Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT aanvrager. 36 Ook kan er gebruik worden gemaakt van verschillende versies van de koopovereenkomst. 37 De notaris kan dan over een andere versie beschikken dan de hypotheekhouder. Identiteitsbewijzen kunnen worden vervalst, omdat de echte aanvrager bij de hypotheekhouder bekend staat als fraudeur of omdat de aanvrager nooit van plan is om de hypotheek af te lossen. Met een valse identiteit wil deze persoon bewerkstelligen dat de bank op niemand verhaal kan nemen. 38 In het Verificatie Informatie Systeem (VIS) staan vijf miljoen documentnummers opgenomen als gesloten, vermist of anderszins. 39 Er wordt echter ook gebruik gemaakt van look-a-likes. Zoals hierboven al is vermeld, wordt hypotheekfraude onder andere gepleegd door fraude met taxatierapporten. De hypotheekaanvraag wordt door de hypotheekhouder onder andere beoordeeld door middel van de waarde van het onderpand. Met een taxatie kan de hypotheekhouder de waarde nagaan en zo onder andere de risico’s inschatten en bepalen hoe hoog de verstrekking zal zijn. Fraude wordt gepleegd door bijvoorbeeld het compleet vervalsen van het briefpapier van een taxateur, maar ook wordt er opdracht gegeven om de onroerende zaak leeg te taxeren, terwijl dit niet juist is. 40 Daarnaast worden taxaties soms verricht zonder de woning ooit te hebben bezocht, of taxateurs komen niet uit de streek waar het object staat. Ook wordt er fraude gepleegd met de bouwdepots. De taxateur wordt gevraagd bij de taxatie rekening te houden met de beoogde verbouwing, waardoor de hypotheekverstrekking hoger komt te liggen. Vervolgens wordt het bouwdepot bijvoorbeeld leeggehaald met vervalste facturen. 41 Bij hypotheekfraude is vaak een gemene deler te vinden: er wordt onjuiste informatie verstrekt over de bestemming van de woning. In het taxatierapport wordt aangegeven dat de woning leeg is en bestemd voor eigen gebruik, maar de koper is helemaal niet van plan er zelf in te gaan wonen. 42 Hypotheekfraude hoeft niet altijd tot schade te lijden. Zo zal er voor de hypotheekhouder sprake zijn van schade indien de hypotheeklasten niet worden afgelost en de onroerende zaak bij executieverkoop niet genoeg voor de hypotheekhouder oplevert. 43 In veel van deze gevallen zal de eigenaar van de verkochte onroerende zaak met een restschuld blijven zitten. 44 7.2.2.4 Belastingontduiking Ook belastingontduiking kent verschillende verschijningsvormen. Met betrekking tot onroerende zaken kan men bijvoorbeeld gebruik maken van rendementsheffing, door het ‘onderplaatsen’ van winsten en onderhands betalen van onroerende zaken. 45 Zo wordt er bijvoorbeeld fraude gepleegd in de sfeer van de inkomstenbelasting. De tweede en volgende onroerende zaak komen in box 3 terecht. Men is niet meer verplicht om het rendement op het bezit van onroerende zaken aan te tonen, iets wat men vóór de belastingherziening in 2001 wel diende te doen, bijvoorbeeld door verplicht de gemaakte kosten van een verbouwing aan te tonen. Nu neemt men een vast rendement aan in box 3 en hoeft niets meer aangetoond te worden. Dit maakt misbruik en belastingontduiking mogelijk. De hypotheekrente is in box 3 niet aftrekbaar en men zou met zwart geld de woning kunnen opknappen. Zonder dat er belasting wordt geheven over het extra ontstane rendement, kan de stijging van de waarde enorm groot zijn. Dit laatste kan overi- 36 Ferwerda e.a. 2007, p. 85 en 86. 37 Didde 2009. 38 Ferwerda e.a. 2007, p. 87. 39 Hogendoorn 2007. 40 Ferwerda e.a. 2007, p. 86 en 87. 41 Ferwerda e.a. 2007, p. 87. 42 Van Gestel 2008, p. 118. 43 Ferwerda e.a. 2007, p. 132. 44 Van Gestel 2008, p. 57. 45 Ferwerda e.a. 2007, p. 132. 156
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT gens ook een vorm van witwassen zijn. 46 Is er sprake van een meer dan normaal vermogensbeheer, dient de winst echter belast te worden in box 1. Door dit boxenstelsel probeert men eerst de woning in box 3 aan te geven en ziet men wel of de Belastingdienst er achter komt. 47 Met ‘onderplaatsen van winsten’ kunnen speculanten behaalde winsten (bij hen belast in box 1) naar bijvoorbeeld een particulier verplaatsen, zodat winsten in box 3 worden belast. 48 Een voorbeeld: “De speculant schakelt dan een ander persoon in, die met hem samenspant. De speculant verkoopt zijn woning voor minder winst aan zijn ‘handlanger’, en deze verkoopt het vervolgens aan een derde. De winst die de handlanger vangt, houdt hij niet zelf, maar draagt hij zwart af aan de speculant.” 49 Een variant op bovenstaande kan men in onderstaand voorbeeld uit een arrest van de Hoge Raad terugvinden: “[…] het ontduiken van vennootschapsbelasting door middel van zogenaamde ABC-transacties. Deze zouden aldus hebben plaatsgevonden dat de van ontduiken van vennootschapsbelasting verdachte verkoper (A) het te verkopen onroerend goed verkocht aan C, maar de overdracht liet plaatsvinden door het onroerende goed op papier eerst te verkopen en over te dragen aan zijn financieel onbemiddelde, liefst in een ver land wonende stroman B (als particulier niet belastingplichtig ten aanzien van door hem verworven vermogenswinst), die het onroerend goed nog dezelfde dag of kort daarna overdroeg aan koper C, zodat A de winst van de transactie tussen B en C wel van zijn stroman B kon ontvangen maar die winst voor de vennootschapsbelasting, immers op papier winst van B, verborgen kon houden.” 50 Een andere vorm van belastingontduiking kan het ‘onder de tafel betalen’ van panden zijn. In zo’n geval wordt bijvoorbeeld een bedrag A in de notariële akte vermeld, terwijl partijen onderling een ander (hoger) bedrag B hebben afgesproken. Het verschil wordt onderhands betaald. Over dat verschil wordt geen overdrachtsbelasting betaald. Een ander voorbeeld wordt genoemd waarbij ook sprake kan zijn van belastingontduiking: “Het gaat om een transactie van partij A naar partij B, waarbij A uit een veiling moet verkopen en B een onderneming is, een makelaar annex financieel tussenpersoon. De prijs op de veiling is 110.000 euro. Dezelfde dag verkoopt C aan D zonder het pand in eigendom te hebben voor 165.000 euro. Partij D is niet gelieerd aan A, B of C. Er is dus een waardesprong van 55.000 euro. Vervolgens blijkt er ook een tussentransactie te zijn, die later is overeengekomen, waarbij de vrouw van de ondernemer (B) het pand koopt tegen de oorspronkelijke prijs van 110.000 euro. Die transactie is overeengekomen op het moment dat al bekend is dat het pand aan een derde is verkocht voor 165.000 euro. Daarnaast worden er nog wat kosten in rekening gebracht: de onderneming krijgt in de eerste transactie 10.000 euro kosten voor haar rekening, de vrouw van de ondernemer krijgt deze kosten niet doorberekend, maar berekent ze wel door aan de eindpartij. De onderneming wordt dus twee keer fiscaal benadeeld: één keer omdat ze kosten voor haar rekening krijgt die niet voor haar zijn en één keer loopt ze een voordeel mis dat voorzienbaar was op het moment dat de transactie tot stand kwam. De winst is op dat moment fiscaal afgeroomd en wordt aan de andere kant waarschijnlijk door de vrouw als onbelaste vermogenswinst aangegeven. Dat is niet zeker, maar wel erg voor de hand liggend: anders hoef je de transactie niet zo in te richten. Samenvattend: de notaris doet drie transacties, wordt driemaal betaald voor de tussenakten, terwijl een directe levering voor de hand had gelegen. Ik ga er vanuit dat partij A niet wordt benadeeld en dat partij D de juiste prijs betaalt. Maar de fiscus, lees de Nederlandse samenleving, waar de notaris ook zorg voor heeft, wordt benadeeld.” 51 Men dient er wel op bedacht te zijn dat de notaris een specialist is in de overdrachtsbelasting en de successie- en schenkingsrechten. Van de finesses van andere belastingen, zal de notaris niet altijd op de hoogte 46 Ferwerda e.a. 2007, p. 93. 47 Ferwerda e.a. 2007, p. 132. 48 Ferwerda e.a. 2007, p. 94. 49 Ferwerda e.a. 2007, p. 132. 50 HR 30 oktober 2007, NJ 2008, 115 (Surinaamse ABC stromannen I), 4 (concl. A-G Vellinga). 51 De heer F. Winkel, directeur bij het BFT wordt geciteerd in De Gruiter 2006c. 157
- Page 121 and 122: Visies MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR P
- Page 123 and 124: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 125 and 126: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 127 and 128: Samenvattende conclusie MOLENGRAAFF
- Page 129 and 130: 5.1 Ter inleiding MOLENGRAAFF INSTI
- Page 131 and 132: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 133 and 134: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 135 and 136: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 137 and 138: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 139 and 140: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 141 and 142: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 143 and 144: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 145 and 146: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 147 and 148: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 149 and 150: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 151 and 152: 6.1 Ter inleiding MOLENGRAAFF INSTI
- Page 153 and 154: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 155 and 156: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 157 and 158: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 159 and 160: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 161 and 162: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 163 and 164: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 165: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 168 and 169: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 170 and 171: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 174 and 175: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 176 and 177: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 178 and 179: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 180 and 181: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 182 and 183: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 184 and 185: 7.4.3 De makelaar MOLENGRAAFF INSTI
- Page 186 and 187: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 188 and 189: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 190 and 191: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 192 and 193: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 194 and 195: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 196 and 197: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 198 and 199: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 200 and 201: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 202 and 203: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 204 and 205: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 206 and 207: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 208 and 209: 8.3.4. De rol van de notaris MOLENG
- Page 210 and 211: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 212 and 213: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 214 and 215: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 216 and 217: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 218 and 219: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
- Page 220 and 221: MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATR
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
aanvrager. 36 Ook kan er gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt van verschillen<strong>de</strong> versies van <strong>de</strong> koopovereenkomst. 37<br />
De notaris kan dan over een an<strong>de</strong>re versie beschikken dan <strong>de</strong> hypotheekhou<strong>de</strong>r.<br />
I<strong>de</strong>ntiteitsbewijzen kunnen wor<strong>de</strong>n vervalst, omdat <strong>de</strong> echte aanvrager bij <strong>de</strong> hypotheekhou<strong>de</strong>r bekend<br />
staat als frau<strong>de</strong>ur of omdat <strong>de</strong> aanvrager nooit van plan is om <strong>de</strong> hypotheek af te lossen. Met een valse<br />
i<strong>de</strong>ntiteit wil <strong>de</strong>ze persoon bewerkstelligen dat <strong>de</strong> bank op niemand verhaal kan nemen. 38 In het Verificatie<br />
Informatie Systeem (VIS) staan vijf miljoen documentnummers opgenomen als gesloten, vermist of an<strong>de</strong>rszins.<br />
39 Er wordt echter ook gebruik gemaakt van look-a-likes.<br />
Zoals hierboven al is vermeld, wordt hypotheekfrau<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gepleegd door frau<strong>de</strong> met taxatierapporten.<br />
De hypotheekaanvraag wordt door <strong>de</strong> hypotheekhou<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re beoor<strong>de</strong>eld door mid<strong>de</strong>l<br />
van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het on<strong>de</strong>rpand. Met een taxatie kan <strong>de</strong> hypotheekhou<strong>de</strong>r <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> nagaan en zo on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> risico’s inschatten en bepalen hoe hoog <strong>de</strong> verstrekking zal zijn. Frau<strong>de</strong> wordt gepleegd<br />
door bijvoorbeeld het compleet vervalsen van het briefpapier van een taxateur, maar ook wordt er opdracht<br />
gegeven om <strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak leeg te taxeren, terwijl dit niet juist is. 40 Daarnaast wor<strong>de</strong>n taxaties<br />
soms verricht zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> woning ooit te hebben bezocht, of taxateurs komen niet uit <strong>de</strong> streek waar het<br />
object staat.<br />
Ook wordt er frau<strong>de</strong> gepleegd met <strong>de</strong> bouw<strong>de</strong>pots. De taxateur wordt gevraagd bij <strong>de</strong> taxatie rekening te<br />
hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> verbouwing, waardoor <strong>de</strong> hypotheekverstrekking hoger komt te liggen. Vervolgens<br />
wordt het bouw<strong>de</strong>pot bijvoorbeeld leeggehaald met vervalste facturen. 41<br />
Bij hypotheekfrau<strong>de</strong> is vaak een gemene <strong>de</strong>ler te vin<strong>de</strong>n: er wordt onjuiste informatie verstrekt over <strong>de</strong><br />
bestemming van <strong>de</strong> woning. In het taxatierapport wordt aangegeven dat <strong>de</strong> woning leeg is en bestemd<br />
voor eigen gebruik, maar <strong>de</strong> koper is helemaal niet van plan er zelf in te gaan wonen. 42<br />
Hypotheekfrau<strong>de</strong> hoeft niet altijd tot scha<strong>de</strong> te lij<strong>de</strong>n. Zo zal er voor <strong>de</strong> hypotheekhou<strong>de</strong>r sprake zijn van<br />
scha<strong>de</strong> indien <strong>de</strong> hypotheeklasten niet wor<strong>de</strong>n afgelost en <strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak bij executieverkoop niet<br />
genoeg voor <strong>de</strong> hypotheekhou<strong>de</strong>r oplevert. 43 In veel van <strong>de</strong>ze gevallen zal <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> verkochte<br />
<strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak met een restschuld blijven zitten. 44<br />
7.2.2.4 Belastingontduiking<br />
Ook belastingontduiking kent verschillen<strong>de</strong> verschijningsvormen. Met betrekking tot <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong><br />
kan men bijvoorbeeld gebruik maken van ren<strong>de</strong>mentsheffing, door het ‘on<strong>de</strong>rplaatsen’ van winsten en<br />
on<strong>de</strong>rhands betalen van <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong>. 45 Zo wordt er bijvoorbeeld frau<strong>de</strong> gepleegd in <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong><br />
inkomstenbelasting. De twee<strong>de</strong> en volgen<strong>de</strong> <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> zaak komen in box 3 terecht. Men is niet meer<br />
verplicht om het ren<strong>de</strong>ment op het bezit van <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> aan te tonen, iets wat men vóór <strong>de</strong> belastingherziening<br />
in 2001 wel dien<strong>de</strong> te doen, bijvoorbeeld door verplicht <strong>de</strong> gemaakte kosten van een verbouwing<br />
aan te tonen. Nu neemt men een vast ren<strong>de</strong>ment aan in box 3 en hoeft niets meer aangetoond te<br />
wor<strong>de</strong>n. Dit maakt misbruik en belastingontduiking mogelijk. De hypotheekrente is in box 3 niet aftrekbaar<br />
en men zou met zwart geld <strong>de</strong> woning kunnen opknappen. Zon<strong>de</strong>r dat er belasting wordt geheven<br />
over het extra ontstane ren<strong>de</strong>ment, kan <strong>de</strong> stijging van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> enorm groot zijn. Dit laatste kan overi-<br />
36 Ferwerda e.a. 2007, p. 85 en 86.<br />
37 Did<strong>de</strong> 2009.<br />
38 Ferwerda e.a. 2007, p. 87.<br />
39 Hogendoorn 2007.<br />
40 Ferwerda e.a. 2007, p. 86 en 87.<br />
41 Ferwerda e.a. 2007, p. 87.<br />
42 Van Gestel 2008, p. 118.<br />
43 Ferwerda e.a. 2007, p. 132.<br />
44 Van Gestel 2008, p. 57.<br />
45 Ferwerda e.a. 2007, p. 132.<br />
156