01.09.2013 Views

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

Wet Koop onroerende zaken; de evaluatie - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MOLENGRAAFF INSTITUUT VOOR PRIVAATRECHT<br />

Ten aanzien van sommige overeenkomsten is niet hel<strong>de</strong>r of <strong>de</strong>ze inschrijfbaar zijn. Hierbij valt te <strong>de</strong>nken<br />

aan <strong>de</strong> overeenkomst tot vestiging van een beperkt genotsrecht. Dit recht ‘bestaat’ immers formeel nog<br />

niet en zou daarmee kunnen wor<strong>de</strong>n gekenschetst als een toekomstig registergoed in <strong>de</strong> zin van artikel<br />

3:97 BW dat zich volgens artikel 7:3 lid 1 BW niet voor inschrijving leent.<br />

Bartels acht <strong>de</strong> overeenkomst tot vestiging van een beperkt recht wel <strong>de</strong>gelijk inschrijfbaar, ook al bestaat<br />

het beperkte recht nog niet. Wel on<strong>de</strong>rkent hij in dit verband twee mogelijk te noemen bezwaren:<br />

1. De overeenkomst tot vestiging van een beperkt recht kan niet wor<strong>de</strong>n gekwalificeerd als ‘koop’<br />

Volgens Bartels moet op dit type overeenkomst <strong>de</strong> kooptitel wel van toepassing wor<strong>de</strong>n geacht. 42<br />

2. Inschrijving stuit af op het verbod van levering bij voorbaat van registergoe<strong>de</strong>ren.<br />

Bartels is van mening dat ook dit geen obstakel oplevert. Er staat in <strong>de</strong> wet niet dat <strong>de</strong> koop van een toekomstig<br />

registergoed niet kan wor<strong>de</strong>n ingeschreven, maar slechts dat inschrijving onmogelijk is als op dat<br />

moment niet zou kunnen wor<strong>de</strong>n geleverd in verband met artikel 3:97 BW. De verkoper moet op het<br />

moment van inschrijving van <strong>de</strong> koop in staat zijn het recht te vestigen. Dat het beperkte recht, bijvoorbeeld<br />

het erfpachtrecht, nog niet bestaat, dus toekomstig is, op het moment van <strong>de</strong> inschrijving van <strong>de</strong><br />

koop acht hij geen beletsel voor inschrijving. 43<br />

Bij <strong>de</strong> zogeheten ABC-transacties kan ingevolge het in <strong>de</strong> wet bepaal<strong>de</strong> C zijn koop niet inschrijven omdat<br />

B op grond van artikel 3:97 BW het verkochte registergoed niet kan leveren. Er zou wellicht nog discussie<br />

kunnen zijn indien B onmid<strong>de</strong>llijk aan zichzelf zou kunnen leveren door mid<strong>de</strong>l van een volmacht. Een<br />

algemene regel die Bartels wil aanhou<strong>de</strong>n is dat er geen inschrijving mogelijk is als voorafgaand aan <strong>de</strong><br />

levering/vestiging eerst nog een an<strong>de</strong>re goe<strong>de</strong>renrechtelijke han<strong>de</strong>ling moet plaatsvin<strong>de</strong>n. 44<br />

Een ver<strong>de</strong>diger van een beperkter interpretatie van het begrip ‘koop’ lijkt Van Velten. 45 Met een verwijzing<br />

naar <strong>de</strong> wettekst vermeldt hij dat op an<strong>de</strong>re rechtsfiguren die tot levering van een registergoed kunnen<br />

lei<strong>de</strong>n dan koop, <strong>de</strong> regeling van artikel 7:3 BW niet van toepassing zal zijn. Als koop kan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

wellicht wor<strong>de</strong>n aangemerkt <strong>de</strong> overeenkomst die ten grondslag ligt aan <strong>de</strong> uitgifte in erfpacht (aangenomen<br />

dat <strong>de</strong>gene die het recht verleen<strong>de</strong> eigenaar is van <strong>de</strong> zaak). Bij ABC-transacties acht Van Velten<br />

slechts <strong>de</strong> koop A-B inschrijfbaar. 46<br />

Evaluatie<br />

De argumenten die <strong>de</strong> wetgever heeft aangevoerd voor invoering van <strong>de</strong> Vormerkung geven geen aanleiding<br />

tot een beperkte toepasselijkheid, in die zin dat (overeenkomsten tot vestiging van) beperkte genotsrechten<br />

niet ingeschreven zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong>ze visie wordt recht gedaan aan het doel van <strong>de</strong><br />

Vormerkung zijn<strong>de</strong> bescherming van het recht van <strong>de</strong> koper van een registergoed in ruime zin, op daadwerkelijk<br />

nakoming van zijn recht op levering. Het strookt niet met gemeld doel om (<strong>de</strong> overeenkomst tot<br />

vestiging van) beperkte genotsrechten buiten het toepassingsbereik van artikel 7:3 BW te laten vallen. Een<br />

uitzon<strong>de</strong>ring moet daarbij wor<strong>de</strong>n gemaakt voor beperkte zekerheidsrechten nu <strong>de</strong> (overeenkomst tot)<br />

vestiging hiervan niet kan wor<strong>de</strong>n gekwalificeerd als koop.<br />

De beperking die volgt uit artikel 3:97 BW zou volgens <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers aldus moeten wor<strong>de</strong>n verstaan<br />

dat <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> overeenkomst tot vestiging aangaat, het direct in zijn macht moet hebben het betreffen<strong>de</strong><br />

recht in het leven te roepen. Is er sprake van <strong>de</strong> overeenkomst tot vestiging van een beperkt genotsrecht,<br />

waarbij <strong>de</strong> verkoper het in zijn macht heeft het betreffen<strong>de</strong> recht terstond en zon<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n,<br />

42 Bartels 2006, p.28 waarin hij memoreert dat ook Hijma, Van Dam, De Jong, Wessels en Hockx <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mening<br />

zijn toegedaan. Zie ook in gemeld artikel genoem<strong>de</strong> literatuurverwijzingen in noot 9.<br />

43 Bartels 2006, p. 28. An<strong>de</strong>rs: Asser/Hijma 2007, nr 142.<br />

44 Bartels 2006, on<strong>de</strong>r 2. Zie ook Van Velten 2009b, p. 159.<br />

45 Van Velten 2009b, p. 160.<br />

46 Van Velten 2009b, p. 160.<br />

89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!