Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT woordiger van de Vereniging Eigen Huis voegt hier aan toe dat kopers in de praktijk vaak al een bedenktijd van vier dagen hebben op grond van de bepalingen in de Algemene Termijnen Wet, nu zij de beslissing om een woning te kopen vaak in een weekeinde nemen. De bedenktijd is volgens hem vooral bedoeld om kopers de gelegenheid te geven om hun zaken goed te kunnen regelen. Zo kunnen zij in alle rust voor financiering zorgen, of de woning nogmaals bezichtigen. Een termijn van drie dagen is volgens de geïnterviewden dan ook in beginsel voldoende. Overigens acht de vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis de vrees dat de bedenktijd tot gevolg heeft dat kopers op lichtzinnige wijze woningen kopen, om vervolgens de koopovereenkomst te ontbinden wanneer zij binnen de bedenktijd een aantrekkelijker woning vinden, ongegrond. Een dergelijke handelswijze komt in de praktijk nauwelijks voor. Ook gebeurt het niet dat kopers meerdere woningen tegelijkertijd kopen, om hieruit vervolgens het mooiste huis te kiezen. Een dergelijke handelwijze zou voor een gemiddeld persoon onbetaalbaar zijn gezien het risico dat er niet op tijd wordt ontbonden en de koper alsnog moet afnemen. 8.3.2.3 Zou de bedenktijd ook voor de verkoper moeten gelden? De vertegenwoordiger van de Landelijke Makelaars Vereniging stelt dat het in de praktijk wel eens voorkomt dat niet de koper, maar de verkoper een beroep op de bedenktijd wenst te doen. Volgens de vertegenwoordiger van de Vereniging Eigen Huis is het echter niet nodig om ook de verkoper een bedenktijd te gunnen, aangezien deze zich al langere tijd met de verkoop van de woning heeft beziggehouden. In tegenstelling tot de koper kent hij de woning dan ook goed. Eventueel zou de verkoper zijn woning liever niet aan een specifieke koper willen verkopen, maar dit is geen goede reden om hem ook een bedenktijd toe te kennen. De vertegenwoordiger van de NVM onderschrijft dit. Het doel van deze regeling is zijns inziens immers het beschermen van de zwakkere partij (i.c. de koper). Bovendien heeft de verkoper bijna altijd een sterke(re) positie dan de koper, waardoor hij veelal de mogelijkheid heeft om (contractueel) een bedenktijd voor zichzelf te bedingen. De onderzoeker merkt in dit verband op dat het voor zou kunnen komen dat de huizenmarkt erg ongunstig is voor de verkoper, waardoor de koper een contract zou kunnen bedingen dat voor de verkoper erg ongunstig is. De vertegenwoordiger van de Vereniging Eigen Huis meent echter dat er ook dan geen reden is om de verkoper een bedenktijd te gunnen. De verkoper heeft immers altijd van tevoren de mogelijkheid gehad om zich goed af te vragen of hij zijn woning überhaupt wel wil verkopen, zodat hij de woningmarkt in de regel reeds onderzocht zal hebben. Ook de vertegenwoordigers van de Landelijke Makelaars Vereniging en de NVM zijn deze mening toegedaan. Overigens is het volgens de geïnterviewden bij nieuwbouwwoningen niet wenselijk dat een verkoper een bedenktijd zou hebben: veelal wacht de koper immers al enkele jaren op zijn nieuwbouwwoning. Het zou zeer onredelijk zijn wanneer in dergelijke gevallen de koop op het laatste moment niet doorgaat, aldus de vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis. 8.3.2.4 De status van de mondelinge overeenkomst en de pre-contractuele fase Zowel de vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis als de vertegenwoordiger van de NVM stellen vast dat zij op dit gebied nauwelijks problemen zijn tegengekomen in de praktijk. De rechtspraak is naar hun mening op dit punt duidelijk en heeft de problemen die zich hieromtrent voordoen al opgelost. Eventuele problemen die op dit gebied spelen zijn wat hen betreft dan ook slechts theoretisch van aard. De vertegenwoordiger van de Vereniging Eigen Huis maakt zich dan ook geen zorgen om de status van de mondelinge overeenkomst. De vertegenwoordiger van de Landelijke Makelaars Vereniging merkt voorts op dat bij de meeste geschillen waarin op het eerste gezicht de mondelinge fase van de overeenkomst voor problemen zorgt, de problemen in werkelijkheid door andere factoren worden veroorzaakt. 190
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT 8.3.2.5 Dient het schriftelijkheidsvereiste te gelden voor alle onroerende goederen en ook voor professionele partijen? Alle geïnterviewden in deze sessie zijn van mening dat deze vraag in de praktijk geen rol speelt, en dat een uitbreiding van het schriftelijkheidsvereiste niet nodig is. In de gevallen waarin de koop niet op woningen ziet, zijn immers in de meeste gevallen zowel de koper als de verkoper professionele partijen. Zij zullen volgens de geïnterviewden dan ook geen bescherming behoeven. Bovendien leggen partijen in dergelijke gevallen vaak al veel zaken contractueel vast. Het heeft dan ook weinig zin om de maatschappij te belasten met overbodige formaliteiten. De vertegenwoordiger van de NVM voegt hieraan nog toe dat het weliswaar kan voorkomen dat er twijfel bestaat over de huur van een woning, maar dat in dergelijke gevallen bij de wettelijke regeling voor woningen kan worden aangesloten. 8.3.3 De Vormerkung 8.3.3.1 Wat moet worden ingeschreven? Wat moet naar de mening van de betrokkenen worden ingeschreven; de integrale koopovereenkomst, dus inclusief de koopprijs, slechts het recht op levering, iets daar tussenin? De vertegenwoordiger van de Vereniging Eigen Huis merkt op dat hij niet zeker weet wat er precies dient te worden ingeschreven. Volgens hem zou dit de integrale koopovereenkomst moeten zijn. Ook de vertegenwoordiger van de NVM acht dit juist. Alle geïnterviewden in dit interview zijn het erover eens dat de regeling van de Vormerkung dient te worden gehandhaafd. Zij biedt een goede bescherming tegen een dubbele verkoop en levert in de praktijk geen problemen op. Ook de in de literatuur genoemde problemen die de Vormerkung voor o.a. beslagleggers zou kunnen veroorzaken, hebben zich niet voorgedaan. Volgens de vertegenwoordiger van de NVM is de discussie over de Vormerkung te theoretisch van aard. 8.3.3.2 Kan de Vormerkung bijdragen aan de ontvlechting van de boven- en de onderwereld, en daarnaast voor meer transparantie zorgen? De vertegenwoordiger van de NVM merkt in dit verband op dat de inschrijving van de koopovereenkomst onder de huidige wet vrijwillig geschiedt. Daarom heeft de Vormerkung in het kader van de fraudebestrijding geen nut. Volgens de vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis zorgt de regeling van de Vormerkung niet voor meer transparantie bij vastgoedtransacties. Naar zijn mening is het argument dat de Vormerkung aan de fraudebestrijding zou kunnen bijdragen slechts een kunstgreep van notarissen om hun tussenkomst bij de koopakte verplicht te laten stellen. De anderen zijn het hier mee eens. Een verplichte tussenkomst van de notaris zal naar de mening van de geïnterviewden fraude niet tegengaan, maar slechts voor een verdere uitbreiding van het domeinmonopolie van de notarissen zorgen. 8.3.3.3 De Vormerkung in de bedenktijd In de bedenktijd wordt van de Vormerkung zeer weinig gebruik gemaakt. Er bestaat volgens de vertegenwoordiger van de Vereniging Eigen Huis dan ook geen goede reden om deze regeling te handhaven. De vertegenwoordiger van de NVM ziet geen reden om bij de Vormerkung in de bedenktijd een andere systematiek te hanteren dan bij de Vormerkung buiten de bedenktijd. Hij zou dan ook willen aanbevelen om ofwel deze regeling af te schaffen, ofwel om deze gelijk te stellen met de Vormerkung buiten de bedenktijd (waardoor overigens wel het gevaar bestaat dat de gehele regeling tot een ‘algemene dode letter’ verwordt). De vertegenwoordiger van de NVM kan zich voorstellen dat mensen in de richting van de notaris worden geduwd, omdat hij de Vormerkung inschrijft. Hoe belangrijker de Vormerkung gevonden wordt, hoe meer men naar de notaris moet gaan. Opmerking verdient volgens de geïnterviewden dat het begrip ‘notariële akte’ niet meer goed de lading dekt, nu de notaris steeds meer van zijn werkzaamheden aan lager geschoolden uitbesteedt. 191
- Page 155 and 156: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 157 and 158: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 159 and 160: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 161 and 162: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 163 and 164: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 165: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 168 and 169: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 170 and 171: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 172 and 173: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 174 and 175: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 176 and 177: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 178 and 179: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 180 and 181: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 182 and 183: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 184 and 185: 7.4.3 De makelaar MOLENGRAAFF INSTI
- Page 186 and 187: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 188 and 189: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 190 and 191: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 192 and 193: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 194 and 195: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 196 and 197: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 198 and 199: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 200 and 201: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 202 and 203: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 204 and 205: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 208 and 209: 8.3.4. De rol van de notaris MOLENG
- Page 210 and 211: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 212 and 213: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 214 and 215: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 216 and 217: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 218 and 219: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 220 and 221: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 222 and 223: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 224 and 225: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 226 and 227: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 228 and 229: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 230 and 231: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 232 and 233: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 234 and 235: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 236 and 237: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 238 and 239: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 240 and 241: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 242 and 243: 9.6.4 Aanbevelingen MOLENGRAAFF INS
- Page 244 and 245: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 246 and 247: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 248 and 249: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 250 and 251: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 252 and 253: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 254 and 255: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
woordiger van <strong>de</strong> Vereniging Eigen Huis voegt hier aan toe dat kopers in <strong>de</strong> praktijk vaak al een be<strong>de</strong>nktijd<br />
van vier dagen hebben op grond van <strong>de</strong> bepalingen in <strong>de</strong> Algemene Termijnen <strong>Wet</strong>, nu zij <strong>de</strong> beslissing<br />
om een woning te kopen vaak in een weekein<strong>de</strong> nemen. De be<strong>de</strong>nktijd is volgens hem vooral bedoeld<br />
om kopers <strong>de</strong> gelegenheid te geven om hun <strong>zaken</strong> goed te kunnen regelen. Zo kunnen zij in alle rust voor<br />
financiering zorgen, of <strong>de</strong> woning nogmaals bezichtigen. Een termijn van drie dagen is volgens <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n<br />
dan ook in beginsel voldoen<strong>de</strong>.<br />
Overigens acht <strong>de</strong> vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis <strong>de</strong> vrees dat <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd tot gevolg<br />
heeft dat kopers op lichtzinnige wijze woningen kopen, om vervolgens <strong>de</strong> koopovereenkomst te ontbin<strong>de</strong>n<br />
wanneer zij binnen <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd een aantrekkelijker woning vin<strong>de</strong>n, ongegrond. Een <strong>de</strong>rgelijke han<strong>de</strong>lswijze<br />
komt in <strong>de</strong> praktijk nauwelijks voor. Ook gebeurt het niet dat kopers meer<strong>de</strong>re woningen tegelijkertijd<br />
kopen, om hieruit vervolgens het mooiste huis te kiezen. Een <strong>de</strong>rgelijke han<strong>de</strong>lwijze zou voor een<br />
gemid<strong>de</strong>ld persoon onbetaalbaar zijn gezien het risico dat er niet op tijd wordt ontbon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> koper<br />
alsnog moet afnemen.<br />
8.3.2.3 Zou <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd ook voor <strong>de</strong> verkoper moeten gel<strong>de</strong>n?<br />
De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke Makelaars Vereniging stelt dat het in <strong>de</strong> praktijk wel eens voorkomt<br />
dat niet <strong>de</strong> koper, maar <strong>de</strong> verkoper een beroep op <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd wenst te doen. Volgens <strong>de</strong> vertegenwoordiger<br />
van <strong>de</strong> Vereniging Eigen Huis is het echter niet nodig om ook <strong>de</strong> verkoper een be<strong>de</strong>nktijd<br />
te gunnen, aangezien <strong>de</strong>ze zich al langere tijd met <strong>de</strong> verkoop van <strong>de</strong> woning heeft beziggehou<strong>de</strong>n. In tegenstelling<br />
tot <strong>de</strong> koper kent hij <strong>de</strong> woning dan ook goed. Eventueel zou <strong>de</strong> verkoper zijn woning liever<br />
niet aan een specifieke koper willen verkopen, maar dit is geen goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n om hem ook een be<strong>de</strong>nktijd<br />
toe te kennen. De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> NVM on<strong>de</strong>rschrijft dit. Het doel van <strong>de</strong>ze regeling is zijns<br />
inziens immers het beschermen van <strong>de</strong> zwakkere partij (i.c. <strong>de</strong> koper). Bovendien heeft <strong>de</strong> verkoper bijna<br />
altijd een sterke(re) positie dan <strong>de</strong> koper, waardoor hij veelal <strong>de</strong> mogelijkheid heeft om (contractueel) een<br />
be<strong>de</strong>nktijd voor zichzelf te bedingen.<br />
De on<strong>de</strong>rzoeker merkt in dit verband op dat het voor zou kunnen komen dat <strong>de</strong> huizenmarkt erg ongunstig<br />
is voor <strong>de</strong> verkoper, waardoor <strong>de</strong> koper een contract zou kunnen bedingen dat voor <strong>de</strong> verkoper erg<br />
ongunstig is. De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> Vereniging Eigen Huis meent echter dat er ook dan geen re<strong>de</strong>n<br />
is om <strong>de</strong> verkoper een be<strong>de</strong>nktijd te gunnen. De verkoper heeft immers altijd van tevoren <strong>de</strong> mogelijkheid<br />
gehad om zich goed af te vragen of hij zijn woning überhaupt wel wil verkopen, zodat hij <strong>de</strong> woningmarkt<br />
in <strong>de</strong> regel reeds on<strong>de</strong>rzocht zal hebben. Ook <strong>de</strong> vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke Makelaars<br />
Vereniging en <strong>de</strong> NVM zijn <strong>de</strong>ze mening toegedaan. Overigens is het volgens <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n bij<br />
nieuwbouwwoningen niet wenselijk dat een verkoper een be<strong>de</strong>nktijd zou hebben: veelal wacht <strong>de</strong> koper<br />
immers al enkele jaren op zijn nieuwbouwwoning. Het zou zeer onre<strong>de</strong>lijk zijn wanneer in <strong>de</strong>rgelijke gevallen<br />
<strong>de</strong> koop op het laatste moment niet doorgaat, aldus <strong>de</strong> vertegenwoordiger van Vereniging Eigen<br />
Huis.<br />
8.3.2.4 De status van <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge overeenkomst en <strong>de</strong> pre-contractuele fase<br />
Zowel <strong>de</strong> vertegenwoordiger van Vereniging Eigen Huis als <strong>de</strong> vertegenwoordiger van <strong>de</strong> NVM stellen<br />
vast dat zij op dit gebied nauwelijks problemen zijn tegengekomen in <strong>de</strong> praktijk. De rechtspraak is naar<br />
hun mening op dit punt dui<strong>de</strong>lijk en heeft <strong>de</strong> problemen die zich hieromtrent voordoen al opgelost. Eventuele<br />
problemen die op dit gebied spelen zijn wat hen betreft dan ook slechts theoretisch van aard. De<br />
vertegenwoordiger van <strong>de</strong> Vereniging Eigen Huis maakt zich dan ook geen zorgen om <strong>de</strong> status van <strong>de</strong><br />
mon<strong>de</strong>linge overeenkomst. De vertegenwoordiger van <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke Makelaars Vereniging merkt voorts<br />
op dat bij <strong>de</strong> meeste geschillen waarin op het eerste gezicht <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge fase van <strong>de</strong> overeenkomst voor<br />
problemen zorgt, <strong>de</strong> problemen in werkelijkheid door an<strong>de</strong>re factoren wor<strong>de</strong>n veroorzaakt.<br />
190