Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid - Windesheim
Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid - Windesheim Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid - Windesheim
In totaal zegt 15% van de totale populatie zich betrokken te voelen bij de eigen gemeenschap (figuur 5.4.2). Intensieve dagbladlezers (23%) voelen zich ruim anderhalf keer zo vaak betrokken dan de totale populatie en zelfs ruim drie maal zo vaak als extensieve lezers (7%). De verschillen tussen intensieve en extensieve televisiekijkers zijn veel kleiner (13% versus 18%). Opmerkelijker is dat het verband hier omgekeerd is: intensiever gebruik gaat samen met een lager gevoel van betrokkenheid. De uitkomsten van de gebruikers van nieuwssites zijn hoger dan van de totale populatie, maar ook hier is sprake van een inverse relatie: intensieve gebruikers (18%) hebben een lager gevoel van betrokkenheid dan extensieve (24%). Zie figuur 5.4.2. Figuur 5.4.2 Intensiteit mediagebruik en Gevoel van betrokkenheid 5.4.2 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Dagblad Televisie Nieuwssite Totaal Intensief Extensief pagina 79 Van de totale onderzoekspopulatie zagen we in paragraaf 5.1 dat 22% actief is in het vrijwilligerswerk. Bij de intensieve televisiegebruikers zien we dat dat aantal een kwart lager is (17%), terwijl de jongeren die weinig televisie kijken, juist meer aan vrijwilligerswerk doen (30%). De intensieve nieuwssitegebruikers wijken niet van de totale populatie, maar jongeren die weinig tijd besteden aan nieuwssites zijn juist vaker dan gemiddeld actief in vrijwilligerswerk (29%). Zie figuur 5.4.3. Zowel bij televisie als bij nieuwssites is dus sprake van een negatief verband met vrijwilligerswerk. Kort samengevat: hoe minder tijd jongeren besteden aan televisie of nieuwssites, hoe meer tijd ze lijken te hebben voor vrijwilligerswerk. Bij dagbladgebruik is de relatie positief: intensief lezen hangt samen met relatief veel vrijwilligerswerk (30%) en extensief lezen met relatief weinig vrijwilligerswerk (16%). Figuur 5.4.3 Intensiteit mediagebruik en Maatschappelijke participatie: vrijwilligerswerk 5.4.3 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Dagblad Televisie Nieuwssite Totaal Intensief Extensief
- Page 30 and 31: 2.5 Belang van verschillende media
- Page 32: 2.7.1 Uit de focusgesprekken blijkt
- Page 35: HOOFDSTUK 3 Dagbladen: hoe gebruike
- Page 38 and 39: 3.3 Dagbladgebruik en Achtergrondva
- Page 40 and 41: Dit patroon herhaalt zich in de rel
- Page 42 and 43: Katernen/rubrieken Wanneer jongeren
- Page 44 and 45: Vervolgens hebben we uitgezocht hoe
- Page 46 and 47: 3.6 Dagbladgebruik en gebruik ander
- Page 49 and 50: Uit tabel 3.7.1 lezen we vervolgens
- Page 51: 3.8 Dagbladgebruik en Meningen en a
- Page 54 and 55: Voor een aantal kenmerken hebben we
- Page 56 and 57: 3.9 Dagbladgebruik en Innovaties Bi
- Page 58 and 59: In figuur 3.9.3 is de top 10 van da
- Page 61 and 62: Noten 1 Bijvoorbeeld: - 40% volgens
- Page 63 and 64: HOOFDSTUK 4 Krantengebruik en socia
- Page 66 and 67: Voorts hebben de respondenten aange
- Page 68 and 69: Deze resultaten vertonen overeenkom
- Page 70: 4.7 Conclusies De meerderheid van d
- Page 75 and 76: Voor vormen van sociale activiteit
- Page 77: De tweede variabele is geslacht: ve
- Page 82 and 83: Wanneer we kijken naar jongeren die
- Page 84 and 85: De vraag is of deze uitkomsten alle
- Page 86: Dit patroon herhaalt zich - maar da
- Page 93 and 94: Figuur 5.7.6 Inactief en kranten in
- Page 95 and 96: Op de volgende punten onderscheiden
- Page 97 and 98: Noten 1 Pasek en Kenski, “America
- Page 101: 6.2.4 Ontwikkeling: Is het nieuwsme
- Page 105 and 106: HOOFDSTUK 7 Aanbevelingen 7.1 Doelg
- Page 107: 7.2 Inhoud 7.2.1 Onderscheid nieuws
- Page 110 and 111: Verder geldt dat het opleidingsnive
- Page 112 and 113: II. Kwalitatief deel: focusgroepges
- Page 114 and 115: Tabel 3.7.1 Belang van nieuws; Nieu
- Page 116 and 117: GERAADPLEEGDE LITERATUUR Blanken, H
In totaal zegt 15% van de totale populatie zich betrokk<strong>en</strong> te voel<strong>en</strong> bij de eig<strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>schap (figuur 5.4.2). Int<strong>en</strong>sieve dagbladlezers (23%) voel<strong>en</strong> zich ruim<br />
anderhalf keer zo vaak betrokk<strong>en</strong> dan de totale populatie <strong>en</strong> zelfs ruim drie maal<br />
zo vaak als ext<strong>en</strong>sieve lezers (7%). De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve <strong>en</strong> ext<strong>en</strong>sieve<br />
televisiekijkers zijn veel kleiner (13% versus 18%). Opmerkelijker is dat het verband<br />
hier omgekeerd is: int<strong>en</strong>siever gebruik gaat sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager gevoel van<br />
betrokk<strong>en</strong>heid. De uitkomst<strong>en</strong> van de gebruikers van nieuwssites zijn hoger dan<br />
van de totale populatie, maar ook hier is sprake van e<strong>en</strong> inverse relatie: int<strong>en</strong>sieve<br />
gebruikers (18%) hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lager gevoel van betrokk<strong>en</strong>heid dan ext<strong>en</strong>sieve (24%).<br />
Zie figuur 5.4.2.<br />
Figuur 5.4.2 Int<strong>en</strong>siteit mediagebruik <strong>en</strong> Gevoel van betrokk<strong>en</strong>heid<br />
5.4.2<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
Dagblad Televisie Nieuwssite Totaal<br />
Int<strong>en</strong>sief<br />
Ext<strong>en</strong>sief<br />
pagina 79<br />
Van de totale onderzoekspopulatie zag<strong>en</strong> we in paragraaf 5.1 dat 22% actief is in<br />
het vrijwilligerswerk. Bij de int<strong>en</strong>sieve televisiegebruikers zi<strong>en</strong> we dat dat aantal e<strong>en</strong><br />
kwart lager is (17%), terwijl de jonger<strong>en</strong> die weinig televisie kijk<strong>en</strong>, juist meer aan<br />
vrijwilligerswerk do<strong>en</strong> (30%). De int<strong>en</strong>sieve nieuwssitegebruikers wijk<strong>en</strong> niet van de<br />
totale populatie, maar jonger<strong>en</strong> die weinig tijd bested<strong>en</strong> aan nieuwssites zijn juist<br />
vaker dan gemiddeld actief in vrijwilligerswerk (29%). Zie figuur 5.4.3.<br />
Zowel bij televisie als bij nieuwssites is dus sprake van e<strong>en</strong> negatief verband met<br />
vrijwilligerswerk.<br />
Kort sam<strong>en</strong>gevat: hoe minder tijd jonger<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan televisie of nieuwssites,<br />
hoe meer tijd ze lijk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> voor vrijwilligerswerk. Bij dagbladgebruik is de<br />
relatie positief: int<strong>en</strong>sief lez<strong>en</strong> hangt sam<strong>en</strong> met relatief veel vrijwilligerswerk (30%)<br />
<strong>en</strong> ext<strong>en</strong>sief lez<strong>en</strong> met relatief weinig vrijwilligerswerk (16%).<br />
Figuur 5.4.3 Int<strong>en</strong>siteit mediagebruik <strong>en</strong> Maatschappelijke participatie:<br />
vrijwilligerswerk<br />
5.4.3<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
Dagblad Televisie Nieuwssite Totaal<br />
Int<strong>en</strong>sief<br />
Ext<strong>en</strong>sief