Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

01.09.2013 Views

Aanbeveling MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT De minister wil drie elementen in samenhang bezien. Ten eerste de mogelijkheden om de betrouwbaarheid in de onroerendgoedsector te vergroten; ten tweede de merites van het Amsterdamse model en ten derde de verhouding tot het BW, waar ook zijn voorganger reeds op heeft gewezen. Daar wil hij ook de evaluatie bij betrekken die in 2008 is voorzien.” 34 Zoals uit de hoofdstukken 2 en 3 is gebleken, zijn er problemen gerezen bij de toepassing van het schriftelijkheidsvereiste en geeft de bedenktijd niet de bescherming die deze zou moeten bieden. Er is geen waarborg dat partijen worden bijgestaan door een ter zake (juridisch) deskundige die er op toeziet dat de afspraken sluitend worden vastgelegd en die partijen wijst op bijvoorbeeld de mogelijkheden van Vormerkung. Ook de opkomst van initiatieven als internetmakelaars die zelfwerkzaamheid stimuleren, werkt niet bevorderlijk. Ook in dit kader is er reden tot verplichte inschakeling van een deskundige in de obligatoire fase. Gezien diens specifieke deskundigheid ligt het voor de hand dat het de notaris zal zijn die deze rol krijgt toebedeeld, waarbij moet worden opgemerkt dat de notaris geen expert is op het gebied van de bouwkundige staat van het verkochte. 6.4.3 De kosten van verplichte inschakeling van de notaris Een belangrijk punt dat met name op tafel is gelegd door de betrokken consumentenorganisaties, maar ook door bijvoorbeeld de makelaarsorganisaties, is dat verplichte inschakeling van de notaris in de obligatoire fase zou leiden tot verhoging van de kosten voor de consument. Bij de totstandkoming van de Wet koop onroerende zaken gaf de KNB aan dat dit niet aan de orde zou zijn, maar opmerking verdient dat deze toezegging werd gedaan voor invoering van de huidige Wet op het Notarisambt, waarin de notariële tarieven vrij zijn gelaten. 35 De Minister merkte op: ‘In de wetenschappelijke literatuur wordt uiteengezet dat de consument met de wachttijdbepaling aanzienlijk minder goed af is in het voorontwerp, waarin de notariële koopakte was opgenomen. De oppositie van de consumentenorganisaties is volgens C.C. van Dam te verklaren uit het feit dat zij destijds ageerden tegen de te hoge notariële tarieven. Deze problematiek is inmiddels opgelost door de nieuwe Notariswet, die naar verwachting medio 1999 zal worden ingevoerd. De vaste tarieven zijn na verloop van een overgangsperiode afgeschaft, zodat partijen zullen kiezen voor de notaris die de koopakte tegen de laagste kosten opmaakt.’ 36 ‘Het is thans nog te vroeg om de stelling te beoordelen dat het probleem dat een notariële koopakte mogelijkerwijs zou leiden tot hogere notariële tarieven, is opgelost door de nieuwe Wet op het notarisambt, die leidt tot een zekere marktwerking binnen het notariaat. Zoals bekend is in deze wet voorzien in een overgangsperiode van drie jaar na de inwerkingtreding van de wet (1 oktober 1999), gedurende welke de notariële tarieven inzake transacties met onroerende zaken stapsgewijs worden vrijgelaten. Zoals de Commissie monitoring notariaat in haar rapport over het eerste jaar van monitoring van bedoelde overgangsperiode van drie jaar heeft aangegeven (aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal bij brief van de voorzitter van de Commissie van 14 juli 2000), bewogen de gemiddelde tarieven voor transacties met onroerende zaken zich in dit eerste jaar van monitoring rond de oude vaste tarieven. 37 Een vraag in dit verband is of van de notaris verwacht mag worden dat hij het opstellen en beoordelen van de intrinsieke koopovereenkomst geheel kosteloos doet. Zeker nu de notariële tarieven voor transporten in de afgelopen vijf jaar met zo’n 15% zijn gedaald, 38 valt niet te verwachten dat extra werkzaamheden 34 Kamerstukken II, 2006/07, 23 706, nr. 67, p. 8. 35 Overigens was het kostenaspect ook in 2006/07 nog een punt van zorg voor de VVD, zie voor hetgeen de heer Teeven hierover opmerkte Kamerstukken II, 2006/07, 23 706, nr. 67, p. 4. 36 Kamerstukken II, 2006/07, 23 706, nr. 67, p. 4, sub 9. 37 Idem, p. 21. 38 Baarsma & Janssen 2009. 148

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT nog voor hetzelfde tarief verricht zullen of kunnen worden. Anderzijds ligt het in de lijn der verwachting dat indien het opstellen van de koopovereenkomst niet meer door de makelaar zal geschieden, diens tarief zal dalen. 6.5. Samenvattende conclusies Bij de vraag of er reden of noodzaak is verplicht de notaris in te schakelen in de obligatoire fase van de koopovereenkomst, spelen twee belangrijke factoren een rol. Enerzijds de onpartijdigheid en specifieke deskundigheid op het gebied van de koop, anderzijds het feit dat de notaris gezien zijn passeermonopolie ten aanzien van de leveringsakte sowieso in beeld komt en een groot deel van het door hem te verrichten onderzoek eerder in het proces plaats vindt. Bij het eerste aspect, de specifieke deskundigheid moet er onderscheid worden gemaakt tussen het bemiddelen en beoordelen van de feitelijke staat van de woning enerzijds en de juridische aspecten van de koop anderzijds. De praktijk in Amsterdam wordt, zo blijkt uit de enquêtes, zowel door makelaars als notarissen als positief ervaren, terwijl ook de politiek zich meermaals positief over de Amsterdamse praktijk heeft uitgelaten. De twee-wegenleer, die in de totstandkomingsgeschiedenis op weinig bijval kon rekenen, lijkt niet de aangewezen weg al wordt hierover blijkens de enquêtes positief gedacht. De vrijheid die gelegen zou liggen in het optioneel houden van ‘het Amsterdamse systeem’ is zeer betrekkelijk; zoals het onderzoek heeft uitgewezen worden particulieren buiten Amsterdam niet attent gemaakt op de mogelijkheid de koopovereenkomst door een notaris te laten opstellen, sterker nog, de notaris wordt nauwelijks positief onder de aandacht gebracht. Vorenstaande valt overigens te verklaren uit de branchebeschermende opstelling van alle betrokkenen. Gezien de specifieke juridische expertise aan de zijde van de notaris is zijn interventie bij het opstellen van de koopovereenkomst naar het oordeel van het onderzoeksteam wenselijk, met name waar het betreft koopovereenkomst waar particuliere kopers bij betrokken zijn. Ook de onpartijdigheid van de notaris is hierbij een belangrijk gegeven. Evenals in Amsterdam het geval is zal de rol van de makelaar kunnen bestaan in het bij elkaar brengen van partijen en het onderzoek doen naar de feitelijke en bouwkundige toestand van het pand. Overigens is vorenstaande in lijn met de conclusie die al in 2005 werd getrokken door de Commissie Hammerstein en tevens met de tendens zoals deze zich in de kamer aftekende in 2003, direct voordat de minister stelde het wetsvoorstel in te zullen trekken. 39. Dat de notaris degene is die de leveringsakte op zal stellen en passeren maakt zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de koopovereenkomst des te logischer. Vele gegevens die de notaris nodig heeft voor het opstellen van de leveringsakte krijgt hij dan al in de obligatoire fase. Daarbij komt dat bij door zijn juridische kennis partijen kan adviseren bij de redactie van de te maken afspraken hetgeen ‘reparatiewerk’ in de leveringsakte voorkomt. Op basis van de enquêtes komt geen eenduidig beeld naar voren ten aanzien van de verwachting of de tarieven zullen stijgen. Binnen Amsterdam heeft zich een dusdanige praktijk ontwikkeld dat stijging niet aan de orde zal zijn. Buiten Amsterdam is dat niet het geval. Gezien de tariefdaling die zich sinds het vrijgeven van de tarieven in 1999 in de vastgoedpraktijk heeft voorgedaan lijkt het onwaarschijnlijk dat het toekennen van extra werkzaamheden zonder tariefverhoging plaats kan vinden. Gezien de tariefdalingen in de afgelopen jaren en de extra waarborgen voor de koper die met notariële interventie zijn gemoeid, is de vraag of tariefverhoging per definitie als problematisch aan te merken valt. 39 Zie paragraaf 6.2.3.1. 149

Aanbeveling<br />

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

De minister wil drie elementen in samenhang bezien. Ten eerste <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> betrouwbaarheid<br />

in <strong>de</strong> onroerendgoedsector te vergroten; ten twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> merites van het Amsterdamse mo<strong>de</strong>l en ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

verhouding tot het BW, waar ook zijn voorganger reeds op heeft gewezen. Daar wil hij ook <strong>de</strong> <strong>evaluatie</strong> bij<br />

betrekken die in 2008 is voorzien.” 34<br />

Zoals uit <strong>de</strong> hoofdstukken 2 en 3 is gebleken, zijn er problemen gerezen bij <strong>de</strong> toepassing van het schriftelijkheidsvereiste<br />

en geeft <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nktijd niet <strong>de</strong> bescherming die <strong>de</strong>ze zou moeten bie<strong>de</strong>n. Er is geen waarborg<br />

dat partijen wor<strong>de</strong>n bijgestaan door een ter zake (juridisch) <strong>de</strong>skundige die er op toeziet dat <strong>de</strong> afspraken<br />

sluitend wor<strong>de</strong>n vastgelegd en die partijen wijst op bijvoorbeeld <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van Vormerkung.<br />

Ook <strong>de</strong> opkomst van initiatieven als internetmakelaars die zelfwerkzaamheid stimuleren, werkt niet bevor<strong>de</strong>rlijk.<br />

Ook in dit ka<strong>de</strong>r is er re<strong>de</strong>n tot verplichte inschakeling van een <strong>de</strong>skundige in <strong>de</strong> obligatoire<br />

fase. Gezien diens specifieke <strong>de</strong>skundigheid ligt het voor <strong>de</strong> hand dat het <strong>de</strong> notaris zal zijn die <strong>de</strong>ze rol<br />

krijgt toebe<strong>de</strong>eld, waarbij moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> notaris geen expert is op het gebied van <strong>de</strong><br />

bouwkundige staat van het verkochte.<br />

6.4.3 De kosten van verplichte inschakeling van <strong>de</strong> notaris<br />

Een belangrijk punt dat met name op tafel is gelegd door <strong>de</strong> betrokken consumentenorganisaties, maar<br />

ook door bijvoorbeeld <strong>de</strong> makelaarsorganisaties, is dat verplichte inschakeling van <strong>de</strong> notaris in <strong>de</strong> obligatoire<br />

fase zou lei<strong>de</strong>n tot verhoging van <strong>de</strong> kosten voor <strong>de</strong> consument. Bij <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> <strong>Wet</strong><br />

koop <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> gaf <strong>de</strong> KNB aan dat dit niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zou zijn, maar opmerking verdient dat<br />

<strong>de</strong>ze toezegging werd gedaan voor invoering van <strong>de</strong> huidige <strong>Wet</strong> op het Notarisambt, waarin <strong>de</strong> notariële<br />

tarieven vrij zijn gelaten. 35<br />

De Minister merkte op:<br />

‘In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur wordt uiteengezet dat <strong>de</strong> consument met <strong>de</strong> wachttijdbepaling aanzienlijk<br />

min<strong>de</strong>r goed af is in het voorontwerp, waarin <strong>de</strong> notariële koopakte was opgenomen. De oppositie van <strong>de</strong><br />

consumentenorganisaties is volgens C.C. van Dam te verklaren uit het feit dat zij <strong>de</strong>stijds ageer<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong><br />

te hoge notariële tarieven. Deze problematiek is inmid<strong>de</strong>ls opgelost door <strong>de</strong> nieuwe Notariswet, die naar<br />

verwachting medio 1999 zal wor<strong>de</strong>n ingevoerd. De vaste tarieven zijn na verloop van een overgangsperio<strong>de</strong><br />

afgeschaft, zodat partijen zullen kiezen voor <strong>de</strong> notaris die <strong>de</strong> koopakte tegen <strong>de</strong> laagste kosten opmaakt.’ 36<br />

‘Het is thans nog te vroeg om <strong>de</strong> stelling te beoor<strong>de</strong>len dat het probleem dat een notariële koopakte mogelijkerwijs<br />

zou lei<strong>de</strong>n tot hogere notariële tarieven, is opgelost door <strong>de</strong> nieuwe <strong>Wet</strong> op het notarisambt, die<br />

leidt tot een zekere marktwerking binnen het notariaat. Zoals bekend is in <strong>de</strong>ze wet voorzien in een overgangsperio<strong>de</strong><br />

van drie jaar na <strong>de</strong> inwerkingtreding van <strong>de</strong> wet (1 oktober 1999), geduren<strong>de</strong> welke <strong>de</strong> notariële<br />

tarieven inzake transacties met <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> stapsgewijs wor<strong>de</strong>n vrijgelaten. Zoals <strong>de</strong> Commissie<br />

monitoring notariaat in haar rapport over het eerste jaar van monitoring van bedoel<strong>de</strong> overgangsperio<strong>de</strong> van<br />

drie jaar heeft aangegeven (aangebo<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer <strong>de</strong>r Staten- Generaal bij<br />

brief van <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> Commissie van 14 juli 2000), bewogen <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tarieven voor transacties<br />

met <strong>onroeren<strong>de</strong></strong> <strong>zaken</strong> zich in dit eerste jaar van monitoring rond <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vaste tarieven. 37<br />

Een vraag in dit verband is of van <strong>de</strong> notaris verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat hij het opstellen en beoor<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> intrinsieke koopovereenkomst geheel kosteloos doet. Zeker nu <strong>de</strong> notariële tarieven voor transporten<br />

in <strong>de</strong> afgelopen vijf jaar met zo’n 15% zijn gedaald, 38 valt niet te verwachten dat extra werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

34 Kamerstukken II, 2006/07, 23 706, nr. 67, p. 8.<br />

35 Overigens was het kostenaspect ook in 2006/07 nog een punt van zorg voor <strong>de</strong> VVD, zie voor hetgeen <strong>de</strong> heer<br />

Teeven hierover opmerkte Kamerstukken II, 2006/07, 23 706, nr. 67, p. 4.<br />

36 Kamerstukken II, 2006/07, 23 706, nr. 67, p. 4, sub 9.<br />

37 I<strong>de</strong>m, p. 21.<br />

38 Baarsma & Janssen 2009.<br />

148

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!