HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport

HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport HANDBOEK - Inspectie Leefomgeving en Transport

01.09.2013 Views

C V L 126 Commissie Vogelaanvaringen Luchtvaartuigen De broedvogels keren terug tussen eind januari en april. Behalve een deel van “onze” broedvogels bevinden er zich, vooral in de kustgebieden en de waddenzee, ‘s winters tienduizenden Scholeksters die voornamelijk afkomstig zijn uit Scandinavië Buiten het broedseizoen houden de Scholeksters zich veel op in kleine groepjes van 25 tot 100 vogels. Op vliegvelden kan de Scholekster rondom de broedtijd mede door de moeilijke verjaagbaarheid, soms voor grote problemen zorgen. 17.1.4 Grutto In tegenstelling tot de overige hier behandelde weidevogels is de Grutto in ons land een echte zomervogel die al snel na het broedseizoen weer naar de in Afrika liggende winterkwartieren vertrekt. Met ca. 50.000 broedparen is 80% van de West- en Midden-Europese populatie in ons land geconcentreerd. Als broedlocatie kiezen Grutto’s bij voorkeur vochtige graslanden. Op goed gedraineerde vliegvelden zal de soort dan ook niet veel als broedvogel voorkomen. Mogelijke overlast wordt voornamelijk veroorzaakt in de voorjaarstrekperiode. De op sommige plaatsen voorkomende zomertroepen kunnen in juni en juli eveneens hinderlijk zijn. 17.1.5 Wulp Deze grootste weidevogel komt het hele jaar in Nederland voor. Er is echter sprake van een volstrekt verschillend verspreidingspatroon in de verschillende seizoenen, hetgeen samenhangt met verschillen in herkomst. Gedurende het broedseizoen, dat loopt van maart tot in juli, bevinden de ca. 8000 broedparen zich voornamelijk op de zandgronden in het oosten en zuiden van het land en in het duingebied. Hoewel de soort bekend staat als zeer verstoringsgevoelig blijkt de wulp zich goed thuis te voelen op vliegvelden. Het merendeel van de Nederlandse broedvogels houdt zich buiten het broedseizoen op in West-Frankrijk. Vanaf eind juni vindt doortrek plaats van Noord- en Oost-Europese wulpen, hierbij is vooral de Friese waddenkust een geliefde pleisterplaats waar zich tussen juli en september tienduizenden wulpen kunnen ophouden. Gedurende de winter kunnen behalve in het waddengebied ook in het weidegebied van Friesland en West-Nederland zeer veel Wulpen voorkomen. 17.2 Zwaluwen Als insekteneters die hun prooi vliegend verschalken brengen alle Zwaluwen relatief veel tijd door in de lucht en vormen alleen al daardoor een potentieel gevaar voor de vliegveiligheid. Vooral na het broedseizoen wordt, afhankelijk van de soort, in meer of mindere mate in groepsverband gefoerageerd. Met name groepen Zwaluwen die in de boven de startbanen opstijgende warme lucht foerageren vormen in de nazomer een reële bron van zorg. Zwaluwen zijn niet of nauwelijks te verjagen. 17.2.1 Boerenzwaluw De boerenzwaluw is herkenbaar aan de lange, diep gevorkte staart; roomkleurige onderzijde en rood bruine voorhoofd en keel. Vanaf half april komen ze in grote getale aan uit hun overwinteringgebied in West-Afrika. In ons land nestelen ze in allerlei bouwwerken waarbij een sterke voorkeur blijkt te bestaan voor landelijk gelegen schuren en boerderijen. Vanaf eind juli tot half oktober is er behalve van wegtrek uit Nederland sprake van doortrek Van boerenzwaluwen afkomstig uit broedgebieden ten noorden van ons land. In Nederland broeden ruim 100.000 paar Handboek Vogelaanvaringspreventie versie 1.0 Nederlandse Luchthavens november 2006

C V L 127 Commissie Vogelaanvaringen Luchtvaartuigen boerenzwaluwen. Met de grote aantallen doortrekkers kunnen er in de nazomer en herfst zeer veel boerenzwaluwen in ons land voorkomen. Vaak wordt de nacht dan gezamenlijk doorgebracht in een groepsverband van vele honderden exemplaren. 17.2.2 Huiszwaluw De witte stuit en de gevorkte staart vormen gemakkelijke kenmerken om de huiszwaluw te onderscheiden van de overige zwaluwen. Zeer verspreid arriveren tussen half april en begin juni de huiszwaluwen in ons land. In tegenstelling tot de boerenzwaluw is de huiszwaluw in zijn voorkomen niet beperkt tot het platteland maar komt ook veelvuldig voor in dorpen en kleine steden. De nesten worden meestal in kolonieverband gebouwd, zo’n kolonie kan in grootte variëren van slechts enkele nesten tot vele tientallen met uitzonderingen van meer dan honderd nesten in één kolonie. Van half augustus tot in oktober trekken de huiszwaluwen weer terug naar hun overwinteringgebied in Zuidelijk Afrika. In Nederland komen ca. 100.000 broedparen van de huiszwaluw voor, er zijn echter aanwijzingen dat er sprake is van een teruggang van dit aantal. Sterker nog dan bij de boerenzwaluw komt groepsvorming voor. 17.2.3 Gierzwaluw Geheel in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is de gierzwaluw niet verwant aan de overige zwaluwen. Het uiterlijk van de gierzwaluw onderscheidt zich van de overige zwaluwen onder andere door de grotere afmetingen, de lange sikkelvormige vleugels en het vrijwel geheel roetzwarte verenkleed. Gierzwaluwen brengen vrijwel hun hele leven vliegend door. Hoe volledig ze aangepast zijn aan hun vliegend bestaan blijkt wel uit het feit dat ze zelfs ‘s nachts op de wieken blijven en ook de paring zich vaak in de lucht afspeelt. Het zijn echte zomervogels, eind april arriveren de eersten terwijl de grote in massa pas begin mei in ons land aankomt. Begin augustus is een groot deel alweer vertrokken in zuidelijke richting. In de drie tot vier maanden dat ze in ons land verblijven kunnen gierzwaluwen, die tenslotte bijna altijd vliegen, een flinke overlast vormen boven vliegvelden. In het hele land komt de soort als broedvogel voor, ze nestelen vaak in kolonieverband in gaten en spleten in en onder de daken van allerlei gebouwen. In Nederland komen jaarlijks 50.000 paren tot broeden, Het eigenlijke aantal in ons land verblijvende gierzwaluwen is echter moeilijk te schatten omdat naast de broedvogels een groot aantal, nog niet broedende, tweede en derdejaars vogels deel uitmaken van de zomerse invasie. Omdat gierzwaluwen volledig van het insectenaanbod in de lucht afhankelijk zijn moeten zij zich van de ene naar de andere gunstige plek spoeden, vaak over honderden kilometers. Daarbij blijken zij in staat de grootschalige weerssituatie goed te kunnen beoordelen blijkens meerdaagse vluchten rondom depressiekernen. 17.3 Duiven Hoewel de verschillende duivensoorten vrij algemeen in het hele land voorkomen worden de grootste aantallen aangetroffen in het oosten en zuiden van het land, zowel in de broedtijd als tijdens de trek. Granen, erwten en onkruidzaden vormen voor een groot deel het voedsel voor de in ons land voorkomende duivensoorten. Met name buiten het broedseizoen kunnen groepen foeragerende duiven worden aangetroffen op grasland en percelen bouwland. 17.3.1 Houtduif Handboek Vogelaanvaringspreventie versie 1.0 Nederlandse Luchthavens november 2006

C V L<br />

127<br />

Commissie Vogelaanvaring<strong>en</strong> Luchtvaartuig<strong>en</strong><br />

boer<strong>en</strong>zwaluw<strong>en</strong>. Met de grote aantall<strong>en</strong> doortrekkers kunn<strong>en</strong> er in de nazomer <strong>en</strong><br />

herfst zeer veel boer<strong>en</strong>zwaluw<strong>en</strong> in ons land voorkom<strong>en</strong>. Vaak wordt de nacht dan<br />

gezam<strong>en</strong>lijk doorgebracht in e<strong>en</strong> groepsverband van vele honderd<strong>en</strong> exemplar<strong>en</strong>.<br />

17.2.2 Huiszwaluw<br />

De witte stuit <strong>en</strong> de gevorkte staart vorm<strong>en</strong> gemakkelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> om de<br />

huiszwaluw te onderscheid<strong>en</strong> van de overige zwaluw<strong>en</strong>. Zeer verspreid arriver<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> half april <strong>en</strong> begin juni de huiszwaluw<strong>en</strong> in ons land. In teg<strong>en</strong>stelling tot de<br />

boer<strong>en</strong>zwaluw is de huiszwaluw in zijn voorkom<strong>en</strong> niet beperkt tot het platteland<br />

maar komt ook veelvuldig voor in dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleine sted<strong>en</strong>. De nest<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

meestal in kolonieverband gebouwd, zo’n kolonie kan in grootte variër<strong>en</strong> van<br />

slechts <strong>en</strong>kele nest<strong>en</strong> tot vele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> met uitzondering<strong>en</strong> van meer dan honderd<br />

nest<strong>en</strong> in één kolonie. Van half augustus tot in oktober trekk<strong>en</strong> de huiszwaluw<strong>en</strong><br />

weer terug naar hun overwinteringgebied in Zuidelijk Afrika. In Nederland kom<strong>en</strong><br />

ca. 100.000 broedpar<strong>en</strong> van de huiszwaluw voor, er zijn echter aanwijzing<strong>en</strong> dat er<br />

sprake is van e<strong>en</strong> teruggang van dit aantal. Sterker nog dan bij de boer<strong>en</strong>zwaluw<br />

komt groepsvorming voor.<br />

17.2.3 Gierzwaluw<br />

Geheel in teg<strong>en</strong>stelling tot wat de naam doet vermoed<strong>en</strong> is de gierzwaluw niet<br />

verwant aan de overige zwaluw<strong>en</strong>.<br />

Het uiterlijk van de gierzwaluw onderscheidt zich van de overige zwaluw<strong>en</strong> onder<br />

andere door de grotere afmeting<strong>en</strong>, de lange sikkelvormige vleugels <strong>en</strong> het vrijwel<br />

geheel roetzwarte ver<strong>en</strong>kleed. Gierzwaluw<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> vrijwel hun hele lev<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong>d door. Hoe volledig ze aangepast zijn aan hun vlieg<strong>en</strong>d bestaan blijkt wel<br />

uit het feit dat ze zelfs ‘s nachts op de wiek<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de paring zich vaak in<br />

de lucht afspeelt. Het zijn echte zomervogels, eind april arriver<strong>en</strong> de eerst<strong>en</strong> terwijl<br />

de grote in massa pas begin mei in ons land aankomt. Begin augustus is e<strong>en</strong> groot<br />

deel alweer vertrokk<strong>en</strong> in zuidelijke richting. In de drie tot vier maand<strong>en</strong> dat ze in<br />

ons land verblijv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gierzwaluw<strong>en</strong>, die t<strong>en</strong>slotte bijna altijd vlieg<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

flinke overlast vorm<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> vliegveld<strong>en</strong>. In het hele land komt de soort als<br />

broedvogel voor, ze nestel<strong>en</strong> vaak in kolonieverband in gat<strong>en</strong> <strong>en</strong> splet<strong>en</strong> in <strong>en</strong><br />

onder de dak<strong>en</strong> van allerlei gebouw<strong>en</strong>. In Nederland kom<strong>en</strong> jaarlijks 50.000 par<strong>en</strong><br />

tot broed<strong>en</strong>, Het eig<strong>en</strong>lijke aantal in ons land verblijv<strong>en</strong>de gierzwaluw<strong>en</strong> is echter<br />

moeilijk te schatt<strong>en</strong> omdat naast de broedvogels e<strong>en</strong> groot aantal, nog niet<br />

broed<strong>en</strong>de, tweede <strong>en</strong> derdejaars vogels deel uitmak<strong>en</strong> van de zomerse invasie.<br />

Omdat gierzwaluw<strong>en</strong> volledig van het insect<strong>en</strong>aanbod in de lucht afhankelijk zijn<br />

moet<strong>en</strong> zij zich van de <strong>en</strong>e naar de andere gunstige plek spoed<strong>en</strong>, vaak over<br />

honderd<strong>en</strong> kilometers. Daarbij blijk<strong>en</strong> zij in staat de grootschalige weerssituatie<br />

goed te kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>s meerdaagse vlucht<strong>en</strong> rondom depressiekern<strong>en</strong>.<br />

17.3 Duiv<strong>en</strong><br />

Hoewel de verschill<strong>en</strong>de duiv<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> vrij algeme<strong>en</strong> in het hele land voorkom<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> de grootste aantall<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> in het oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het land,<br />

zowel in de broedtijd als tijd<strong>en</strong>s de trek. Gran<strong>en</strong>, erwt<strong>en</strong> <strong>en</strong> onkruidzad<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> groot deel het voedsel voor de in ons land voorkom<strong>en</strong>de duiv<strong>en</strong>soort<strong>en</strong>.<br />

Met name buit<strong>en</strong> het broedseizo<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> foerager<strong>en</strong>de duiv<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangetroff<strong>en</strong> op grasland <strong>en</strong> percel<strong>en</strong> bouwland.<br />

17.3.1 Houtduif<br />

Handboek Vogelaanvaringsprev<strong>en</strong>tie versie 1.0<br />

Nederlandse Luchthav<strong>en</strong>s november 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!