Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
tingsrecht van artikel 6:262 BW. Indien <strong>de</strong> opdrachtgever in bovenstaan<strong>de</strong> situatie een beroep zou (kunnen)<br />
doen op artikel 6:262 BW blijft het opgeschorte bedrag immers in het vermogen van <strong>de</strong> opdrachtgever.<br />
Een faillissement van <strong>de</strong> aannemer <strong>de</strong>ert <strong>de</strong> opdrachtgever dan niet.<br />
Uit het bovenstaan<strong>de</strong> kan wor<strong>de</strong>n afgeleid dat het <strong>de</strong>potbedrag in <strong>de</strong> meeste gevallen aan <strong>de</strong> aannemer zal<br />
toekomen, maar dat er situaties zijn waarin het <strong>de</strong>potbedrag terugvalt aan <strong>de</strong> opdrachtgever. Vanuit <strong>de</strong>ze<br />
re<strong>de</strong>nering kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat, zolang niet dui<strong>de</strong>lijk is aan wie het <strong>de</strong>potbedrag toekomt, <strong>de</strong><br />
notaris het bedrag voor zowel <strong>de</strong> opdrachtgever als <strong>de</strong> aannemer houdt.<br />
Met betrekking tot het hou<strong>de</strong>n van gel<strong>de</strong>n op een algemene kwaliteitsrekening 45 door <strong>de</strong> notaris kan algemeen<br />
wor<strong>de</strong>n gesteld dat <strong>de</strong> notaris <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n voor zowel <strong>de</strong> opdrachtgever als <strong>de</strong> aannemer beheert. Dit<br />
volgt uit artikel 25 van <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> op het notarisambt (WNA). 46 Dit strookt met <strong>de</strong> aanname dat zowel <strong>de</strong><br />
aannemer als <strong>de</strong> opdrachtgever een vor<strong>de</strong>ringsrecht met betrekking tot het <strong>de</strong>potbedrag hebben. Bei<strong>de</strong>n<br />
hebben echter een voorwaar<strong>de</strong>lijk vor<strong>de</strong>ringsrecht.<br />
In <strong>de</strong> literatuur bestaat discussie over <strong>de</strong> exacte vorm van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>lijke vor<strong>de</strong>ringsrechten. Er is een<br />
aantal auteurs dat van mening is dat bei<strong>de</strong> partijen recht hebben op het <strong>de</strong>potbedrag on<strong>de</strong>r een opschorten<strong>de</strong><br />
voorwaar<strong>de</strong>. 47 De aannemer heeft in dat geval recht op het <strong>de</strong>potbedrag on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> opschorten<strong>de</strong><br />
voorwaar<strong>de</strong> dat er geen tekortkomingen in <strong>de</strong> nakoming wor<strong>de</strong>n geconstateerd of dat eventuele tekortkomingen<br />
alsnog wor<strong>de</strong>n nagekomen. De opdrachtgever heeft recht op het <strong>de</strong>potbedrag on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> opschorten<strong>de</strong><br />
voorwaar<strong>de</strong> dat er sprake is van een blijven<strong>de</strong> tekortkoming in <strong>de</strong> nakoming. De voorwaar<strong>de</strong>n<br />
zijn dus verschillend. Wel is het zo dat indien bijvoorbeeld <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> aannemer in vervulling<br />
gaat, <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> opdrachtgever niet meer in vervulling kan gaan. De vor<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> opdrachtgever<br />
gaat in dat geval teniet op het moment dat zijn voorwaar<strong>de</strong> niet meer in vervulling kan gaan. 48<br />
Ook zijn er auteurs die betogen dat <strong>de</strong>gene die het <strong>de</strong>potbedrag bij <strong>de</strong> notaris stort, een vor<strong>de</strong>ringsrecht<br />
on<strong>de</strong>r ontbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> heeft en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re rechthebben<strong>de</strong> een daarmee samenhangen<strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring<br />
on<strong>de</strong>r opschorten<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>. 49 Specifiek voor <strong>de</strong> situatie met betrekking tot <strong>de</strong> 5% regeling betekent<br />
dit dat <strong>de</strong> opdrachtgever een vor<strong>de</strong>ringsrecht on<strong>de</strong>r ontbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> heeft op het <strong>de</strong>potbedrag.<br />
De aannemer heeft in dat geval een vor<strong>de</strong>ringsrecht on<strong>de</strong>r opschorten<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>. De voorwaar<strong>de</strong> is<br />
voor <strong>de</strong> opdrachtgever en <strong>de</strong> aannemer gelijk. De voorwaar<strong>de</strong> houdt in dat er aan één van <strong>de</strong> eisen uit artikel<br />
7:768 BW wordt voldaan om tot uitbetaling aan <strong>de</strong> aannemer over te gaan. Indien bijvoorbeeld een<br />
arbiter beslist dat het <strong>de</strong>potbedrag aan <strong>de</strong> aannemer toekomt, dan wordt zowel <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>lijke vor<strong>de</strong>ring<br />
van <strong>de</strong> opdrachtgever als van <strong>de</strong> aannemer vervuld. Dit heeft tot gevolg dat het recht van <strong>de</strong> opdrachtgever<br />
op het <strong>de</strong>potbedrag vervalt en dat <strong>de</strong> aannemer een onvoorwaar<strong>de</strong>lijk recht op het <strong>de</strong>potbedrag<br />
krijgt. Mocht <strong>de</strong> situatie zich voordoen dat het <strong>de</strong>potbedrag aan <strong>de</strong> opdrachtgever dient toe te komen<br />
(bijvoorbeeld op grond van een uitspraak van een arbiter), dan kan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> niet meer in vervulling<br />
gaan. Dit heeft tot gevolg dat <strong>de</strong> opdrachtgever volledig rechthebben<strong>de</strong> van het <strong>de</strong>potbedrag wordt.<br />
Nu er geen sprake is van een heersen<strong>de</strong> leer omtrent het karakter van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>lijke vor<strong>de</strong>ringen van<br />
<strong>de</strong> opdrachtgever en <strong>de</strong> aannemer zal in <strong>de</strong>ze paragraaf daar waar het aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is wor<strong>de</strong>n aangegeven of<br />
<strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> visies tot verschillen<strong>de</strong> uitkomsten lei<strong>de</strong>n.<br />
Aan wie komt <strong>de</strong> rente over het <strong>de</strong>pot toe?<br />
Uit <strong>de</strong> wet volgt niet aan wie <strong>de</strong> rente toekomt die wordt ontvangen over het bedrag dat bij <strong>de</strong> notaris in<br />
<strong>de</strong>pot wordt gehou<strong>de</strong>n. Storm on<strong>de</strong>rscheidt drie situaties bij <strong>de</strong>ze problematiek. 50 Allereerst <strong>de</strong> situatie dat<br />
het bedrag na drie maan<strong>de</strong>n wordt uitgekeerd, omdat <strong>de</strong> opdrachtgever geen beroep op 6:262 BW heeft<br />
gedaan. Vervolgens <strong>de</strong> situatie dat <strong>de</strong> opdrachtgever wel een beroep op zijn opschortingsrecht heeft<br />
45 Een kwaliteitsrekening is een rekening die door een notaris wordt geopend en waar gel<strong>de</strong>n op komen te staan<br />
die <strong>de</strong> notaris ten behoeve van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n beheert. Het <strong>de</strong>potbedrag dat een aannemer stort in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> 5%<br />
rekening komt bij een notaris op <strong>de</strong> kwaliteitsrekening te staan.<br />
46 Zie ook Waaijer 2003, p. 342.<br />
47 Steneker 2005, p. 25 ev en noot 13.<br />
48 Steneker 2005, p. 27.<br />
49 Zie bijvoorbeeld Asser/Perrick 2007, nr. 76. Voor an<strong>de</strong>re auteurs zie Steneker 2005, noot 18 op p. 27.<br />
50 Storm 2008.<br />
129