Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
eenkomst van <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> een structuur kent die niet alleen wordt bepaald door <strong>de</strong> vrijheid van<br />
partijen en hun on<strong>de</strong>rling vertrouwen, maar in belangrijke mate ook door krachten in het maatschappelijke<br />
veld. Hierbij wordt in ogenschouw genomen dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>stijds voorgestel<strong>de</strong> regulering een eigen dynamiek<br />
kent en <strong>de</strong> omgeving veran<strong>de</strong>rt. Hetzelf<strong>de</strong> zal gel<strong>de</strong>n voor een eventuele wetswijziging. Dit betekent dat<br />
eerst <strong>de</strong> effecten en neveneffecten van <strong>de</strong> huidige regulering wor<strong>de</strong>n benoemd. Aanbevelingen wor<strong>de</strong>n<br />
vervolgens niet voorgedragen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> premisse van gelijkblijven<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, maar gaan gepaard<br />
met een bespreking van <strong>de</strong> te verwachten gevolgen. Een twee<strong>de</strong> toetssteen is <strong>de</strong> externe consistentie. In<br />
hoeverre sluit <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> aan bij aanpalen<strong>de</strong> wet- en regelgeving? Is een eventuele<br />
breuk met beginselen van contractenrecht in <strong>de</strong>ze te rechtvaardigen?<br />
1.4 Probleemstelling en on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />
1.4.1 Kernvraag<br />
Het doel van het on<strong>de</strong>rzoek is <strong>de</strong> <strong>evaluatie</strong> van <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> zoals in werking getre<strong>de</strong>n<br />
op 1 september 2003. De kernvraag luidt:<br />
In hoeverre voldoet <strong>de</strong> werking van <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> in <strong>de</strong> praktijk aan <strong>de</strong> doelstelling van <strong>de</strong> wet, in<br />
het bijzon<strong>de</strong>r gelet op <strong>de</strong> in literatuur, rechtspraak en praktijk gesignaleer<strong>de</strong> knelpunten en welke aanpassingen zijn<br />
eventueel wenselijk?<br />
1.4.2 Probleemstelling<br />
Deze <strong>evaluatie</strong> geschiedt aan <strong>de</strong> hand van een vierledige probleemstelling:<br />
(1) Is er re<strong>de</strong>n tot uitbreiding van het vormvereiste van een schriftelijke koopovereenkomst, door<br />
<strong>de</strong>ze ook verplicht te stellen als <strong>de</strong> koop betrekking heeft op zakelijk onroerend goed en <strong>de</strong><br />
koper <strong>de</strong> aankoop doet in uitoefening van een beroep of bedrijf?<br />
(2) Is <strong>de</strong> bescherming die <strong>de</strong> wetgever <strong>de</strong> consumentkoper van een woning heeft gegeven met <strong>de</strong><br />
in artikel 7:2 BW bedoel<strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd van drie dagen en <strong>de</strong> in artikel 7:3 BW bedoel<strong>de</strong> mogelijkheid<br />
van inschrijving van <strong>de</strong> koopovereenkomst in <strong>de</strong> openbare registers, afdoen<strong>de</strong> gebleken?<br />
(3) Heeft <strong>de</strong> 5%-regeling van artikel 7:768 BW <strong>de</strong> daarmee beoog<strong>de</strong> versterking van <strong>de</strong> positie<br />
van <strong>de</strong> consumentkoper van een nieuwbouwwoning bewerkstelligd?<br />
(4) Is er re<strong>de</strong>n of noodzaak <strong>de</strong>ze be<strong>de</strong>nktijd te vervangen of <strong>de</strong> bescherming uit te brei<strong>de</strong>n door<br />
verplichte notariële tussenkomst in <strong>de</strong> obligatoire fase van <strong>de</strong> koopovereenkomst?<br />
1.4.3 On<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />
De voornoem<strong>de</strong> vierledige probleemstelling wordt beantwoord aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen:<br />
Ad (1)<br />
a. Is <strong>de</strong> invoering van het vormvereiste van schriftelijkheid zoals neergelegd in <strong>de</strong> artikelen 7:2<br />
en 7:766 lid 1 BW doeltreffend gebleken?<br />
b. Hebben zich problemen voorgedaan bij <strong>de</strong> toepassing en sanctionering van dit vormvoorschrift?<br />
c. Is het wenselijk dat <strong>de</strong> koop op elektronische wijze tot stand kan komen?<br />
d. Zijn <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> bepalingen die schriftelijkheid voorschrijven, voldoen<strong>de</strong> omschreven of<br />
dient <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>finiëring te wor<strong>de</strong>n aangepast?<br />
e. Is er re<strong>de</strong>n tot uitbreiding van het vormvereiste van een schriftelijke koopovereenkomst, ook<br />
indien <strong>de</strong> koop niet op een tot woning bestem<strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak betrekking heeft, en ook als<br />
<strong>de</strong> koper niet een ‘consument’ is? En voorts als er geen sprake is van een overeenkomst tot<br />
aanneming van <strong>de</strong> bouw van een nieuwbouwwoning in opdracht van een consument?<br />
3