01.09.2013 Views

Pedagogisch Management Kinderopvang - Windesheim

Pedagogisch Management Kinderopvang - Windesheim

Pedagogisch Management Kinderopvang - Windesheim

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIJLAGEN<br />

Bijlage 1: Reglement “Cum laude <strong>Windesheim</strong>”<br />

In dit reglement is uitgewerkt onder welke voorwaarden een student cum laude kan afstuderen en hoe dit op het<br />

getuigschrift wordt weergegeven.<br />

Dit reglement is door het CvB vastgesteld en treedt vanaf 1 september 2011 in werking.<br />

1 Algemene bepalingen<br />

1.1 Aan een examinandus die bij het afleggen van een examen voldoet aan de voor dat examen vastgestelde specifieke<br />

voorwaarden (genoemd in de artikelen 2, 3 en 4 van deze regeling), wordt bij dat examen het predikaat ‘cum laude’<br />

toegekend.<br />

In de specifieke voorwaarden die gesteld zijn voor toekenning van het predikaat ‘cum laude’ is telkens sprake van<br />

‘het (gewogen) gemiddelde judicium’. Dit is het rekenkundig gemiddelde van de voor de afzonderlijke<br />

examenonderdelen toegekende eindcijfers, dan wel het rekenkundig gemiddelde waarbij het voor een<br />

examenonderdeel behaalde aantal credits als wegingsfactor wordt gehanteerd. Bij examenonderdelen waarbij het<br />

eindcijfer wordt bepaald door (al dan niet gewogen) middeling van deelcijfers, geldt het op één decimaal afgeronde<br />

eindcijfer als grondslag voor de berekening van ‘het (gewogen) gemiddelde judicium’.<br />

1.2 Indien de examinandus één of meer studieonderdelen uit het examenprogramma bij andere opleidingen heeft<br />

voltooid, waaronder buitenlandse, dan tellen de waarderingen voor deze onderdelen mee bij de bepaling van het<br />

predikaat ‘cum laude’, mits deze onderdelen van tevoren goedgekeurd zijn door de examencommissie. De<br />

examencommissie oordeelt over de weging van deze onderdelen bij de berekening van het gewogen gemiddelde<br />

judicium.<br />

1.3 Indien de examinandus behalve de door het examenprogramma vereiste examenonderdelen als onderdeel van het<br />

desbetreffende examen tevens andere examenonderdelen heeft behaald, worden laatstbedoelde examenonderdelen<br />

bij de berekening van het (gewogen) gemiddelde judicium meegenomen, tenzij de student kenbaar maakt dat deze in<br />

de berekening buiten beschouwing moeten worden gelaten.<br />

1.4 Indien het predikaat ‘cum laude’ is toegekend, wordt dit op het getuigschrift vermeld. Op een getuigschrift gesteld in<br />

het Nederlands wordt het predikaat weergegeven met de woorden: ‘met lof’; in de officiële Engelse vertaling van een<br />

getuigschrift met de woorden: ‘with honours’.<br />

2 Specifieke voorwaarden voor het propedeutisch examen<br />

2.1 Bij het propedeutisch examen geldende volgende twee specifieke voorwaarden voor de toekenning van het predikaat<br />

‘cum laude’:<br />

a. Het (gewogen) gemiddelde judicium, afgerond op één decimaal, van alle onderdelen van het propedeutisch<br />

examen (60 credits) is zonder herkansing minimaal 8,0. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd,<br />

worden in de berekening van het gemiddelde judicium opgenomen conform artikel 5 van deze regeling;<br />

b. Voor elk van de tot het propedeutisch examen behorende onderdelen zonder herkansing ten minste een 6,0 is<br />

behaald;<br />

c. Er is aan de examinandus voor maximaal 30 van de 60 credits vrijstelling verleend.<br />

3 Specifieke voorwaarden voor het bachelorexamen<br />

3.1 Bij het bachelorexamen gelden de volgende twee specifieke voorwaarden voor de toekenning van het predikaat ‘cum<br />

laude’aan de post-propedeutische fase:<br />

a. Het (gewogen) gemiddelde judicium, afgerond op één decimaal, van alle examenonderdelen (180 credits) is<br />

zonder herkansing minimaal 8,0. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd, worden in de berekening<br />

van het gemiddelde judicium opgenomen conform artikel 5 van deze regeling;<br />

b. Voor elk van de tot het afsluitende examen behorende onderdelen zonder herkansing ten minste een 6,0 is<br />

behaald.<br />

c. Er is aan de examinandus voor maximaal 60 van de 180 credits vrijstelling verleend.<br />

4 Specifieke voorwaarden voor het masterexamen<br />

4.1 Bij het masterexamen geldende de volgende specifieke voorwaarden voor de toekenning van het predikaat ‘cum<br />

laude’:<br />

a. Het (gewogen) gemiddelde judicium, afgerond op één decimaal, van alle examenonderdelen (60 credits) is<br />

zonder herkansing minimaal 8,0. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd, worden in de berekening<br />

van het gemiddelde judicium opgenomen conform artikel 5 van deze regeling;<br />

b. Voor elk van de tot het afsluitende examen behorende onderdelen zonder herkansing ten minste een 6,0 is<br />

behaald.<br />

c. Er is aan de examinandus voor maximaal 30 van de 60 credits vrijstelling verleend;<br />

5 Indien niet met een cijfer wordt beoordeeld<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!