Leica ST5020 - Leica Biosystems

5. Bediening
5.3.2 Invoermogelijkheden
Om waarden en data in te voeren resp. in te stellen, zijn er verschillende mogelijkheden.
Alfanumeriek toetsenbord
34
4 5
Afb. 29
De indeling van het alfanumerieke
toetsenbord (afb. 29) is ontleend
aan een computertoetsenbord.
Boven het toetsenbord
bevindt zich het invoervenster
(5) met een toelichting m.b.t. wat
er moet worden ingevoerd (4).
Afhankelijk hiervan kan een bepaald
aantal tekens worden ingevoerd.
Indien er geen default
waarde aanwezig is, wordt deze
in het invoervenster weergegeven.
De invoerindicator bevindt
zich aan de linkerzijde.
De maximaal mogelijke lengte van een invoer kan niet worden overschreden.
De waarden zijn als volgt vastgelegd:
Reagensnamen: max. 20 tekens
Programmanamen: max. 20 tekens
Programma-afkorting: max. 3 tekens
Wachtwoorden: min. 4 tot max. 10 tekens
De volgende toetsen hebben een speciale functie:
Indien u deze toets ingedrukt houdt, worden alle ingevoerde letters in hoofdletters
weergegeven. Wordt de toets na één letter losgelaten, dan is SHIFT
niet langer actief en worden de ingevoerde letters als kleine letters weergegeven.
Indien u deze toets eenmaal indrukt, worden alle ingevoerde letters in hoofdletters
weergegeven. Door nogmaals op SHIFT LOCK te drukken, worden de
ingevoerde letters weer als kleine letters weergegeven.
Door een druk op deze toets verandert het toetsenbord in weergave met
speciale tekens. Hier vindt u hoofdzakelijk klinkers met accenten, die door
op SHIFT/SHIFT LOCK te drukken ook als hoofdletters beschikbaar zijn. Zodra
een speciaal teken is geselecteerd, springt het toetsenbord terug naar de
normale weergave.
Handleiding V 1.7 – 08/2009