Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel ... - ISZF
Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel ... - ISZF Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel ... - ISZF
Daarnaast is het aangewezen gebied ook van betekenis voor een aantal andere vogelsoorten die er in behoorlijke aantallen voorkomen. Andere soorten waarvoor het gebied van betekenis is, zijn nonnetje en kemphaan (niet-broedvogels). Diverse trekkende vogelsoorten waarvoor het gebied eveneens van betekenis is als overwinteringsgebied en/of rustplaats zijn kolgans, smient en wulp. De biotopen van deze zogenaamde begrenzingsoorten hebben mede de begrenzing van het gebied bepaald. Het nonnetje foerageert verspreid op het open water van de meren. De boezemlanden van Grutte Gaastmar, It Hop en Ringwiel zijn van belang als slaapplaats voor wulp en kemphaan. Het Habitatrichtlijngebied is 2.100 ha groot. Hieronder vallen tevens de gebieden Gouden Boaijem en De Fluezen. Het gebied is aangemeld, omdat het een belangrijk deel uitmaakt van het leefgebied van de noordse woelmuis in Fryslân. Het open water in het gebied is van belang als foerageergebied voor de meervleermuis en als leefgebied voor zoetwatervissen (onder andere bittervoorn). De boezemlanden hebben een hoge botanische waarde. De doelen zoals vastgelegd in de ontwerpaanwijzingsbesluiten van het Natura 2000-gebied zijn gebaseerd op het Natura 2000-doelendocument en komen grotendeels overeen met de te beschermen waarden volgens de Vogelrichtlijn. Wel zijn hierin tevens de doelen opgenomen van de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden De Fluezen, Fûgelhoeke, De Moarre en Gouden Boaijem. De gebieden Aldegeaster Brekken e.o. en De Fluezen zijn ook aangewezen als Wetland. De te beschermen waarden van dit Wetland zijn opgenomen in die van het Vogelrichtlijngebied. De Aldegeaster Brekken e.o., De Fluezen en Gouden Boaijem maken als kerngebieden deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. 3.5 Snitsermar Vogelrichtlijngebied, Wetland en Ecologische Hoofdstructuur Beschrijving van de kenmerken, waarden en natuurdoelstellingen Het Snitsermar is aangewezen als Vogelrichtlijngebied. De begrenzing zoals opgenomen bij het ontwerpaanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied is ten opzichte van de begrenzing van het Vogelrichtlijngebied gewijzigd. Drie eilanden vallen niet meer binnen het Natura 2000-gebied, terwijl deze nog wel als Vogelrichtlijngebied zijn aangegeven. 285.00.00.01.04.toe - Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel - 31 augustus 2010 HABITATRICHTLIJNGEBIED NATURA 2000-GEBIED WETLAND ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR BEGRENZING 29
VOGELRICHTLIJNGEBIED 30 Het gaat hierbij om de eilanden Grootschar, Kolmarslân en Grûtsan. Verder is de begrenzing van het Vogelrichtlijngebied op de kaart op enkele technische punten verbeterd: - Verharde wegen en bebouwing, die al tekstueel waren geëxclaveerd, zijn aan de rand van het gebied zoveel mogelijk ook op de kaart buiten de begrenzing gebracht. - De begrenzing is waar mogelijk gelegd langs topografisch herkenbare lijnen, zoals wegen, wateren, perceelscheidingen en bosranden. Figuur 4. Ligging Natura 2000-gebied Snitsermar Snitsermar, Goaiïngarypster Puollen en Terkaplester Puollen en Akmarijp zijn gekwalificeerd als speciale beschermingszone vanwege het voorkomen van drempeloverschrijdende aantallen van kolgans, brandgans en smient die het gebied benutten als overwinteringsgebied, voedselgebied en/of rustplaats. Daarnaast is het aangewezen gebied ook van betekenis voor een aantal andere vogelsoorten die er in behoorlijke aantallen voorkomen. Andere soorten waarvoor het gebied van betekenis is, zijn porseleinhoen en kwartelkoning (broedvogels) en goudplevier (niet-broedvogels). Verschillende trekkende vogelsoorten waarvoor het gebied van betekenis is als overwinteringsgebied, voedselgebied en/of rustplaats zijn aalscholver, kleine rietgans, krakeend, wintertaling, wilde eend, slobeend, meerkoet, kievit, grutto en wulp. De rietkragen zijn van 285.00.00.01.04.toe - Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel - 31 augustus 2010
- Page 1 and 2: Bestemmingsplan Buitengebied Wymbri
- Page 4 and 5: T o e l i c h t i n g 285.00.00.01.
- Page 6 and 7: 6 Wonen en niet-agrarische bedrijve
- Page 8 and 9: I n l e i d i n g De Wet ruimtelijk
- Page 10 and 11: 2.1 L a n d s c h a p p e l i j k e
- Page 12 and 13: asis genomen. Deze 4 landschapstype
- Page 14 and 15: Zowel vaarten als sloten doorsnijde
- Page 16 and 17: estaat uit een overwegend noordzuid
- Page 18 and 19: 2.3.4 Het voormalige Sensmeer Het v
- Page 20 and 21: gelt in belangrijke mate de bevolki
- Page 22 and 23: Jongere bouwkunst (1850-1940) De ge
- Page 24 and 25: den voornamelijk de hogere delen in
- Page 26 and 27: tot het kanalenstelsel. Vaarwegen k
- Page 28 and 29: 3.1 Inleiding H e t n a t u u r l i
- Page 30 and 31: Beschrijving van de kenmerken, waar
- Page 34 and 35: elang als broedgebied voor de rietz
- Page 36 and 37: De boezemlandjes langs De Kûfurd w
- Page 38 and 39: Figuur 6. Fragment ganzenfoerageerg
- Page 40 and 41: 38 Aangezien de inkrimping van het
- Page 42 and 43: 40 Tabel 2. Omvang van de agrarisch
- Page 44 and 45: ONDERZOEK HOGERE ZOMERPEILEN IN VEE
- Page 46 and 47: 44 - Er zijn geen aanwijzingen dat
- Page 48 and 49: 5.1 Inleiding Recreatie In de zomer
- Page 50 and 51: Ook de mogelijkheden voor de kleine
- Page 52 and 53: De volgende kampeerterreinen komen
- Page 54 and 55: 6.1 Wonen W o n e n e n niet-agrari
- Page 56 and 57: - Transportbedrijf (cat. 3.2; SBI-c
- Page 58 and 59: 58 In Wymbritseradiel betreft dit d
- Page 60 and 61: 60 elke vorm van watersport”. Om
- Page 62 and 63: 62 Figuur 12. Fragment waterhuishou
- Page 64 and 65: 64 Het leidingentracé van de drie
- Page 66 and 67: 66 HOOGSPANNINGS- LEIDINGEN 7.6 Str
- Page 68 and 69: 8.1 Nota Ruimte R i j k s b e l e i
- Page 70 and 71: De Nota Ruimte stelt dat zowel kwal
- Page 72 and 73: elangrijke drager van dit internati
- Page 74 and 75: Dit moet mede gezien worden in het
- Page 76 and 77: 78 op de verbreding van de Friese w
- Page 78 and 79: RECREATIE EN TOERISME TOERISTISCH-R
- Page 80 and 81: 82 VAARRECREATIE LANDBOUW De provin
Daarnaast is het aangewezen gebied ook van betekenis voor een aantal andere<br />
vogelsoorten die er in behoorlijke aantallen voorkomen. Andere soorten waarvoor<br />
het gebied van betekenis is, zijn nonnetje en kemphaan (niet-broedvogels).<br />
Diverse trekkende vogelsoorten waarvoor het gebied eveneens van<br />
betekenis is als overwinteringsgebied en/of rustplaats zijn kolgans, smient en<br />
wulp. De biotopen van deze zogenaamde begrenzingsoorten hebben mede de<br />
begrenzing van het gebied bepaald.<br />
Het nonnetje foerageert verspreid op het open water van de meren. De boezemlanden<br />
van Grutte Gaastmar, It Hop en Ringwiel zijn van belang als slaapplaats<br />
voor wulp en kemphaan.<br />
Het Habitatrichtlijngebied is 2.100 ha groot. Hieronder vallen tevens de gebieden<br />
Gouden Boaijem en De Fluezen. Het gebied is aangemeld, omdat het een<br />
belangrijk deel uitmaakt van het leefgebied van de noordse woelmuis in Fryslân.<br />
Het open water in het gebied is van belang als foerageergebied voor de<br />
meervleermuis en als leefgebied voor zoetwatervissen (onder andere bittervoorn).<br />
De boezemlanden hebben een hoge botanische waarde.<br />
De doelen zoals vastgelegd in de ontwerpaanwijzingsbesluiten van het Natura<br />
2000-gebied zijn gebaseerd op het Natura 2000-doelendocument en komen<br />
grotendeels overeen met de te beschermen waarden volgens de Vogelrichtlijn.<br />
Wel zijn hierin tevens de doelen opgenomen van de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden<br />
De Fluezen, Fûgelhoeke, De Moarre en Gouden Boaijem.<br />
De gebieden Aldegeaster Brekken e.o. en De Fluezen zijn ook aangewezen als<br />
Wetland. De te beschermen waarden van dit Wetland zijn opgenomen in die<br />
van het Vogelrichtlijngebied.<br />
De Aldegeaster Brekken e.o., De Fluezen en Gouden Boaijem maken als kerngebieden<br />
deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur.<br />
3.5<br />
Snitsermar<br />
Vogelrichtlijngebied, Wetland en Ecologische<br />
Hoofdstructuur<br />
Beschrijving van de kenmerken, waarden en natuurdoelstellingen<br />
Het Snitsermar is aangewezen als Vogelrichtlijngebied. De begrenzing zoals<br />
opgenomen bij het ontwerpaanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied is<br />
ten opzichte van de begrenzing van het Vogelrichtlijngebied gewijzigd. Drie<br />
eilanden vallen niet meer binnen het Natura 2000-gebied, terwijl deze nog wel<br />
als Vogelrichtlijngebied zijn aangegeven.<br />
285.00.00.01.04.toe - <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Buitengebied</strong> <strong>Wymbritseradiel</strong> - 31 augustus 2010<br />
HABITATRICHTLIJNGEBIED<br />
NATURA 2000-GEBIED<br />
WETLAND<br />
ECOLOGISCHE<br />
HOOFDSTRUCTUUR<br />
BEGRENZING<br />
29