Download - Windesheim
Download - Windesheim
Download - Windesheim
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6.7 Vervolgvragen<br />
In dit rapport hebben we ons vooral gericht op het geven van een beschrijving van de meer<br />
‘oppervlakkige’ resultaten van dit onderzoek. Het doel was vooral om een eerste schets te geven van de<br />
beroepsgroep: wie zijn de reli-ondernemers, wat doen ze, waar doen ze het voor, en wat hebben ze<br />
daarvoor nodig? Maar uiteraard is het zo dat we gaandeweg ook in de diepte allerlei boeiends voorbij<br />
zagen komen. We zagen mogelijke verbanden, gingen op zoek naar verklaringen voor verrassende<br />
resultaten, en stelden vervolgvragen; zaken waar we in dit rapport niet of nauwelijks op zijn ingegaan,<br />
maar we ons graag in aanvullende artikelen en vervolgonderzoek op willen gaan richten.<br />
Spanningsveld ‘reli’ en ‘ondernemer’<br />
Een terugkerend thema is het spanningsveld dat we proeven tussen ‘reli’ en ‘ondernemer’. Hoe<br />
verhouden deze zich tot elkaar? Wat beleven reli-ondernemers wanneer ze deze twee perspectieven<br />
proberen te integreren tot een bedrijfsconcept? Kan dat eigenlijk wel? Wat gebeurt er bijvoorbeeld<br />
wanneer men het ‘reli’-aspect van de werkzaamheden ervaart als ‘iets van God’, iets waar je (dus)<br />
eigenlijk geen geld voor zou mogen vragen? Kun je ‘God’ eigenlijk wel vermarkten? Hoe zit het ‘reli’aspect<br />
het ‘ondernemer’-aspect wellicht in de weg, en hoe kunnen theologieopleidingen hier vruchtbaar<br />
mee omgaan?<br />
Ook ten aanzien van de professionalisering van de beroepsgroep zijn dit belangrijke vragen. Wellicht<br />
vraagt deze specifieke groep ondernemers om een andere benadering bij het aanleren van<br />
commercieel-zakelijke vaardigheden dan ‘reguliere’ ondernemers. Reli-ondernemers zijn in de eerste<br />
plaats mensen-mensen; ze willen iets zinvols betekenen voor hun medemens en doen dat vanuit hun<br />
eigen kracht. Hun bedrijf is niet in de eerste plaats een bedrijf, maar is identiek met wie zij als mens en<br />
professional zijn, en wat zij daarin belangrijk, waardevol en zinvol vinden. Wil een opleiding of<br />
professionaliseringstraject werkelijk bijdragen aan de ontwikkeling van commercieel-zakelijke<br />
vaardigheden, dan zou het zo kunnen zijn dat men daarin alleen slaagt indien men deze weet te<br />
verbinden met de diepere zijnslagen en betekenislagen van reli-ondernemers. Een dergelijke zoektocht<br />
vraagt wellicht om een ander perspectief op commercie en zakelijkheid.<br />
Hieraan gerelateerd is de vraag in hoeverre reli-ondernemers ook echt ondernemer willen zijn. Immers,<br />
bijna de helft van de reli-ondernemers in ons onderzoek werkt minder dan 15 uur per week in het eigen<br />
bedrijf. Deze bevinding roept verschillende vragen bij ons op: wil men misschien op kleine schaal als<br />
ondernemer actief zijn, of kan men nog niet meer uren maken omdat het bijvoorbeeld lastig is om aan<br />
opdrachten te komen? Hoe serieus kijkt men tegen het ondernemerschap aan? Kiest men er werkelijk<br />
voor om ondernemer te willen zijn, met alle investeringen in tijd en geld die daarbij horen? Of zou men<br />
ogenblikkelijk stoppen met het eigen bedrijf als men dezelfde werkzaamheden in loondienstverband zou<br />
kunnen verrichten, zodat de – voor reli-ondernemers toch als lastig ervaren - noodzaak van<br />
bijvoorbeeld PR en prijsstelling vervalt?<br />
Levensbeschouwelijke hermeneutiek<br />
Een ander thema ligt op het terrein van de levensbeschouwelijke hermeneutiek. Hoe verbindt men de<br />
eigen (vrijzinnige) levensbeschouwelijke oriëntatie met de plurale levensbeschouwelijke oriëntaties van<br />
cliënten? Hoe ervaart men dit en hoe ‘draagt’ men dit, in het bijzonder in de rol van zelfstandig<br />
ondernemer? Hoe hanteert men de levensbeschouwing van de cliënten bij de bestaansverheldering<br />
waaraan ze een bijdrage willen leveren? Anders gezegd: welk hermeneutisch model hanteert men? In<br />
eerder onderzoek (Mulder, 2009; Mulder & Stoof, 2011) kwam aan het licht dat er weinig reflectie is op<br />
de wijze waarop levensbeschouwing ingezet wordt in levensbeschouwelijke begeleiding buiten de<br />
kerkelijke kaders als het gaat om uitvaarten. Bezinning op hermeneutische modellen en de wijze waarop<br />
42