HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport
HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport
C V L 52 Commissie Vogelaanvaringen Luchtvaartuigen 5.3 Landschappelijke aankleding en andere vogelleefgebieden 5.3.1 Landschapsarchitectuur De ontwikkeling van landschapsplannen brengt gewoonlijk de aanleg van beplantingen, singels, struiken en solitaire bomen met zich mee. Ook vindt men in dergelijke plannen veelal kort geschoren gazons en sierwaterpartijen. Bosjes en bomen verschaffen schuilplaatsen, broedgelegenheid en voedsel voor vele vogelsoorten. Sierwater is een ideaal leefgebied voor allerlei watervogels. Het gevaar van landschappelijke aankleding van een luchthaven of de directe omgeving daarvan is dat zulks in potentie vogelaantrekkend is. Te verwachten problemen bij landschappelijke aankleding van de luchthaven: Dichte beplantingen kunnen op termijn een spreeuwenslaapplaats herbergen. Beplantingen waarin overvloedig vruchten en bessen voorkomen kunnen wintervoedsel opleveren voor diverse vogelsoorten als; spreeuwen, lijsterachtigen en andere zaad-etenden. Deze vogels kunnen zich vanuit hun beschutte positie gemakkelijk naar het open terrein rond de banen begeven en daar op zoek gaan naar insecten. De aanleg van vijvers en grootschalige waterpartijen kunnen meeuwen en andere grotere watervogels aantrekken die vervolgens gaan pendelen tussen de aangelegde plas en omringende wateren of voedselterreinen met als gevolg een groot aantal vogelbewegingen over de luchthaven. 5.3.2 Spreeuwenslaapplaats De aanleg van landschappelijke beplantingen draagt altijd het risico in zich dat op zich daarin op enig moment een spreeuwenslaapplaats kan gaan vestigen. Dit is onvoorspelbaar en eerder een potentieel aanwezige mogelijkheid dan een voorspelbare waarschijnlijkheid. Het verschijnsel spreeuwenslaapplaats en hoe daar mee om te gaan, is eerder beschreven in 4.8.1. In het kader van groenaanleg en het voorkomen van het ontstaan van spreeuwenslaapplaatsen wordt nog op het volgende gewezen Cultuurtechnische maatregelen met betrekking tot het ontstaan spreewenslaapplaatsen: De aantrekkelijkheid kan worden verminderd door een lagere beplantingsdichtheid in en tussen de rijen. Vroegtijdige uitdunning van de beplanting en het open laten van stroken zodat het sociaal contact voor de dieren vermindert werkt preventief. Daar waar beplanting als afscherming moet dienen kan een wisselend plantverband worden aangehouden; Houdt er rekening mee dat het noodzakelijk kan zijn dat er bij het ontstaan van een slaapplaats zwaar moet worden gedund of dat de gehele beplanting moet worden gerooid; Alvorens te dunnen of te rooien kan in de avondschemer worden geprobeerd met lawaai, lichtkogels en dergelijke (zie ook 4.8.1.) de spreeuwen te verjagen. Dit vergt mankracht en men moet zich wel realiseren dat door de verjaging en de hierdoor opvliegende spreeuwen het aanvaringsgevaar tijdelijk kan toenemen. 5.3.3 Vruchten en bessen Vinkachtigen, lijsterachtigen en spreeuwen voeden zich gewoonlijk met vruchten en bessen. Groepen vinken komen alleen in het landingsterrein als er zaden van gras en kruiden aanwezig zijn. De inheemse lijsterachtigen vormen in het algemeen geen groepen en zijn zeldzaam in het open veld waar te nemen. In de voor- en Handboek Vogelaanvaringspreventie versie 1.0 Nederlandse Luchthavens november 2006
C V L 53 Commissie Vogelaanvaringen Luchtvaartuigen najaarstrek komen er wel groepen koperwieken en kramsvogels in aantallen van honderden in het gras voorkomende insecten zoeken. Aantrekkelijke besdragende bomen en struiken zijn o.m.: Berberis soorten Cotoneaster Meidoorn en sleedoorn, Hulst, Lijsterbes – krent Andere soorten die soms aantrekkelijk zijn o.m.: Zweedse meelbes; Wilde appel; Callicarpa; Wilde kers; Chaenomeles; Vlier; Diverse symphoricarpus soorten; Taxus; Hondsroos en andere bottelrozen; Vuurdoorn; Ribes; Diverse besdragende klimop en ligustrum. De aantrekkingskracht van bovengenoemde besdragers kan alleen worden verminderd door het niet aanplanten van dergelijke soorten of het verwijderen van de meest (plaatselijk) aantrekkelijke soorten. Het verminderen van aantallen en afmeting van besdragers: Verspreid tussen andere soorten aanplanten zodat er geen concentraties ontstaan; Plant ze zo ver mogelijk van het landingsterrein; Gebruik variëteiten die geen bessen dragen of alleen mannelijke planten; Snoei meidoornhagen regelmatig om besvorming te verminderen. Belangrijk is dat de vogelsoorten die de luchthaven regelmatig bezoeken, of in relatie tot het landschap, zouden kunnen bezoeken, bekend zijn. Dit geeft een aanwijzing of besdragende heesters in meerdere of mindere mate kunnen worden gebruikt. 5.3.4 Open water In Nederland is vanwege het waterbeheer en de waterberging het hebben van sloten, kanalen en andere waterpartijen veelal onvermijdelijk. Open water trekt vrijwel altijd vogels aan die groot, zwaar en/of talrijk zijn. Hoe meer open water op en rond een luchthaven hoe groter de mogelijkheid wordt dat vogels van de ene waterplas naar de andere pendelen en dus een gevaar gaan vormen. Veel watervogels foerageren ’s nachts en gebruiken waterpartijen om veilig de dag door te brengen. Het gevaar van deze dieren wordt veelal niet goed onderkend bovendien is het vaak moeilijk de dieren blijvend te verontrusten zodat ze wegblijven. Zo mogelijk zou dus open water op en Handboek Vogelaanvaringspreventie versie 1.0 Nederlandse Luchthavens november 2006
- Page 1 and 2: C V L HANDBOEK Commissie Vogelaanva
- Page 3 and 4: C V L Handboek Vogelaanvaringspreve
- Page 5 and 6: C V L Versiebeheer 5 Versie Datum A
- Page 7 and 8: C V L 7 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 9 and 10: C V L 9 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 11 and 12: C V L 11 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 13 and 14: C V L 13 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 15 and 16: C V L Commissie Vogelaanvaringen Lu
- Page 17 and 18: C V L 1 Het vogelgevaar 17 Commissi
- Page 19 and 20: C V L 2 Vogelaanvaringspreventie 19
- Page 21 and 22: C V L 21 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 23 and 24: C V L 23 2.8 Samenvatting Luchthave
- Page 25 and 26: C V L Commissie Vogelaanvaringen Lu
- Page 27 and 28: C V L 27 Bijkomende taken als aange
- Page 29 and 30: C V L 29 Draagt ervoor zorg dat he
- Page 31 and 32: C V L 31 3.2.2 Vergelijk met andere
- Page 33 and 34: C V L 33 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 35 and 36: C V L 35 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 37 and 38: C V L 4 Uitvoering vogelaanvaringsp
- Page 39 and 40: C V L 39 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 41 and 42: C V L 41 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 43 and 44: C V L 43 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 45 and 46: C V L 45 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 47 and 48: C V L MAATREGELEN VOGELAANVARINGSPR
- Page 49 and 50: C V L 5 Luchthaventerreinbeheer 49
- Page 51: C V L 51 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 55 and 56: C V L 55 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 57 and 58: C V L 57 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 59 and 60: C V L 59 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 61 and 62: C V L 61 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 63 and 64: C V L 63 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 65 and 66: C V L 65 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 67 and 68: C V L 67 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 69 and 70: C V L 69 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 71 and 72: C V L 71 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 73 and 74: C V L 73 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 75 and 76: C V L 75 Voorbeelden van locale oms
- Page 77 and 78: C V L 77 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 79 and 80: C V L 8 Principes van vogelverjagin
- Page 81 and 82: C V L 81 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 83 and 84: C V L 9 Het verjagen van vogels met
- Page 85 and 86: C V L 85 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 87 and 88: C V L 87 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 89 and 90: C V L 10 Verjaging door middel van
- Page 91 and 92: C V L 91 Gevolgen van een te gering
- Page 93 and 94: C V L 93 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 95 and 96: C V L 11 Aanvullende verjaagmethode
- Page 97 and 98: C V L 97 Commissie Vogelaanvaringen
- Page 99 and 100: C V L 12 Andere methoden van vogelv
- Page 101 and 102: C V L 101 Commissie Vogelaanvaringe
C V L<br />
53<br />
Commissie Vogelaanvaring<strong>en</strong> Luchtvaartuig<strong>en</strong><br />
najaarstrek kom<strong>en</strong> er wel groep<strong>en</strong> koperwiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> kramsvogels in aantall<strong>en</strong> van<br />
honderd<strong>en</strong> in het gras voorkom<strong>en</strong>de insect<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>.<br />
Aantrekkelijke besdrag<strong>en</strong>de bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> struik<strong>en</strong> zijn o.m.:<br />
Berberis soort<strong>en</strong><br />
Cotoneaster<br />
Meidoorn <strong>en</strong> sleedoorn,<br />
Hulst, Lijsterbes – kr<strong>en</strong>t<br />
Andere soort<strong>en</strong> die soms aantrekkelijk zijn o.m.:<br />
Zweedse meelbes;<br />
Wilde appel;<br />
Callicarpa;<br />
Wilde kers;<br />
Cha<strong>en</strong>omeles;<br />
Vlier;<br />
Diverse symphoricarpus soort<strong>en</strong>;<br />
Taxus;<br />
Hondsroos <strong>en</strong> andere bottelroz<strong>en</strong>;<br />
Vuurdoorn;<br />
Ribes;<br />
Diverse besdrag<strong>en</strong>de klimop <strong>en</strong> ligustrum.<br />
De aantrekkingskracht van bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde besdragers kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
verminderd door het niet aanplant<strong>en</strong> van dergelijke soort<strong>en</strong> of het verwijder<strong>en</strong> van<br />
de meest (plaatselijk) aantrekkelijke soort<strong>en</strong>.<br />
Het verminder<strong>en</strong> van aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong> afmeting van besdragers:<br />
Verspreid tuss<strong>en</strong> andere soort<strong>en</strong> aanplant<strong>en</strong> zodat er ge<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>traties ontstaan;<br />
Plant ze zo ver mogelijk van het landingsterrein;<br />
Gebruik variëteit<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> bess<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> of alle<strong>en</strong> mannelijke plant<strong>en</strong>;<br />
Snoei meidoornhag<strong>en</strong> regelmatig om besvorming te verminder<strong>en</strong>.<br />
Belangrijk is dat de vogelsoort<strong>en</strong> die de luchthav<strong>en</strong> regelmatig bezoek<strong>en</strong>, of in<br />
relatie tot het landschap, zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong>, bek<strong>en</strong>d zijn. Dit geeft e<strong>en</strong><br />
aanwijzing of besdrag<strong>en</strong>de heesters in meerdere of mindere mate kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gebruikt.<br />
5.3.4 Op<strong>en</strong> water<br />
In Nederland is vanwege het waterbeheer <strong>en</strong> de waterberging het hebb<strong>en</strong> van slot<strong>en</strong>,<br />
kanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere waterpartij<strong>en</strong> veelal onvermijdelijk. Op<strong>en</strong> water trekt vrijwel altijd<br />
vogels aan die groot, zwaar <strong>en</strong>/of talrijk zijn. Hoe meer op<strong>en</strong> water op <strong>en</strong> rond e<strong>en</strong><br />
luchthav<strong>en</strong> hoe groter de mogelijkheid wordt dat vogels van de <strong>en</strong>e waterplas naar de<br />
andere p<strong>en</strong>del<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> gevaar gaan vorm<strong>en</strong>. Veel watervogels foerager<strong>en</strong> ’s<br />
nachts <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> waterpartij<strong>en</strong> om veilig de dag door te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het gevaar van<br />
deze dier<strong>en</strong> wordt veelal niet goed onderk<strong>en</strong>d bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het vaak moeilijk de dier<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong>d te verontrust<strong>en</strong> zodat ze wegblijv<strong>en</strong>. Zo mogelijk zou dus op<strong>en</strong> water op <strong>en</strong><br />
Handboek Vogelaanvaringsprev<strong>en</strong>tie versie 1.0<br />
Nederlandse Luchthav<strong>en</strong>s november 2006