrag van 5% in depot). Ook de vertegenwoordiger van de Landelijke Makelaars Vereniging vindt dat de regeling naar behoren functioneert; hij is niet op onduidelijkheden of problemen met betrekking tot deze regeling gestuit. Waar wel in de praktijk onduidelijkheid over bestaat is de situatie met betrekking tot gemeenschappelijke gedeelten in woningen, nu dit niet in de standaard GIW-contracten geregeld wordt. Wie mag/mogen 5% inhouden indien de gemeenschappelijke gedeelten van een appartementencomplex niet naar behoren zijn opgeleverd? Laatstgenoemde GIW contracten werken overigens in de praktijk goed. Over het genoemde knelpunt wordt nader gesproken met de betrokken instanties. 8.4 Resultaten tweede gezamenlijke interview: bouwers en projectontwikkelaars 8.4.1 Algemene opmerkingen De vertegenwoordigers van bouwers en projectontwikkelaars hebben met name te maken met de 5% regeling. Tijdens het gesprek zijn de werking van deze regeling in de praktijk en de knelpunten die de bouwers tegen zijn gekomen aan de orde geweest. Aangegeven wordt dat er tot de inwerkingtreding van de wet gebruik werd gemaakt van de eigen regeling, zijnde de opleveringsregeling 1991, waarin was opgenomen dat herstel van het gebrek binnen twee weken plaats moest vinden. Voor de koper was een actieve rol weggelegd als het ging om het zich beroepen op opschortingsrechten. Onder de huidige wettelijke regeling zijn het veelal de ondernemers voor wiens rekening de proceskosten komen als de arbitrageregeling wordt ingeroepen. Omdat de laatste 5% van de aanneemsom gedurende drie maanden mag blijven staan en ook gebreken die na de oplevering optreden in beginsel de opschorting rechtvaardigen, is het voor de ondernemer niet aantrekkelijk direct de oplevergebreken te herstellen. Er kunnen immers in de drie opvolgende maanden meer gebreken aan het licht komen die moeten worden hersteld, en bovendien valt de laatste 5% toch niet sneller vrij. Dit is volgens de geïnterviewden nadelig voor de koper. Daarnaast ontstaan vaak discussies over gebreken die niet in het opleveringsrapport zijn opgenomen, maar die eenzijdig door de koper worden aangevoerd en gebruikt als argument om betaling op te schorten. De ondernemer zal om arbitragekosten en verdere vertraging te voorkomen geneigd zijn met de koper te onderhandelen en een “deal” te maken. 8.4.2 Ervaringen van de bouwers Uit het gesprek blijkt dat de ondernemers veel problemen met de huidige regeling hebben. De regeling schiet volgens de betrokkenen zijn doel voorbij. Naar het oordeel van Woningborg zou de 5% -regeling 193

8.3.4. De rol van <strong>de</strong> notaris<br />

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

8.3.4.1 Het Amsterdamse mo<strong>de</strong>l<br />

De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> NVM merkt in dit verband allereerst op dat het ‘Amsterdamse mo<strong>de</strong>l’ niet<br />

hetzelf<strong>de</strong> is als <strong>de</strong> ‘Amsterdamse praktijk’. Hij vervolgt dat het Amsterdamse mo<strong>de</strong>l zijns inziens enkel in<br />

Amsterdam erg goed functioneert, aangezien <strong>de</strong> situatie in Amsterdam wezenlijk verschilt van <strong>de</strong> rest van<br />

Ne<strong>de</strong>rland: Amsterdam kent het laagste percentage eigenwoningbezit en <strong>de</strong> hoogste dichtheid van notarissen.<br />

Daarnaast wordt er veel grond in erfpacht uitgegeven en is <strong>de</strong> juridische situatie vaak ingewikkeld.<br />

Men zou dan ook kunnen conclu<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> Amsterdamse praktijk in wezen niet op een vrijwillige keuze<br />

is gebaseerd. Nu <strong>de</strong> situatie in <strong>de</strong> rest van het land niet hetzelf<strong>de</strong> is als in Amsterdam, bestaat er buiten<br />

Amsterdam geen behoefte aan dit mo<strong>de</strong>l. Dit on<strong>de</strong>rschrijven <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren.<br />

De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> NVM voorziet voorts problemen indien <strong>de</strong> tussenkomst van <strong>de</strong> notaris verplicht<br />

zou wor<strong>de</strong>n gesteld. Notarissen zou<strong>de</strong>n volgens hem namelijk vaak geen tijd hebben om <strong>de</strong> koopovereenkomst<br />

op te stellen waardoor consumenten gedwongen wor<strong>de</strong>n om naar an<strong>de</strong>re plaatsen af te reizen.<br />

Daarnaast zou <strong>de</strong> invoering van een verplichte tussenkomst van <strong>de</strong> notaris <strong>de</strong> doodsteek kunnen zijn<br />

voor <strong>de</strong> Amsterdamse praktijk, omdat notarissen zich passief zullen gaan opstellen en geen moeite meer<br />

zullen doen voor cliënten.<br />

De vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis benadrukt dat het van groot belang is dat consumenten<br />

<strong>de</strong> keuzevrijheid hebben om zelf een <strong>de</strong>skundige naar wens in te schakelen. Hij is dan ook geen voorstan<strong>de</strong>r<br />

van een domeinmonopolie op dit gebied, ongeacht welke beroepsgroep <strong>de</strong>ze monopolie zou krijgen.<br />

Ook voorziet hij me<strong>de</strong>dingingsrechtelijke problemen bij <strong>de</strong> verplichte tussenkomst van <strong>de</strong> notaris. Bovendien<br />

zou <strong>de</strong> verplichte notariële tussenkomst <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd buiten werking stellen, en extra kosten voor <strong>de</strong><br />

consument met zich brengen. Hij merkt ver<strong>de</strong>r op dat het opmerkelijk is dat notarissen zich <strong>de</strong> afgelopen<br />

50 jaren niet hebben ingespannen om hun tussenkomst verplicht te stellen, als zij werkelijk een zo belangrijke<br />

functie op dit gebied vervullen. Bovendien heeft het Amsterdamse mo<strong>de</strong>l zich niet over heel Ne<strong>de</strong>rland<br />

verspreid.<br />

In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> vertegenwoordiger van <strong>de</strong> NVM is een positief punt van het huidige wettelijke systeem<br />

dat <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd niet alleen ziet op juridische aspecten, maar ook op an<strong>de</strong>re <strong>zaken</strong>. Vanuit <strong>de</strong> Vereniging<br />

Eigen Huis wordt opgemerkt dat <strong>de</strong> koper in <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd ook nog <strong>de</strong> mogelijkheid heeft om zich tot<br />

een notaris te wen<strong>de</strong>n.<br />

8.3.4.2 De twee-wegenleer (ofwel be<strong>de</strong>nktijd, ofwel inschakeling notaris)<br />

De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> Vereniging Eigen Huis is geen voorstan<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> twee-wegenleer. On<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> huidige regeling behoudt <strong>de</strong> koper namelijk <strong>de</strong> mogelijkheid om een beroep op <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd te doen<br />

ook wanneer hij een notaris inschakelt. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> twee-wegenleer verliest <strong>de</strong> koper <strong>de</strong>ze mogelijkheid echter:<br />

hij wordt gedwongen te kiezen tussen een be<strong>de</strong>nktijd van zeven dagen en het inschakelen van een notaris.<br />

Hij zal zich met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n in een slechter positie bevin<strong>de</strong>n dan nu. Een an<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

twee-wegenleer is dat het gevaar bestaat dat verkopers zijns inziens massaal <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd zullen proberen<br />

te omzeilen door een notaris in te schakelen.<br />

8.3.4.3 Frau<strong>de</strong>bestrijding<br />

Dat door verplichte inschakeling van <strong>de</strong> notaris vastgoedfrau<strong>de</strong> zou wor<strong>de</strong>n bestre<strong>de</strong>n wordt door <strong>de</strong> betrokkenen<br />

in twijfel getrokken. De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> NVM stelt dat <strong>de</strong> tussenkomst van <strong>de</strong> notaris<br />

zelfs averechts zou kunnen werken bij het tegengaan van frau<strong>de</strong>. Een notaris heeft immers een geheimhoudingsplicht;<br />

wanneer hij twijfels zou hebben, zou hij in gewetensnood kunnen komen. Ook <strong>de</strong><br />

<strong>Wet</strong> MOT zal waarschijnlijk geen goe<strong>de</strong> oplossing bie<strong>de</strong>n, nu <strong>de</strong> geheimhoudingsplicht van <strong>de</strong> notaris zeer<br />

ver strekt. De vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis sluit zich hierbij aan. Ook hij zou er niet<br />

voor kiezen om <strong>de</strong> notaris in te zetten om frau<strong>de</strong> te bestrij<strong>de</strong>n. De markt zal dan voor een zeer groot <strong>de</strong>el<br />

onnodig wor<strong>de</strong>n belast. Het is zijns inziens een te zwaar mid<strong>de</strong>l.<br />

192

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!