Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />
wordt in elke paragraaf na het signaleren van het knelpunt een analyse en eventueel een aanbeveling<br />
gegeven.<br />
5.5.2 “Gebreken”<br />
5.5.2.1 Knelpunten<br />
Een eerste kwestie die aanleiding heeft gegeven tot vragen is die van <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van het begrip ‘gebrek’.<br />
Uit <strong>de</strong> afgenomen interviews is af te lei<strong>de</strong>n dat er aannemers zijn die van mening zijn dat er alleen een <strong>de</strong>potbedrag<br />
in stand mag wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n voor bouwkundige en technische gebreken. Het bedrag mag<br />
volgens hen niet dienen voor overige tekortkomingen in <strong>de</strong> nakoming.<br />
Arbitraal vonnis (opleveringsarbitrage) met dossiernummer 19134 22 : De opdrachtgever spant een procedure<br />
aan naar aanleiding van een verkeerd geplaatst bad. In <strong>de</strong> procedure wordt daaraan toegevoegd dat er een<br />
kromme <strong>de</strong>ur zou zijn en dat een bepaal<strong>de</strong> vergoeding die aan opdrachtgever is toegekend te laag is. De<br />
opdrachtgever heeft gespecificeerd voor welke gebreken hij welke bedragen in <strong>de</strong>pot houdt. De arbiter geeft<br />
aan dat enkele geschillen waarover besloten moet wor<strong>de</strong>n, moeten wor<strong>de</strong>n voorgelegd aan <strong>de</strong> Raad. 23 De<br />
overige geschillen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> arbiter beslecht. De arbiter laat een ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> 5% van <strong>de</strong><br />
aanneemsom die nog in <strong>de</strong>pot zit in stand, vanwege het feit dat nog over enkele geschillen beslist moet<br />
wor<strong>de</strong>n.<br />
Door <strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n interviews is gebleken dat <strong>de</strong> bij bovenstaan<strong>de</strong> casus betrokken aannemer kritiek op<br />
<strong>de</strong>ze uitspraak had. Hij heeft aangegeven dat <strong>de</strong> geschillen waar nog over beslist moet wor<strong>de</strong>n, niet on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> noemer “gebreken” vallen. Volgens <strong>de</strong> aannemer moeten er on<strong>de</strong>r “gebreken” alleen technische of<br />
bouwkundige tekortkomingen wor<strong>de</strong>n verstaan. Uit <strong>de</strong> opmerking van <strong>de</strong> aannemer zou kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
afgeleid dat <strong>de</strong> aannemer doelt op <strong>de</strong> gebreken als bedoelt in artikel 7:759 BW.<br />
Arbitraal vonnis (opleveringsarbitrage) met dossiernummer 17514: Bouwaannemer BV A vor<strong>de</strong>rt van <strong>de</strong><br />
heer X uitbetaling van het <strong>de</strong>pot bedrag. Eén van <strong>de</strong> klachten van <strong>de</strong> heer X betreft <strong>de</strong> afwijking van <strong>de</strong><br />
perceelgrootte. Volgens <strong>de</strong> heer X zou er 11 m2 te weinig zijn geleverd. De arbiter overweegt met<br />
betrekking tot <strong>de</strong>ze klacht: “dat op grond van het on<strong>de</strong>r 3.2. genoemd arbitraal beding in <strong>de</strong><br />
opleveringsarbitrage uitsluitend geschillen over bouwkundige gebreken en tekortkomingen welke bij<br />
oplevering en/of binnen 3 maan<strong>de</strong>n daarna zijn geconstateerd ter beslechting kunnen wor<strong>de</strong>n voorgelegd.<br />
Arbiter stelt vast dat <strong>de</strong> klacht met betrekking tot <strong>de</strong> perceelgrootte geen betrekking heeft op een<br />
bouwkundige gebrek en tekortkoming. Hij verklaart verweer<strong>de</strong>r terzake <strong>de</strong>ze klacht niet ontvankelijk in zijn<br />
vor<strong>de</strong>ring.” Vervolgens verklaart <strong>de</strong> arbiter dat hij zich niet kan uitlaten over <strong>de</strong> opschorting voor zover<br />
<strong>de</strong>ze verband houdt met <strong>de</strong> klacht over <strong>de</strong> afwijking van <strong>de</strong> perceelgrootte. De heer X heeft het bedrag dat<br />
hij voor <strong>de</strong>ze klacht in <strong>de</strong>pot hield echter vrijgegeven.<br />
De bepaling waar <strong>de</strong> arbiter in bovengenoem<strong>de</strong> uitspraak naar verwijst bepaalt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re dat geschillen<br />
die betrekking hebben op bouwkundige gebreken en tekortkomingen wor<strong>de</strong>n beslecht door arbitrage<br />
overeenkomstig het arbitragereglement van het GIW. De afwijking van <strong>de</strong> perceelgrootte valt niet on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> categorie bouwkundige gebreken en tekortkomingen. BV A en <strong>de</strong> heer X had<strong>de</strong>n zich voor het geschil<br />
omtrent <strong>de</strong> afwijken<strong>de</strong> perceelgrootte en het bedrag dat daarvoor in <strong>de</strong>pot stond tot <strong>de</strong> civiele rechter<br />
moeten wen<strong>de</strong>n.<br />
In artikel 7:768 BW wordt het woord ‘gebreken’ niet gebruikt. Artikel 7:768 BW verwijst naar artikel 6:262<br />
BW. Dit laatste artikel geeft aan dat indien één van partijen haar verbintenis niet nakomt, <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rpartij<br />
22 Afkomstig van het college van arbiters van <strong>de</strong> Stichting Garantie Instituut Woningbouw.<br />
23 Met <strong>de</strong> Raad wordt bedoeld <strong>de</strong> Raad van Arbitrage voor <strong>de</strong> Bouw. Sinds 1 januari 2007 is <strong>de</strong> geschillenregeling<br />
aangepast in <strong>de</strong> standaard <strong>Koop</strong>-/aannemingsovereenkomsten voor eensgezinshuizen en appartementen met<br />
toepassing van <strong>de</strong> GIW Garantie- en waarborgregeling, die zijn vastgesteld door het GIW. Er is nu één arbitrale<br />
instantie, <strong>de</strong> Stichting Arbitrage Instituut GIW woningen, die alle geschillen behan<strong>de</strong>lt die zijn ontstaan naar aanleiding<br />
van <strong>de</strong> koop-/aannemingsovereenkomst en bijbehoren<strong>de</strong> regelingen. Zie Asser – Van <strong>de</strong>n Berg 2007, nr.<br />
188.<br />
117