Leica ST5020 - Leica Biosystems

5. Bediening
5.8.2 Starten van programma’s
70
4
→
3
Afb. 67
• Na het sluiten van de lade worden de invoerstations gescand om de geladen
tabs te herkennen.
• De herkende tabs worden in de apparaatstatus met tabkleur en
programmacode weergegeven (3). (zie ook apparaatstatus hoofdstuk 5.5)
Automatische programmastart
• Wanneer alle componenten bekend en gereed voor gebruik zijn, starten
de kleuringsprogramma’s automatisch.
Om te zorgen dat er een automatische programmastart plaatsvindt, dient
het apparaat zich in de Gebruiker-modus te bevinden (4).
Indien er al kleuringsprocessen lopen, dan worden de nieuw geladen
korven in het totale proces geïntegreerd indien de software de
capaciteit heeft voor een zinvolle programmastart. Dit gebeurt
doorvoergeoptimaliseerd, afhankelijk van de lopende programma’s
en hoeft niet in de volgorde te zijn waarin de korven in het
invoerstation werden geplaatst.
Laden van een tab waarvoor geen programma (meer) bestaat
• Indien een korf wordt ingesteld met een tab waarvoor geen programma
bestaat of waarvan de kleur niet aan een programma dat gereed is voor
gebruik is toegewezen, dan worden op de 2e regel van het betreffende
invoerstation in plaats van de programmacode drie “???“ weergegeven.
• De mogelijkheden om met deze tab een korf te bewerken, zijn afhankelijk
van de modus waarin het apparaat zich op dat moment bevindt.
- In de Beheer-modus kan aan de tab de kleur van een programma dat
gereed is voor gebruik worden toegewezen. (zie hoofdstuk 5.6.3)
- In de Gebruiker-modus wordt een foutmelding afgegeven, die aangeeft
waarom de korf niet kan worden bewerkt. Tegelijkertijd klinkt
het bijbehorende alarm.
Om foutmelding en alarm te beëindigen, dient de korf te worden uitgenomen
en de lade weer te worden gesloten.
Handleiding V 1.7 – 08/2009