01.09.2013 Views

Patiënten Informatie Dossier (PID) Een hartoperatie ... - Isala Klinieken

Patiënten Informatie Dossier (PID) Een hartoperatie ... - Isala Klinieken

Patiënten Informatie Dossier (PID) Een hartoperatie ... - Isala Klinieken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5421 / 0113<br />

<strong>Patiënten</strong> <strong>Informatie</strong> <strong>Dossier</strong> (<strong>PID</strong>)<br />

<strong>Een</strong> <strong>hartoperatie</strong><br />

Thoraxchirurgie<br />

Dit <strong>Patiënten</strong> <strong>Informatie</strong> <strong>Dossier</strong> is eigendom van:<br />

Naam :<br />

Adres:<br />

Postcode en woonplaats:<br />

Telefoonnummer:<br />

Bij verlies wordt de vinder dringend verzocht contact op te nemen met de<br />

eigenaar van dit boekje.


1<br />

Inleiding<br />

U bent bij uw cardioloog geweest in verband met hartklachten. Met uw<br />

cardioloog heeft u de mogelijkheden besproken om uw klachten te verhelpen.<br />

De gegevens van al uw onderzoeken zijn besproken in het hartteam van de<br />

<strong>Isala</strong> klinieken. Naar aanleiding van deze gegevens zijn de artsen van dit team<br />

van mening dat u in aanmerking komt voor een <strong>hartoperatie</strong>. Daarvoor bent<br />

u op de wachtlijst geplaatst van de <strong>Isala</strong> klinieken.<br />

Ook kan het zijn dat u al bent opgenomen op de afdeling Cardiologie van<br />

de <strong>Isala</strong> klinieken of van een verwijzend ziekenhuis in de regio waar u in<br />

afwachting bent van een <strong>hartoperatie</strong> in de <strong>Isala</strong> klinieken.<br />

<strong>Patiënten</strong> <strong>Informatie</strong> <strong>Dossier</strong> vooraf lezen<br />

Om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de opname, de operatie en<br />

de periode daarna ontvangt u dit <strong>Patiënten</strong> <strong>Informatie</strong> <strong>Dossier</strong>. Hierin is<br />

informatie opgenomen die voor u van belang kan zijn. Met het dossier wordt<br />

u de mogelijkheid geboden om mee te denken over wat er gebeurt tijdens<br />

deze voor u zo belangrijke periode. Leest u het dossier al vóór uw opname<br />

door.<br />

Omdat iedere patiënt anders is, komt het voor dat er van hetgeen u gelezen<br />

heeft wordt afgeweken. Uw arts zal uw persoonlijke situatie met u en zo<br />

mogelijk met uw direct betrokkenen bespreken.<br />

Het dossier is uw persoonlijk eigendom. Om te zorgen dat u zo veel mogelijk<br />

profijt heeft van het <strong>PID</strong> is het belangrijk dat u het bij opname in de <strong>Isala</strong><br />

klinieken meebrengt.<br />

Aandachtspuntenlijst<br />

Gedurende uw behandeling krijgt u veel informatie. U heeft gesprekken met<br />

verschillende zorgverleners. Om u hierop voor te bereiden vindt u aan het<br />

eind van ieder hoofdstuk een lijst met aandachtspunten. Dit is een overzicht<br />

van de onderwerpen die tijdens de verschillende gesprekken aan de orde<br />

zullen komen. Na afloop van de gesprekken kunt u de aandachtspuntenlijsten<br />

gebruiken om na te gaan welke informatie u heeft gekregen. Wij raden u aan<br />

om iemand (maximaal twee personen) te vragen bij u te blijven tijdens de<br />

verschillende gesprekken op de preoperatieve polikliniek en de opnamedag<br />

onder het motto ‘Twee horen nu eenmaal meer dan één’.


2<br />

Tot slot<br />

Is er iets niet duidelijk, vraagt u dan vooral om opheldering aan de betreffende<br />

zorg verlener. Wanneer er zaken gebeuren die niet voldoen aan uw<br />

ver wachtingen en die naar uw idee anders of beter kunnen, meldt u dit dan<br />

aan ons. Uw suggesties en opmerkingen bieden ons de mogelijkheid om de<br />

zorg nog beter af te stemmen op de wensen en behoeften van onze patiënten.<br />

Daar waar in het <strong>PID</strong> ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ worden gelezen en andersom.


3<br />

Belangrijke informatie 1<br />

Vóór de operatie 2<br />

De opnameperiode 3<br />

Na de operatie 4<br />

Herstel thuis 5<br />

Extra informatie 6


4<br />

1. Belangrijke informatie<br />

In de <strong>Isala</strong> klinieken, locatie Weezenlanden, werken zeven hartchirurgen.<br />

De dag vóór de operatie hoort u wie van hen u opereert.<br />

• Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma<br />

• R.R.P. Laurens<br />

• A.L.P. Markou (chef de clinique)<br />

• Mw. G.M.M. Shahin<br />

• Dr. T.H. Sie<br />

• Dr. S. Singh<br />

• Dr. W.J.L. Suyker<br />

Verpleegafdeling A7<br />

• Mw. K.W. van Bakel (physician assistant = PA)<br />

• Mw. D. Douma (physician assistant = PA)<br />

• Mw. R. de Jong (physician assistant = PA)<br />

In dit document spreken we verder over zaalarts<br />

Telefoonnummers<br />

• Locatie Weezenlanden<br />

( 038) 424 50 00<br />

• Secretariaat Thoraxchirurgie<br />

(038) 424 28 66<br />

(038) 424 28 65<br />

• Dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen<br />

(038) 424 28 40<br />

• Verpleegafdeling Thoraxchirurgie A7<br />

(038) 424 25 97<br />

• Steunpunt Zorg/transferverpleegkundige<br />

(038) 424 56 00<br />

Uw postadres in de <strong>Isala</strong> klinieken<br />

<strong>Isala</strong> klinieken<br />

Locatie Weezenlanden<br />

t.a.v. mevr. / dhr. …..<br />

Afdeling A7, kamer …..<br />

Postbus 10500<br />

8000 GM Zwolle


5<br />

Bezoekadres<br />

Groot Wezenland 20<br />

8011 JW Zwolle<br />

Bezoektijden<br />

Verpleegafdeling A7<br />

• Dagelijks:<br />

16.00 ­ 20.00 uur<br />

• Op zon­ en feestdagen extra bezoekuur:<br />

10.45 ­ 11.30 uur<br />

De bezoektijden zijn ruim, zodat uw familie en andere bezoekers kunnen<br />

komen op het moment dat hen het beste schikt, maar niet vier uur achter<br />

elkaar en maximaal twee bezoekers tegelijk bij het bed (dus afwisselen).<br />

Intensive Care (IC)<br />

In overleg met de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen:<br />

• 11.00 – 11.30 uur<br />

• 13.30 – 14.30 (maximaal 30 minuten)<br />

• 18.30 – 19.30 (maximaal 30 minuten)<br />

Wij verzoeken u vriendelijk uw bezoek te beperken tot twee personen tegelijkertijd<br />

bij het bed. Bezoek op andere tijden en bezoek van kinderen jonger<br />

dan 12 jaar, gaat alleen in overleg met de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen en/of<br />

IC­verpleegkundige.<br />

Hartbewaking (CCU)<br />

Dagelijks:<br />

• 11.00 ­ 11.30 uur<br />

• 15.00 ­ 15.30 uur<br />

• 19.00 ­ 20.00 uur<br />

Internet<br />

• www.isala.nl/thoraxchirurgie<br />

• www.isala.nl/patientenbetrekkingen<br />

• www.isala.nl/patient (digitale enquête)


6<br />

2. Vóór de opname<br />

Preoperatieve polikliniek<br />

Vóór de eigenlijke opname voor de operatie krijgt u van het secretariaat<br />

thorax chirurgie schriftelijk een uitnodiging voor de preoperatieve polikliniek.<br />

Dit betreft géén opname. Het doel is u te informeren over en voor te bereiden<br />

op uw <strong>hartoperatie</strong>. Daarnaast wordt beoordeeld of uw lichamelijke conditie<br />

zodanig is dat u een operatie kunt ondergaan. Dit alles duurt ongeveer vier<br />

uur en ziet er als volgt uit:<br />

• gesprek en lichamelijk onderzoek door de hartchirurg of zaalarts<br />

• gesprek met een thoraxanesthesioloog<br />

• voorbereidend opnamegesprek met de verpleegkundige van de dienst<br />

<strong>Patiënten</strong>betrekkingen, waarin zij verpleegkundige gegevens verzamelt en<br />

de opvang thuis na de operatie bespreekt.<br />

• eventueel een gesprek met de fysiotherapeut, waarin u instructies krijgt<br />

om de longfunctie te trainen, zodat u beter voorbereid de operatie ingaat<br />

• routineonderzoeken: o.a. bloedonderzoek, ECG (hartfilm), longfoto en<br />

longfunctieonderzoek.<br />

Dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen<br />

De dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen is gedurende uw verblijf op de Intensive<br />

Care (IC) een schakel tussen u, uw direct betrokkenen en het ziekenhuis. De<br />

verpleegkundigen van de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen:<br />

• informeren u en uw direct betrokkenen in grote lijnen over het verloop<br />

van de opnameperiode<br />

• begeleiden en informeren uw direct betrokkenen tijdens uw operatie.<br />

• coördineren het bezoek op de IC.<br />

Als u het op prijs stelt kunnen zij uw contactpersoon tijdens de operatie<br />

telefonisch op de hoogte houden over het verloop van de operatie.<br />

Logeermogelijkheid<br />

U kunt bij de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen informeren naar<br />

overnachtingsmogelijk heden in de buurt van het ziekenhuis.<br />

Gesprek met de arts<br />

De hartchirurg of zaalarts geeft u uitleg over de operatie en vertelt u zo mogelijk<br />

wanneer de opnamedatum ongeveer zal zijn. Ook geeft hij informatie over de<br />

duur van de operatie en wat de eventuele risico’s en compli caties kunnen zijn.


7<br />

Bij een hartklepoperatie krijgt u informatie over de soort kunstklep: een<br />

mechanische of biologische klep. Meer hierover leest u in de brochure van de<br />

Hartstichting ‘<strong>Een</strong> hartklepaandoening’.<br />

U krijgt uitleg over de periode dat u op de IC ligt en welke complicaties<br />

eventueel kunnen optreden.<br />

Om een beeld te krijgen van uw lichamelijke conditie zal de arts informeren<br />

naar eventuele gezondheidsproblemen. In sommige gevallen is aanvullend<br />

onderzoek nodig door een andere specialist, bijvoorbeeld door een longarts.<br />

Overplaatsing naar eigen ziekenhuis<br />

De mogelijkheid bestaat om vanaf de derde dag na de operatie terug te<br />

gaan naar uw eigen ziekenhuis. Dit kan prettiger zijn bijvoorbeeld omdat<br />

uw bezoek dan niet meer zo ver hoeft te reizen of omdat u de omgeving<br />

vertrouwder vindt. Overplaatsing is alleen mogelijk als uw conditie het toelaat<br />

en als in het andere ziekenhuis plaats is. De zaalarts bespreekt dit met u.<br />

Wanneer u onder behandeling bent of komt bij een cardioloog in <strong>Isala</strong> wordt<br />

u overgeplaatst naar de verpleegafdeling Cardiologie.<br />

Vooraf regelen<br />

Oproep voor operatie<br />

Zodra uw operatiedatum bekend is, krijgt u hierover op de donderdag in de<br />

week vóór uw operatie een telefonisch bericht van het secretariaat thoraxchirurgie.<br />

Als u in deze periode andere gezondheidsproblemen krijgt zoals<br />

verkoudheid of griep, moet u contact opnemen met het secretariaat thoraxchirurgie.<br />

In dat geval kan het nodig zijn de operatie uit te stellen. Ook mag u<br />

in deze periode (tenminste twee weken voordien) geen griepprik krijgen.<br />

Niet ontharen<br />

Ontharen voor een operatie is niet altijd gewenst omdat u daarmee het<br />

risico op infecties na de operatie vergroot. Daarom mag u vanaf zeven<br />

dagen voorafgaand aan de operatie géén lichaamsbeharing meer met<br />

een scheermesje of ontharingscrème verwijderen. Het verwijderen van<br />

gezichtsbeharing is geen probleem. Als de arts van mening is dat in uw<br />

situatie het operatiegebied toch onthaard moet worden, dan doet de<br />

operatieassistent dit vlak voor de operatie met een speciale tondeuse.


8<br />

Wat neemt u mee:<br />

• ponsplaatje<br />

• medicijnen die u gebruikt (in de originele verpakking, voor een paar<br />

dagen)<br />

• toiletartikelen (zo nodig brillenkoker/gebitsprothesebakje)<br />

• dames: een stevige bh zonder beugels<br />

• nachtkleding en gemakkelijk zittende kleding voor overdag<br />

• legitimatiebewijs: paspoort of identiteitskaart.<br />

Als in uw bezit:<br />

• medicijnkaart<br />

• allergiekaart<br />

• dieetvoorschrift<br />

• kaartje van de trombosedienst.<br />

Waardevolle spullen<br />

Wij adviseren u dringend zo min mogelijk mee te nemen naar het ziekenhuis<br />

en waardevolle zaken thuis te laten, zoals sieraden (ook uw trouwring die<br />

tijdens de operatie af moet), geld en mobiele telefoon. U kunt uw trouwring<br />

door de juwelier laten verwijderen, als het uzelf niet lukt.<br />

Als u naar de operatiekamer en daarna naar de IC gaat, gaan alleen uw<br />

toiletartikelen mee. De rest van uw spullen wordt op afdeling A7 bewaard tot<br />

na uw verblijf op de IC. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk worden gesteld<br />

voor als er iets zoek raakt.<br />

<strong>Informatie</strong>ve dvd<br />

Tijdens het preoperatieve poliklinische bezoek, heeft u een dvd ontvangen.<br />

Deze dvd is een voorlichtingsdvd. Hierop staat informatie over het verloop<br />

van de opnamedag en het verdere verblijf op de verpleegafdeling A7; er staat<br />

geen operatie op. U wordt vriendelijk verzocht om deze dvd thuis voor uw<br />

ziekenhuisopname te bekijken. Als u deze dvd niet hebt gekregen, kunt u deze<br />

op de opnamedag op A7 alsnog bekijken.


9<br />

Zorg na ontslag<br />

Verwacht u na ontslag nog zorg nodig te hebben op het gebied van zelfzorg<br />

of huishoudelijke zorg, wilt u dan bij familie, vrienden of buren informeren<br />

wie u waarmee kan helpen. Behoort dit niet tot de mogelijkheden, dan kunt<br />

u contact opnemen met de transferverpleegkundige van het Steunpunt Zorg;<br />

het telefoonnummer vindt u op pagina 4.<br />

Contactpersoon<br />

Wij verzoeken u om bij opname de naam en het telefoonnummer van uw<br />

contactpersoon door te geven aan de verpleegkundige. De contactpersoon kan<br />

namens uw direct betrokkenen informeren hoe het met u gaat en hij of zij is<br />

tevens het aanspreekpunt voor de zorgverleners. Telefonische informatie over<br />

u wordt alleen aan uw contactpersoon verstrekt. Dit gebeurt ter bescherming<br />

van uw privacy.<br />

Operatie<br />

<strong>Een</strong> <strong>hartoperatie</strong> is een grote operatie. U weet van uw arts welke operatie bij u<br />

zal plaatsvinden. De meest voorkomende operaties zijn:<br />

• een operatie waarbij omleidingen om een vernauwing in de kransslagader<br />

worden gelegd (Coronaire Arterie Bypass Graft operatie, CABG)<br />

• een reparatie of vervanging van een of meer hartkleppen.<br />

Soms wordt een operatie aan de kransslagader gecombineerd met een<br />

operatie aan de hartkleppen.<br />

Het kan ook zijn dat er een omleidingsoperatie (bypassoperatie) volgens de<br />

zogenaamde ‘off­pumpmethode’ wordt gedaan of dat er met gebruik van<br />

de operatierobot Da Vinci wordt geopereerd. Hierbij blijft het hart doorkloppen.<br />

Er wordt tijdens de operatie dus geen gebruik gemaakt van de<br />

hart­longmachine. De hartchirurg informeert u over het al dan niet toepassen<br />

van één van deze methoden.<br />

Onderzoek<br />

Om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen is het noodzakelijk om regelmatig<br />

onderzoek te doen om te bekijken of onze methodes nog kunnen<br />

worden verbeterd. Het is daarom mogelijk dat de hartchirurg of anesthesioloog<br />

u vraagt om aan een van deze onderzoeken mee te doen. In dit geval zal<br />

hij u hierover informeren en uw toestemming vragen.


10<br />

Registratie medische gegevens<br />

Om onze kwaliteit van zorg te kunnen meten, worden de gegevens van alle<br />

operaties geregistreerd en anoniem verwerkt. Door toenemende regelgeving<br />

zijn wij verplicht uw toestemming te vragen om uw gegevens anoniem te<br />

mogen gebruiken voor kwaliteitsonderzoek en rapportage.<br />

Ook zullen wij u of uw huisarts één maand en/of één jaar na de operatie<br />

enkele vragen stellen over uw gezondheidstoestand. Om dit te kunnen doen<br />

moet u een verklaringsbrief tekenen. De researchmedewerker zal dit met u<br />

bespreken en u vragen deze brief te tekenen. Als u ernstige bezwaren heeft<br />

tegen het anonieme gebruik van uw gegevens, verzoeken wij u dit aan de<br />

researchmedewerker te melden.<br />

De apotheek van de <strong>Isala</strong> klinieken vraagt uw medicijngegevens op bij uw<br />

apotheek. Als u daar bezwaar tegen hebt, moet u dat melden tijdens het<br />

gesprek op de preoperatieve polikliniek.<br />

Risico’s en complicaties<br />

Iedere operatie betekent een zeker risico, dus ook een <strong>hartoperatie</strong>. Net als<br />

bij alle operaties is er een overlijdensrisico aan een <strong>hartoperatie</strong> verbonden<br />

en kunnen er complicaties optreden. Bij sommige patiënten bestaat er<br />

een verhoogd risico. Wanneer dit het geval is, heeft uw eigen cardioloog<br />

dat waarschijnlijk al met u en uw familie of partner besproken. Ook in ons<br />

ziekenhuis zal de hartchirurg die u opereert, dat de dag vóór de operatie nog<br />

met u bespreken.<br />

Uitleg over de werking van het hart, de operatie, risico’s en complicaties staan<br />

beschreven in de brochures van de Nederlandse Hartstichting ‘<strong>Een</strong> bypass­ of<br />

omleidingsoperatie van de kransslagader’ en ‘<strong>Een</strong> hartklepaandoening’. <strong>Een</strong><br />

of beide brochures zitten in dit <strong>PID</strong>. Leest u deze informatie voor de operatie<br />

goed door. U krijgt daardoor een beeld van wat u te wachten staat. Zodoende<br />

kunt u zich voorbereiden op de komende periode. Eventuele vragen of<br />

onduidelijkheden kunt u dan tijdig met uw arts bespreken.<br />

Het is ook mogelijk dat u voor een andere <strong>hartoperatie</strong> wordt opgenomen.<br />

Uw cardioloog heeft u hierover vooraf geïnformeerd. <strong>Een</strong> grote operatie, zoals<br />

een <strong>hartoperatie</strong>, geeft een verhoogde kans op acuut optredende verwardheid<br />

(delier) na de operatie. U kunt hierdoor bijvoorbeeld vergeetachtig zijn, of zich<br />

onrustig of angstig voelen. Deze verschijnselen zijn van tijdelijke aard. Indien<br />

nodig zal de verpleegkundige u en uw direct betrokkenen hierover verder<br />

informeren.


11<br />

Aandachtspuntenlijst<br />

Gesprekken vóór opname tijdens de preoperatieve polikliniek<br />

Datum:<br />

Gesprek met de verpleegkundige van de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen<br />

U krijgt o.a. voorlichting/uitleg over:<br />

• wat de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen voor u kan betekenen<br />

• het verzamelen van verpleegkundige gegevens<br />

• het telefonisch informeren van uw contactpersoon op de operatiedag over<br />

het verloop van de operatie<br />

• het doel en het gebruik van het <strong>PID</strong> en de dvd<br />

• opvang thuis na de operatie.<br />

Gesprek met de thoraxchirurg<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

Bij een CABG (operatie aan de kransslagaders) krijgt u voorlichting over:<br />

• de geschatte duur van de operatie<br />

• het verwachte aantal omleidingen op de kransslagaders<br />

• soort omleiding die gebruikt zal worden:<br />

• slagader uit de borstwand, arm of buik, ader uit één of beide benen<br />

• verwachtingen met betrekking tot uw herstel.<br />

Bij een hartklepvervanging/reparatie krijgt u voorlichting over:<br />

• welke hartklep wordt vervangen of gerepareerd<br />

• keuze van de klepprothese (mechanische of biologische kunstklep)<br />

• voor­ en nadelen van mechanische en biologische klepprothese<br />

• antibioticabescherming.<br />

Bij andere <strong>hartoperatie</strong>s krijgt u:<br />

• informatie afhankelijk van de ingreep


12<br />

Verder krijgt u voorlichting over risico’s en complicaties:<br />

• overlijdensrisico<br />

• een nabloeding<br />

• een infectie<br />

• hartritmestoornissen<br />

• daarnaast bestaat er een kleine kans op:<br />

– een hartinfarct<br />

– hersenletsel.<br />

• de mogelijkheid van overplaatsing naar eigen ziekenhuis of, zo mogelijk,<br />

de cardiologie­afdeling binnen <strong>Isala</strong><br />

• het beleid en afspraken aangaande wel en niet reanimeren.<br />

Gesprek met de thoraxanesthesioloog<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• de narcose en de bijwerkingen hiervan<br />

• mogelijke risico’s en complicaties van de narcose<br />

• verblijf op de IC.<br />

Eigen aantekeningen


13<br />

3. De opnameperiode<br />

Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de<br />

<strong>Patiënten</strong>registratie in de hal bij de ingang van de poliklinieken. U wordt<br />

naar het laboratorium gebracht om bloed te laten prikken. Ook kan het<br />

voorkomen dat u nog andere onderzoeken moet laten doen; dit hoort u bij de<br />

<strong>Patiënten</strong>registratie. Vervolgens wordt u via het apotheekservicepunt (ASP) en<br />

de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen naar verpleegafdeling A7 gebracht.<br />

Het ziekenhuisverblijf in het kort<br />

U wordt meestal een dag voor de operatie op de verpleegafdeling A7<br />

opgenomen. Wordt u echter op maandag geopereerd, dan verwachten wij<br />

u de vrijdag hiervoor. In overleg met de hartchirurg kunt u eventueel met<br />

weekendverlof. Dit geldt alleen als u van huis komt, dus niet als u bent<br />

overgekomen uit een verwijzend ziekenhuis.<br />

Na de operatie gaat u naar de afdeling Intensive Care (IC). Zodra de Intensive<br />

Care­arts vindt dat u voldoende bent hersteld, gaat u terug naar A7. Dit kan op<br />

de avond van de operatiedag zijn, of de dag na de operatie. Soms is een langer<br />

verblijf op de IC noodzakelijk.<br />

Na de operatie blijft u gemiddeld zeven à acht dagen opgenomen (de dag<br />

na de operatie is dag één). Dit is afhankelijk van uw ingreep, uw herstel en<br />

eventuele overplaatsing naar een ander ziekenhuis.<br />

Verpleegafdeling A7<br />

Afdeling A7 heeft als specialisme thoraxchirurgie. Er kunnen 35 patiënten<br />

worden opgenomen. Alle bedden zijn bestemd voor patiënten die een<br />

hart operatie ondergaan. De afdeling beschikt over een­, vier­ en vijf persoons­<br />

kamers. Op de kamers liggen zowel mannen als vrouwen.


14<br />

Praktische informatie<br />

• Op afdeling A7 mag niet worden gerookt.<br />

• Bij het gebruik van het toilet, kunt u de deur niet afsluiten. U moet gebruik<br />

maken van het ‘vrij / bezet’ schuifbordje. De deur kan dus niet op slot; we<br />

kunnen dan sneller helpen als dat nodig is.<br />

• Tijdens uw verblijf mag u de afdeling niet verlaten. Wilt u dit toch, dan<br />

kunt u dit met de zaalarts overleggen.<br />

• U kunt gebruik maken van de diensten van Patientline voor het huren van<br />

een televisie boven uw bed.<br />

• Op A7 mag u beperkt uw mobiele telefoon gebruiken, dat wil zeggen: zo<br />

min mogelijk op zaal en niet tussen 21.00 en 10.00 uur en tussen 12.30 en<br />

14.30 uur. Zet uw telefoon bij voorkeur op de trilfunctie<br />

Programma opnamedag<br />

Ochtend<br />

Opnamegesprek met een verpleegkundige van de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen<br />

en/of van de afdeling A7<br />

De verpleegkundige van de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen verzamelt<br />

de verpleegkundige gegevens die nodig zijn voor een goed verloop van<br />

de opname. Eventueel controleert zij of de informatie van het eerder<br />

voorbereidend opnamegesprek op de preoperatieve polikliniek nog actueel<br />

is. Ook krijgt u van haar informatie over de gang van zaken op de opnamedag<br />

en de operatiedag. Zij vertelt u het tijdstip van de operatie en de chirurg<br />

die u opereert. Verder geeft zij u uitleg over de gang van zaken tijdens de<br />

operatie en het verblijf op de IC. U en uw contactpersoon krijgen uitleg over<br />

het telefonisch informeren tijdens de operatie. Zij bespreekt ook uw eventuele<br />

wensen op dit gebied. Daarnaast gaat ze na of u de opvang thuis goed<br />

geregeld heeft in de periode na de ziekenhuisopname.<br />

De verpleegkundige van A7 geeft u een rondleiding over de afdeling en laat<br />

uw kamer zien. Laat uw tas zo veel mogelijk ingepakt. Alleen uw toiletspullen<br />

en eventuele bril, gehoorapparaat en gebitsprothese gaan mee naar de IC.<br />

Tijdens de operatie en uw verblijf op de IC wordt uw tas bewaard in een<br />

afgesloten kast op de afdeling.


15<br />

Opnamegesprek apotheekservicepunt (ASP)<br />

De apothekersassistent neemt (aan de hand van het medicatieoverzicht dat<br />

ze heeft opgevraagd bij uw apotheek) de medicijnen die u thuis gebruikt, met<br />

u door. In dat gesprek kunt u melden als u medicijnen anders gebruikt dan in<br />

het overzicht staat. Bent u voor bepaalde stoffen of medicijnen overgevoelig<br />

(allergisch), geef dit dan door aan de apothekersassistent.<br />

Middag<br />

Rond 12.00 uur krijgt u een broodmaaltijd op uw kamer of in het dagverblijf.<br />

Uw begeleider kan voor een lunch terecht in het ziekenhuisrestaurant of een<br />

meegebrachte lunch op afdeling A7 nuttigen.<br />

Opnamegesprek zaalarts/physician assistant (PA)<br />

De zaalarts/PA doet het lichamelijk onderzoek om te beoordelen of u<br />

lichamelijk in staat bent de operatie te ondergaan. Hij informeert of er de<br />

laatste tijd veranderingen in uw gezondheidstoestand zijn opgetreden. Het<br />

is belangrijk dat u eventuele bijzonderheden hieromtrent meldt. Als er nog<br />

aanvullend onderzoek is gedaan, krijgt u hiervan de uitslag. In een enkel<br />

geval kunnen de uitslagen van de onderzoeken afwijkend zijn. Het komt soms<br />

voor dat daardoor een operatie moet worden uitgesteld. Hij informeert u<br />

aangaande het reanimatiebeleid. Hierover is ook een folder beschikbaar.<br />

Voorlichting fysiotherapie<br />

Voor patiënten die geen informatie over de fysiotherapie hebben gekregen,<br />

is er om 14.00 uur een korte informatiebijeenkomst. Hier wordt ingegaan op<br />

wat u van de fysiotherapie kunt verwachten na de operatie.<br />

Gesprek hartchirurg<br />

In de loop van de middag of avond komt de hartchirurg die u gaat opereren<br />

met u kennismaken. U krijgt de laatste informatie over de operatie. De<br />

verwachtingen over de operatie en uw herstel worden met u besproken. Wat<br />

er bij u precies gaat gebeuren, kan de arts van tevoren nooit exact zeggen. Pas<br />

tijdens de operatie wordt duidelijk hoe uw hart en bloed vaten eruitzien en<br />

wat er precies gedaan moet worden.<br />

Na de operatie, aan het einde van de dag, neemt de hartchirurg telefonisch<br />

contact op met uw contactpersoon over het verloop van de operatie.


16<br />

Gesprek anesthesioloog<br />

In de loop van de middag of avond komt een anesthesioloog bij u langs, als<br />

u nog niet op de polikliniek bij hem geweest bent. Hij informeert u over de<br />

narcose, de bijwerkingen hiervan en eventuele compli caties en risico’s. De<br />

anesthesioloog bewaakt tijdens de operatie de belangrijkste lichaamsfuncties<br />

en zorgt dat u van de operatie zelf niets voelt. Ook is hij verantwoordelijk voor<br />

uw verblijf op de IC.<br />

Hij informeert soms naar eventueel aanvullende medische gegevens die voor<br />

hem van belang zijn. Vragen over de narcose kunt u aan hem stellen.<br />

Als er na uw operatie tijdens uw verblijf op de IC speciale omstandigheden<br />

zijn, zal de anesthesioloog deze met u bespreken. De anesthesioloog die met u<br />

komt praten, is meestal een andere dan die bij uw operatie aanwezig is.<br />

Beiden zijn echter goed op de hoogte van uw situatie.<br />

Het tijdstip van de operatie kan veranderen als er een spoedoperatie tussendoor<br />

komt, als een andere operatie uitloopt of als er geen IC­bed beschikbaar<br />

is. Uw operatie kan hierdoor van dagdeel veranderen maar ook een dag of<br />

langer uitgesteld worden. Houdt u hier rekening mee.<br />

Voorbereiding op de operatie<br />

Om de operatie goed en veilig te laten verlopen is een goede voorbereiding<br />

van belang. De verpleegkundige bepaalt nauwkeurig uw gewicht met<br />

de weegschaal. Dit is nodig omdat uw lichaam na de operatie vaak vocht<br />

vasthoudt. De verpleegkundige weegt u dan elke ochtend en u krijgt zo nodig<br />

plastabletten (voor het afdrijven van overtollig vocht) tot u weer op uw oude<br />

gewicht bent.<br />

‘s Avonds moet u zich goed douchen. Hierna trekt u schone nachtkleding aan.<br />

Als u nagellak gebruikt, moet u deze verwijderen. Het is goed om de avond<br />

vóór de operatie voldoende te drinken. Daarom krijgt u, naast wat u normaal<br />

drinkt, van de verpleegkundige twee glazen Roosvicee te drinken. Rond 22.00<br />

uur krijgt u van de verpleeg kundige een slaaptablet. Wij raden u aan deze in<br />

te nemen, omdat een goede nacht rust erg belangrijk is. Na het innemen van<br />

dit tabletje mag u niet meer alleen uit bed. Door de slaperigheid bestaat de<br />

kans dat u valt. Belt u daarom de verpleegkundige als u uit bed wilt.


17<br />

Bij een deel van de patiënten wordt een slangetje in de rug ingebracht. Via dit<br />

slangetje kan na de operatie pijnstilling worden toegediend. Het inbrengen<br />

van dit slangetje kan echter niet bij iedereen. Of het bij u wel zal gebeuren,<br />

hoort u uiteraard van tevoren van de zaalarts of de anesthesioloog.<br />

Het slangetje wordt meestal de dag vóór de operatie of de ochtend van de<br />

operatie door de anesthesioloog ingebracht. U krijgt dan eerst een infuus in<br />

uw hand of arm. Daarna gaat u op de rand van het bed zitten en wordt uw<br />

rug schoongemaakt en ontsmet. De anesthesioloog verdooft met een dunne<br />

naald de huid en brengt vervolgens het slangetje in. Hierbij is het van belang<br />

dat u goed stil zit. Alles wat wordt gedaan, wordt u van tevoren verteld.<br />

De operatiedag<br />

‘s Ochtends wekt de verpleegkundige u rond 6.00 uur. Zij controleert uw<br />

temperatuur en geeft de medicijnen die de anesthesioloog heeft afgesproken.<br />

Afhankelijk van het operatieprogramma wordt ‘s ochtends of aan het begin<br />

van de middag begonnen met de operatie.<br />

Afhankelijk van het tijdstip waarop u wordt geopereerd, krijgt u nog iets te<br />

eten of drinken.<br />

Ongeveer één uur voor de operatie krijgt u een slaaptablet en speciale<br />

operatie kleding aan. Als u aan de beurt bent, brengt de verpleegkundige u in<br />

uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer (OK). Daar wordt<br />

u op een operatietafel geholpen en naar de OK gereden.<br />

De anesthesieassistent sluit u aan op de hartbewaking (monitor). Hij brengt<br />

een infuusnaald in, in een ader op uw hand of arm. Ook wordt een infuusnaald<br />

ingebracht in de slagader aan de binnenkant van uw pols (nadat uw<br />

huid met een dun naaldje verdoofd is). Hiermee kunnen we continu uw<br />

bloeddruk meten. Alles wat wordt gedaan, wordt u van tevoren verteld.<br />

Via het infuus spuit de anesthesioloog slaapmiddelen in waardoor u langzaam<br />

in slaap valt. Als u slaapt, wordt de operatie uitgevoerd en nemen<br />

verschillende apparaten uw ademhaling en andere lichaamsfuncties over.<br />

Daar merkt u allemaal niets van omdat u dan diep slaapt. Dit wordt gemeten<br />

met een plakker op uw hoofd. Behalve de hartchirurg, anesthesiemedewerker<br />

en anesthesioloog zijn tijdens de operatie ook enkele operatieassistenten<br />

aanwezig en een perfusionist die zorgt voor de instandhouding van uw harten<br />

longfunctie.


18<br />

Aandachtspuntenlijst<br />

Gesprekken voor de operatie<br />

Datum:<br />

Gesprek met de verpleegkundige van de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen en/of<br />

van afdeling A7<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• het tijdstip van de operatie en dat dit kan veranderen<br />

• welke hartchirurg u opereert<br />

• uw verblijf op verpleegafdeling A7<br />

• voorbereiding op de operatie<br />

• het verloop van de operatiedag<br />

• tijdstip telefonische informatie aan contactpersoon<br />

• het verblijf en eerste bezoek op de IC<br />

• het herstel en revalidatie op A7 na de operatie<br />

• de zorg na ontslag.<br />

Gesprek met de zaalarts/PA<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• eventueel nog te verrichten onderzoeken<br />

• de operatie.<br />

Gesprek met de fysiotherapeut (eventueel)<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• de begeleiding door de fysiotherapeut na de operatie<br />

• het gebruik van de uniflo<br />

• het gebruik van het hoestkussen.<br />

Wanneer u nog niet op de prepolikliniek geweest bent, kunt u ook bezoek<br />

verwachten van de thoraxanesthesioloog. Op pagina 11 staan de onderwerpen<br />

die hij met u bespreekt. Op deze pagina vindt u ook de onderwerpen die de<br />

zaalarts met u bespreekt, indien u nog geen gesprek gehad heeft.


19<br />

4. Na de operatie<br />

Intensive Care (IC)<br />

Na de operatie brengt de anesthesioloog u, terwijl u nog slaapt, naar de IC.<br />

Hier wordt u intensief in de gaten gehouden (geobserveerd) en behandeld<br />

door een speciaal hiervoor opgeleid team van IC­verpleegkundigen en<br />

IC­artsen. Zij kunnen uw familie informeren over uw situatie en uitleg geven<br />

over de apparatuur. De anesthesioloog blijft u behandelen tot u de IC verlaat.<br />

Meestal wordt u een aantal uren na de operatie wakker. Soms zullen we u<br />

langer laten slapen. Dit kan zijn als het een grote operatie is of als er toch<br />

complicaties zijn zoals bijvoorbeeld meer bloedverlies dan normaal. Als u<br />

wakker wordt, kunt u in het begin niet praten omdat er een buisje in uw keel<br />

zit voor de beademing (door de slaapmedicijnen kunt u na de operatie nog<br />

niet goed zelf ademen). De communicatie verloopt dan met gebaren, schrijven<br />

en een letterbord. Als de IC­arts en verpleegkundige vinden dat u zelf weer<br />

goed kunt ademen, haalt de verpleegkundige het buisje uit uw keel. U kunt<br />

dan weer gewoon praten maar u kunt nog wat hees zijn. Misschien heeft u<br />

last van uw keel. Er is een verpleegkundige in uw buurt die u helpt en uitleg<br />

geeft over wat gebeurt.<br />

Rondom uw bed staat speciale apparatuur om optimale zorg en controle te<br />

bieden. Zo bent u bijvoorbeeld aangesloten aan een monitor. Dit apparaat<br />

registreert onder meer uw hartslag, bloeddruk en temperatuur. U heeft op<br />

bepaalde plaatsen slangetjes voor het afvoeren van wondvocht en urine.<br />

Gedurende uw verblijf op de IC voeren verpleegkundigen en artsen dag en<br />

nacht controles bij u uit. Ook verzorgen zij uw wond. Omdat de wonden nog<br />

pijnlijk kunnen zijn, krijgt u pijnstillers. Als de pijn hinderlijk is bij goed door<br />

ademen, meldt u dit dan aan de verpleegkundige. Zij probeert ervoor te<br />

zorgen dat u zo weinig mogelijk pijn heeft.<br />

Na een <strong>hartoperatie</strong> zijn maar weinig mensen misselijk. Als u zich toch<br />

misselijk voelt, meldt u dit dan aan de verpleegkundige; dan krijgt u hier<br />

medi cijnen tegen.<br />

Er wordt regelmatig bloed afgenomen en een röntgenfoto van uw borst<br />

gemaakt.


20<br />

Per dienst is er één verpleegkundige die u verzorgt. Zij is vrijwel altijd op de<br />

zaal aanwezig. De contactpersoon kan telefonisch informatie inwinnen bij de<br />

IC, liever niet tussen 7.30 en 9.30 uur.<br />

De ochtend na de operatie komt de fysiotherapeut bij u aan bed. Hij helpt u<br />

met ademhalingsoefeningen en met het gebruik van de uniflo en het hoestkussen.<br />

Door gebruik te maken van het hoestkussen kunt u krachtiger hoesten<br />

en zal het hoesten minder pijnlijk zijn. Zodra de IC­arts vindt dat u voldoende<br />

hersteld bent, gaat u terug naar verpleegafdeling A7.<br />

Bezoek op de IC<br />

De verpleegkundige van de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen coördineert het<br />

bezoek op de IC en begeleidt het eerste bezoek. Zij bespreekt met uw contactpersoon<br />

wanneer uw direct betrokkenen na de operatie voor de eerste keer<br />

op bezoek willen komen. Op de dag van de operatie is er eenmalig een kort<br />

bezoek mogelijk vanaf 16.00 uur (maximaal vier personen). Wij verzoeken uw<br />

direct betrokkenen zich voor elk bezoek te melden bij de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen<br />

eerste etage, nr. 31, bereikbaar via de A­of B­liften.<br />

<strong>Een</strong> bezoek aan u op de IC kan een grote indruk maken op uw direct<br />

betrokkenen. Door de intensieve zorg is er veel bedrijvigheid en staat er veel<br />

apparatuur. Ook kan het zijn dat u er bleek/geel uitziet. Op de IC geeft een<br />

verpleeg kundige uitleg over uw situatie op dat moment en vertelt zij waar<br />

alle apparatuur voor dient.<br />

Twee belangrijke huishoudelijke regels voor bezoekers op de IC zijn:<br />

• In verband met infectiegevaar zijn bloemen en planten op de IC niet toegestaan.<br />

<strong>Een</strong> kaart of foto mag wel.<br />

• Op de IC moet u uw mobiele telefoon uitzetten omdat deze storingen aan<br />

de apparatuur kan veroorzaken.<br />

Terug op A7<br />

Zodra u terug mag naar de verpleegafdeling, brengen de IC­verpleegkundigen<br />

u naar afdeling A7 of wordt u opgehaald door de verpleegkundigen van A7.<br />

Op deze afdeling is de zorg minder intensief dan op de IC. Wel wordt u aangesloten<br />

op een monitor die uw hartritme bewaakt. U kunt nog wat slaperig<br />

zijn van de narcose. Als u zich goed voelt mag u ‘s middags al even op een stoel<br />

zitten.


21<br />

De verpleegkundige begeleidt u de komende dagen bij uw herstel. De eerste<br />

dagen na de operatie voelen de meeste patiënten zich moe, zijn emotioneel<br />

en hebben een grieperig gevoel. De wonden kunnen pijnlijk zijn, misschien<br />

heeft u geen eetlust en voelt u spierpijn in uw nek of schouders. Als u zich<br />

zo voelt, hoeft u zich hierover niet ongerust te maken. Dit is een reactie op<br />

de operatie. Het is wel van belang dat u uw klachten zoals pijn doorgeeft<br />

aan de verpleegkundige. Zij zal u meerdere keren per dag vragen om aan de<br />

pijn een cijfer te geven tussen 0 en 10. Mede afhankelijk daarvan geeft zij u<br />

pijnbestrijding.<br />

Dagelijks tussen 8.00 en 10.00 uur loopt de zaalarts/PA visite. Zo nodig zijn<br />

een hartchirurg en een cardioloog hierbij aanwezig. Zij volgen uw herstel en<br />

informeren u over eventuele noodzakelijke onderzoeken en medicijngebruik.<br />

Als u vragen heeft over de operatie of over uw herstel, kunt u deze altijd<br />

aan de zaalarts/PA stellen. De artsen informeren u over het verloop van de<br />

operatie. Ook vertellen zij hoeveel omleidingen zijn geplaatst of, bij een<br />

hartklepoperatie, welke soort klep u hebt gekregen. Eventueel opgetreden<br />

complicaties komen eveneens aan de orde.<br />

Fysiotherapie<br />

Vanaf de eerste dag na de operatie krijgt u begeleiding van een<br />

fysiotherapeut. De eerste dagen staan in het teken van verbeteren van de<br />

ademhaling, adviezen omtrent lichaamshouding en bewegen. Er wordt een<br />

begin gemaakt met het uit bed komen en kleine stukjes lopen.<br />

Na deze fase is de fysiotherapie meer gericht op inspanningen die passen bij<br />

uw thuissituatie om uw zelfredzaamheid te vergroten.


22<br />

Voorbereiding op ontslag<br />

Als u wordt overgeplaatst naar uw eigen ziekenhuis...<br />

Als u wordt overgeplaatst naar uw eigen ziekenhuis, hoort u dit meestal een<br />

dag van tevoren van de zaalarts. Op de dag zelf wordt u in de loop van de<br />

ochtend met de ambulance naar uw eigen ziekenhuis gebracht. De zaalarts,<br />

apotheek, verpleegkundige en fysiotherapeut verzorgen een schriftelijke<br />

overdracht voor de zorgverleners in uw eigen ziekenhuis. Hierin staat<br />

beschreven welke operatie u heeft ondergaan, hoe uw herstel tot nu toe is<br />

verlopen en welke medicijnen u gebruikt.<br />

In uw eigen ziekenhuis wordt de verdere revalidatie voortgezet.<br />

Leest u voor u naar huis gaat het hoofdstuk ‘Herstel thuis’ door. Eventuele<br />

vragen hierover kunt u dan nog bespreken.<br />

Als u vanuit ons ziekenhuis naar huis gaat...<br />

Zaalarts/PA<br />

De zaalarts/PA bespreekt met u minimaal een dag van tevoren wanneer u met<br />

ontslag mag. Hij doet een lichamelijk onderzoek en controleert uw longen en<br />

de borst­ en eventuele beenwond. Hij bespreekt met u de verwachtingen over<br />

uw herstel.<br />

Verpleegkundige<br />

<strong>Een</strong> dag voor ontslag heeft u ‘s middags of ‘s avonds tijdens het bezoekuur<br />

een afsluitend gesprek met de verpleegkundige en uw direct betrokkenen.<br />

Overlegt u van tevoren met uw partner of familielid wie hierbij aanwezig<br />

is. Dit gesprek gaat over de opnameperiode in ons ziekenhuis en over de<br />

herstelperiode die nog voor u ligt. Zij bespreekt met u de onderwerpen uit het<br />

volgende hoofdstuk ‘Herstel thuis’. Leest u dit daarom vooraf door, eventuele<br />

vragen kunt u dan bespreken.


23<br />

Hartrevalidatie<br />

De laatste fase van de behandeling van uw hartziekte is hartrevalidatie.<br />

<strong>Patiënten</strong> die onder cardiologische behandeling zijn in dit ziekenhuis,<br />

krijgen rond de vijfde dag na de operatie bezoek van de hartrevalidatieverpleegkundige.<br />

Zij heeft met u een intakegesprek en informeert u over het<br />

hartrevalidatietraject.<br />

U krijgt bij ontslag een informatiemap mee met daarin de belangrijkste<br />

informatie voor de eerste periode na ontslag. Hierin vindt u eveneens datum,<br />

plaats en tijd waarop u verwacht wordt voor het hartrevalidatietraject. De<br />

oproep voor een fietsproef krijgt u thuisgestuurd.<br />

Mocht u door de cardioloog vanuit een ander ziekenhuis zijn verwezen en<br />

aldaar willen revalideren, dan kunt u contact opnemen met het betreffende<br />

ziekenhuis om daar een afspraak voor hartrevalidatie te maken.<br />

Dag van ontslag<br />

Meestal kunt u rond 10.30 uur ‘s ochtends naar huis. Als u Sintrommitis of<br />

Marcoumar gebruikt is dit rond 11.00 uur omdat de trombosedienst uw<br />

sintromkaartje moet maken. Voordat u naar huis gaat krijgt u de volgende<br />

papieren mee:<br />

• brief en medicatieoverzicht voor uw huisarts<br />

• een briefje waarop staat dat u een afspraak voor over 2 tot 4 weken bij uw<br />

cardioloog krijgt toegestuurd<br />

• een recept waarmee u uw (nieuwe) thuismedicatie bij uw eigen apotheek<br />

kunt ophalen (in de meeste gevallen liggen deze medicijnen daar al voor u<br />

klaar).<br />

Eventueel:<br />

• sintromkaart van de trombosedienst<br />

• afspraak voor bloedonderzoek en/of een longfoto<br />

• poliklinische controle op de polikliniek Hartchirurgie.<br />

Uw mening telt<br />

Wij hechten veel waarde aan uw mening over uw verblijf in de <strong>Isala</strong><br />

klinieken en met name op afdeling A7. Het delen van uw ervaringen kan onze<br />

zorgverlening in de toekomst verbeteren.


24<br />

Aandachtspuntenlijst<br />

Gesprekken na de operatie<br />

Datum :<br />

Gesprek met de zaalarts/PA<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• het verloop van de operatie:<br />

– hoeveel omleidingen / soort hartklep<br />

– eventueel opgetreden complicaties<br />

• verwachting verder opnameverloop en herstel<br />

• eventuele overplaatsing naar uw eigen ziekenhuis.<br />

Gesprekken rondom ontslag<br />

Datum :<br />

Gesprek zaalarts/PA<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• datum van ontslag<br />

• verwachting verder herstel.<br />

Gesprek fysiotherapeut<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• advies over lichamelijk functioneren thuis<br />

• mogelijkheden fysiotherapie binnen hartrevalidatie.


25<br />

Gesprek verpleegkundige<br />

U krijgt voorlichting over:<br />

• het herstel thuis: normale verschijnselen na de operatie, het borstbeen, de<br />

been­ of armwond<br />

• wanneer een arts bellen<br />

• leefregels: bewegen en rust, fietsen, autorijden, roken, voeding, sporten,<br />

werkhervatting, vrijen, vakantie<br />

• medicijngebruik<br />

• controle op de polikliniek<br />

• mogelijkheid poliklinische hartrevalidatie<br />

• waar u terecht kunt met problemen na ontslag<br />

• bij een hartklepoperatie: antibioticabescherming.<br />

Eigen aantekeningen


26<br />

5. Herstel thuis<br />

In dit hoofdstuk vindt u informatie die van belang is voor de eerste tijd thuis.<br />

U heeft een grote operatie ondergaan maar bij ontslag bent u al voor het<br />

belangrijkste deel hersteld. Daarom is het niet meer nodig dat u in het ziekenhuis<br />

blijft.<br />

Na ontslag uit het ziekenhuis gaan het verdere herstelproces en de revalidatie<br />

thuis door. Van tevoren is moeilijk te zeggen hoe dit proces zal verlopen. Dit<br />

verschilt van persoon tot persoon. De informatie die volgt gaat over leefregels<br />

na een <strong>hartoperatie</strong> en kleine of grotere problemen die zich kunnen voordoen.<br />

Deze problemen horen vaak bij het herstel.<br />

Normale verschijnselen na de operatie<br />

Na de operatie kunnen er allerlei klachten optreden. U kunt concentratiestoornissen<br />

krijgen, zoals moeilijkheden met lezen en vergeetachtigheid.<br />

Soms lukt het in de eerste weken na de operatie niet eens om een paar regels<br />

achter elkaar te lezen of een verhaal te volgen dat iemand vertelt. Slapheid<br />

en vermoeidheid zijn normaal na een grote operatie. Dit is het gevolg van een<br />

verlies van lichamelijke en geestelijke conditie. Door het oppakken van een<br />

normaal leven verdwijnen deze klachten vanzelf.<br />

Ook plotseling boos worden of de tranen laten lopen zonder dat daar een<br />

duidelijke reden voor is, horen bij de normale verschijnselen na de operatie.<br />

Bijna iedereen is na een <strong>hartoperatie</strong> van slag. Ook uw partner kan door de<br />

spanning rond de operatie van slag zijn. Deze verschijnselen verdwijnen na<br />

enige tijd vanzelf. Mocht dit niet het geval zijn, overleg dan met uw huisarts.


27<br />

Borstbeen<br />

Als het borstbeen tijdens de operatie in de lengte is doorgezaagd, worden aan<br />

het einde van de operatie de beide helften van het borstbeen weer stevig aan<br />

elkaar bevestigd met roestvrijstalen draden. In principe worden deze nooit<br />

meer verwijderd. De beide helften van het borstbeen kunnen niet schuiven<br />

ten opzichte van elkaar. U kunt dan ook rustig op uw zij, rug of buik liggen. De<br />

volledige genezing van het borstbeen duurt ongeveer drie maanden.<br />

Om het borstbeen te ontzien is het verstandig de eerste zes weken na de<br />

operatie geen zware dingen te tillen, de hond niet uit te laten en geen zware<br />

huis houdelijke werkzaamheden – zoals stofzuigen en ramen lappen – te<br />

verrichten.<br />

Hoesten, niezen en persen blijven de eerste weken soms gevoelig.<br />

Na zes weken is de genezing zo ver gevorderd dat de meeste dagelijkse handelingen<br />

weer verricht kunnen worden.<br />

Been- of armwond<br />

Bij het maken van omleidingen wordt vaak de borstwandslagader, armslagader<br />

en/of een ader uit een been gebruikt. Wanneer de armslagader is<br />

gebruikt, moet u gedurende zes maanden medicijnen tegen vaatkrampen<br />

gebruiken. Van de beenwond kunt u de eerste weken nog klachten hebben.<br />

Vooral bij de knie en de enkel kan het litteken van de wond de eerste weken<br />

een stekende pijn geven en bij het lopen kunt u de wond voelen trekken.<br />

Het beenvat en/of armvat kan ook middels een kijkoperatie verwijderd zijn,<br />

dan hebt u slechts kleine wondjes.<br />

Bij het verwijderen van de ader uit het been is het soms onvermijdelijk dat<br />

een kleine huidzenuw wordt beschadigd. Hierdoor kan er bijvoorbeeld op<br />

het scheenbeen en de enkel een gevoelloze plek ontstaan. Deze plek wordt<br />

langzaam kleiner, maar vaak blijft een klein deel van de huid van het been<br />

vreemd aanvoelen. Hoewel dit vervelend kan zijn, is dit geen reden tot<br />

bezorgd heid.<br />

In de eerste weken na de operatie kan het been dik worden. Vocht kan moeilijk<br />

uit het been naar het hart worden afgevoerd. Dit komt omdat de ader die uit<br />

het been is genomen niet vervangen wordt. Andere aders in het been nemen<br />

deze taak over maar dit kost tijd.


28<br />

Om deze genezing te bevorderen en om te voorkomen dat uw been dik wordt,<br />

is het belangrijk dat u een elastische kous draagt. U krijgt deze van het ziekenhuis.<br />

U moet deze kous ‘s ochtends voor het opstaan aandoen en voor de nacht<br />

trekt u de kous weer uit. De kous is wasbaar in de wasmachine op maximaal<br />

90 graden. Op de afdeling is, tegen betaling, een ‘easy­slide’ verkrijgbaar. Dit is<br />

een hulpmiddel bij het aantrekken van de kous.<br />

De kous draagt u ongeveer zes weken of zolang uw been nog vocht vasthoudt<br />

en dik is. Na deze periode heeft de bloedsomloop van het been zich aan de<br />

nieuwe situatie aangepast en hoeft u de kous niet meer te dragen. Naast<br />

het dragen van een steunkous is het verstandig uw been regelmatig hoog te<br />

leggen als u zit.<br />

Wondgenezing: borstwond, beenwond en armwond<br />

De operatiewonden zijn meestal dicht als u naar huis gaat. Als er een kleine<br />

hoeveelheid vocht uit de wond lekt, kunt u een droog steriel gaas op de wond<br />

leggen. Het gaas maakt u vast met een pleister.<br />

Gebruik geen poeders en zalfjes op de wond. Als de wondranden plaatselijk<br />

wijken of als er een draadje van een hechting zichtbaar is, trek er dan niet aan.<br />

De hechtingen lossen vanzelf in ongeveer zes weken op.<br />

Omdat het litteken van de borstwond minder breed en dus fraaier wordt als<br />

er weinig spanning op komt, raden wij vrouwen aan dag en nacht een bh<br />

zonder beugels te dragen. U kunt gewoon elke dag douchen. Het is beter om<br />

de eerste twee weken na ontslag geen bad te nemen.<br />

Meestal geeft de eventuele armwond geen klachten en is daarvoor geen<br />

speciale verzorging nodig. Voor alle wonden geldt dat er bloeduitstortingen<br />

ontstaan kunnen zijn. Het duurt een aantal weken voordat deze weggetrokken<br />

zijn.<br />

Spierpijn<br />

Na de operatie is het hebben van spierpijn een normale zaak. U kunt dit<br />

voelen in uw nek, rug, ribben en schoudergordel. Dit wordt veroorzaakt doordat<br />

de randen van het borstbeen of de ribben tijdens de operatie uit elkaar<br />

geduwd worden om bij het hart te komen. De spierpijn wordt geleidelijk<br />

minder, maar kan wel zes tot acht weken aanhouden.


29<br />

Wanneer een arts bellen<br />

<strong>Een</strong>maal thuis kunnen klachten optreden waarbij het raadzaam is hulp te<br />

zoeken. In eerste instantie belt u de huisarts of de huisartsenpost.<br />

U neemt contact op bij:<br />

• Temperatuurverhoging<br />

Bij een temperatuur van meer dan 38,5° C, opgenomen via de anus.<br />

• Wondproblemen<br />

Als de wonden rood, dik en pijnlijk worden of als er helder of troebel vocht<br />

uit de wond komt.<br />

• Onregelmatige en snelle hartslag<br />

Als u klachten heeft van een snelle en / of onregelmatige hartslag, waarbij<br />

u zich niet goed voelt.<br />

• Pijn<br />

Bij het ontstaan van pijn op de borst zoals voor de operatie, maar ook als<br />

de wondpijn van de borst­ of beenwond verergert of verandert<br />

• Kortademigheid<br />

Bij vertrek uit het ziekenhuis is het normaal dat u nog enige<br />

kortademigheid voelt. Soms al na een beetje inspanning. Meestal wordt<br />

het vrij snel minder. Als de kortademigheid erger wordt dan bij ontslag,<br />

moet u contact opnemen.<br />

• Hoesten<br />

Bij toenemende hoest en het opgeven van geel of groen slijm, zeker als dit<br />

samengaat met koorts.<br />

Leefregels<br />

Voor een optimaal herstel na de operatie zijn de volgende adviezen van groot<br />

belang.<br />

Bewegen en rust<br />

Bij uw verdere herstel speelt u zelf een belangrijke rol en is dagelijks lichamelijke<br />

inspanning van groot belang. Er is wel een verschil. In het ziekenhuis kon<br />

u meteen uw vragen stellen en keken zorgverleners mee die ervoor zorgden<br />

dat u niet te veel, maar ook niet te weinig deed. Thuis moet u het alleen of<br />

met uw familie doen. Veel mensen hebben dan de neiging om het maar<br />

‘voorzichtig aan’ te doen. Als u in het ziekenhuis al goed ter been was, is het<br />

aan te bevelen de eerste dagen na thuiskomst in eigen tempo en naar eigen


30<br />

kunnen te wandelen. Lichte huishoudelijke werkzaamheden mag u doen.<br />

Luister naar uw lichaam, u voelt zelf het beste wat u kunt.<br />

Om uw herstel te versnellen is het meestal nodig dat u elke dag uw activiteit<br />

iets vergroot. Doe alles geleidelijk, een beetje moe worden mag, maar overdrijf<br />

het niet. Dit geldt voor zowel uw lichamelijke, geestelijke als sociale<br />

activiteiten.<br />

Probeert u de eerste tijd het aantal mensen dat u op bezoek krijgt te<br />

beperken. Probeer situaties die stress veroorzaken te vermijden. Na de<br />

operatie is het niet nodig ‘s ochtends lang in bed te blijven liggen en ‘s avonds<br />

vroeg naar bed te gaan. Wel is het verstandig tussen de middag te rusten.<br />

Sporten<br />

In het algemeen hebben de meeste mensen weinig lichamelijke beperkingen<br />

na een <strong>hartoperatie</strong>. In verband met de genezing van het borstbeen mag u de<br />

eerste zes weken na de operatie nog niet sporten. Weer starten met sporten<br />

is afhankelijk van uw herstel en uw conditie voor de operatie. U kunt het<br />

beste bij de controleafspraak met uw cardioloog overleggen wanneer u weer<br />

kunt beginnen met sporten. Zeker als u weer wilt gaan zwemmen, moet u dit<br />

eerst met hem bespreken. Normaal gesproken kunt u uw conditie langzaam<br />

opbouwen naar uw sportniveau van voor de operatie. Er zijn mogelijkheden<br />

om dit via een hartrevalidatieprogramma te doen.<br />

Alcohol<br />

<strong>Een</strong> <strong>hartoperatie</strong> is op zich geen reden om met alcoholgebruik te stoppen.<br />

Wel is matiging aan te raden. Alcohol versterkt de werking van Sintrommitis<br />

en Marcoumar. Bij gebruik van één tot twee glazen alcohol per dag is er geen<br />

risico op verstoring van de instelling. Meer alcohol is af te raden omdat dit de<br />

werking van deze medicijnen merkbaar beïnvloedt.<br />

Roken<br />

Onderzoek heeft aangetoond dat roken slecht is voor de gezondheid,met<br />

name voor hart en vaten. Wij raden het roken daarom met klem af.<br />

Hartrevalidatie biedt mogelijkheden voor hulp bij het stoppen met roken.<br />

U kunt dit ook bespreken met uw huisarts of cardioloog. De Stichting<br />

Volks gezondheid en Roken (Stivoro) kan u ook hulp aanbieden. Het<br />

telefoon nummer vindt u in de bijgevoegde brochure van de Nederlandse<br />

Hart stichting.


31<br />

Fietsen, autorijden en zwemmen<br />

Strikte regels zijn niet te geven; wat hieronder volgt zijn daarom adviezen.<br />

Het is raadzaam de eerste tijd na een operatie niet te fietsen, auto te rijden of<br />

te zwemmen zodat de botgenezing ongestoord kan plaatsvinden.<br />

Fietsen: als u zich goed genoeg voelt, kunt u zes tot acht weken na de operatie<br />

proberen te fietsen. Om het borstbeen niet te veel te belasten raden wij aan<br />

slechts te fietsen op vlakke wegen. U mag wel vanaf dat u thuis bent een<br />

hometrainer gebruiken. De beperking heeft namelijk niet te maken met de<br />

fietsbeweging maar met de deelname aan het verkeer. Bent u met behulp<br />

van de operatierobot geopereerd, dan mag u na twee weken weer fietsen en<br />

sporten.<br />

Autorijden: als u geen spierpijnklachten van borst en nek meer heeft en<br />

als u zich goed kunt concentreren, kunt u vier tot zes weken na de operatie<br />

beginnen met autorijden, in eerste instantie in niet al te druk verkeer.<br />

Meerijden in een auto is natuurlijk altijd toegestaan. Wilt u ondanks dit<br />

advies toch binnen vier weken gaan autorijden, neem dan eerst contact op<br />

met uw verzekeringsmaatschappij.<br />

Zwemmen: zo’n zes tot acht weken na de operatie kunt u weer zwemmen.<br />

Bent u met de robot geopereerd dan mag u na vier weken zwemmen. Op<br />

voorwaarde dat de wonden van het borstbeen (en eventueel van de arm of<br />

het been) dicht en genezen zijn.<br />

Zonnebank<br />

U wordt aangeraden om de eerste vier tot zes weken na de operatie geen of<br />

matig gebruik te maken van de zonnebank, omdat daardoor een lelijk litteken<br />

kan ontstaan.<br />

Wandelen<br />

Nadat u naar huis gaat, kunt u dagelijks gaan wandelen. Hierbij geldt dat u<br />

de normale voorzorgsmaatregelen in acht moet nemen. (Niet bij guur weer en<br />

goed aankleden.) Dit wandelen kunt u zelf naar wens uitbreiden.<br />

Vrijen<br />

Vrijen is geen activiteit die het hart extra belast. Het advies luidt dus gewoon<br />

te vrijen als u en uw partner er weer aan toe zijn. Het levert geen bijzonder<br />

risico voor het hart op.


32<br />

Werkhervatting<br />

Meestal vindt werkhervatting plaats tussen drie en zes maanden na de<br />

operatie, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden. U voelt in het<br />

algemeen zelf het beste wanneer u weer aan werken toe bent. Bespreek uw<br />

werk hervatting in een vroeg stadium met werkgever, bedrijfsarts, huisarts en<br />

cardioloog. Vaak is het verstandig eerst halve dagen te werken en dit langzaam<br />

op te voeren.<br />

Vakantie<br />

Als u vlot en zonder problemen herstelt, is ongeveer zes weken na de operatie<br />

een vakantie heel goed mogelijk. Beperkingen zijn er in principe niet. Wel is<br />

het verstandig dit van tevoren met uw huisarts, cardioloog en de trombosedienst<br />

te overleggen. Als u besluit op vakantie te gaan, doe dan de eerste<br />

dagen rustig aan en bekijk zelf wat u aankunt.<br />

Controles<br />

Diabetici moeten hun bloedsuikergehalte controleren omdat deze door de<br />

<strong>hartoperatie</strong> vaak verstoord raakt.<br />

Griepprik<br />

De eerste zes weken na de operatie mag u geen griepprik krijgen. Door de<br />

operatie is uw weerstand verminderd en heeft u niet voldoende lichamelijke<br />

conditie om deze vaccinatie te ondergaan.<br />

Medicijngebruik<br />

Na uw <strong>hartoperatie</strong> moet u medicijnen gaan gebruiken. Hoewel medicijnen<br />

veel nuttige werkingen hebben, kunnen zij ook bijwerkingen hebben.<br />

<strong>Informatie</strong> over de verschillende medicijnen die bij hartziekten vaak worden<br />

voor geschreven kunt u vinden in de brochure ‘Medicijnen en hartziekten’ van<br />

de Nederlandse Hartstichting.


33<br />

Na ontslag krijgt u een recept mee, waarop de medicijnen vermeld staan die<br />

u thuis gaat gebruiken (of de medicijnen liggen al klaar bij uw apotheek).<br />

Van uw apotheek ontvangt u een actuele geneesmiddelenkaart. Neem<br />

deze kaart bij een bezoek aan een arts of apotheek altijd mee. Het is een<br />

handig hulpmiddel bij overleg met uw huisarts, specialist en apotheker.<br />

Zet de naam van een nieuw medicijn dat u krijgt voorgeschreven op de<br />

geneesmiddelenkaart. Streep medicijnen die u niet meer gebruikt door.<br />

Verkeerd gebruik van medicijnen kan tot ernstige schade leiden. Daarom is<br />

het volgende belangrijk:<br />

• Verander nooit zelf de dosering.<br />

• Stop niet zelf met de voorgeschreven geneesmiddelen.<br />

• Herstart niet zonder overleg met uw (huis)arts eerder gebruikte<br />

medicijnen.<br />

• Gebruik geen medicijnen van een ander, ook al heeft deze persoon<br />

dezelfde klachten.<br />

De tijden waarop u de medicijnen moet innemen (deze staan vermeld op de<br />

geneesmiddelenkaart) zijn een richtlijn.<br />

Bloedverdunners<br />

Het kan zijn dat u na ontslag uit het ziekenhuis medicijnen blijft gebruiken<br />

die de stolling van het bloed remmen. Hierdoor wordt voorkomen dat stolsels<br />

zouden kunnen ontstaan in omleidingen (‘bypasses’) of op de hartkleppen.<br />

Welke middelen worden voorgeschreven hangt van meerdere factoren af.<br />

Bij gebruik van deze medicijnen is de neiging tot bloeden sterker dan<br />

normaal. Dit uit zich bijvoorbeeld in tandvleesbloedingen bij het tanden<br />

poetsen, grote blauwe plekken na stoten of lang nabloeden van wondjes. Als<br />

er bloed in de urine of ontlasting voorkomt,moet u contact opnemen met de<br />

trombose dienst (als u daar bekend bent) of met uw huisarts.


34<br />

Trombosedienst<br />

De trombosedienst controleert regelmatig het bloed van mensen die<br />

Sintrommitis of Marcoumar gebruiken. Door de mate van ontstollen van het<br />

bloed te meten wordt de dosis van de bloedverdunners bepaald. De hoeveelheid<br />

tabletten die wordt voorgeschreven kan wisselen.<br />

Niet alle geneesmiddelen kunnen in combinatie met Sintrommitis en<br />

Marcoumar worden gebruikt. Aspirine mag u in combinatie met Sintrommitis<br />

en Marcoumar niet gebruiken, Paracetamol wel. Overleg bij twijfel met uw<br />

huisarts.<br />

Aanvullende informatie voor hartkleppatiënten<br />

Voor deze patiënten volgt hier nog enige aanvullende informatie.<br />

Hartklepregistratie<br />

De Stichting Medic Alert Nederland registreert landelijk bij wie welke kunstklep<br />

is geïmplanteerd. Het is belangrijk precies te weten en te registreren welk<br />

merk, type en serienummer van een klep bij u is ingebracht. In spoedgevallen<br />

kan deze stichting persoonlijke medische informatie verschaffen. Zo is<br />

het mogelijk u op te sporen als er onverhoopt problemen ontstaan in een<br />

bepaalde serie hartkleppen. Als u bezwaar heeft tegen registratie van uw<br />

persoons gegevens, kunt u dit melden bij de zaalarts.<br />

Antibioticabescherming<br />

Wanneer u aan een hartklep geopereerd bent of een kunstklep gekregen<br />

heeft, is het belangrijk om bij medische ingrepen, verwondingen of tandheelkundige<br />

behandelingen antibiotica te krijgen. Het is namelijk zo dat een<br />

gerepareerde hartklep of kunstklep ontstoken kan raken als er bacteriën<br />

in het bloed komen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij oppervlakkige<br />

verwondingen zoals een grote schaafwond of bij andere diepere wonden<br />

die gehecht moeten worden. U moet kortstondig tegen mogelijke infecties<br />

beschermd worden door antibiotica. Het is daarom van belang dat u uw<br />

tandarts en andere behandelende artsen vertelt dat u een hartklepoperatie<br />

hebt ondergaan en dat antibioticabescherming nodig is.


35<br />

Sintrommitis en Marcoumar<br />

<strong>Patiënten</strong> die een hartklepvervanging door middel van een mechanische<br />

klepprothese hebben ondergaan, moeten onder alle omstandigheden en<br />

levenslang Sintrommitis of Marcoumar gebruiken. Levenslange controle<br />

door de trombosedienst is daarom ook noodzakelijk. Als een zogenoemde<br />

biologische klep is gebruikt, kan onder sommige omstandigheden na verloop<br />

van tijd en uitsluitend in overleg met de cardioloog het gebruik van de<br />

bloedverdunners gestaakt of gewijzigd worden.


36<br />

Tekeningen van de operatie<br />

Operatiedatum:<br />

Hartchirurg:<br />

Anesthesioloog:<br />

Aard operatie:<br />

Kleptype:<br />

Klepnummer:<br />

Mechanisch/Biologisch (in te vullen door arts):


37<br />

6. Extra informatie<br />

Er zijn in Nederland verschillende organisaties die u kunnen informeren over<br />

hartzieken en een <strong>hartoperatie</strong>. Zij geven bijvoorbeeld brochures uit over<br />

uiteenlopende onderwerpen rondom hart­ en vaatziekten. Ook kunnen zij u<br />

informeren als u graag in contact wilt komen met lotgenoten. Als u over deze<br />

zaken informatie wilt, kunt u zich wenden tot de onderstaande organisaties.<br />

Hartezorg: federatie van hartpatiëntenorganisaties<br />

Postbus 132<br />

3702 AC Bilthoven<br />

t (030) 659 46 54<br />

f (030) 656 36 77<br />

www.hartezorg.nl<br />

info.hartezorg@shhv.nl<br />

Nederlandse Hartstichting<br />

Postbus 300<br />

2501 CH Den Haag<br />

t (0800) 300 03 00 (tijdens kantooruren)<br />

www.hartstichting.nl<br />

Overige internetsites<br />

<strong>Informatie</strong> over hart- en vaatziekten, medicijnen en voeding:<br />

www.hart.pagina.nl<br />

www.hartspecialist.nl<br />

www.voedingscentrum.nl<br />

www.hartinbeweging.nl<br />

Belangen- en patiëntenverenigingen:<br />

www.hartenvaten.nl<br />

<strong>Informatie</strong> over de <strong>Isala</strong> klinieken, de dienst <strong>Patiënten</strong>betrekkingen en<br />

afdeling A7 vindt u op:<br />

www.isala.nl<br />

<strong>Informatie</strong> over de wachtlijst voor een <strong>hartoperatie</strong><br />

www.hartwachtlijst.nl


38<br />

Verantwoording tekst<br />

Deze tekst is samengesteld door medewerkers van de Zorggroep Hart &<br />

Longen en de stafdienst Concerncommunicatie. Het is tot stand gekomen<br />

met behulp van de in het Universitair Medisch Centrum Utrecht ontwikkelde<br />

methodiek <strong>Patiënten</strong> <strong>Informatie</strong> <strong>Dossier</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!