Leica ST5020 - Leica Biosystems
Leica ST5020 - Leica Biosystems
Leica ST5020 - Leica Biosystems
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3. Apparaatonderdelen en specificaties<br />
3.5 Reservoirsysteem<br />
16<br />
3<br />
1<br />
4<br />
2 5<br />
6<br />
Afb. 4<br />
Reagensreservoirs<br />
De reagensreservoirs kunnen afzonderlijk weggenomen worden, om gevuld<br />
te worden. Elk reservoir kan ca. 450 ml bevatten. De vulmarkering bevindt<br />
zich aan de binnenzijde. Na het vullen worden de containers geplaatst op de<br />
positie in het apparaat die hiervoor bestemd is in het betreffende programma.<br />
Zorg dat de reservoirs correct zijn geplaatst en alle beugels (1) in de juiste<br />
richting opzij zijn geklapt, zodat het transport van de objectglaasjesrekjes<br />
niet wordt belemmerd. De deksels (6) zorgen dat er minder oplosmiddel verdampt,<br />
wanneer het reagensreservoir niet wordt gebruikt.<br />
De reservoirs van het invoer- en losstation (E25 en L36), die niet naar<br />
reagensstations kunnen worden geconverteerd, kunnen indien nodig ook<br />
met reagens worden gevuld.<br />
De incubatietijden in deze beide stations worden echter niet door het apparaat<br />
bewaakt.<br />
Wascuvettes<br />
Het wassysteem bestaat uit vijf (optioneel zes) doorstroom-wasstations. Elk<br />
wasstation kan een objectglaasjesrekje opnemen. De watertoevoer geschiedt<br />
via een aansluiting (2) in de bodem van het reservoir en loopt via de<br />
uitsparing (3) aan de linker bovenkant weer weg.<br />
Op de bodem van het station bevindt zich een positioneerpen (4).<br />
Deze kan derhalve slechts in één richting geplaatst worden.<br />
Wees voorzichtig bij het uitnemen of plaatsen van de wascuvettes.<br />
Wanneer u teveel kracht gebruik, kan de als afdichting gebruikte<br />
O-ring (5) beschadigd raken. Voor het plaatsen van het wasstation<br />
de O-ring invetten.<br />
Voor de inbedrijfstelling van het wasstation de waterkraan in het laboratorium<br />
langzaam helemaal opendraaien. De stromingskleppen begrenzen de<br />
stromingssnelheid in de wasstations tot een optimale waarde (1,6 l/minuten/<br />
station).<br />
Daalt de stromingssnelheid onder deze waarde, dan moet de wasduur<br />
in het programma eventueel worden verlengd.<br />
Handleiding V 1.7 – 08/2009