Door hier te klikken - Exodus Huissen
Door hier te klikken - Exodus Huissen
Door hier te klikken - Exodus Huissen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HET VERHAAL VAN ANDRIES TIJSSEN<br />
Met dank aan:<br />
Als eers<strong>te</strong> volgt een gedeel<strong>te</strong> van het verhaal van de Heer Tijssen, hij was het die de aanzet<br />
gaf tot deze publikatie. De Heer Tijssen (Andries) woonde voor Sep<strong>te</strong>mber 1944 met zijn<br />
vrouw (An) en hun zoontje (Pe<strong>te</strong>r) aan de Middelweg (Elderhofseweg). Eind Sep<strong>te</strong>mber<br />
1944 moest het gezin evacueren, Pe<strong>te</strong>r was toen 4 maanden oud. Het laats<strong>te</strong> oorlogsjaar<br />
bracht de familie Tijssen door in Barneveld.<br />
We nemen het verhaal let<strong>te</strong>rlijk over en beginnen op 17 april 1945.<br />
‘s Morgens moest ech<strong>te</strong>r weer het vee verzorgd en gemolken worden. Toen we uit de<br />
wei kwamen kwam juist vader van de boer het erf op fietsen. Hij riep al van verre dat de<br />
mof verslagen was en de Tommies in Barneveld waren.<br />
Je begrijpt, dat wilden we zien en met vereende krach<strong>te</strong>n werden de nog aanwezige<br />
fietsen uit het hooi gehaald en op naar Barneveld. Onderweg zagen we een groep van 30<br />
á 40 moffen lopen. Na van de schrik bekomen <strong>te</strong> zijn zagen we dat ze ongewapend<br />
waren. Voorop naast de kolonne liep een buurjongen die even tot bevelvoerend officier<br />
bevorderd was. De moffen hadden hem gevraagd hen naar Barneveld <strong>te</strong> begeleiden en<br />
daar als krijgsgevangenen af <strong>te</strong> leveren. Op een gegeven moment kwamen 4 solda<strong>te</strong>n in<br />
een Canadese jeep het hele zooitje gevangen nemen. Van alle kan<strong>te</strong>n zagen we de<br />
krijgsgevangenen de voor hun zo smadelijke aftocht blazen.<br />
Intussen was de plaatselijke fanfare opgetrommeld en zij begonnen het Wilhelmus <strong>te</strong><br />
spelen. Nooit zal het Wilhelmus met meer ontroering en vreugde gespeeld en gehoord<br />
zijn. Even la<strong>te</strong>r kwamen de Canadezen uit Lun<strong>te</strong>ren met het ech<strong>te</strong> oorlogsma<strong>te</strong>rieel en in<br />
een van de jeeps zat onze eingen Prins Bernhard. Toen dan ook door de fanfare voor de<br />
tweede keer het Wilhelmus werd ingezet stonden ons de tranen in de ogen.<br />
Thuis aangekomen wacht<strong>te</strong> ons nog een tweede verrassing, de boerderij was weer bezet<br />
maar nu door de Canadezen. Deze bezet<strong>te</strong>rs kwamen met allerlei lekkernijen, voor de<br />
mannen de sigaret<strong>te</strong>n en voor de vrouwen chocolade, voor Pe<strong>te</strong>r was er ech<strong>te</strong><br />
babyvoeding.<br />
Na een paar dagen was de roes voorbij en deed het heimwee naar Elden en verdere<br />
familie, waarvan we de afgelopen win<strong>te</strong>r weinig of niets hoorden, weer de kop ops<strong>te</strong>ken.<br />
Om naar Elden <strong>te</strong> kunnen gaan moest je een pas hebben met daarop een<br />
getuigenverklaring van een betrouwbare Barnevelder om <strong>te</strong> bewijzen dat je politiek<br />
betrouwbaar was. Aangezien ik voor oktober 1944 geen enkele Barnevelder kende was<br />
dat erg moeilijk. Maar ja, als je graag wilt verzin je wat. Als het niet op een wit<strong>te</strong> manier<br />
kan dan op een zwar<strong>te</strong>. We hadden in ons geldkistje nog enkele vooroorlogse zilveren<br />
rijksdaalders en daarmee gewapend gingen we naar de Canadezen, de eers<strong>te</strong> de bes<strong>te</strong><br />
wilde al wel handelen, hij de knaak en ik een busje players (60 stuks), zo ook mijn<br />
zwager.<br />
Wij weer op de fiets richting Barneveld, naar een inmiddels met ons bevriend geraak<strong>te</strong><br />
Karel Druif. Wij legden hem het probleem voor en vroegen hem in ruil voor de 2 busjes<br />
players ons politiek betrouwbaar <strong>te</strong> verklaren. We werden smakelijk uitgelachen en hij<br />
weigerde pertinent. Pas toen we met ech<strong>te</strong> <strong>te</strong>a (thee) op de proppen kwamen wilde hij<br />
wel maar, voor maar een busje. Daar hadden wij niets op <strong>te</strong>gen. Wij met z’n drieen naar<br />
het hoge gerechtshof in Barneveld en zie daar voor 30 sigaret<strong>te</strong>n waren we weer goede<br />
vaderlanders.
Met enkele Eldenaren werd een afspraak gemaakt <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan. Dit waren Jo Burgers,<br />
Hent Bierman, Derk Rutgers, Toon Jansen, Hent Thuis en onderge<strong>te</strong>kende. Zo togen wij<br />
begin mei <strong>te</strong>rug richting Elden, <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> dat dach<strong>te</strong>n wij. In Arnhem aangekomen<br />
kwamen we er al snel ach<strong>te</strong>r dat de oorlog wel maar de amb<strong>te</strong>naren niet overwonnen<br />
waren. We kregen nu <strong>te</strong> maken met een bijna onneembare barricade wat men het<br />
militaire gezag noemde. In Arnhem wilde men ons, ondanks onze geldige papieren niet<br />
doorla<strong>te</strong>n naar Elden. Eerst moes<strong>te</strong>n we weer een formuliertje halen aan de Velperweg.<br />
Daar aangekomen bleek dat de goden der democratie inmiddels hun dagtaak volbracht<br />
hadden. We moes<strong>te</strong>n de volgende dag maar <strong>te</strong>rugkomen. En wel vlug want we moch<strong>te</strong>n<br />
niet in Arnhem overnach<strong>te</strong>n. Gelukkig kende ik een bevriende familie op de Plat<strong>te</strong>nburg,<br />
de fam. Evers. Hier werden we gastvrij ontvangen, kregen <strong>te</strong> e<strong>te</strong>n en <strong>te</strong> drinken en<br />
konden er de nacht doorbrengen. ‘s Morgens waren we als eers<strong>te</strong>n bij de hoge heren.<br />
Dat wij al zo vroeg in de stad waren verwonderde hen zeer. Na enkele minu<strong>te</strong>n hadden<br />
we de nodige papiertjes en konden we de Rijn over om weer op Eldens grondgebied <strong>te</strong><br />
raken. We moes<strong>te</strong>n ons melden op het politiebureau en ook daar keek men wat vreemd<br />
op. Wij waren zo’n beetje de eers<strong>te</strong> duiven uit de ark. Maar goed, we waren van har<strong>te</strong><br />
welkom en men was blij weer oude bekenden <strong>te</strong> zien. In Arnhem hadden we al kennis<br />
kunnen nemen met de verwoesting van de stad, maar dit was nog heilig met wat we <strong>hier</strong><br />
zagen en niet <strong>te</strong> verge<strong>te</strong>n roken. Al het vee, groot en klein plus paarden lagen op<br />
dezelfde plaats waar ze gestorven waren. Ook waren er nog veel kadavers uit het<br />
Elderveld met het hoge wa<strong>te</strong>r in het hoger gelegen Elden aangespoeld. In de win<strong>te</strong>r<br />
hadden de moffen de Drielsedijk opgeblazen, dit maak<strong>te</strong> de ellende nog gro<strong>te</strong>r. Mijn<br />
boerderijtje was dan ook heel solide met de grond gelijk gemaakt. Niets was nog heel. Je<br />
begrijpt dat de s<strong>te</strong>mming nog verder onder nul zak<strong>te</strong>. Toch wilde ik de puinhoop van<br />
nabij bekijken, ik ben dan ook bij bakker Buys door de heg gekropen en zo kwam in in de<br />
bongerd en kon zo stapje voor stapje door het hoge gras naar de puinhoop die eens mijn<br />
huis was geweest. In de tuin vond ik een kopje dat we bij ons huwelijk als onderdeel van<br />
een servies hadden gekregen. Onwillekeurig stak ik dit in m’n zak en nam het mee naar<br />
Barneveld. De nacht in Elden bracht ik door bij Beyer op de Koppel. Daar wilde men de<br />
volgende dag al wat aardappels po<strong>te</strong>n. Ze waren bereid een stukje land aan mij <strong>te</strong><br />
verhuren en wat po<strong>te</strong>rs <strong>te</strong> verkopen. Zo kon ik na <strong>te</strong>rugkomst in Barneveld vol trots<br />
ver<strong>te</strong>llen dat ik al wat aardappels had gepoot. De rest van mijn verhaal was eigenlijk<br />
alleen kommer en kwel. Toen ik dan ook het kopje uit mijn zak haalde en ze het<br />
herkende werd het haar toch <strong>te</strong> veel. Dit was de drupel die de emmer deed overlopen.<br />
Toen ze weer mees<strong>te</strong>r was over zichzelf vroeg ze me: “Dries hoe moet dit nu verder?”. Ik<br />
zei: “An, je hebt mij nog en samen hebben we een baby, dus la<strong>te</strong>n we nu het besluit<br />
nemen door dik en dun ons huis en ons bedrijf weer op <strong>te</strong> bouwen”. Toen ik de volgende<br />
dag in Barneveld liep, kwam ik toevallig buurman Bikkel <strong>te</strong>gen en moest natuurlijk<br />
uitgebreid verslag doen van mijn reis naar Elden. Zijn huis, hoewel zwaar beschadigd<br />
was vrij snel weer enigszins bewoonbaar <strong>te</strong> maken. Natuurlijk ver<strong>te</strong>lde ik hem dat ons<br />
huis totaal verwoest was en gelijk bood hij mij de helft van zijn huis aan. Deze woning<br />
was, zij het met de nodige moei<strong>te</strong>, weer bewoonbaar <strong>te</strong> maken. De vorige bewoners<br />
waren vanuit Rot<strong>te</strong>rdam naar Elden gekomen en in 1944 naar Put<strong>te</strong>n gevlucht, zij zijn<br />
daar opgepakt en naar Duitsland gevoerd en niet <strong>te</strong>rug gekomen.<br />
Reeds in 1945 werd er een noodschuur gebouwd en begon er al weer enigszins een<br />
hers<strong>te</strong>l van het bedrijf. Ons weiland lag in de Laar en daar moest dan ook zo snel<br />
mogelijk gemaaid en gehooid worden want de zomer is kort en de naderende win<strong>te</strong>r zal<br />
koud zijn en lang duren.
Ik had me voorgenomen om de gebeur<strong>te</strong>nissen in de Laar bui<strong>te</strong>n dit verhaal <strong>te</strong> houden<br />
maar bij nader inzien en naar aanleiding van een gesprek met de heer (…..) heb ik<br />
beslo<strong>te</strong>n om het toch maar <strong>te</strong> proberen.<br />
De Laar, juni 1945. Op de hoek Gouden Klomp, Laarseweg stap<strong>te</strong> ik van de fiets en keek<br />
eers<strong>te</strong> goed rond hoe de situatie was. Een ding viel mij me<strong>te</strong>en op; <strong>hier</strong> heers<strong>te</strong> de dood.<br />
Alleen de absolu<strong>te</strong> noodzaak deed me beslui<strong>te</strong>n verder <strong>te</strong> gaan. Het viel me op dat er<br />
veel voetstappen in het door het hoge wa<strong>te</strong>r ach<strong>te</strong>rgebleven slib stonden, als ik in deze<br />
voetstappen liep kon ik dit veilig doen. Al heel spoedig vond ik het lijk van een Duitse<br />
soldaat. Deze lag half verscholen onder een heg van boer Willems. Toen ik dan eindelijk<br />
de spoorbaan had bereikt zak<strong>te</strong> me plotseling het laats<strong>te</strong> restje moed in de schoenen en<br />
heb ik wel een half uur op de rails geze<strong>te</strong>n om alleen maar wat wezenloos voor me uit <strong>te</strong><br />
staren. Dit was de aanblik van de dood en niets dan de dood. Geen leven mens, dier of<br />
vogel in de lucht, maar wel dode solda<strong>te</strong>n overal. Dit waren vooral Duitse solda<strong>te</strong>n, ze<br />
werden meegevoerd door de s<strong>te</strong>rke stroom met de overstroming. Ze waren op de<br />
spoorlijn blijven s<strong>te</strong>ken en lagen nog net zo als toen ze vanuit het weiland waren<br />
aangespoeld. Toch moest ik verder, mijn weiland lag slechts een paar honderd me<strong>te</strong>r<br />
verder. Inmiddels had ik al gezien dat van de drie gro<strong>te</strong> boerderijen en de vijf woningen<br />
die de bebouwing van de Laar uitmaak<strong>te</strong>n vrijwel geen s<strong>te</strong>en meer over was. Toch ben ik<br />
doorgelopen tot ik bij de ingang van het weiland was. Daar durfde ik niet verder en ben<br />
weer <strong>te</strong>ruggekeerd. Toevallig ontmoet<strong>te</strong> ik nog diezelfde dag W. <strong>te</strong>n Bosch (een bewoner<br />
van de Laar) en ook hij wilde erg graag naar de plek waar zijn woning gestaan had. Hij<br />
vroeg mij of ik nogmaals en nu met hem samen deze tocht wilde maken. Dit hebben we<br />
gedaan en van lieverlede raak<strong>te</strong>n we wat aan de toestand gewend. We zijn dan ook<br />
ondanks het verbod in dit gebied <strong>te</strong> komen al heel snel weer aan het werk gegaan. Op de<br />
deel van de boerderij van Ten Bosch lagen een groot aantal gesneuvelde geallieerde<br />
solda<strong>te</strong>n. Zij waren waarschijnlijk als gewonden <strong>hier</strong> op de deel gelegd en la<strong>te</strong>r toen de<br />
boerderij in brand gescho<strong>te</strong>n is op een vreselijke manier aan hun eind gekomen. Ook op<br />
de boerderij van de fam. Van Hil<strong>te</strong>n lagen veel dode solda<strong>te</strong>n. Op het erf en de direc<strong>te</strong><br />
omgving lagen 17 verschillende oorlogsvoertuigen met als blikvanger een gro<strong>te</strong><br />
geallieeerde tank die op de kop in de sloot stond, verder waren er zware en lich<strong>te</strong><br />
gevechtswagens, jeeps en zelfs een Rode Kruiswagen.<br />
Om aan hooi <strong>te</strong> komen moet je eerst maaien en wel met de zeis. In fei<strong>te</strong> was dit absoluut<br />
ongebonnen werk. Toen ik daar zo stond <strong>te</strong> maaien kwam Marinus Gidding van de Perk<br />
bij me met het voors<strong>te</strong>l om samen met hun tweepaards maaimachine <strong>te</strong> maaien, dus<br />
ieder van ons een paard. Aldus geschiedde. Wij zouden dit uitproberen op een stuk<br />
bouwland omdat daar de begroeiing een stuk minder was dan in het weiland. Toen ik op<br />
hoop van zegen op de machine ging zit<strong>te</strong>n bleek dit nogal mee <strong>te</strong> vallen met machine en<br />
paarden tot ik eensklaps een gekraak hoorde, wat bleek, ik was met de messenbalk door<br />
een gesneuvelde Duitse soldaat gereden. Toch reed ik met de moed der wanhoop verder,<br />
aan het eind van het perceel draaien en langs hetzelfde pad weer <strong>te</strong>rug. Toen ik op de<br />
plaats kwam waar ik door de soldaat gemaaid had kreeg ik zo de schrik in de benen dat<br />
ik toen ik weer bij Marinus aangekomen was hem zei dat ik voor niets <strong>te</strong>r wereld nog<br />
verder wens<strong>te</strong> <strong>te</strong> maaien. Ook hij durfde niet verder <strong>te</strong> gaan. Zo gingen we weer <strong>te</strong>rug<br />
naar de zeis. De volgende dag kwam Marinus weer met hetzelfde voors<strong>te</strong>l en, goede raad<br />
is duur, beslo<strong>te</strong>n we toch weer naar huis <strong>te</strong> gaan, de paarden <strong>te</strong> halen en in <strong>te</strong> spannen<br />
en weer verder <strong>te</strong> maaien. Wonderlijk genoeg hebben we zonder ongelukken voor beide<br />
bedrijven voldoende hooi we<strong>te</strong>n <strong>te</strong> oogs<strong>te</strong>n en hebben het vee gezien de omstangheden<br />
redelijk de winder door kunnen krijgen.
U zult zich misschien afvragen of de overheid dan niets deed om de gesneuvelde<br />
solda<strong>te</strong>n alsnog een fatsoenlijke begrafenis <strong>te</strong> geven. Zeker werd <strong>hier</strong> iets aan gedaan<br />
maar U moet zich wel de omstandigheden voor de geest halen. In dezelfde tijd dat de ene<br />
na de andere boer zich weer op het land waagde begon een ploeg mensen uit Nijmegen<br />
gesneuvelde solda<strong>te</strong>n <strong>te</strong> zoeken en <strong>te</strong> identificeren. In de eers<strong>te</strong> plaats het gebit<br />
beschreven, het metalen plaatje opgezocht en persoonlijke bezittingen als ringen,<br />
por<strong>te</strong>monnee, por<strong>te</strong>feuille enzovoort in een zakje gedaan en bij het noodgraf werd een<br />
paaltje met nummer geplaatst. La<strong>te</strong>r zijn deze solda<strong>te</strong>n weer herbegraven op diverse<br />
oorlogskerkhoven.<br />
In de nazomer en herfst werd door ons hard gewerkt om de grond weer <strong>te</strong> bewerken en<br />
klaar gemaakt om in 1946 weer op tijd <strong>te</strong> kunnen zaaien en po<strong>te</strong>n. Ook in de bongerd<br />
werd hard gewerkt om de meest beschadigde bomen op <strong>te</strong> ruimen. Nu er ongewild<br />
ruim<strong>te</strong> kwam voor de modern <strong>te</strong>elt van de zo kleine spilbomen was de keus niet<br />
moeilijk, zo kwamen de eers<strong>te</strong> hoekjes moderne fruit<strong>te</strong>elt tot stand. Ook in de<br />
rundveehouderij had plotseling een ommezwaai plaats. Het vee uit Friesland dat we<br />
inmiddels voor veel geld hadden gekocht via landbouwhers<strong>te</strong>l was redelijk ziek<strong>te</strong>vrij.<br />
Voor iedere 2 verloren gegane koeien kreeg je er een <strong>te</strong>rug. Reeds in 1945 deed de K.I.<br />
zijn intrede, daarnaast was de ontwikkeling van geneesmiddelen in Amerika met<br />
reuzensprongen vooruit gegaan. De beruch<strong>te</strong> mond en klauwzweer en T.B.C. kon<br />
doeltreffend bestreden worden maar ook abortus bang, uier- en pootziek<strong>te</strong>.<br />
Intussen bleef er voor ons nog s<strong>te</strong>eds een gro<strong>te</strong> wens over namelijk een nieuw huis en<br />
bedrijfsgebouwen. Hiervoor werd in 1949 de eers<strong>te</strong> spade in de grond gestoken. We<br />
kregen voor die tijd een prima woning en bedrijfsgebouwen. We zijn op 2 januari 1950<br />
verhuisd van de noodwoning naar onze nieuwe woning. Nu, na bijna 10 jaar<br />
oorlogsellende konden we de balans opmaken en dan blijkt dat we inmiddels drie<br />
kinderen en een modern bedrijfje hebben en alle reden om met goede moed verder <strong>te</strong><br />
gaan.<br />
Bron: