HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport

HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport

01.09.2013 Views

C V L 80 Commissie Vogelaanvaringen Luchtvaartuigen Echte predatoren of verjaagmiddelen die deze nabootsen hebben een beter afschrikwekkend effect want een vogel die niet direct en afdoende reageert op roofvijanden leeft niet lang genoeg om zijn gedrag aan een volgende generatie door te geven. Om die reden is er veel energie gestoken in het gebruik van afgerichte valken en haviken op vliegvelden. Verjaagmiddelen die een element van gelijkenis of gelijk gedrag vertonen met een echte vijand bijvoorbeeld radiobestuurde modelvliegtuigjes, imitatie haviken of vossen, vogelverschrikkers en valken alsmede ballonnen, zijn in combinatie met anderen middelen beproefd. Hun begineffect staat of valt met de werkelijke gelijkenis zowel in gedrag als in verschijningsvormen. Vanwege het feit dat een echte bedreiging niet aanwezig is komt ook bij dergelijke apparatuur gewenning op den duur ook om de hoek kijken. 8.2.3 Angstkreten en waarschuwingsroepen Boeren hangen soms geschoten kraaien op aan een stok met het idee dat deze hun soortgenoten bij wijze van waarschuwing zullen afschrikken. Vogels die angstkreten uiten als ze aangeschoten naar de grond komen of anderszins onnatuurlijk gedrag vertonen hebben veroorzaken een sterke reactie op soortgenoten. Kadavers echter worden vrijwel zeker na enige tijd genegeerd of aangevreten door aaseters. Net als bij verjaagmiddelen die op predatoren lijken, reageren vogels sterk op soortgenoten die in gevaar zijn gevaar, angstkreten uiten of doodgaan. Gewenning daaraan treedt vrijwel nooit op. De reactie is vrijwel altijd eerst poolshoogte nemen (aanvliegen) en pas daarna vluchten. Dit gedrag is vooral bekend van meeuwen en kraaiachtigen. 8.2.4 Op zich staande en manbediende verjagingsmiddelen Wanneer wordt overwogen verjaagmiddelen te gebruiken dient onderscheid te worden gemaakt tussen middelen die ter plaatse worden neergezet en blijvend worden bediend en middelen die slechts door mankracht in werking worden gezet. Het verschil tussen beide vormen van verjaagmiddelen is fundamenteel zowel in effectiviteit als wijze van gebruik. 8.2.5 Problemen met op zich staande verjaagmiddelen De wijze van gewenning en de noodzakelijke pogingen om de gewenningstijd te vertragen onderstrepen duidelijk het beperkte nut van deze verjaagmiddelen op een luchthaven. De constante presentie van het middel versnelt het gewenningsproces. Een ongecontroleerd gebruik en een ongecontroleerde werking van een middel kan daarentegen vogels aanzetten tot het kruisen van de start-/ landingsbanen en de aan- en uitvliegroutes hetgeen contraproductief zou kunnen werken. Over contraproductief gesproken; Het gewenningseffect maakt het verjaagmiddel niet altijd geheel ineffectief. Het is bekend dat daar waar boeren regelmatig verjaagmiddelen gebruiken dit zelfs kraaiachtigen en duiven aantrekt als een indicatie dat daar waarschijnlijk wat te halen is. Dit effect kan zich ook op luchthavens voordoen. 8.2.6 Door mankracht bediende verjaagmiddelen Op vliegvelden zijn verjaagmiddelen nodig die effect hebben op grote terreinoppervlakken en die langere tijd werkzaam blijven. We moeten ze zodanig gebruiken dat vogels er niet of nauwelijks aan wennen. De enige praktische benadering om een zo groot mogelijk terrein op langere termijn te beschermen is de verjaagapparatuur naar de vogels toe te brengen. Gewenning kan worden voorkomen omdat door mankracht gestuurde verjaagmiddelen alleen worden Handboek Vogelaanvaringspreventie versie 1.0 Nederlandse Luchthavens november 2006

C V L 81 Commissie Vogelaanvaringen Luchtvaartuigen ingezet wanneer het noodzakelijk is en het effect met andere middelen kan worden versterkt. In feite is de mens het belangrijkste vogelverjaagmiddel. Alleen door mankracht bediende en op mankracht gebaseerde technieken zijn voldoende effectief voor gebruik op vliegvelden. Echter, ook hierbij kan door slecht gebruik gewenning optreden, zelfs een krachtig verjaagwapen als de lichtkogel kan minder bruikbaar worden door een onvoldoende overtuigende gebruikswijze. De meest effectieve middelen voor het verjagen van vogels worden beschreven in de Hoofdstukken 9 tot en met 11. De afgerichte roofvogels en radiografisch bestuurde modelvliegtuigen zoals omschreven in Hoofdstuk 12 zijn ook mankracht bediende middelen maar deze hebben in het gebruik nogal wat praktische beperkingen. 8.3 Keuze van verjaagmiddelen Leidinggevenden en personeel van vliegvelden hebben in het algemeen niet de kennis en de mogelijkheden om nieuwe verjaagmiddelen te testen en te evalueren. Zodoende zijn zij gevoelig voor overdreven en zelfs misleidende reclame-uitingen en folders. Daarom moet goed akte worden genomen van de voorwaarden voor het gebruik en de beperkingen. Ten aanzien van verjaagmiddelen geldt het volgende: Alleenstaande middelen zijn gevoelig voor gewenning wat ze feitelijk onbruikbaar maakt voor luchthavengebruik; Alleenstaande apparatuur kan ze zonder toezicht zelfs vogelaanvaringen veroorzaken doordat ze vogels zodanig verstoren dat ze in het vliegpad terechtkomen. Er is gedurende een lange reeks van jaren zeer veel moeite gestoken in de ontwikkeling van specifiek op luchthavens gerichte verjaagapparatuur en -methoden. Een verjaagmiddel dat als nieuw wordt gepresenteerd is veelal niet meer dan “oude wijn in nieuwe flessen” ofwel een middel dat al eerder is getest en in termen van effectiviteit, gebruik of veiligheid, niet goed werd bevonden; Ieder verjaagmiddel, dat werkzaam op de oriëntatie of zintuigen van vogels en goed blijkt te werken, is zeer waarschijnlijk ook gevaarlijk voor de mens en derhalve veelal verboden; Gewenning betekent niet alleen dat het verjaageffect vermindert, vogels kunnen, indien boeren in de omgeving dezelfde middelen gebruiken, zelfs worden aangetrokken; Het gebruik van verjaagmiddelen die vanaf het begin af aan al niet werken of snel hun werkzaamheid verliezen kunnen leidinggevenden en vogelwachters een vals gevoel van veiligheid geven; Ten aanzien van niet of onvoldoende werkzame apparatuur en middelen (zoals beschreven in dit handboek) zou door deskundigen geen positief advies moeten worden gegeven. Handboek Vogelaanvaringspreventie versie 1.0 Nederlandse Luchthavens november 2006

C V L<br />

81<br />

Commissie Vogelaanvaring<strong>en</strong> Luchtvaartuig<strong>en</strong><br />

ingezet wanneer het noodzakelijk is <strong>en</strong> het effect met andere middel<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />

versterkt. In feite is de m<strong>en</strong>s het belangrijkste vogelverjaagmiddel.<br />

Alle<strong>en</strong> door mankracht bedi<strong>en</strong>de <strong>en</strong> op mankracht gebaseerde techniek<strong>en</strong> zijn<br />

voldo<strong>en</strong>de effectief voor gebruik op vliegveld<strong>en</strong>.<br />

Echter, ook hierbij kan door slecht gebruik gew<strong>en</strong>ning optred<strong>en</strong>, zelfs e<strong>en</strong> krachtig<br />

verjaagwap<strong>en</strong> als de lichtkogel kan minder bruikbaar word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

onvoldo<strong>en</strong>de overtuig<strong>en</strong>de gebruikswijze. De meest effectieve middel<strong>en</strong> voor het<br />

verjag<strong>en</strong> van vogels word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> in de Hoofdstukk<strong>en</strong> 9 tot <strong>en</strong> met 11. De<br />

afgerichte roofvogels <strong>en</strong> radiografisch bestuurde modelvliegtuig<strong>en</strong> zoals<br />

omschrev<strong>en</strong> in Hoofdstuk 12 zijn ook mankracht bedi<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> maar deze<br />

hebb<strong>en</strong> in het gebruik nogal wat praktische beperking<strong>en</strong>.<br />

8.3 Keuze van verjaagmiddel<strong>en</strong><br />

Leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> personeel van vliegveld<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> niet de<br />

k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om nieuwe verjaagmiddel<strong>en</strong> te test<strong>en</strong> <strong>en</strong> te evaluer<strong>en</strong>.<br />

Zodo<strong>en</strong>de zijn zij gevoelig voor overdrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs misleid<strong>en</strong>de reclame-uiting<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> folders. Daarom moet goed akte word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van de voorwaard<strong>en</strong> voor<br />

het gebruik <strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van verjaagmiddel<strong>en</strong> geldt het volg<strong>en</strong>de:<br />

Alle<strong>en</strong>staande middel<strong>en</strong> zijn gevoelig voor gew<strong>en</strong>ning wat ze feitelijk onbruikbaar maakt voor<br />

luchthav<strong>en</strong>gebruik;<br />

Alle<strong>en</strong>staande apparatuur kan ze zonder toezicht zelfs vogelaanvaring<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> doordat ze<br />

vogels zodanig verstor<strong>en</strong> dat ze in het vliegpad terechtkom<strong>en</strong>.<br />

Er is gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> lange reeks van jar<strong>en</strong> zeer veel moeite gestok<strong>en</strong> in de ontwikkeling van specifiek<br />

op luchthav<strong>en</strong>s gerichte verjaagapparatuur <strong>en</strong> -method<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verjaagmiddel dat als nieuw wordt<br />

gepres<strong>en</strong>teerd is veelal niet meer dan “oude wijn in nieuwe fless<strong>en</strong>” ofwel e<strong>en</strong> middel dat al eerder<br />

is getest <strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van effectiviteit, gebruik of veiligheid, niet goed werd bevond<strong>en</strong>;<br />

Ieder verjaagmiddel, dat werkzaam op de oriëntatie of zintuig<strong>en</strong> van vogels <strong>en</strong> goed blijkt te werk<strong>en</strong>,<br />

is zeer waarschijnlijk ook gevaarlijk voor de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> derhalve veelal verbod<strong>en</strong>;<br />

Gew<strong>en</strong>ning betek<strong>en</strong>t niet alle<strong>en</strong> dat het verjaageffect vermindert, vogels kunn<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> boer<strong>en</strong> in de<br />

omgeving dezelfde middel<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, zelfs word<strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong>;<br />

Het gebruik van verjaagmiddel<strong>en</strong> die vanaf het begin af aan al niet werk<strong>en</strong> of snel hun werkzaamheid<br />

verliez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogelwachters e<strong>en</strong> vals gevoel van veiligheid gev<strong>en</strong>;<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van niet of onvoldo<strong>en</strong>de werkzame apparatuur <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> (zoals beschrev<strong>en</strong> in dit<br />

handboek) zou door deskundig<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> positief advies moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

Handboek Vogelaanvaringsprev<strong>en</strong>tie versie 1.0<br />

Nederlandse Luchthav<strong>en</strong>s november 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!