01.09.2013 Views

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

gedaan, maar dat <strong>de</strong> rechter heeft beslist dat het bedrag dient te wor<strong>de</strong>n uitgekeerd. En tenslotte <strong>de</strong><br />

situatie dat <strong>de</strong> opdrachtgever een beroep op artikel 6:262 BW heeft gedaan en na enige tijd het bedrag met<br />

toestemming van <strong>de</strong> opdrachtgever wordt uitgekeerd aan <strong>de</strong> aannemer. Alleen in <strong>de</strong> laatste situatie is<br />

Storm van mening dat <strong>de</strong> rente over <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> opdrachtgever zou moeten toekomen. Ze geeft<br />

daarvoor als re<strong>de</strong>nen dat indien <strong>de</strong> 5% regeling niet had bestaan en <strong>de</strong> opdrachtnemer van zijn<br />

opschortingsrecht van artikel 6:262 BW gebruik had gemaakt, het geld bij <strong>de</strong> opdrachtnemer op zijn<br />

rekening was blijven staan en hij daarvoor rente zou hebben ontvangen. Bovendien heeft <strong>de</strong> aannemer<br />

recht op scha<strong>de</strong>vergoeding ter grootte van <strong>de</strong> wettelijke rente als achteraf blijkt dat er ten onrechte<br />

gebruikt is gemaakt van het opschortingsrecht. Tenslotte vindt ze dat <strong>de</strong>ze uitkomst het beste past bij <strong>de</strong><br />

‘gedachte dat <strong>de</strong> 5% regeling ooit is ontstaan als ‘stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur’.’ 51<br />

Het on<strong>de</strong>rzoeksteam is van mening dat voor <strong>de</strong> beantwoording van <strong>de</strong> vraag aan wie <strong>de</strong> rente over het<br />

<strong>de</strong>potbedrag toekomt een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>natie moet wor<strong>de</strong>n gevolgd. Volgens het on<strong>de</strong>rzoeksteam is het<br />

antwoord op <strong>de</strong>ze vraag gelijk aan het antwoord op <strong>de</strong> vraag wie rechthebben<strong>de</strong> is van het saldo op <strong>de</strong><br />

kwaliteitsrekening. Vanuit <strong>de</strong> visies die in <strong>de</strong> literatuur wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digd met betrekking tot <strong>de</strong><br />

rechthebben<strong>de</strong>n van het saldo op <strong>de</strong> kwaliteitsrekening, kan van het volgen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n uitgegaan. Indien<br />

men ervan uitgaat dat zowel <strong>de</strong> opdrachtgever als <strong>de</strong> aannemer een recht on<strong>de</strong>r opschorten<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong><br />

hebben, kan wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digd dat <strong>de</strong> rente over <strong>de</strong> <strong>de</strong>potgel<strong>de</strong>n aan bei<strong>de</strong> partijen toekomt. Op het<br />

moment dat bekend is aan wie welk <strong>de</strong>el van het <strong>de</strong>potbedrag toekomt, zal <strong>de</strong> rente in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

verhouding aan partijen toekomen. Mocht het bijvoorbeeld zo zijn dat <strong>de</strong> aannemer het volledige bedrag<br />

krijgt uitgekeerd, dan verkrijgt <strong>de</strong> aannemer tevens het totale bedrag aan opgebouw<strong>de</strong> rente.<br />

Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> theorie dat <strong>de</strong> opdrachtgever een recht on<strong>de</strong>r ontbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> heeft en <strong>de</strong><br />

aannemer een recht on<strong>de</strong>r opschorten<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>, moet een an<strong>de</strong>re conclusie wor<strong>de</strong>n getrokken. In die<br />

situatie moet wor<strong>de</strong>n gezegd dat <strong>de</strong> opdrachtgever recht heeft op <strong>de</strong> rente zolang <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> nog niet<br />

in vervulling is gegaan. Op het moment dat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> in vervulling gaat, komt <strong>de</strong> rente die tot dan<br />

toe is opgebouwd toe aan <strong>de</strong> opdrachtgever. De rente die wordt opgebouwd vanaf het moment van in<br />

vervulling gaan van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>, komt toe aan <strong>de</strong> opdrachtgever. De aannemer die een arbitragezaak<br />

aanhangig maakt, krijgt, nadat hij in het gelijk is gesteld, het <strong>de</strong>potbedrag uitgekeerd samen met <strong>de</strong><br />

wettelijke rente die is opgebouwd vanaf het moment van <strong>de</strong> uitspraak. Dit staat los van <strong>de</strong> eventuele<br />

scha<strong>de</strong>vergoeding die <strong>de</strong> opdrachtgever wellicht dient te betalen aan <strong>de</strong> aannemer wegens een<br />

disproportioneel <strong>de</strong>pot. Deze scha<strong>de</strong>vergoeding is op grond van artikel 7:768 lid 4 BW gesteld op <strong>de</strong><br />

wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW.<br />

De opdrachtgever en <strong>de</strong> aannemer kunnen na<strong>de</strong>re afspraken maken met betrekking tot het <strong>de</strong>potbedrag.<br />

Zou<strong>de</strong>n ze in <strong>de</strong> koop/aannemingsovereenkomst kunnen overeenkomen aan wie in welke gevallen <strong>de</strong><br />

rente over het <strong>de</strong>potbedrag toekomt op het moment dat van <strong>de</strong> 5% regeling gebruik wordt gemaakt. Bij <strong>de</strong><br />

daadwerkelijke <strong>de</strong>potstorting dient vervolgens aan <strong>de</strong> notaris kenbaar te wor<strong>de</strong>n gemaakt on<strong>de</strong>r welke<br />

voorwaar<strong>de</strong>n het <strong>de</strong>pot wordt gestort. In <strong>de</strong> meeste gevallen zal <strong>de</strong> notaris overigens al in het bezit zijn<br />

van <strong>de</strong> koop/aannemingsovereenkomst ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>potstorting. Op grond van <strong>de</strong> tuchtuitspraak<br />

die is behan<strong>de</strong>ld in paragraaf 5.5.3.2 zal <strong>de</strong> notaris actief navraag moeten doen na eventuele afspraken<br />

omtrent <strong>de</strong> <strong>de</strong>potstorting als hem hierover niets bekend is. Storm geeft aan dat het wenselijk is dat er een<br />

dui<strong>de</strong>lijke richtlijn bestaat over <strong>de</strong> rentevergoeding. Ook geeft ze aan dat <strong>de</strong> notaris met partijen een<br />

<strong>de</strong>potovereenkomst kan aangaan waarin wordt geregeld aan wie <strong>de</strong> rente toekomt. 52<br />

Aan wie valt het <strong>de</strong>pot toe bij faillissement van <strong>de</strong> aannemer?<br />

Door <strong>de</strong> bouwon<strong>de</strong>rnemers wordt aangegeven dat er ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n bestaan aan wie het bouw<strong>de</strong>pot<br />

toekomt indien <strong>de</strong> aannemer failliet wordt verklaard geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoudstermijn van drie maan<strong>de</strong>n.<br />

Er zijn curators die menen dat het bedrag aan <strong>de</strong> faillissementsboe<strong>de</strong>l toekomt, terwijl er opdrachtgevers<br />

zijn die menen dat het bedrag aan hen toekomt.<br />

51 Storm 2008.<br />

52 Storm 2008.<br />

130

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!