Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel ... - ISZF

Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel ... - ISZF Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel ... - ISZF

diensten.iszf.nl
from diensten.iszf.nl More from this publisher
31.08.2013 Views

2.3.4 Het voormalige Sensmeer Het voormalige Sensmeer is een droogmakerij ten noorden van Greonterp. De bodem van dit voormalige meer bestaat uit kleigrond en is vanaf de 17 de eeuw als weidegrond in gebruik genomen. Opvallend is nog het hoogteverschil ter plaatse van de voormalige meeroever. Tot 1633 lag ter plekke van de huidige droogmakerij nog een meer. Aan de zuidrand hiervan lag het dorpje Greonterp. Toen het meer werd bedijkt en drooggelegd, werd het land in een strakke rechthoekige verkaveling in gebruik genomen. Een rechte weg ontsloot het land. Aanvankelijk was er geen bebouwing; later werden langs deze weg wat boerderijen gebouwd en aan de oostrand ontstond het dorp Blauwhuis. Het voormalige Sensmeer is te typeren als een tamelijk open, rechthoekig en planmatig ingedeeld gebied, dat lager ligt dan de omgeving. De randen van het voormalige meer steken duidelijk boven de meerbodem uit en vormen markant microreliëf. Aan de zuidrand loopt, begeleid door kaden, een vaart. Dit slingerende water scheidt de hoger en de lager gelegen weilanden en omringt het dorp Greonterp. Beplanting komt slechts sporadisch voor bij de geringe verspreide bebouwing die er is. 2.4 Cultuurhistorische elementen Verdwenen eendenkooi In Wymbritseradiel wordt een verdwenen eendenkooi aangetroffen bij De Kûfurd. Een eendenkooi bestaat uit een waterplas (de zogenoemde kooiplas) met één of meerdere bochtige, smal toelopende sloten (vangpijpen genoemd) en omringd door rietschermen. Met behulp van tamme eenden (staleenden) of talingen werden wilde eenden, smienten en talingen naar de kooiplas gelokt en vervolgens in de vangpijpen gevangen. Het hoog opgaande kooibos rondom de kooiplas vormde een markant element in het open landschap. Veel boeren hadden als nevenactiviteit een kooi in de nabijheid van hun boerderij. Fryslân telde ooit naar schatting tussen de 150 en 299 eendenkooien en zogeheten ‘hurden’ (kooien met één vangpijp). Lage hooilanden met venige gronden in 285.00.00.01.04.toe - Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel - 31 augustus 2010 BODEM, NEDERZETTING EN ONTGINNING LANDSCHAPSBEELD 15

16 afgelegen delen van de dorpsgebieden leenden zich goed voor de vestiging van eendenkooien. Kloosterterrein In de gemeente vindt men oude kloosterterreinen in IJlst en Woudsend en in het plangebied tussen Oudega en Heeg en ten noordwesten van Scharnegoutum. De landschapskaart bevat informatie over de plaatsen waar kloosters hebben gestaan, de zogenoemde kloosterterreinen. Toen de kloosterbezittingen in het kader van de reformatie in 1580 door de provinciale overheid in beslag werden genomen, werd zij eigenaar van naar schatting één vijfde deel van de cultuurgronden in Fryslân. Na 1580 zijn de kloostergebouwen grotendeels gesloopt. De kloosters hebben grote invloed gehad op de politieke en economische geschiedenis van het laatmiddeleeuwse Fryslân. De oudste en grotere abdijen ontstonden vanaf de tweede helft van de 12 de eeuw en behoorden behalve tot de traditionele Benedictijner orde met name tot een tweetal betrekkelijk recente kloosterorden, te weten de Cisterciënzers en de Premonstratenzers. Naast deze ‘rijke orden’, waar slechts rijken zich als kloosterling konden inkopen om er in armoede hun verdere leven door te brengen, kwamen ook zogeheten mendicanten- of bedelordekloosters tot ontwikkeling in Fryslân. Deze kloosters konden slechts in of in de nabijheid van grotere bevolkingsconcentraties gedijen, bijna uitsluitend in of nabij de Friese steden. Dominicaner en Franciscaner kloosters en Franciscanessen waren bijvoorbeeld onder andere gevestigd in of nabij Bolsward (ca. 1280) en ook Sneek (1462). De jongere, in de 15 de en 16 de eeuw gestichte, kloosters bereikten niet meer het aanzien, de omvang en de welvaart van de oudere, temeer daar Fryslân in zekere zin reeds verzadigd was met deze geestelijke instellingen. Restanten buitenplaatsen In de gemeente Wymbritseradiel worden restanten van buitenplaatsen aangetroffen in Hommerts, Oppenhuizen en Oudega en nabij Abbega, Gauw, Goënga, Heeg en Nijland. Een versterkt stenen huis of stins werd in de middeleeuwen bewoond door hoofdelingen. De stinzen waren aanvankelijk stenen torens die vaak op een kunstmatig heuveltje stonden, een zogeheten stinswier. Met de komst van een centraal gezag onder Georg van Saksen kwam een einde aan de vetemaatschappij en de onderlinge oorlogen van de hoofdelingen en daarmee verloren stinzen hun nut. Veel stinzen werden gesloopt of omgebouwd tot riante, voorname woningen: de staten. Vooral deze stinzen en staten zijn als restanten buitenplaats 1 in beeld gebracht. De spreiding van de buitenplaatsen weerspie- 1 De toevoeging ‘restanten’ wijst op het feit dat weliswaar de meeste adellijke woningen verdwenen zijn, maar zich desondanks ter plekke bouwrestanten in de bodem kunnen bevinden. Bestaande buitenplaatsen zijn ingedeeld onder de rijksmonumenten en de jongere bouwkunst. 285.00.00.01.04.toe - Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel - 31 augustus 2010

16<br />

afgelegen delen van de dorpsgebieden leenden zich goed voor de vestiging van<br />

eendenkooien.<br />

Kloosterterrein<br />

In de gemeente vindt men oude kloosterterreinen in IJlst en Woudsend en in<br />

het plangebied tussen Oudega en Heeg en ten noordwesten van Scharnegoutum.<br />

De landschapskaart bevat informatie over de plaatsen waar kloosters hebben<br />

gestaan, de zogenoemde kloosterterreinen. Toen de kloosterbezittingen in het<br />

kader van de reformatie in 1580 door de provinciale overheid in beslag werden<br />

genomen, werd zij eigenaar van naar schatting één vijfde deel van de cultuurgronden<br />

in Fryslân. Na 1580 zijn de kloostergebouwen grotendeels gesloopt. De<br />

kloosters hebben grote invloed gehad op de politieke en economische geschiedenis<br />

van het laatmiddeleeuwse Fryslân. De oudste en grotere abdijen ontstonden<br />

vanaf de tweede helft van de 12 de eeuw en behoorden behalve tot de<br />

traditionele Benedictijner orde met name tot een tweetal betrekkelijk recente<br />

kloosterorden, te weten de Cisterciënzers en de Premonstratenzers. Naast<br />

deze ‘rijke orden’, waar slechts rijken zich als kloosterling konden inkopen om<br />

er in armoede hun verdere leven door te brengen, kwamen ook zogeheten<br />

mendicanten- of bedelordekloosters tot ontwikkeling in Fryslân. Deze kloosters<br />

konden slechts in of in de nabijheid van grotere bevolkingsconcentraties gedijen,<br />

bijna uitsluitend in of nabij de Friese steden. Dominicaner en Franciscaner<br />

kloosters en Franciscanessen waren bijvoorbeeld onder andere gevestigd in of<br />

nabij Bolsward (ca. 1280) en ook Sneek (1462). De jongere, in de 15 de en 16 de<br />

eeuw gestichte, kloosters bereikten niet meer het aanzien, de omvang en de<br />

welvaart van de oudere, temeer daar Fryslân in zekere zin reeds verzadigd was<br />

met deze geestelijke instellingen.<br />

Restanten buitenplaatsen<br />

In de gemeente <strong>Wymbritseradiel</strong> worden restanten van buitenplaatsen aangetroffen<br />

in Hommerts, Oppenhuizen en Oudega en nabij Abbega, Gauw, Goënga,<br />

Heeg en Nijland.<br />

Een versterkt stenen huis of stins werd in de middeleeuwen bewoond door<br />

hoofdelingen. De stinzen waren aanvankelijk stenen torens die vaak op een<br />

kunstmatig heuveltje stonden, een zogeheten stinswier. Met de komst van een<br />

centraal gezag onder Georg van Saksen kwam een einde aan de vetemaatschappij<br />

en de onderlinge oorlogen van de hoofdelingen en daarmee verloren<br />

stinzen hun nut. Veel stinzen werden gesloopt of omgebouwd tot riante, voorname<br />

woningen: de staten. Vooral deze stinzen en staten zijn als restanten<br />

buitenplaats 1 in beeld gebracht. De spreiding van de buitenplaatsen weerspie-<br />

1<br />

De toevoeging ‘restanten’ wijst op het feit dat weliswaar de meeste adellijke woningen verdwenen<br />

zijn, maar zich desondanks ter plekke bouwrestanten in de bodem kunnen bevinden.<br />

Bestaande buitenplaatsen zijn ingedeeld onder de rijksmonumenten en de jongere bouwkunst.<br />

285.00.00.01.04.toe - <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Buitengebied</strong> <strong>Wymbritseradiel</strong> - 31 augustus 2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!