Toelichting - ISZF
Toelichting - ISZF
Toelichting - ISZF
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bestemmingsplan Wymbritseradiel-Oost<br />
(Jutrijp, Oppenhuizen-Broeresleat<br />
en Uitwellingerga-Brêgefinne)
Bestemmingsplan Wymbritseradiel-Oost<br />
(Jutrijp, Oppenhuizen-Broeresleat<br />
en Uitwellingerga-Brêgefinne)<br />
Inhoud:<br />
<strong>Toelichting</strong> + bijlagen<br />
Voorschriften + Bijlage<br />
Plankaart<br />
IJlst/Leeuwarden<br />
Plannummer: 285.00.00.27.00<br />
Vastgesteld op: 26-08-2008<br />
Gedeeltelijk goedgekeurd op: 02-12-2008
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
<strong>Toelichting</strong><br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding 3<br />
2 Bestaande situatie 5<br />
2.1 Functionele karakteristiek van de dorpen 5<br />
2.1.1 Jutrijp 5<br />
2.1.2 Oppenhuizen-Broeresleat 6<br />
2.1.3 Uitwellingerga-Brêgefinne 7<br />
2.2 Ruimtelijke karakteristiek van de gebieden 8<br />
2.2.1 Algemeen 8<br />
2.2.2 Jutrijp 9<br />
2.2.3 Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-<br />
Brêgefinne 11<br />
3 Beleid 17<br />
3.1 Beleidskader 17<br />
3.2 Nadere uitwerking Beleidskader 17<br />
4 Milieuaspecten 23<br />
4.1 Wegverkeerslawaai 23<br />
4.2 Industrielawaai 24<br />
4.3 Hinder van bedrijven 25<br />
4.4 Externe veiligheid 27<br />
4.4.1 Vervoer gevaarlijke stoffen 28<br />
4.4.2 Aardgastransportleiding 29<br />
4.5 Ecologie 31<br />
4.6 Archeologie 31<br />
4.7 Water 36<br />
4.8 Luchtkwaliteit 37<br />
4.9 Bodem 38<br />
4.10 Beheerszones langs vaarwegen 39<br />
5 Planbeschrijving 41<br />
5.1 Functioneel beleid 41<br />
5.1.1 Wonen 41<br />
5.1.2 Voorzieningen 41<br />
5.1.3 Bedrijvigheid 42<br />
5.2 Ruimtelijk beleid 42<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
6 Juridische toelichting 45<br />
6.1 Bestemmingsplanprocedure 45<br />
6.2 Juridische vormgeving 46<br />
6.2.1 Algemeen 46<br />
6.2.2 Afstemming op andere wetten en verordeningen 47<br />
6.2.3 Plansystematiek 47<br />
6.2.4 Afzonderlijke bestemmingen 51<br />
7 Uitvoerbaarheid 57<br />
7.1 Economische uitvoerbaarheid 57<br />
7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 57<br />
7.2.1 Overleg 57<br />
7.2.2 Inspraak 59<br />
Bijlagen<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
1 Inleiding<br />
Aanleiding<br />
Plangebied<br />
Herziening<br />
De Wet op de Ruimtelijke Ordening stelt dat om de tien jaar<br />
bestemmingsplannen vernieuwd dienen te worden. Nieuw beleid van<br />
hogere overheden, maar ook nieuwe ontwikkelingen binnen het<br />
plangebied kunnen op deze manier actueel worden gehouden in het<br />
ruimtelijke beleid van de gemeente.<br />
De functionele- en ruimtelijke situatie en de eventuele<br />
ontwikkelingsmogelijkheden worden in de planherziening volgens de<br />
huidige beleidsinzichten vertaald. Het doel van dit bestemmingsplan is<br />
voorzien in een beleidsregeling voor het dorp Jutrijp, een gedeelte van<br />
Oppenhuizen, namelijk de woonbuurt Broeresleat, en het<br />
bedrijventerrein Brêgefinne bij Uitwellingerga. Ontwikkelingen zoals<br />
een uitbreiding van een dorp voor woningen of bedrijven zijn in dit<br />
plan niet aan de orde. Eventuele nieuwe ontwikkelingen worden<br />
middels een nieuw bestemmingsplan, of door een vrijstelling artikel 19<br />
WRO gerealiseerd. Uitzondering hierop is de mogelijkheid om middels<br />
een wijzigingsprocedure twee woningen aan het Binnenpaed te Jutrijp<br />
te bouwen. Deze mogelijkheid was reeds bij recht opgenomen in het<br />
bestemmingplan Jutrijp. Het aantal woningen is bij de goedkeuring<br />
van het plan in 2000 door Gedeputeerde Staten van Fryslân<br />
geaccordeerd.<br />
De gemeente streeft naar een eenduidig ruimtelijk beleid. In deze zin<br />
wordt gestreefd naar planvoorschriften voor de dorpen in de<br />
gemeente die sterke overeenkomsten hebben. Deze zijn eenvoudig<br />
opgesteld, zodat ze heldere richtlijnen geven voor het gebruik van de<br />
gronden en gebouwen en voor de bebouwingsmogelijkheden van de<br />
gronden.<br />
Het plangebied voor het onderhavige plan is aangegeven op de kaart<br />
voorafgaand aan deze toelichting. Het omvat de bebouwde kom van<br />
Jutrijp, een deel van de bebouwde kom van Oppenhuizen en het<br />
bedrijventerrein Brêgefinne bij Uitwellingerga.<br />
Het plan vormt een herziening van:<br />
- het bestemmingsplan Brêgefinne, vastgesteld door de<br />
gemeenteraad op 16 april 1991 en goedgekeurd door<br />
Gedeputeerde Staten op 21 juni 1991. De "houdbaarheidsdatum"<br />
van dit plan is bij besluit van Gedeputeerde Staten van 5<br />
september 2006 verlengd tot 31 december 2010;<br />
- het bestemmingsplan Broeresleat, vastgesteld door de<br />
gemeenteraad op 31 augustus 1993 en goedgekeurd door<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Leeswijzer<br />
Gedeputeerde Staten op 30 december 1993 1 . De<br />
"houdbaarheidsdatum" van dit plan is bij besluit van<br />
Gedeputeerde Staten van 5 september 2006 verlengd tot 31<br />
december 2010;<br />
- het bestemmingsplan Broeresleat uitwerking artikel 11 WRO,<br />
vastgesteld door burgemeester en wethouders op 28 november<br />
1994 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 5 december<br />
1994. De "houdbaarheidsdatum" van dit plan is bij besluit van<br />
Gedeputeerde Staten van 5 september 2006 verlengd tot 31<br />
december 2010;<br />
- het bestemmingsplan Jutrijp, vastgesteld door de gemeenteraad<br />
op 23 november 1999, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten<br />
op 29 februari 2000.<br />
Het bestemmingsplan is opgesteld op basis van het handboek<br />
bestemmingsplannen van de provincie Fryslân zoals dit door de<br />
gemeente wordt gehanteerd, en het bestemmingsplan Nijland, dat de<br />
pilot vormt van de actualisering van bestemmingsplannen in de<br />
gemeente. In hoofdstuk 2 van deze toelichting is de huidige situatie<br />
van de dorpen beschreven. Zowel de ontstaansgeschiedenis, de<br />
bevolkingsomvang, de woningvoorraad, de voorzieningen als de<br />
ruimtelijke structuur komen hierin aan bod. Hoofdstuk 3 gaat in op het<br />
voor het bestemmingsplan relevante beleid. In hoofdstuk 4 is<br />
ingegaan op de voor het plangebied van belang zijnde milieueisen en<br />
de aanwezige milieubeperkingen. Hoofdstuk 5 vormt de<br />
planbeschrijving, waarin het beleid voor de komende tien jaar voor de<br />
dorpen puntsgewijs is samengevat. In hoofdstuk 6 is een juridische<br />
toelichting gegeven. Hoofdstuk 7 gaat in op de economische<br />
uitvoerbaarheid van het plan en omvat een verslag van de overleg- en<br />
inspraakprocedure.<br />
1 Een klein gedeelte van dit bestemmingsplan is herzien in het bestemmingsplan Top<br />
en Twel, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2006 en goedgekeurd<br />
door Gedeputeerde Staten op 3 april 2007.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 4
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
2 Bestaande situatie<br />
Ligging<br />
Inwonertal Jutrijp<br />
Woningvoorraad<br />
Woningbezetting<br />
Bedrijven<br />
2.1 Functionele karakteristiek van de dorpen<br />
2.1.1 Jutrijp<br />
Jutrijp is gelegen op een afstand van circa 3 kilometer ten zuidoosten<br />
van IJlst en 4 kilometer ten zuiden van Sneek. Het dorp is deels<br />
gelegen aan Riper Feart. Dit water maakt deel uit van de Friese<br />
boezem.<br />
De noordelijke grens van het plangebied wordt bepaald door de<br />
Soalsleat. De westelijke grens wordt bepaald door het water De Far<br />
en de oostelijke grens door de provinciale weg N354. Aan de zuidzijde<br />
wordt het plangebied begrensd door Hommerts.<br />
Jutrijp laat over de periode 1996-2006 een stijging zien van 317 naar<br />
331 inwoners (bron: provincie Fryslân). Het aantal inwoners is<br />
daarmee met 4,2% (14 inwoners) toegenomen ten opzichte van 1996.<br />
De woningvoorraad van het dorp Jutrijp is in de periode 1996-2006<br />
toegenomen van 119 naar 133 woningen. Het aantal woningen is<br />
daarmee met ongeveer 11,8% (14 woningen) gegroeid (bron:<br />
provincie Fryslân).<br />
De gemiddelde woningbezetting is in de periode 1996-2006<br />
afgenomen van 2,66 in 1996 tot 2,49 in 2006. De gemiddelde<br />
woningbezetting in de gemeente Wymbritseradiel bedraagt 2,58 in<br />
2006. Een afname van de gemiddelde woningbezetting komt in de<br />
regio en in meer algemene zin landelijk voor (bron: provincie Fryslân).<br />
In het dorp Jutrijp is een groot aantal bedrijven gevestigd, te weten:<br />
- een jachthaven/jachtwerf aan het Binnenpaed 22;<br />
- een makelaar aan het Binnenpaed 34;<br />
- een kapsalon aan de Louwewei 2;<br />
- een schoonheidssalon aan de Louwewei 6;<br />
- een klussenbedrijf aan de Louwewei 10;<br />
- een praktijk voor alternatieve geneeswijzen aan de Riperwei 9;<br />
- een agrarisch bedrijf aan de Riperwei 22;<br />
- een agrarisch bedrijf aan de Riperwei 26;<br />
- een onderzoeksbureau aan de Riperwei 28B;<br />
- een sauna/schoonheidscentrum aan de Riperwei 30A;<br />
- een handel in tweedehands spullen aan de Riperwei 40;<br />
- een klussenbedrijf aan de Riperwei 44;<br />
- een handelsbedrijf aan de Riperwei 46;<br />
- een transportbedrijf aan de Riperwei 66;<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 5
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Voorzieningen<br />
Verkeer<br />
Ligging<br />
Inwonertal Oppenhuizen<br />
Woningvoorraad<br />
- een veehouderij aan de Riperwei 78;<br />
- een installatiebedrijf aan de Sinnewar 3;<br />
- een reclamebedrijf voor ligfietsen aan de Sinnewar 31.<br />
In veel gevallen is er sprake van een aan-huis-verbonden beroep, met<br />
uitzondering van de agrarische bedrijven, de jachthaven/jachtwerf, het<br />
klussenbedrijf aan de Riperwei 44 en de sauna/schoonheidscentrum<br />
aan de Riperwei 30A.<br />
In Jutrijp zijn nauwelijks voorzieningen aanwezig; aan de Riperwei is<br />
enkel een begraafplaats gelegen. In het nabijgelegen Hommerts zijn<br />
een kerk, een dorpshuis en een basisschool gevestigd. Voor andere<br />
voorzieningen gaan de meeste inwoners naar IJlst en Sneek.<br />
Jutrijp wordt in noord-zuidrichting ontsloten door de provinciale weg<br />
N354 van Sneek naar de aansluiting met de A6 ten noorden van<br />
Lemmer. Daarnaast wordt het dorp aan de westzijde ontsloten door<br />
de Louwewei, die aantakt op de Iendrachtswei/Iewei richting IJlst. In<br />
de dorpskom van Jutrijp geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur.<br />
2.1.2 Oppenhuizen-Broeresleat<br />
De woonbuurt Broeresleat vormt de westzijde van het dorp<br />
Oppenhuizen. Het tweelingdorp Oppenhuizen/Uitwellingerga ligt op<br />
een afstand van 2 tot 4 kilometer ten zuidoosten van (het centrum)<br />
van Sneek.<br />
De woonbuurt Broeresleat is gelegen aan de vaart Broersleat. Dit<br />
water maakt deel uit van de Friese boezem.<br />
Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door enkele<br />
agrarische percelen en de Broersleat. Aan de westzijde vormen een<br />
groenvoorziening, de sportvelden en enkele agrarische percelen langs<br />
de oude rijksweg van Sneek naar Joure de grens. Aan de oostzijde<br />
wordt de grens gevormd door het Noardein en de Tsjerkebuorren. De<br />
zuidzijde wordt begrensd door de P. Walmastrjitte, de Bonningastrjitte,<br />
enkele percelen aan het Kappenburch en enige agrarische percelen.<br />
Het (gehele) dorp Oppenhuizen laat over de periode 1996-2006 een<br />
stijging zien van 1.033 naar 1.141 inwoners (bron: provincie Fryslân).<br />
Het aantal inwoners is daarmee met 9,5% (108 inwoners)<br />
toegenomen ten opzichte van 1996.<br />
De woningvoorraad van het dorp Oppenhuizen is in de periode 1996-<br />
2006 toegenomen van 407 naar 463 woningen. Het aantal woningen<br />
is daarmee met ongeveer 12,1% (56 woningen) gegroeid (bron:<br />
provincie Fryslân).<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 6
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Woningbezetting<br />
Bedrijven<br />
Voorzieningen<br />
Verkeer<br />
Ligging<br />
De gemiddelde woningbezetting is in de periode 1996-2006<br />
afgenomen van 2,54 naar 2,46. De gemiddelde woningbezetting in de<br />
gemeente Wymbritseradiel bedraagt 2,58 in 2006. Een afname van de<br />
gemiddelde woningbezetting komt in de regio en in meer algemene<br />
zin landelijk voor (bron: provincie Fryslân).<br />
In Oppenhuizen is een redelijk aantal bedrijven aanwezig. Een deel<br />
van deze bedrijven ligt binnen het plangebied. Het betreft:<br />
- een bedrijf in videorapportages aan de Broerstrjitte 11;<br />
- een schoonheidssalon aan de Broerstrjitte 21;<br />
- een klokkenreparatie- en onderhoudsbedrijf aan de Broerstrjitte<br />
31;<br />
- een jachtonderhouds- en schildersbedrijf aan de Broerstrjitte 33;<br />
- een bedrijf in medische keuringen aan de Douwestrjitte 12;<br />
- een makelaar aan de Douwestrjitte 13;<br />
- een adviesbureau aan de Douwestrjitte 17;<br />
- een bureau in technische dienstverlening aan het Noardein 54;<br />
- een hoveniersbedrijf aan het Noardein 64;<br />
- een kapsalon aan het Noardein 74;<br />
- een supermarkt aan de Tsjerkebuorren 8.<br />
In de meeste gevallen is er sprake van een aan-huis-verbonden<br />
beroep, met uitzondering van de supermarkt.<br />
Aan de P. Walmastrjitte bevindt zich het multifunctioneel centrum "It<br />
Harspit". In dit centrum is onder andere de christelijke basisschool en<br />
de sporthal gevestigd. Ten noorden van dit centrum zijn aan De Bou<br />
de sportvelden gelegen. In de overige delen van Oppenhuizen zijn<br />
eveneens enkele voorzieningen te vinden. Voor overige voorzieningen<br />
gaan de meeste inwoners naar Sneek.<br />
Ontsluiting van de buurt vindt plaats via verschillende straten op het<br />
Noardein en de Tsjerkebuorren in Oppenhuizen. De hoofdontsluiting<br />
wordt gevormd door De Bou. Via deze weg wordt de oude rijksweg<br />
van Sneek naar Joure bereikt. In de woonbuurt geldt een<br />
maximumsnelheid van 30 km/uur.<br />
2.1.3 Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
Het bedrijventerrein Brêgefinne is gelegen ten zuidwesten van<br />
Uitwellingerga, aan de westzijde van de A7. Het tweelingdorp<br />
Oppenhuizen/Uitwellingerga ligt op een afstand van 2 tot 4 kilometer<br />
ten zuidoosten van (het centrum) van Sneek.<br />
Het bedrijventerrein is gelegen aan het Prinses Margrietkanaal. Dit<br />
water maakt deel uit van de Friese boezem.<br />
Het plangebied wordt aan de noord- en oostzijde begrensd door de<br />
weg Brêgefinne. Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 7
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Bedrijven<br />
Verkeer<br />
het Prinses Margrietkanaal. De westelijke grens wordt gevormd door<br />
enkele agrarische percelen.<br />
Op het bedrijventerrein is een zevental bedrijven gevestigd, te weten:<br />
- een straal- en coatingsbedrijf aan de Brêgefinne 1;<br />
- een betonbedrijf aan de Brêgefinne 4 en 6;<br />
- een jachtschilderbedrijf aan de Leyesleatswei 1;<br />
- een jachtbouwbedrijf aan de Leyesleatswei 2;<br />
- een jachttimmerbedrijf aan de Leyesleatswei 3;<br />
- een bedrijf in roestvrijstalen scheepstoebehoren aan de<br />
Leyesleatswei 4;<br />
- een scheepstimmerbedrijf aan de Leyesleatswei 4B.<br />
Ontsluiting van het terrein vindt via plaats via de Brêgefinne/Leyepoel.<br />
Deze weg loopt parallel aan het Prinses Margrietkanaal over de A7 en<br />
takt in Uitwellingerga aan op het Lytse Súdein en de Brêgesleatswei.<br />
Ook is er een ontsluiting op de de oude rijksweg van Sneek naar<br />
Joure.<br />
2.2 Ruimtelijke karakteristiek van de gebieden<br />
2.2.1 Algemeen<br />
Op een zandige ondergrond trad ± 5.500 jaar geleden veenvorming<br />
op, in het gebied van de huidige gemeente Wymbritseradiel. Dit<br />
gebied lag echter tevens in de invloedssfeer van de zee en vóór de<br />
tijd van de bedijkingen overstroomde het regelmatig.<br />
In zogenaamde transgressieperioden steeg de zeespiegel en kwam<br />
het water via geulen ver het land in. Tussen 200 en 600 na Christus<br />
werd over een groot deel van het gebied een laag knipklei (een zware<br />
kleisoort) afgezet.<br />
Deze kleilaag is het duidelijkst aanwezig in het noordelijke deel van de<br />
gemeente. Bij Sneek is nog sprake van een laag van zo'n 40 cm,<br />
richting Joure wordt deze laag steeds dunner.<br />
In de 9 e eeuw na Chr. brak de zee opnieuw het land binnen, maar nu<br />
minder ver. Deze keer vormde zich een grote zeearm, "De<br />
Middelzee", die tot in het noorden van de huidige gemeente<br />
binnendrong.<br />
In de periode na het ontstaan van de Middelzee wordt het landschap<br />
als gevolg van bedijkingen in toenemende mate door de mens<br />
bepaald. De vroegste bewoning van Friesland vond plaats op hoog<br />
opgeslibde kwelders met name langs de toen aanwezige geulen en<br />
kreken. Men woonde op terpen, ontstaan door ophoging met huisvuil<br />
en kwelderzoden.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 8
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Algemeen<br />
Binnenpaed en Riperwei<br />
2.2.2 Jutrijp<br />
Jutrijp is ontstaan op de hoogst gelegen plaatsen langs De Far.<br />
Boerderijen werden gebouwd aan de oostelijke oever van deze<br />
halfnatuurlijke waterloop. In de loop der tijd ontstond op deze wijze<br />
een streekdorp.<br />
De Far bestond uit een noord-zuid gerichte reeks van poelen. Het<br />
vormde de basis van de ontsluiting van het dorp.<br />
Dwars op deze basis kwam een opstrekkende verkaveling tot stand.<br />
De percelen waren bereikbaar via een groot aantal in de verkaveling<br />
gelegen verbindingssloten. De oude structuur is nog in het dorp terug<br />
te vinden; nu nog zijn er opvaarten naar de huizen.<br />
Wegverbindingen kwamen gedurende lange tijd nauwelijks in het<br />
gebied voor, totdat in 1843 de weg Sneek-Lemmer aangelegd werd.<br />
Daardoor veranderde het karakter van het dorp in een wegdorp.<br />
Het water verliest bij de aanleg van de weg de verbindingsfunctie. Dit<br />
proces wordt versterkt door het vervallen van de verbinding met het<br />
open boezemwater. Slechts het noordelijke deel van De Far in Jutrijp<br />
heeft deze verbinding nog.<br />
Een verbreding van de bebouwingsstructuur is ontstaan waar de<br />
afstand tussen de weg en water groter wordt. In de periode na de<br />
Tweede Wereldoorlog komt aan de noordzijde van Jutrijp een<br />
woongebied tot stand tussen de Hingstepoel en het Binnenpaed.<br />
Aanvankelijk werd hier een aantal dubbele woningen gebouwd. In een<br />
later stadium vond uitbreiding plaats met enkele rijenwoningen en<br />
vrijstaande woningen. Na afbraak van de kerk vond uitbreiding van<br />
het dorp plaats in het gebiedje Tsjerkesté, waar een aantal vrijstaande<br />
woningen is gerealiseerd. De laatste uitbreiding van het dorp heeft<br />
plaatsgevonden aan de Louwewei, waar een aantal vrijstaande<br />
woningen is gebouwd.<br />
De oudste bebouwing in Jutrijp is gesitueerd aan het Binnenpaed en<br />
de Riperwei. De bebouwing aan beide wegen is overwegend<br />
individueel, deze bestaat uit zowel één als twee bouwlagen met kap.<br />
De nok is zowel langs als dwars op de straat gericht. De bebouwing is<br />
voor het grootste gedeelte aan de westzijde van de wegen gesitueerd.<br />
Het Binnenpaed is een dijkje met wilgen erlangs. Oostelijk van het<br />
Binnenpaed is een speelveld gelegen. Aan het Binnenpaed bevindt<br />
zich een karakteristieke woonboerderij (Binnenpaed 46).<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 9
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Sinnewar en Wite<br />
Jofferswei<br />
Louwewei<br />
De Riperwei is parallel aan de N354 gelegen. De weg wordt<br />
gekenmerkt door lintbebouwing aan één zijde (westzijde). Een<br />
uitzondering hierop is de bebouwing ter hoogte van de begraafplaats.<br />
Hier bevindt zich het karakteristieke, voormalige schoolgebouw.<br />
Figuur 1: Bebouwing aan de Riperwei<br />
Aan de andere zijde van de weg, op de plaats waar nu de woningen<br />
Riperwei 28 tot en met 28c staan, bevond zich vroeger de kerk. Deze<br />
kerk is in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw<br />
gesloopt. Ten westen van dit gebied bevinden zich twee boerderijen.<br />
De bebouwing die ten zuiden van de voormalige kerklocatie is<br />
gelegen, is als het ware ingeklemd tussen de waterloop De Far en de<br />
Riperwei. De meest zuidelijk bebouwing wordt gevormd door de<br />
boerderij aan de Riperwei 78. Direct ten zuiden van deze boerderij ligt<br />
het dorp Hommerts. In het noorden van het plangebied bevindt zich<br />
aan de Riperwei een karakteristieke woonboerderij.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog heeft uitbreiding van het aantal<br />
woningen plaatsgevonden aan de Sinnewar en de Wite Jofferswei.<br />
Het binnengebied tussen de Sinnewar en de Wite Jofferswei bestaat<br />
voornamelijk uit twee-onder-één-kap-woningen met de nok parallel<br />
aan de straat. De bouwhoogte is voornamelijk twee bouwlagen met<br />
kap. Aan de buitenzijde van de genoemde straten is de bebouwing<br />
individueel in één bouwlaag met kap. De nok is zowel langs als dwars<br />
op de straat geplaatst. De bebouwing aan het groengebied bestaat uit<br />
rijen woningen van één bouwlaag met kap.<br />
De laatste uitbreiding van Jutrijp heeft plaatsgevonden aan de<br />
Louwewei. De woningen zijn gerealiseerd aan het begin van deze<br />
eeuw. Het betreft vrijstaande woningen in één bouwlaag met kap. Het<br />
uitbreidingsgebied is aan vier zijden door water begrensd waardoor<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 10
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Rijksmonumenten en<br />
karakteristieke bebouwing<br />
Algemeen<br />
het gebied als een eiland wordt ervaren. De woningen zijn gesitueerd<br />
aan een lusvormige weg.<br />
Figuur 2: Nieuwbouw aan de Louwewei<br />
In Jutrijp zijn geen gebouwen als rijksmonument aangemerkt.<br />
In het kader van het Monumenten inventarisatieproject (MIP) zijn<br />
karakteristieke bouwwerken geïnventariseerd. Voor de gemeente<br />
Wymbritseradiel heeft dit in 1992 geleid tot een uitgave van een<br />
inventarisatie van karakteristieke en waardevolle bebouwing. In het<br />
MIP zijn in Jutrijp als karakteristiek aangemerkt:<br />
- Binnenpaed 12 (woonboerderij);<br />
- Binnenpaed 46 (woonboerderij);<br />
- Riperwei 7-9 (voormalige school en schoolwoning);<br />
- Riperwei 16 (woonboerderij).<br />
Aangezien de inventarisatie in het kader van het MIP zo'n 15 jaar<br />
gelden heeft plaatsgevonden, heeft de gemeente in het kader van<br />
onderhavig bestemmingsplan nogmaals gekeken naar de<br />
karakteristieke panden in het plangebied. Hieruit is gebleken dat de<br />
panden Riperwei 13 (woonhuis) en Riperwei 22 (boerderij) eveneens<br />
als karakteristiek moeten worden aangemerkt. Het pand Binnenpaed<br />
12 (woonboerderij) kan niet meer als karakteristiek worden<br />
beschouwd.<br />
2.2.3 Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
De geschiedenis van de dorpen Oppenhuizen en Uitwellingerga hangt<br />
nauw samen met de ligging van het water It Gês. De eerste<br />
bebouwing vond plaats langs dit water en de dorpen vormen een<br />
vaartdorp. Naast de landbouw, die in dit gebied ongetwijfeld de<br />
belangrijkste economische activiteit vormde, namen ook de<br />
scheepvaart en de visserij een belangrijke plaats in.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 11
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Noardein en<br />
Tsjerkebuorren<br />
Tsjerkewyk<br />
It Gês heeft een grote rol gespeeld bij het ontstaan van het<br />
verkavelingstype zoals dat in de omgeving van Oppenhuizen en<br />
Uitwellingerga voorkomt. Er is namelijk een duidelijke opstrekkende<br />
verkaveling te onderscheiden vanaf It Gês. Dit geldt zowel voor het<br />
gebied ten noordoosten, als het gebied ten zuidwesten van It Gês.<br />
De oorspronkelijke streekbebouwing van Oppenhuizen en<br />
Uitwellingerga bleef lange tijd volledig in tact. Deze streekbebouwing<br />
werd overigens op enkele plaatsen doorsneden door vaarten en<br />
sloten welke op It Gês (die in het zuiden overgaat in de<br />
Súdeinsterfeart) uitmonden.<br />
In de tweede helft van de 19 e eeuw begon men met de aanleg van<br />
wegen en een tramverbinding, waardoor de vaarten een belangrijk<br />
deel van hun betekenis verloren.<br />
Door de geleidelijke verdichting van het bebouwingslint groeiden<br />
beide dorpen aan elkaar.<br />
Oppenhuizen-Broeresleat<br />
Het Noardein en de Tsjerkebuorren vormen een gedeelte van het<br />
uitgestrekte dorpslint van Oppenhuizen. Dit lint wordt vooral<br />
gekenmerkt door vrijstaande bebouwing in één bouwlaag met kap met<br />
wisselende kapvormen.<br />
Figuur 3: Bebouwing aan het Noardein<br />
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw is de<br />
nieuwbouwbuurt Tsjerkewyk tot stand gekomen. Het betreft onder<br />
meer de Merkelstrjitte, de P. Walmastrjitte en het Kappenburch. In het<br />
noordwestelijke gedeelte zijn dubbele, vrijstaande en geschakelde<br />
woningen in één of twee bouwlagen met kap op een min of meer<br />
informele wijze rond een opvaart gesitueerd. Het water en het<br />
daaromheen gelegen groen is een belangrijke ruggengraat voor dit<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 12
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Nieuwbouw<br />
gedeelte van de buurt. De ontsluiting vindt plaats door een<br />
eenvoudige lus gevormd door de Merkelstrjitte en de P. Walmastrjitte.<br />
Het gebied ten zuiden van het multifunctionele centrum "It Harspit"<br />
vormt de afronding van de bebouwing aan het Kappenburch. Er is hier<br />
vooral vrijstaand en dubbel gebouwd in één bouwlaag met kap. Een<br />
uitzondering vormt de piramidewoning aan het Kappenburch 20.<br />
In 1987 heeft een locatiestudie plaatsgevonden naar mogelijke<br />
uitbreidingslocaties voor woningbouw voor het tweelingdorp<br />
Oppenhuizen/Uitwellingerga. Na afweging van de "voors" en "tegens"<br />
van de verschillende locaties is de locatie tussen het Noardein en de<br />
voormalige Rijksweg als meest geschikte locatie uit de bus gekomen,<br />
onder meer vanwege de omvang en de gunstige situering van de<br />
locatie.<br />
De hoofdontsluiting wordt gevormd door De Bou, welke een<br />
dwarsverbinding vormt tussen het Noardein en de voormalige<br />
Rijksweg. De interne ontsluitingen takken aan op deze<br />
hoofdontsluiting. Vanaf de Broeresleat is het water tot centraal in de<br />
buurt geleid naar De Bou. Voor het overige begeleidt het water de<br />
randen van de buurt. In het hart van de nieuwbouw is een speelruimte<br />
gesitueerd. Op deze wijze vormen water en groen tezamen een<br />
belangrijk structurerend element in de buurt.<br />
In de nieuwbouwbuurt zijn verschillende woningtypen gerealiseerd,<br />
van vrijstaand tot rijtje. De woningen zijn overwegend gebouwd in één<br />
bouwlaag met kap, met uitzondering van een tiental woningen aan de<br />
Douwestrjitte, welke twee bouwlagen met kap kennen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 13
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Figuur 4: Overzicht van de nieuwbouw (bron: Google Earth, 5-11-2007)<br />
Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
Het bedrijventerrein is gelegen tussen de weg Brêgefinne/Leyepoel en<br />
het Prinses Margrietkanaal. Op het terrein bevindt zich een groot<br />
aantal bedrijfsloodsen in overwegend twee bouwlagen met kap,<br />
waarvan de dakhelling beperkt is tot 20° à 30°. Op het terrein is<br />
tevens een aantal bedrijfswoningen in één bouwlaag met kap<br />
aanwezig. Aan de noordwestzijde van het terrein bevindt zich een<br />
groensingel met opgaande beplanting. Ook aan de noordoostzijde van<br />
het terrein is enige beplanting aanwezig.<br />
Figuur 5: Bebouwing op het bedrijventerrein Brêgefinne<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 14
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Rijksmonumenten en<br />
karakteristieke bebouwing<br />
In Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne zijn geen<br />
gebouwen als rijksmonument aangemerkt.<br />
In het kader van het Monumenten inventarisatieproject (MIP) zijn<br />
karakteristieke bouwwerken geïnventariseerd. Voor de gemeente<br />
Wymbritseradiel heeft dit in 1992 geleid tot een uitgave van een<br />
inventarisatie van karakteristieke en waardevolle bebouwing. In het<br />
MIP zijn in Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
geen gebouwen als karakteristiek aangemerkt.<br />
Aangezien de inventarisatie in het kader van het MIP zo'n 15 jaar<br />
gelden heeft plaatsgevonden, heeft de gemeente in het kader van<br />
onderhavig bestemmingsplan nogmaals gekeken naar de<br />
karakteristieke panden in het plangebied. Hieruit is gebleken dat de<br />
panden Noardein 56 (woonhuis) en Noardein 58 (woonhuis) als<br />
karakteristiek moeten worden aangemerkt.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 15
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
3 Beleid<br />
Wonen<br />
3.1 Beleidskader<br />
Dit bestemmingsplan gaat uit van de beleidskaders zoals ze zijn<br />
vastgelegd in:<br />
- De Nota Ruimte<br />
- Streekplan Fryslân 2007;<br />
- Wenjen yn Fryslân, het woningbouwbeleid 1998-2010, provincie<br />
Fryslân;<br />
- Ruimte voor werk, notitie bedrijventerreinen en kantorenlocaties<br />
2000-2010, provincie Fryslân;<br />
- Wenjen 2000+;<br />
- Woonplan, gemeente Wymbritseradiel;<br />
- Welstandsnota gemeente Wymbritseradiel;<br />
- Structuurvisie 2020, gemeente Sneek & Wymbritseradiel;<br />
- Vierde Nota waterhuishouding;<br />
- Waterbeleid 21 e eeuw;<br />
- Europese Kaderrichtlijn water.<br />
3.2 Nadere uitwerking Beleidskader<br />
Provinciaal beleid<br />
Streekplan Fryslân 2007<br />
In het navolgende wordt het beleid voor relevante thema’s belicht.<br />
Het beleid voor het wonen in het Streekplan is gebaseerd op de notitie<br />
Wenjen 2000+. In navolging van deze notitie gaat het beleid niet<br />
alleen in op de kwantitatieve woningbehoefte, maar ook op de<br />
kwalitatieve woningbehoefte.<br />
In het Streekplan wordt de concentratie van woningbouw in<br />
bundelingsgebieden voorgestaan. Het zijn de gebieden rond de<br />
stedelijke centra Leeuwarden, Drachten, Heerenveen, Sneek,<br />
Harlingen en Dokkum. De gebieden zijn begrensd door uit te gaan<br />
van een redelijke fietsafstand tot de betreffende stedelijke kern. De<br />
bundelingsgebieden moeten samen meer dan 50% van de<br />
woningtoename in de provincie voor hun rekening nemen. Een groot<br />
deel van de gemeente Wymbritseradiel ligt binnen het<br />
bundelingsgebied van Sneek. De kernen Jutrijp en Oppenhuizen/<br />
Uitwellingerga zijn gelegen binnen het bundelingsgebied van Sneek.<br />
De gemeenten krijgen met in achtneming van het bundelingsbeleid en<br />
het beleid voor woningbouwregio’s de ruimte om te voorzien in de<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Bedrijven<br />
Vrijkomende agrarische<br />
gebouwen<br />
woningvraag die voortkomt uit het gebied zelf. Buiten de<br />
bundelingsgebieden vangen de regionale centra de woningbehoefte in<br />
de regio meer dan evenredig op. Daarnaast dient het accent van<br />
woonuitbreidingen te liggen bij kernen die goed ontsloten zijn met het<br />
openbaar vervoer. Het doel van dit beleid is dat woonuitbreidingen de<br />
plaatselijke aard en schaal van de kern niet overschrijden. Ten<br />
aanzien van de kwalitatieve woningbehoefte, benadrukt de provincie<br />
dat ook buiten de bundelingsgebieden moet worden voorzien in<br />
voldoende betaalbare en levensloopbestendige woningen.<br />
Het beleid ten aanzien van de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven<br />
sluit aan bij de aard en schaal van de verschillende kernen. In<br />
concrete situaties kan echter gemotiveerd van het beginsel van aard<br />
en schaal worden afgeweken.<br />
In het Streekplan worden vijf verschillende typen kernen<br />
onderscheiden. Dit zijn ‘Leeuwarden’, ‘overige stedelijke centra’,<br />
'regionale centra', ‘bedrijfconcentratiekernen’ en ‘overige kernen’. De<br />
overige stedelijke centra, komen overeen met de steden in de<br />
bundelingsgebieden, exclusief Leeuwarden. In de stedelijke centra<br />
kunnen alle categorieën bedrijven worden gevestigd. Voor de regio<br />
Sneek wordt ingezet op het watersportprofiel. Een voorraad van<br />
voldoende bedrijventerrein wordt van belang geacht om in te kunnen<br />
spelen op behoeften van bedrijven.<br />
De kernen Jutrijp en Oppenhuizen/Uitwellingerga kunnen worden<br />
aangemerkt als een 'overige' kern. De aard van de bedrijvigheid welke<br />
in het Streekplan wordt voorzien bij overige kernen is lichte bedrijven.<br />
Dit zijn bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 van de VNG-brochure<br />
Bedrijven en milieuzonering, met een maximaal oppervlak van<br />
2500 m². In een enkel geval is ook categorie 3 mogelijk. Vestiging van<br />
kantoren is toegestaan tot 600 m². De voorzieningen zijn beperkt tot<br />
lokale voorzieningen. Ook is het op voorraad aanleggen van<br />
bedrijventerrein niet toegestaan. De provincie hecht belang aan een<br />
optimale benutting van bestaande natte bedrijventerreinen.<br />
De provincie signaleert dat de afname van het aantal agrarische<br />
bedrijven een ruimtelijk kwaliteitsverlies met zich meebrengt. Bij<br />
vrijkomende agrarische gebouwen wordt dan ook ingezet op een<br />
passend hergebruik, waarbij een verbetering van de ruimtelijke<br />
kwaliteit plaatsvindt. Hierbij zouden de beeldbepalende gebouwen<br />
gehandhaafd worden en de beeldverstorende gebouwen gesloopt.<br />
Het al dan niet toestaan van de functies en de bebouwingsmogelijkheden<br />
in vrijkomende agrarische bebouwing laat de provincie in<br />
beginsel over aan de gemeenten. Hiermee wordt ruimte geboden voor<br />
gemeentelijk maatwerk. De nieuwe functies zijn daarin wel beperkt tot<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 18
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
het oorspronkelijke boerderijgebouw. Bij nieuwe functies wordt<br />
gedacht aan wonen, recreëren, educatie, natuur-/landschaps-beheer,<br />
cultuur/kunst, lichte vormen van horeca en zorg. Bedrijfsfuncties en<br />
vormen van dienstverlening zijn ook geschikt, indien de activiteiten<br />
qua vorm en uitstraling passen bij het omliggende landelijk gebied.<br />
Daarnaast dienen het bedrijven in de lichte milieucategorieën te zijn,<br />
zonder een grote verkeersaantrekkende werking. Daarnaast mag de<br />
functie-invulling geen afbreuk doen aan het voorzieningen niveau in<br />
de kernen.<br />
Voor bebouwing geldt dat het silhouet van het boerderijerf (de<br />
compositie van gebouwen) centraal staat. Behoud van<br />
beeldbepalende gebouwen is het uitgangspunt. Indien dit vanwege<br />
bouwtechnische redenen niet mogelijk is, dient de nieuwe bebouwing<br />
qua vorm en uitstraling verwant te zijn aan die van een<br />
boerderij/boerenschuur.<br />
Gemeentelijk beleid<br />
Structuurvisie 2020, gemeente Sneek & Wymbritseradiel<br />
Op respectievelijk 12 en 19 april 2005 hebben de gemeenteraden van<br />
Wymbritseradiel en Sneek de Structuurvisie 2020 Sneek &<br />
Wymbritseradiel-noord vastgesteld. In deze structuurvisie wordt<br />
gesproken over Sneek en IJlst in een kring van kleine dorpen te<br />
midden van een weidse agrarische wereld bij de poort van de Friese<br />
meren. De reikwijdte van de visie is circa vier kilometer van het<br />
centrum van Sneek. Jutrijp en Oppenhuizen/Uitwellingerga vallen<br />
binnen de reikwijdte van de structuurvisie.<br />
In de structuurvisie worden twee gebieden onderscheiden, het<br />
Merengebied in de zuidoostelijke helft, en het Middelzeegebied, de<br />
noordwestelijke helft. In het Merengebied zijn landschappelijk en<br />
natuurlijk de meest aantrekkelijke gebieden gelegen. Hier liggen ook<br />
de gebieden met de kwetsbare en bijzondere natuurwaarden. In de<br />
structuurvisie is ervoor gekozen deze waarden te koesteren. Deze<br />
keuze impliceert dat het zoekgebied voor intensieve ontwikkelingen<br />
van woon- en werkgebieden het Middelzeegebied betreft. Jutrijp en<br />
Oppenhuizen/Uitwellingerga zijn gelegen in het Merengebied.<br />
Ten aanzien van werken is in de structuurvisie is aangegeven dat het<br />
bedrijventerrein Brêgefinne een kleinschalig bedrijventerrein is, dat<br />
nog beperkt kan groeien in de richting van de rijksweg. Het blijft een<br />
watergebonden bedrijventerrein van bescheiden omvang. Een<br />
ontwikkeling van opslag en overslag aan het Prinses Margrietkanaal is<br />
wat betreft waterinfrastructuur kansrijk. Maar ontwikkeling met meer<br />
bedrijfsbebouwing, verkeer en containeropslag is in strijd met de<br />
gekozen hoofdzonering van natuur, Vogelrichtlijn, landschap,<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 19
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
recreatie en cultuur in het Merengebied. De kleinschalige ontwikkeling<br />
zal hierdoor beperkt moeten blijven, met hooguit enige extra opslag<br />
en overslag weg/water van grondstoffen en eventueel beperkte<br />
containeroverslag.<br />
Ten aanzien van recreatie is aangegeven dat de zuidelijke schakel<br />
tussen De Geau/Wide Wimerts en de Brekken, via de Weinsleat en<br />
Soalsleat (bij Jutrijp) zal worden verbeterd tot een aantrekkelijke<br />
secundaire toervaartroute met meer natuur langs de oevers en<br />
nieuwe aanlegplaatsen.<br />
Voorts wordt ten aanzien van het wonen in de dorpen opgemerkt dat<br />
de dorpen hun karakter dienen te behouden maar wel met de nodige<br />
dynamiek en met kansen voor een natuurlijke ontwikkeling naar aard<br />
en schaal.<br />
Woonplan<br />
In het geactualiseerde woonplan 2005 waren voor<br />
Oppenhuizen/Uitwellingerga 10 woningen voor de periode tot en met<br />
2009 opgenomen. Dit contingent was opgenomen voor functieveranderings-<br />
en invullocaties. Voor Jutrijp was geen contingent<br />
opgenomen. Op 19 juni 2007 heeft de gemeenteraad het "Bysteld<br />
wenplan Wymbritseradiel" vastgesteld. Aanleiding voor deze<br />
aanpassing was het feit dat binnen de gemeente de afgelopen jaren<br />
veel minder gebouwd is dan waar in het geactualiseerde woonplan uit<br />
2005 vanuit werd gegaan. Om cijfermatig meer aan te sluiten bij de<br />
plannen die momenteel concreet zijn, heeft voor de periode 2007-<br />
2009 een aanpassing van het woonplan plaatsgevonden. Zowel voor<br />
Oppenhuizen/Uitwellingerga als voor Jutrijp zijn voor de genoemde<br />
periode geen contingenten opgenomen. Voor wat betreft de<br />
woningbouwmogelijkheden na het jaar 2010 zal eerst een nieuw<br />
woonplan moeten worden opgesteld.<br />
Welstandsnota<br />
Op 11 mei 2004 is door de gemeenteraad de Welstandsnota<br />
vastgesteld. De welstandsnota biedt het kader voor het<br />
welstandstoezicht in de gemeente. De toetsing van bouwplannen, in<br />
het kader van het bouwvergunningenbeleid, dient plaats te vinden op<br />
basis van voor dit gebied geldende welstandscriteria.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 20
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Figuur 6: Fragment welstandsnota Wymbritseradiel<br />
Voor het welstandsbeleid voor de kern Jutrijp is onderscheid gemaakt<br />
in drie deelgebieden. Voor het gebied Oppenhuizen-Broeresleat zijn<br />
vier deelgebieden onderscheiden. Voor het gebied Uitwellingerga-<br />
Brêgefinne geldt één welstandsregime. De verschillende<br />
deelgebieden zijn weergegeven in figuur 6. In de navolgende tekst is<br />
per deelgebied het welstandsbeleid weergegeven.<br />
Lintbebouwing (C) (bijzonder welstandsgebied)<br />
Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande<br />
situatie. Het gebied is in structuur nog grotendeels gaaf. Voor de<br />
gebieden worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht. Wel mag<br />
verwacht worden dat de woningen op onderdelen aangepast en/of<br />
verbouwd zullen worden.<br />
Nieuwbouw, gemengd (E)<br />
Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande<br />
situatie. Het gebied toont geen opvallende kwaliteiten. Ook worden er<br />
geen opvallende ontwikkelingen verwacht.<br />
Bedrijventerreinen (F)<br />
De gebieden tonen geen opvallende waarden. Het beleid is gericht op<br />
het beheer van de bestaande situatie. Gestreefd wordt naar<br />
verbetering van de landschappelijke inpassing. Binnen de gebieden<br />
worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de<br />
bebouwing.<br />
Recreatiegebieden (G)<br />
Het beleid is grotendeels gericht op het beheer en de verdere<br />
ontwikkeling van de bestaande situatie.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 21
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Buitengebied (H) (bijzonder welstandsgebied)<br />
Het beleid is grotendeels gericht op beheer en versterking van de<br />
bestaande situatie.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 22
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
4 Milieuaspecten<br />
4.1 Wegverkeerslawaai<br />
De Wet geluidhinder (laatstelijk gewijzigd 1 januari 2007) bepaalt dat<br />
elke weg in principe een zone heeft, behoudens:<br />
- wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid<br />
gebied;<br />
- wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur.<br />
Overeenkomstig artikel 77 van de Wet geluidhinder dient bij de<br />
voorbereiding of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch<br />
onderzoek te worden ingesteld naar de geluidsbelasting die door<br />
woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de<br />
zones van wegen wordt ondervonden. In het plangebied zijn echter bij<br />
recht geen nieuwe mogelijkheden voor geluidsgevoelige functies<br />
opgenomen.<br />
In het plan is een vrijstellingsregeling opgenomen voor het bouwen<br />
van bedrijfswoningen bij bedrijven. In deze vrijstellingsbepaling is de<br />
randvoorwaarde opgenomen dat indien de geluidsbelasting ten<br />
gevolge van het wegverkeer meer dan de voorkeursgrenswaarde<br />
bedraagt, de vrijstelling slechts wordt verleend in overeenstemming<br />
met een verkregen hogere grenswaarde. Dit betekent dat<br />
voorafgaand aan het verlenen van een dergelijke vrijstelling<br />
akoestisch onderzoek moet worden verricht.<br />
In het plan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk<br />
maakt binnen de oorspronkelijke boerderijvorm 3 woningen te<br />
realiseren. Bij wijzigingsbevoegdheid is een randvoorwaarde<br />
opgenomen dat indien de geluidsbelasting ten gevolge van het<br />
wegverkeer meer dan de voorkeursgrenswaarde bedraagt, de<br />
wijziging slechts wordt toegepast in overeenstemming met een<br />
verkregen hogere grenswaarde. Dit betekent dat voorafgaand aan het<br />
toepassen van een dergelijke wijzigingsbevoegdheid akoestisch<br />
onderzoek moet worden verricht.<br />
In het plan is tevens een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het<br />
mogelijk maakt de bouwgrenzen op de plankaart te wijzigen ten<br />
behoeve van de uitbreiding, dan wel een verandering in de situering<br />
van hoofdgebouwen. Bij wijzigingsbevoegdheid is een<br />
randvoorwaarde opgenomen dat indien de geluidsbelasting ten<br />
gevolge van het wegverkeer meer dan de voorkeursgrenswaarde<br />
bedraagt, de wijziging slechts wordt toegepast in overeenstemming<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 23
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
met een verkregen hogere grenswaarde. Dit betekent dat<br />
voorafgaand aan het toepassen van een dergelijke<br />
wijzigingsbevoegdheid akoestisch onderzoek moet worden verricht.<br />
In het bestemmingsplan is verder nog een wijzigingsbevoegdheid<br />
opgenomen die het mogelijk maakt ten oosten van de woning aan het<br />
Binnenpaed 40 te Jutrijp twee woningen te bouwen. Deze woningen<br />
waren destijds bij recht opgenomen in het bestemmingsplan Jutrijp.<br />
Bij wijzigingsbevoegdheid is een randvoorwaarde opgenomen dat<br />
indien de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer meer dan<br />
de voorkeursgrenswaarde bedraagt, de wijziging slechts wordt<br />
toegepast in overeenstemming met een verkregen hogere<br />
grenswaarde. Dit betekent dat voorafgaand aan het toepassen van<br />
een dergelijke wijzigingsbevoegdheid akoestisch onderzoek moet<br />
worden verricht.<br />
4.2 Industrielawaai<br />
Op het industrieterrein Houkesloot gelegen ten noorden van het<br />
plangebied (gemeente Sneek) zijn inrichtingen als bedoeld in artikel<br />
40 in samenhang met artikel 1 Wet geluidhinder toegestaan. De Wet<br />
geluidhinder (laatstelijk gewijzigd 1 januari 2007) stelt de verplichting<br />
dat bij een dergelijk terrein tevens een zone wordt vastgesteld<br />
waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het terrein de waarde van<br />
50 dB(A) niet te boven mag gaan.<br />
Bij Koninklijk Besluit van 26 januari 1990, nummer 90.001589 is de<br />
geluidszone rond het industrieterrein vastgesteld. Op de hierbij<br />
horende toelichtingskaart is deze geluidszone aangeduid met<br />
"bestaande geluidszone". In het akoestische onderzoek fase 1,<br />
zonering wet geluidhinder industrieterrein Houkesloot (juli 1986) zijn<br />
echter de volgende conclusies getrokken:<br />
- de 50 dB(A)-etmaalwaardecontour in de toestand 1986 en met<br />
inachtneming van de vergunningen, overschrijdt de<br />
gemeentegrens Sneek-Wymbritseradiel;<br />
- wanneer het bedrijf Koudijs Wouda evenveel geluid maakt als<br />
toegestaan is, overschrijdt de 50 dB(A)-contour in de situatie<br />
1986 de gemeentegrens niet;<br />
- indien een aantal (ruime) geluidsvoorschriften van de bedrijven<br />
wordt bijgesteld, overschrijdt ook de 50 dB(A)-vergunningencontour<br />
de gemeentegrens niet;<br />
- in de toestand anno 1986 is voor 19 woningen waarvan het<br />
merendeel gelegen in de gemeente Wymbritseradiel, een<br />
saneringssituatie aanwezig, 19 woningen liggen binnen de in<br />
1986 geldende 55 dB(A)-etmaalwaardecontour.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 24
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Planologische regeling<br />
De hiervoor beschreven situatie is aanleiding geweest voor overleg<br />
tussen de gemeenten Wymbritseradiel en Sneek. Bij dit overleg<br />
speelde ook de woningbouwplannen van de gemeente<br />
Wymbritseradiel in het gebied Broeresleat een rol. Het resultaat van<br />
het overleg is geweest dat bestuurlijke overeenstemming is bereikt<br />
over een nieuw vast te stellen geluidszone. Deze nieuwe, nog vast te<br />
stellen, zone is eveneens op de hierbij horende toelichtingskaart<br />
aangegeven. Deze zone loopt door een gedeelte van het plangebied.<br />
Binnen de zone zijn binnen het plangebied geen woningen of andere<br />
geluidsgevoelige gebouwen gelegen.<br />
Op grond van artikel 41, lid 1 van de Wet geluidhinder kan een<br />
eenmaal vastgestelde zone uitsluitend worden gewijzigd bij de<br />
vaststelling, herziening of wijziging van een bestemmingsplan. Voor<br />
zover gelegen binnen het voorliggende bestemmingsplan is de<br />
geluidszone van het bedrijventerrein Houkesloot-It Gês op de<br />
plankaart aangegeven middels de aanduiding “zone industrielawaai”.<br />
Aangezien binnen de geluidszone noch bij recht, noch bij vrijstelling of<br />
wijziging woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen kunnen<br />
worden gebouwd, is in de voorschriften niet in een nadere regeling<br />
voorzien. De geluidszone is ter indicatie op de plankaart aangegeven.<br />
In het plangebied zelf zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 40 in<br />
samenhang met artikel 1 Wet geluidhinder niet toegestaan (zie<br />
paragraaf 4.3).<br />
4.3 Hinder van bedrijven<br />
Middels de milieuwetgeving wordt milieuhinder in woonsituaties<br />
zoveel mogelijk voorkomen. Alle bedrijven en instellingen die op grond<br />
van het IVB (Inrichtingen en vergunningbesluit) milieubeheerplichtig<br />
zijn (en in potentie hinder zouden kunnen veroorzaken) moeten een<br />
vergunning hebben in het kader van de Wet milieubeheer dan wel<br />
voldoen aan de bepalingen van een Algemene maatregel van bestuur<br />
(AMvB) van de Wet milieubeheer. Om enig inzicht te krijgen in de<br />
mogelijke overlast van de aanwezige bedrijven en voorzieningen ten<br />
opzichte van woningen is hierna de gewenste afstand tussen het<br />
bedrijf/instelling en woningen weergegeven zoals die is opgenomen in<br />
de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2007):<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 25
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Tabel 1: Overzicht van bedrijven/instellingen met bijbehorende milieucategorie in het plangebied<br />
Kern Bedrijf/Instelling Adres SBIcode<br />
Jutrijp<br />
Oppenhuizen-<br />
Broeresleat<br />
Uitwellingerga-<br />
Brêgefinne<br />
Grootste<br />
afstand<br />
Aan-huisverbonden<br />
beroep<br />
jachthaven/jachtwerf Binnenpaed 22 351 200 m<br />
makelaar Binnenpaed 34 ja<br />
kapsalon Louwewei 2 ja<br />
schoonheidssalon Louwewei 6 ja<br />
klussenbedrijf<br />
praktijk voor<br />
Louwewei 10 ja<br />
alternatieve<br />
geneeswijzen<br />
Riperwei 9<br />
ja<br />
agrarisch bedrijf Riperwei 22 0121 100 m<br />
agrarisch bedrijf Riperwei 26 0121 100 m<br />
onderzoekbureau Riperwei 28B ja<br />
sauna en<br />
schoonheidscentrum<br />
handel in<br />
tweedehands spullen<br />
Riperwei 30A 9302/<br />
9304<br />
Riperwei 40<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
30 m<br />
klussenbedrijf Riperwei 46 45 30 m<br />
handelsbedrijf Riperwei 47 ja<br />
transportbedrijf Riperwei 66 ja<br />
agrarisch bedrijf Riperwei 78 0121 100 m<br />
installatiebedrijf Sinnewar 3 ja<br />
reclamebedrijf voor<br />
ligfietsen<br />
Sinnewar 31<br />
ja<br />
bedrijf in videorapportages<br />
Broerstrjitte 11<br />
ja<br />
schoonheidssalon Broerstrjitte 21 ja<br />
klokkenreparatie- en -<br />
onderhoudsbedrijf<br />
Broerstrjitte 31<br />
ja<br />
jachtonderhouds- en<br />
-schildersbedrijf<br />
Broerstrjitte 33<br />
ja<br />
bedrijf in medische<br />
keuringen<br />
Douwestrjitte 12<br />
ja<br />
makelaar Douwestrjitte 13 ja<br />
adviesbureau Douwestrjitte 17 ja<br />
bureau in technische<br />
dienstverlening<br />
Noardein 54<br />
ja<br />
hoveniersbedrijf Noardein 64 ja<br />
kapsalonbedrijf Noardein 74 ja<br />
multifunctioneel<br />
centrum<br />
P. Walmastrjitte 9133.1 30 m<br />
supermarkt Tsjerkebuorren 8 5211 10 m<br />
straal- en<br />
coatingbedrijf<br />
Brêgefinne 1 351 200 m<br />
betonbedrijf Brêgefinne 4 en 6 2661.1 300 m<br />
jachtschildersbedrijf Leyesleatswei 1 351 200 m<br />
jachtbouwbedrijf Leyesleatswei 2 351 200 m<br />
jachttimmerbedrijf<br />
bedrijf in roestvast-<br />
Leyesleatswei 3 351 200 m<br />
stalen<br />
scheepstoebehoren<br />
Leyesleatswei 4 2852 100 m<br />
scheepstimmerbedrijf Leyesleatswei 4 351 200 m<br />
285.00.00.27.00.toe 26<br />
ja
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
In het algemeen is het zo dat de bedrijven mede door hun<br />
milieuvergunning, en de daarin opgenomen voorwaarden, passend<br />
zijn op de betrokken locatie. Op de bedrijventerreinen zijn inrichtingen<br />
als bedoeld in artikel 40 in samenhang met artikel 1 van de Wet<br />
geluidhinder, seksinrichtingen en risicovolle inrichtingen middels de<br />
voorschriften uitgesloten.<br />
4.4 Externe veiligheid<br />
Het beleid ten aanzien van het produceren, verwerken, opslaan en<br />
vervoeren van gevaarlijke stoffen begint steeds vastere vormen aan te<br />
nemen. De overheid werkt hard aan het vastleggen van<br />
veiligheidsnormen die in acht moeten worden genomen en waarmee<br />
zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke<br />
ordening rekening gehouden moet worden. Nieuw aan het<br />
veiligheidsbeleid is dat de afwegingen ten aanzien van risico’s op<br />
ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben<br />
duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust<br />
of impliciet plaatsvinden.<br />
Uit de risicokaart (zie navolgende figuur) van de provincie blijkt dat in<br />
of in de nabijheid van het plangebied enkele risicobronnen aanwezig<br />
zijn. Het betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (A7)<br />
en over het water (Prinses Margrietkanaal). Daarnaast loopt langs de<br />
westzijde (doch buiten het plangebied) van de woonbuurt Broeresleat<br />
een aardgasleiding. Deze leiding staat niet op de provinciale<br />
risicokaart vermeld.<br />
Figuur 7: Fragment Risicokaart (bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 27
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Normstelling<br />
Normering<br />
Beoordeling weg<br />
4.4.1 Vervoer gevaarlijke stoffen<br />
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen bestaat nog geen wettelijke<br />
normering zoals die voor inrichtingen. In de "Nota Risiconormering<br />
vervoer gevaarlijke stoffen" uit 1996 is het externe veiligheidsbeleid<br />
voor vervoer van gevaarlijke stoffen gegeven. Deze Nota is in 2006<br />
vervangen door de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen.<br />
In de "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" is het<br />
beleid verder uitgewerkt en verduidelijkt. In de circulaire, die op 4<br />
augustus 2004 in de Staatscourant is gepubliceerd, is het rijksbeleid<br />
aangegeven over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol<br />
spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de<br />
omgeving. In de circulaire is overigens zoveel mogelijk aansluiting<br />
gezocht bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen.<br />
Ook voor het vervoer van gevaarlijke stoffen moet een afweging<br />
worden gemaakt ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het<br />
groepsrisico ten opzichte van risicogevoelige objecten. Als<br />
uitgangspunt voor het plaatsgebonden risico geldt dat dit niet groter<br />
mag zijn dan 10 -6 per jaar. Dit is een grenswaarde voor nieuwe<br />
situaties. Voor bestaande situaties met een hoger risico dan 10 -6 per<br />
jaar moet ernaar worden gestreefd om aan de grens van kwetsbare<br />
bestemmingen het risico te verlagen zonder dat het de bedoeling is<br />
dat voor deze situaties een saneringsprogramma wordt opgezet.<br />
Risicoreductie moet in deze situaties meelopen met infrastructurele<br />
aanpassingen die om andere redenen (toch al) nodig zijn. Voor deze<br />
situaties geldt wel het zogenaamde standstill-beginsel totdat aan de<br />
norm wordt voldaan. Voor het groepsrisico gelden oriënterende<br />
waarden. Deze zijn 10 -4 per jaar voor 10 doden, 10 -6 per jaar voor 100<br />
doden en 10 -8 per jaar voor 1.000 doden.<br />
Voor de beoordeling van het gevaar dat is verbonden aan het vervoer<br />
van gevaarlijke stoffen over de weg is de “Risicoatlas wegvervoer<br />
gevaarlijke stoffen” (AVIV in opdracht van Rijkswaterstaat, maart<br />
2003) van belang.<br />
In de risicoatlas wordt aangegeven dat in het plangebied een weg<br />
aanwezig is waar het transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het<br />
betreft de A7. Uit de risicoatlas blijkt dat het aantal gevaarlijke<br />
transporten op deze weg 2.500 tot 10.000 per jaar bedraagt. Jaarlijks<br />
vinden circa 1.000 transporten van brandbare gassen en 5.000 tot<br />
15.000 transporten van brandbare vloeistoffen plaats.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 28
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Beoordeling vaarweg<br />
Normstelling<br />
In de risicoatlas wegvervoer is voor de A7 vastgesteld dat de 10 -6<br />
risicocontour (de kans op overlijden is 1 op miljoen) voor het<br />
plaatsgebonden risico op minder dan 25 meter uit de wegas ligt.<br />
Binnen de 10 -6 risicocontour is geen toename van het aantal<br />
kwetsbare, of beperkt kwetsbare functies aan de orde.<br />
De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt bij lange na niet<br />
overschreden. Geconcludeerd kan worden dat de aanwezigheid van<br />
de A7 op het gebied van externe veiligheid geen beperkingen voor het<br />
bestemmingsplan met zich meebrengt.<br />
Voor de beoordeling van het gevaar dat is verbonden aan het vervoer<br />
van gevaarlijke stoffen over de vaarweg is de “Risicoatlas<br />
Hoofdvaarwegen Nederland” (AVIV in opdracht van Rijkswaterstaat,<br />
februari 2003) van belang.<br />
In de risicoatlas wordt aangegeven dat in het plangebied een vaarweg<br />
aanwezig is waar het transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het<br />
betreft het Prinses Margrietkanaal.<br />
In de risicoatlas is voor het Prinses Margrietkanaal vastgesteld dat de<br />
10 -6 risicocontour (de kans op overlijden is 1 op miljoen) voor het<br />
plaatsgebonden risico op minder dan 25 meter uit de oever van de<br />
vaarweg ligt. Binnen de 10 -6 risicocontour is geen toename van het<br />
aantal kwetsbare, of beperkt kwetsbare functies aan de orde.<br />
De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt bij lange na niet<br />
overschreden. Geconcludeerd kan worden dat de aanwezigheid van<br />
het Prinses Margrietkanaal op het gebied van externe veiligheid geen<br />
beperkingen voor het bestemmingsplan met zich meebrengt.<br />
4.4.2 Aardgastransportleiding<br />
Voor gasleidingen zijn de richtlijnen met betrekking tot veiligheid<br />
opgenomen in de in 2004 vastgestelde Circulaire Risiconormering<br />
vervoer gevaarlijke stoffen. In deze circulaire is voor aardgastransportleidingen<br />
aangegeven dat het bestaande beleid ongewijzigd is. Dit<br />
voorgaande beleid voor gasleidingen is opgenomen in de circulaire van<br />
het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en<br />
Milieubeheer, kenmerk DGMH/B nr. 0104004 van 26 november 1984.<br />
Door de Gasunie is bij brief van 2 februari 2005 met het kenmerk<br />
dgg/v-05/000698/vl bekend gemaakt dat de zonering langs aardgastransportleidingen<br />
wordt herzien. Vooralsnog geldt echter de<br />
bestaande circulaire. In het onderhavige plan is derhalve uitgegaan<br />
van de huidige regelingen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 29
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Normstelling<br />
Beoordeling<br />
Als uitgangspunt geldt dat bestemmingen welke voorzien in het<br />
regelmatig verblijf van personen in beginsel buiten de zogeheten<br />
toetsingsafstand dienen te worden gerealiseerd. In de praktijk is dit<br />
vanwege technische, planologische of economische redenen niet<br />
altijd mogelijk. Daarom is in de regeling tevens vermeld welke<br />
minimumafstanden (de bebouwingsafstanden) gelden indien de<br />
toetsingsafstand niet gerealiseerd wordt.<br />
Bij de bebouwingsafstanden wordt onderscheid gemaakt tussen<br />
enerzijds incidentele bebouwing & bijzondere objecten categorie II en<br />
anderzijds woonwijken & flatgebouwen & bijzondere objecten<br />
categorie I.<br />
Daarnaast wordt voor aardgasleidingen een bebouwingsvrije zone<br />
aangehouden. Binnen deze zone dienen alle handelingen achterwege<br />
te blijven, welk een veilig transport in gevaar kunnen brengen. Deze<br />
bebouwingsvrije zone komt overeen met de bebouwingsafstand voor<br />
incidentele bebouwing & bijzondere objecten categorie II.<br />
Zoals gezegd loopt langs de westzijde van de woonbuurt Broeresleat<br />
een aardgastransportleiding. Het betreft een leiding met een<br />
doorsnede van 8 inch en een werkdruk van 40 bar.<br />
De circulaire van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke<br />
Ordening en Milieubeheer geeft voor de thans aanwezige leiding de in<br />
tabel 2 genoemde afstanden.<br />
Tabel 2: Veiligheidsafstanden aardgasleidingen<br />
Diameter Werkdruk Toetsings-<br />
afstand<br />
Woonwijk<br />
&<br />
bijzondere<br />
objecten<br />
cat. I*<br />
Incidentele<br />
bebouwing<br />
&<br />
bijzondere<br />
objecten<br />
categorie<br />
II**<br />
Bebouwingsvrije<br />
zone<br />
8” 40 bar 20 m 4 m 7 m 4 m<br />
* bijvoorbeeld: bejaardentehuizen, scholen, winkelcentra, hotels en<br />
kantoorgebouwen (bestemd voor meer dan 50 mensen)<br />
** bijvoorbeeld: sporthallen, zwembaden, weidewinkels<br />
Zoals in het voorgaande is aangegeven, zijn de toetsingsafstanden in<br />
beginsel de afstanden waarbinnen geen kwetsbare objecten als<br />
woningen mogen voorkomen. Deze afstand is in principe zodanig dat<br />
daarbuiten de invloed van de leidingen verwaarloosbaar geacht mag<br />
worden. Binnen de toetsingsafstand zijn in het plangebied van<br />
onderhavig bestemmingsplan geen woonwijken, incidentele<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 30
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Planologische regeling<br />
Algemeen<br />
FAMKE<br />
bebouwing dan wel bijzondere objecten aanwezig. Ook worden deze<br />
functies in het onderhavige plan niet mogelijk gemaakt.<br />
De aardgasleiding is, hoewel deze buiten het plangebied valt, ter<br />
indicatie op de plankaart aangegeven. De bebouwingsvrije afstand<br />
van de aardgasleiding valt evenmin binnen het plangebied. De<br />
toetsingsafstand is als aanduiding op de plankaart aangegeven die<br />
verbonden is aan een afstemmingsbepaling in artikel 15 van de<br />
voorschriften. Bij het realiseren van kwetsbare en beperkt kwetsbare<br />
objecten dient overleg plaats te vinden met de betreffende<br />
leidingbeheerder.<br />
4.5 Ecologie<br />
Het voorliggende bestemmingsplan is een beheersplan. Aanzienlijke<br />
verandering van de bestaande situatie is derhalve niet mogelijk. De<br />
eventueel aanwezige ecologische waarden zullen door dit<br />
bestemmingsplan dan ook niet worden verstoord. Wel is in het plan<br />
een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt aan<br />
het Binnenpaed te Jutrijp twee woningen te bouwen. Voorafgaand aan<br />
deze wijziging dient bepaald te worden of ecologische waarden in het<br />
geding kunnen zijn.<br />
4.6 Archeologie<br />
Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta.<br />
Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een<br />
prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke<br />
planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig<br />
betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het<br />
behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de<br />
introductie van het zogenaamde "veroorzakerprincipe". Dit principe<br />
houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk<br />
is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van<br />
eventueel aanwezige archeologische waarden.<br />
Mede in verband met de doorvoering van bovengenoemd Europees<br />
beleid heeft de provincie Fryslân een cultuurhistorische advieskaart<br />
uitgebracht waar onder meer informatie te vinden is over te<br />
verwachten archeologische waarden. Deze informatie is weergegeven<br />
op FAMKE, de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra. Voor<br />
Jutrijp en Oppenhuizen/Uitwellingerga geeft FAMKE het volgende<br />
weer.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 31
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Figuur 8: Fragment FAMKE Steentijd-Bronstijd Jutrijp<br />
(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />
Figuur 9: Fragment FAMKE Steentijd-Bronstijd Oppenhuizen-Broeresleat<br />
(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 32
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Steentijd-Bronstijd<br />
IJzertijd-Middeleeuwen<br />
Figuur 10: Fragment FAMKE Steentijd-Bronstijd Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />
Ten aanzien van de periode Steentijd-Bronstijd wordt voor de lichtgele<br />
gebieden (het gehele plangebied) door de provincie "karterend<br />
onderzoek 3" aanbevolen. Dit betekent dat bij ingrepen van meer dan<br />
5.000 m² een karterend archeologisch onderzoek uitgevoerd dient te<br />
worden. In deze gebieden kunnen zich op enige diepte<br />
archeologische lagen bevinden uit de steentijd, die zijn afgedekt door<br />
een veen- of kleidek. Mochten zich hier archeologisch resten<br />
bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit.<br />
Ten aanzien van de periode IJzertijd-Middeleeuwen worden in het<br />
plangebied drie verschillende gebieden onderscheiden.<br />
Figuur 11: Fragment FAMKE IJzertijd-Middeleeuwen Jutrijp<br />
(bron: provincie Fryslân, 24-10-2006)<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 33
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Figuur 12: Fragment FAMKE IJzertijd-Middeleeuwen Oppenhuizen-Broeresleat<br />
(bron: provincie Fryslân, 24-10-2006)<br />
Figuur 13: Fragment FAMKE IJzertijd-Middeleeuwen Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />
Van de gebieden die zijn aangegeven met "streven naar behoud" (de<br />
rode gebieden) is bekend dat zij waardevolle archeologische resten<br />
uit de periode bronstijd en later bevatten. In veel gevallen betreft het<br />
AMK-terreinen (terreinen die op de archeologische monumentenkaart<br />
vermeld staan), maar het kunnen ook terreinen zijn die bij gemeente<br />
of provincie bekend staan als archeologisch waardevol.<br />
Voor deze gebieden is een aanvullende regeling in het voorliggende<br />
bestemmingsplan opgenomen. Deze terreinen zijn op de plankaart<br />
namelijk bestemd als “Archeologisch waardevol gebied”. Voor het<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 34
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Ontwikkelingen<br />
herstel en behoud van archeologische waarden zijn voor de als<br />
“Archeologisch waardevol gebied” bestemde gebieden aanvullende<br />
bebouwingsbepalingen en een aanlegvergunningvereiste opgenomen.<br />
Een aanlegvergunning is vereist voor de volgende activiteiten:<br />
- het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen,<br />
ontginnen van gronden dieper dan 30 centimeter en met een<br />
grotere oppervlakte dan 50 m²;<br />
- het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of<br />
telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband<br />
houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan<br />
30 cm;<br />
- het verlagen van het waterpeil;<br />
- het aanbrengen of rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben<br />
worden verwijderd, met een oppervlakte groter dan 50 m².<br />
Voor de lichtoranje gebieden luidt het advies "karterend onderzoek 3".<br />
In deze gebieden kunnen zich archeologische resten bevinden uit de<br />
periode midden-bronstijd – vroege Middeleeuwen. Het gaat hier dan<br />
met name om vroeg- en vol-middeleeuwse veenontginningen. Daarbij<br />
bestaat de kans dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied<br />
bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische<br />
sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al<br />
afgegraven zijn. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer<br />
dan 5.000 m² een karterend archeologisch onderzoek uit te laten<br />
voeren.<br />
Voor de groene gebieden is geen archeologisch onderzoek<br />
noodzakelijk. Dit advies wordt gegeven als op basis van eerder<br />
onderzoek is gebleken dat er zich geen archeologische resten in de<br />
bodem bevinden, of wanneer de archeologische verwachting voor het<br />
aantreffen van archeologische resten uit de periode midden-bronstijd<br />
– vroege Middeleeuwen op gefundeerde gronden zodanig laag is dat<br />
de kans op aantasting bij de meeste ingrepen zeer klein is.<br />
In het plan zijn geen ingrepen met een grotere oppervlakte van meer<br />
dan 5.000 m² voorzien. Een uitzondering hierop vormen ingrepen op<br />
agrarische percelen. Door de provincie is echter aangeveven dat voor<br />
bestaande agrarische bedrijven geen archeologisch onderzoek<br />
behoeft te worden uitgevoerd, ook niet indien in het nieuwe<br />
bestemmingsplan een groter agrarisch bouwperceel mogelijk wordt<br />
gemaakt.<br />
Kortom, voor zowel voor de periode Steentijd-Bronstijd als voor de<br />
periode IJzertijd-Middeleeuwen is archeologisch onderzoek in het<br />
kader van het voorliggende bestemmingsplan niet noodzakelijk.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 35
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Algemeen<br />
Overleg met het<br />
waterschap<br />
4.7 Water<br />
Op grond van artikel 12 uit het Besluit op de ruimtelijke ordening dient<br />
in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden<br />
opgenomen, waarin wordt aangegeven op welke wijze rekening is<br />
gehouden met de gevolgen van het plan voor de<br />
waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te<br />
worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de<br />
waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het<br />
oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde<br />
watertoets: ‘het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren<br />
(door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van<br />
waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten’.<br />
Op 15 februari 2007 is het bestemmingsplan besproken met het<br />
Wetterskip Fryslân. In dit gesprek is aangegeven dat er in Jutrijp,<br />
Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne geen<br />
bijzonderheden of aandachtspunten aan de orde zijn, die een nadere<br />
regeling in het bestemmingsplan noodzakelijk maken.<br />
Het overleg wordt door zowel de gemeente als het Wetterskip gezien<br />
als het wateradvies. Er is daarom in het gesprek afgesproken dat het<br />
Wetterskip geen schriftelijk wateradvies omtrent dit plan zal geven<br />
omdat alle relevante zaken reeds in het gesprek aan de orde zijn<br />
geweest.<br />
In het onderhavige bestemmingsplan worden geen nieuwe<br />
ontwikkelingen mogelijk gemaakt die van invloed zijn op de<br />
waterhuishouding. Hiervoor hoeven derhalve ook geen<br />
compenserende maatregelen te worden getroffen. Ten aanzien van<br />
de mogelijkheid middels wijziging twee woningen aan het Binnenpaed<br />
te Jutrijp te kunnen bouwen, is bepaald dat alvorens de<br />
wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast, de watertoets moet<br />
worden uitgevoerd.<br />
In het plangebied zijn geen grootschalige riolerings- en<br />
zuiveringsinstallaties aanwezig. Hieromtrent hoeft dan ook niets te<br />
worden geregeld in het bestemmingsplan. De veel voorkomende<br />
kleine nutsvoorzieningen zijn geregeld (en toegestaan) in de<br />
bestemmingsomschrijvingen van de verschillende bestemmingen.<br />
De structuurbepalende waterlopen en de waterlopen die van belang<br />
zijn voor de waterhuishouding en het vaarverkeer zijn als water<br />
bestemd. Hiermee is de functie van de natte infrastructuur beschermd<br />
in het bestemmingsplan.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 36
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
NSL/NIBM<br />
Interimperiode<br />
4.8 Luchtkwaliteit<br />
Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit<br />
geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet<br />
gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een<br />
arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van<br />
toepassing).<br />
Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet<br />
milieubeheer in werking getreden. De uitvoeringsregelingen zullen<br />
naar verwachting begin 2008 gereed zijn.<br />
Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen<br />
van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma<br />
houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de<br />
aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma,<br />
hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden)<br />
voor luchtkwaliteit.<br />
Ook projecten die ‘niet in betekenende mate’ (nibm) van invloed zijn<br />
op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de<br />
grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen<br />
beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, moeten nog<br />
worden vastgelegd in de AMvB-nibm.<br />
Enerzijds is de wet in werking getreden, anderzijds is er nog geen<br />
sprake van een definitief vastgesteld NSL. Deze interim-periode zal<br />
naar verwachting voor geheel 2008 gelden. Tijdens deze periode<br />
geldt dat nieuwe projecten moeten voldoen aan de grenswaarden.<br />
Het kabinet is voornemens om gedurende de interim-periode een<br />
grens van 1% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van<br />
maximaal 0,4 µg/m 3 NO2 of PM10) als ‘niet in betekenende mate te<br />
beschouwen’ en deze vast te leggen in de AMvB-nibm. Een<br />
verslechtering van de luchtkwaliteit van 1% of minder sluit goed aan<br />
bij de uitspraken van de Raad van State. Voor de komende jaren<br />
wordt door het MNP een daling van de relevante<br />
achtergrondconcentraties van zowel PM10 als NO2 met circa 0,4–0,6<br />
µg/m 3 per jaar verwacht als gevolg van (internationaal) bronbeleid.<br />
Uitgaande van het criterium van de Raad van State, dat nieuwe<br />
ontwikkelingen niet mogen leiden tot het overschrijden of niet bereiken<br />
van de grenswaarden, acht het kabinet projecten die 1% aan de<br />
bestaande concentraties toevoegen aanvaardbaar. De reden hiervoor<br />
is dat deze 1% binnen een jaar gecompenseerd zal worden door de<br />
trendmatige verbetering van de luchtkwaliteit, zodat per saldo geen<br />
verslechtering optreedt.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 37
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Het onderhavige bestemmingsplan is grotendeels een conserverend<br />
plan, waarbinnen slechts zeer beperkt ontwikkelingen worden<br />
mogelijk gemaakt. Het betreft een ontwikkeling bij wijziging, namelijk<br />
de bouw van in totaal 2 woningen in Jutrijp. Daarnaast is er een<br />
wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die het mogelijk maakt de<br />
bestemming van agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende<br />
erven te wijzigen in de bestemming woongebied, waarbij in de<br />
voormalige boerderijvorm ten hoogste 3 woningen mogen worden<br />
gerealiseerd. Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van<br />
8 woningen. Op basis van de CROW-publicatie nr. 256 ‘Verkeersgeneratie<br />
woon- en werkgebieden’ (oktober 2007) mag worden<br />
uitgegaan van een ritproductie van 5 ritten per woning. Dit betekent op<br />
de omliggende wegen een maximale toename van 40 mvt/etmaal.<br />
Indien de toename van het verkeer op de weg groter zou zijn dan<br />
ongeveer 600 mvt/etmaal wordt de grens van 1% (een toename van<br />
0,4 µg/m 3 NO 2 of PM10) overschreden. Deze toename vanwege het<br />
plan is echter lager dan 600 mvt/etm en daarmee de 1% norm.<br />
Onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.<br />
4.9 Bodem<br />
In het kader van het landelijk project "Landsdekkend Beeld<br />
Bodemverontreiniging" is in 2003 en 2004 in Fryslân een (vrijwel)<br />
provinciedekkende inventarisatie uitgevoerd naar bodemlocaties<br />
waarvan op grond van historische gegevens het vermoeden bestond<br />
dat er sprake van bodemverontreiniging zou kunnen zijn, de<br />
zogenaamde "verdachte" locaties. Al deze gevonden locaties zijn in<br />
een database verzameld. Tevens zijn bodemonderzoeksrapporten,<br />
die bij de gemeenten en de provincie aanwezig zijn, ingevoerd in de<br />
gemeentelijke bodeminformatiesystemen. De meeste locaties leveren<br />
geen onaanvaardbaar risico op en kunnen worden aangepakt<br />
wanneer er nieuwbouw, wegaanleg of eigendomsoverdracht<br />
plaatsvindt.<br />
Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen<br />
niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch<br />
onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen<br />
of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten<br />
uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader<br />
bodemonderzoek kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is<br />
van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke<br />
omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen<br />
of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de<br />
locatie en of er beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden.<br />
Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 38
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan<br />
worden gekozen.<br />
In het plangebied is een aantal (potentieel) vervuilde locaties<br />
aanwezig. Van vervuilde locaties die urgente sanering behoeven is<br />
echter geen sprake. De aanwezigheid van (potentieel) vervuilde<br />
locaties vormt geen belemmering voor onderhavig bestemmingsplan.<br />
Voor het wijzigingsgebied in Jutrijp, waar aan het Binnenpaed na<br />
wijziging twee woningen kunnen worden gebouwd, is bepaald dat<br />
alvorens de wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast,<br />
bodemonderzoek dient te zijn uitgevoerd.<br />
4.10 Beheerszones langs vaarwegen<br />
In de Vaarwegenverordening Friesland (1996) zijn bepalingen<br />
opgenomen met betrekking tot het bouwen en het uitvoeren van<br />
werken binnen een vastgestelde zone langs provinciale vaarwegen.<br />
Per vaarwegklasse (CEMT-classificatie) zijn zones vastgesteld.<br />
Tabel 3: Zones van vaarwegen<br />
CEMT-klasse Beheersgrens Bebouwingsvrije zone<br />
IV<br />
III<br />
II<br />
I<br />
0/00<br />
Staat B-<br />
Vaarweg<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
Buitengebied, niet<br />
kanaalgebonden<br />
Stedelijk gebied,<br />
industriegebied<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 39<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
20<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
10 5 5<br />
In het bestemmingsplangebied bevindt zich één vaarweg die onder<br />
het beheer van de provincie valt: het Prinses Margrietkanaal. Deze<br />
vaarweg is ingedeeld in CEMT-klasse IV en heeft op grond van de<br />
vaarwegenverordening een beheergrens van 30 meter. Op grond van<br />
artikel 11 van de verordening is het verboden om binnen de<br />
beheerszone, gemeten vanaf de waterlijn op zomerpeil, een werk te<br />
maken, op te richten of te hebben, de afmetingen van een bestaand<br />
werk te veranderen, of in het algemeen enige handeling te verrichten<br />
waardoor in de plaatselijke toestand wijziging wordt gebracht.<br />
Bovendien is het verboden om binnen afstand van 3 meter vanaf de<br />
waterlijn op zomerpeil houtgewas te hebben. Daarnaast geldt een
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Planologische regeling<br />
bebouwingsvrije zone van 20 meter langs vaarwegen met CEMTklasse<br />
IV binnen stedelijk- en industriegebied.<br />
Binnen de beheersgrens van 30 meter biedt het voorliggende plan bij<br />
recht bouwmogelijkheden. Mede met het oog op deze mogelijkheden<br />
is in artikel 15 een afstemmingsregeling opgenomen. In deze regeling<br />
is bepaald dat ingevolge de Vaarwegenverordening Friesland binnen<br />
een zone van 30 meter uit de oever van het Prinses Margrietkanaal<br />
ontheffing nodig is voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.<br />
In het Streekplan Fryslân 2007 geeft de provincie aan dat zij het<br />
Prinses Margrietkanaal zullen opwaarderen tot CEMT klasse Va.<br />
Grotere en zwaardere schepen kunnen dan van deze vaarweg<br />
gebruik maken. Indien dit leidt tot een bredere beheerszone dan<br />
momenteel het geval is, zal daarmee bij ontwikkelingen in het<br />
plangebied rekening moeten worden gehouden.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 40
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
5 Planbeschrijving<br />
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt getracht om de<br />
bestaande kwaliteiten te behouden en waar nodig en mogelijk deze te<br />
verbeteren. Dit geldt zowel voor het wonen als voor de voorzieningen<br />
en de bedrijvigheid. Ten aanzien van deze functies zijn in dit<br />
hoofdstuk de beleidsuitgangspunten aangegeven.<br />
De beleidsuitgangspunten zijn gebaseerd op het beleid van de hogere<br />
overheden, het beleid van de gemeente zoals vastgelegd in een<br />
aantal notities en visies en op de bestaande situatie en de<br />
milieukundige randvoorwaarden zoals in de voorgaande hoofdstukken<br />
zijn beschreven.<br />
5.1 Functioneel beleid<br />
5.1.1 Wonen<br />
1. Het beleid is gericht op het handhaven van de woonfunctie van<br />
Jutrijp en de woonbuurt Broeresleat.<br />
Een toename van het aantal woningen kan mogelijk worden<br />
gemaakt middels een wijzigingsbevoegdheid. De wijzigingsbevoegdheid<br />
betreft een wijziging van de agrarische functie aan<br />
de Riperwei 22, de Riperwei 26 en de Riperwei 78. Het maximum<br />
aantal woningen dat middels deze wijziging gerealiseerd mag<br />
worden bedraagt 3 per locatie.<br />
Voor de locatie Binnenpaed 40 in Jutrijp is de mogelijkheid<br />
opgenomen om bij wijziging 2 extra woningen te realiseren. Deze<br />
mogelijkheid was reeds bij recht opgenomen in het<br />
bestemmingsplan Jutrijp.<br />
2. Aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven acht de gemeente<br />
mogelijk in de woongebieden.<br />
5.1.2 Voorzieningen<br />
3. Het beleid is gericht op het handhaven van de bestaande<br />
voorzieningen in het plangebied.<br />
4. Vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige voorzieningen<br />
worden geboden in het vanouds gemengde gebied langs de<br />
hoofdontsluiting in Oppenhuizen. De bebouwing van het dorp is<br />
mede ontstaan langs het Noardein. Het gebied rond deze weg is<br />
van oudsher gemengd. Daar waar de ontsluiting het toelaat, is<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 41
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
het beleid gericht op handhaving van dit gemengde karakter.<br />
5. Detailhandel op bedrijventerreinen wordt door de gemeente<br />
mogelijk én wenselijk geacht. Het beleid is er dan ook op gericht<br />
dat op het bedrijventerrein Brêgefinne te Uitwellingerga<br />
detailhandelsvestigingen mogelijk zijn. Detailhandelsvestigingen<br />
zijn nauwelijks tot niet meer aanwezig in nabijgelegen dorpen.<br />
Nieuwvestiging van detailhandel op het bedrijventerrein kan<br />
derhalve een economische impuls geven aan dergelijke dorpen<br />
en daarmee de leefbaarheid op het platteland vergroten.<br />
5.1.3 Bedrijvigheid<br />
6. Vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige en nietmilieuhinderlijke<br />
bedrijven wordt in Oppenhuizen geboden in het<br />
vanouds gemengde gebied langs het Noardein. Het perceel<br />
Binnenpaed 6 te Jutrijp kende reeds in het bestemmingsplan<br />
Jutrijp de mogelijkheid tot vesting van kleinschalige bedrijvigheid.<br />
Deze mogelijkheid is in onderhavig plan gehandhaafd. Het betreft<br />
hierbij uitsluitend bedrijven uit de categorieën 1 en 2 van de<br />
VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering.<br />
7. Bedrijvigheid uit de milieucategorieën 3.1 (50 meter) en hoger is<br />
uitsluitend toegestaan op het bedrijventerrein Brêgefinne te<br />
Uitwellingerga. Ter plaatse is bedrijvigheid in milieucategorie 4.1<br />
(200 meter), milieucategorie 4.2 (300 meter) en milieucategorie<br />
5.1 (500 meter) mogelijk op een deel van de locatie. Het<br />
onderhavige plan voorziet in een zonering van het bedrijfsterrein.<br />
De jachtwerf/jachthaven aan het Binnenpaed te Jutrijp kent de<br />
milieucategorie 3.1. Ten aanzien van deze locatie is in de<br />
voorschriften bepaald dat ter plaatse de bestaande bedrijvigheid<br />
(in casu de jachtwerf) is toegestaan, dan wel bedrijvigheid in de<br />
milieucategorieën 1 en 2.<br />
8. Bedrijven die op het moment van de eerste tervisielegging van<br />
het plan aanwezig in het woongebied, dan wel het gemengde<br />
gebied aanwezig zijn, zijn tot de bestaande omvang beperkt.<br />
5.2 Ruimtelijk beleid<br />
9. De gemeente streeft naar het behoud van de bestaande<br />
hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en dakvorm)<br />
van panden die op de plankaart met “karakteristiek” zijn<br />
aangeduid.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 42
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
10. De gemeente streeft naar het behoud van de bestaande<br />
waterlopen die structuurbepalend zijn en/of van belang zijn voor<br />
de waterhuishouding.<br />
11. De gemeente streeft naar het behoud van de bestaande<br />
structuurbepalende groenvoorzieningen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
6 Juridische toelichting<br />
6.1 Bestemmingsplanprocedure<br />
De bestemmingsplanprocedure is geregeld in de Wet op de<br />
Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit op de ruimtelijke ordening<br />
(Bro 1985). In het kort ziet deze procedure er als volgt uit:<br />
1 Voorbereidingsprocedure<br />
Een voorontwerpbestemmingsplan wordt opgesteld door het<br />
College van Burgemeester en Wethouders en wordt voor overleg<br />
toegezonden aan een aantal in artikel 10 van het Bro 1985<br />
genoemde instanties en overeenkomstig de gemeentelijke<br />
inspraakverordening voor de inspraak ter visie gelegd op de<br />
daartoe in de gemeente gebruikelijke plaatsen. Het College van<br />
Burgemeester en Wethouders reageert op het overleg (ex artikel<br />
10 Bro 1985) en de inspraak door in de toelichting van het plan<br />
op de gemaakte op- en aanmerkingen in te gaan en aan te geven<br />
welk standpunt de gemeente daarover inneemt.<br />
2 Vaststellingsprocedure<br />
Vervolgens wordt het ontwerpplan, na een officiële aankondiging<br />
daartoe in de Staatscourant en in een of meer dag- of<br />
nieuwsbladen, gedurende 6 weken ter gemeentesecretarie ter<br />
inzage gelegd (eerste terinzagelegging). Een ieder kan<br />
gedurende deze periode een zienswijze kenbaar maken bij de<br />
gemeenteraad. De gemeenteraad neemt omtrent het<br />
ontwerpbestemmingsplan en de daarover kenbaar gemaakte<br />
zienswijzen een besluit en stelt het plan (eventueel in gewijzigde<br />
vorm) vast en zendt het plan ter goedkeuring toe aan<br />
Gedeputeerde Staten.<br />
3 Goedkeuringsprocedure<br />
Nadat het plan door de gemeenteraad is vastgesteld ligt het<br />
opnieuw gedurende 6 weken op de gemeentesecretarie inzage<br />
(tweede terinzagelegging). Belanghebbenden die eerder<br />
zienswijzen kenbaar hebben gemaakt, maar naar hun mening<br />
onvoldoende door de gemeenteraad tegemoet zijn gekomen,<br />
kunnen nu bij Gedeputeerde Staten bedenkingen inbrengen.<br />
Wanneer de gemeenteraad wijzigingen tijdens de vaststelling van<br />
het plan heeft aangebracht, kan iedere belanghebbende ten<br />
aanzien van deze wijzigingen in diezelfde periode bij<br />
Gedeputeerde Staten bedenkingen inbrengen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Nadat de Provinciale Planologische Commissie advies omtrent<br />
het toegezonden plan en de gemaakte bedenkingen heeft<br />
uitgebracht, nemen Gedeputeerde Staten een beslissing. In het<br />
geval Gedeputeerde Staten geen bedenkingen hebben bereikt en<br />
Gedeputeerde Staten het plan in zijn geheel goedkeuren, is het<br />
plan onherroepelijk geworden. De procedure is in die situatie dan<br />
ook geëindigd.<br />
In alle andere gevallen kan de procedure worden vervolgd. Voor<br />
wat betreft het deel van het plan waartegen geen bedenkingen<br />
zijn gerezen en door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, is er<br />
sprake van het onherroepelijk worden van dit betreffende deel.<br />
4 Procedure Raad van State<br />
Opnieuw wordt het geheel of gedeeltelijk goedgekeurde plan ter<br />
gemeentesecretarie gedurende 6 weken ter inzage gelegd (derde<br />
terinzagelegging). Alleen degenen die eerder bedenkingen<br />
hebben gemaakt bij Gedeputeerde Staten kunnen nu in beroep<br />
bij de Afdeling Bestuursrechtspraak bij de Raad van State. In het<br />
geval dat aan het plan gedeeltelijk goedkeuring is onthouden,<br />
kunnen ook anderen in beroep bij deze afdeling, zij het alleen op<br />
dit punt.<br />
Indien door de Raad van State aan delen van het plan de goedkeuring<br />
wordt onthouden, dient het gemeentebestuur binnen een jaar een<br />
nieuw bestemmingsplan te maken, waarin de aanwijzingen van<br />
Gedeputeerde Staten en/of de Raad van State zijn opgevolgd.<br />
6.2 Juridische vormgeving<br />
6.2.1 Algemeen<br />
Het plan is overeenkomstig artikel 12 van het Besluit op de ruimtelijke<br />
ordening 1985 (Bro) vervat in:<br />
a. een kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming<br />
van de in het plan begrepen gronden is aangewezen;<br />
b. een omschrijving van de bestemmingen, waarbij het toe te<br />
kennen doel of de doeleinden is aangegeven;<br />
c. een beschrijving in hoofdlijnen van de wijze waarop met het plan<br />
de doeleinden worden nagestreefd;<br />
d. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen<br />
grond en van de zich daarop bevindende opstallen;<br />
e. wijzigings- en vrijstellingsbepalingen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 46
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Aanvullende werking<br />
bouwverordening<br />
Wet op de<br />
openluchtrecreatie<br />
Waterschap<br />
Bestemmingsdifferentiatie<br />
6.2.2 Afstemming op andere wetten en verordeningen<br />
Met het oog op de duidelijkheid, dan wel om een dubbel<br />
vergunningenstelsel te voorkomen is ten aanzien van een aantal<br />
wetten en/of verordeningen aangegeven hoe het gemeentebestuur bij<br />
de toepassing van de daarin opgenomen regelingen rekening houdt<br />
met het ruimtelijk beleid zoals dat met het bestemmingsplan wordt<br />
nagestreefd. Artikel 15 van de planvoorschriften voorziet in een<br />
afstemmingsregeling.<br />
In gevolge de Woningwet (artikel 9) blijven, bij strijdigheid tussen de<br />
voorschriften uit de bouwverordening en die van het bestemmingsplan<br />
de voorschriften uit de bouwverordening buiten toepassing. Regelt het<br />
bestemmingsplan niets over het betreffende onderwerp dan blijven de<br />
voorschriften uit de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het<br />
bestemmingsplan anders bepaalt. Onduidelijkheid kan ontstaan indien<br />
het bestemmingsplan een algemene regel geeft, bijvoorbeeld ten<br />
aanzien van de hoogte van andere bouwwerken. De vraag is dan of<br />
de specifieke regeling uit de bouwverordening over bijvoorbeeld<br />
erfscheidingen buiten toepassing blijft. Met het oog op het geven van<br />
duidelijkheid is aangegeven welke stedenbouwkundige bepalingen uit<br />
de bouwverordening van toepassing blijven.<br />
In de Wet op de openluchtrecreatie is thans voor bijzondere vormen<br />
van kamperen een vrijstelling of ontheffing mogelijk van het verbod<br />
om buiten een kampeerterrein te mogen kamperen. Deze vrijstelling<br />
of ontheffing is voor een aantal vormen alleen mogelijk indien het<br />
bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet. Gedurende de<br />
planperiode zal de Wet op de openluchtrecreatie gefaseerd worden<br />
afgeschaft. Indien noodzakelijk zal de gemeente in aanvullende<br />
regelgeving voorzien.<br />
In de voorschriften is (vooruitlopend op de afschaffing van de Wet op<br />
de openluchtrecreatie) per bestemming aangegeven dat het plan zich<br />
tegen deze bijzondere vormen van kamperen verzet.<br />
Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol<br />
spelen, vindt overleg plaats met het waterschap. Daarnaast blijft de<br />
Keur onverminderd van toepassing.<br />
6.2.3 Plansystematiek<br />
Uitgangspunt voor de bestemmingsdifferentiatie is de in de toelichting<br />
aangegeven functionele structuur. In verband daarmee is onderscheid<br />
gemaakt tussen de volgende bestemmingen:<br />
- Agrarische doeleinden;<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 47
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Onderscheid<br />
hoofdgebouwen en aan- en<br />
uitbouwen en bijgebouwen<br />
en overkappingen<br />
- Bedrijfsdoeleinden;<br />
- Gemengde doeleinden;<br />
- Groenvoorzieningen;<br />
- Maatschappelijke doeleinden;<br />
- Nutsdoeleinden;<br />
- Sportdoeleinden;<br />
- Verkeersdoeleinden;<br />
- Verkeers- en verblijfdoeleinden;<br />
- Water;<br />
- Woongebied.<br />
Dubbelbestemming<br />
- Archeologisch waardevol gebied.<br />
Binnen de gegeven bestemming zijn veelal meerdere doeleinden<br />
mogelijk, met name binnen de bestemming “Gemengde doeleinden”.<br />
Voorzover noodzakelijk, zijn door middel van aanduidingen, meer<br />
concreet onderdelen van de ruimtelijke en functionele structuur op de<br />
plankaart aangegeven.<br />
In de bestemmingen waarbinnen het stedenbouwkundig beeld thans<br />
differentiatie laat zien in hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen en<br />
bijgebouwen en overkappingen (zoals woongebied en gemengde<br />
doeleinden) is in de bebouwingsvoorschriften onderscheid gemaakt<br />
tussen bebouwingsbepalingen voor de hoofdgebouwen en<br />
bebouwingsbepalingen voor de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en<br />
overkappingen.<br />
Een hoofdgebouw wordt omschreven als een gebouw dat op een<br />
bouwperceel architectonisch, dan wel gelet op de bestemming als<br />
belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en<br />
uitbouwen. Het hoofdgebouw laat zich nader onderverdelen in een<br />
hoofdvorm en aan- en uitbouwen. De aan- en uitbouwen worden in de<br />
begripsomschrijving derhalve als onderdeel van het hoofdgebouw<br />
omschreven en zijn qua vorm daarvan te onderscheiden en zijn door<br />
de ligging en/of in architectonisch opzicht ondergeschikt aan de<br />
hoofdvorm.<br />
Voor hoofdvorm en aan- en uitbouwen gelden door het verschil in<br />
verschijningsvorm en plaatsing op het perceel afzonderlijke<br />
bebouwingsbepalingen. Daarom is bij de bebouwingsbepalingen voor<br />
de hoofdgebouwen steeds expliciet aangegeven dat deze bepalingen<br />
niet gelden voor de tot het hoofdgebouw behorende aan- en<br />
uitbouwen. Daarvoor zijn afzonderlijke bepalingen opgenomen die<br />
tevens gelden voor de bijgebouwen en de overkappingen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Vrijstellingen<br />
Ter verduidelijking is in volgende figuur het onderscheid aangegeven<br />
tussen de hoofdvorm (hoofdgebouwen exclusief de aan- en<br />
uitbouwen) en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.<br />
Artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt de<br />
mogelijkheid om in een bestemmingsplan vrijstellingen op te nemen<br />
teneinde flexibiliteit in het bestemmingsplan aan te brengen om zo te<br />
kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen of inzichten of op bouw-<br />
en aanlegactiviteiten die niet passen binnen de voorschriften van het<br />
bestemmingsplan, maar waaraan men in uitzonderlijke gevallen wel<br />
medewerking wil verlenen.<br />
In het plan opgenomen vrijstellingsmogelijkheden worden echter<br />
slechts in zeer uitzonderlijke gevallen gebruikt. Het gewenste beleid<br />
ten aanzien van het bouwen en het gebruik van gronden is immers in<br />
de voorschriften bij recht vastgelegd! Het toepassen van de<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 49
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Nadere eisen<br />
vrijstellingsbevoegdheid ziet de gemeente als een kwestie van “NEE,<br />
mits….”. Alleen wanneer zwaar wegende belangen aanwezig zijn,<br />
zullen Burgemeester en Wethouders gemotiveerd een vrijstelling<br />
verlenen. De motivering wordt gedaan aan de hand van de bij de<br />
vrijstellingsbepaling opgenomen criteria.<br />
Het stellen van nadere eisen heeft tot doel om op een later tijdstip dan<br />
bij de totstandkoming van het bestemmingsplan te bezien of op<br />
bepaalde punten een nadere eis in een concreet geval noodzakelijk<br />
is. Een nadere eis kan daarom worden gezien als een beperking van<br />
hetgeen zonder de toepassing van de nadere eisenregeling op grond<br />
van de planvoorschriften mogelijk zou zijn.<br />
In de bestemmingsplanvoorschriften is uit oogpunt van<br />
rechtszekerheid zo helder en concreet mogelijk aangegeven wanneer<br />
en welke nadere eisen kunnen worden gesteld. De criteria zijn zo<br />
objectief mogelijk geformuleerd.<br />
In het onderhavige bestemmingsplan kunnen (afhankelijk van de<br />
bestemming) met het oog op<br />
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;<br />
- de sociale veiligheid;<br />
- het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
- de verkeersveiligheid;<br />
- de woonsituatie;<br />
nadere eisen worden gesteld aan de plaats en oppervlakte,<br />
bouwhoogte en goothoogte van de bebouwing.<br />
Zo kan bijvoorbeeld in het geval van een gewenst bijgebouw op een<br />
perceel dat centraal in het dorp is gelegen en eigenlijk aan drie zijden<br />
door de openbare weg wordt omringd een nadere eis worden gesteld<br />
aan de plaats van het bijgebouw op het perceel in verband met het<br />
karakteristieke bebouwingsbeeld en met het oog op de<br />
verkeersveiligheid. Het kan immers niet zo zijn dat een bijgebouw het<br />
aanzicht op een karakteristiek pand ontneemt. Bovendien dient te<br />
worden voorkomen dat het bijgebouw te dicht op de weg wordt<br />
geplaatst en ter hoogte van een kruising het zicht op de kruising<br />
ontneemt. In dat geval zullen Burgemeester en Wethouders een<br />
nadere eis stellen aan bijvoorbeeld de situering van het bijgebouw en<br />
stellen dat het bijgebouw op grotere afstand achter de voorgevel<br />
wordt gebouwd dan de toegestane 3 meter.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 50
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Agrarische doeleinden<br />
Bedrijfsdoeleinden<br />
Groenvoorzieningen<br />
Maatschappelijke<br />
doeleinden<br />
Nutsdoeleinden<br />
Verkeersdoeleinden<br />
6.2.4 Afzonderlijke bestemmingen<br />
6.2.4.1 Jutrijp<br />
De bestemming “agrarische doeleinden” betreft enkele gronden aan<br />
de noordwestzijde van het plangebied en de drie agrarische bedrijven<br />
aan de westzijde van de Riperwei. De gronden zijn bestemd voor<br />
agrarische cultuurgronden en het uitoefenen van een grondgebonden<br />
agrarisch bedrijf (Riperwei 22, Riperwei 26 en Riperwei 78). Binnen<br />
de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij de<br />
agrarische functies aan de Riperwei 22, Riperwei 26 en Riperwei 78<br />
(voorzover het de gebouwen en erven betreft) gewijzigd kan worden<br />
naar de functie wonen.<br />
Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />
De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />
aangegeven hoogte bedragen.<br />
De bestemming "bedrijfsdoeleinden" heeft betrekking op de jachtwerf<br />
aan het Binnenpaed. De jachtwerf is vanwege de afwijkende<br />
milieucategorie als zodanig op de plankaart aangeduid. Detailhandel<br />
is eveneens in de bestemming begrepen.<br />
Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />
De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />
aangegeven hoogte bedragen.<br />
De bestemming "groenvoorzieningen" betreft een aantal gebieden<br />
nabij de Louwepoel, de groenstrook aan de Louwewei, het<br />
groengebiedje aan de noordzijde van de Sinnewar en het speelveld<br />
aan het Binnenpaed. Binnen deze bestemming mogen geen<br />
gebouwen worden gebouwd.<br />
De bestemming “maatschappelijke doeleinden” betreft de<br />
begraafplaats aan de oostzijde van het plangebied. Binnen deze<br />
bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Ten aanzien<br />
van deze bepaling kan vrijstelling worden verleend voor een<br />
gebouwtje van 100 m² met een goot- en bouwhoogte van<br />
respectievelijk 3 meter en 5 meter.<br />
De bestemming “nutsdoeleinden” betreft het gemaal aan het<br />
Binnenpaed 38 en de nutsvoorziening aan Riperwei.<br />
De bestemming "verkeersdoeleinden" betreft de N354 van Sneek naar<br />
Lemmer. In de bestemming zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke<br />
voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor<br />
voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. begrepen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 51
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Verkeers- en<br />
verblijfdoeleinden<br />
Water<br />
Woongebied<br />
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
De bestemming "verkeers- en verblijfdoeleinden" betreft de<br />
ontsluitingswegen van het dorp; de Louwewei/Sinnewar en de<br />
Riperwei. Ook het Binnenpaed en daaraan gelegen parkeerterrein is<br />
als zodanig bestemd. In de bestemming zijn de bij het wegverkeer<br />
gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen,<br />
voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. begrepen.<br />
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
De gronden bestemd voor “water” betreft de Riper Feart, de<br />
Louwepoel, de Hingstepoel en De Far. De gronden zijn bestemd voor<br />
water en oeverstroken, waterhuishoudkundige voorzieningen en<br />
bruggen, uitsluitend voor zover de gronden als zodanig op de<br />
plankaart zijn aangeduid. De jachthaven bij de Louwepoel is als<br />
zodanig op de plankaart aangeduid.<br />
De bestemming “woongebied” is de voornaamste bestemming in het<br />
dorp. De op de plankaart voor "woongebied" aangewezen gronden<br />
zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met aan-huisverbonden<br />
beroepen. Tevens zijn groenvoorzieningen, openbare<br />
nutsvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, en water in de<br />
bestemming begrepen. Aan de Riperwei 46 bevindt zich een pand dat<br />
voor een klussenbedrijf (niet in combinatie met de woonfunctie) wordt<br />
benut. Dit pand is als zodanig aangeduid. Tevens bevindt zich aan de<br />
Riperwei 30A een sauna/schoonheidscentrum met woning. Gelet op<br />
de omvang van de functie is deze als zodanig op de plankaart<br />
aangeduid. Aan het Binnenpaed 6 was in het bestemmingsplan Jutrijp<br />
de mogelijkheid tot vestiging van bedrijven in milieucategorie 1 en 2<br />
opgenomen. De gemeente heeft besloten met het oog op een<br />
toekomstige functie van het perceel deze mogelijkheid te handhaven,<br />
De gronden zijn op de plankaart aangeduid als "bedrijf".<br />
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden<br />
gebouwd. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de<br />
plankaart aangegeven hoogte bedragen. Het aantal woningen mag<br />
niet meer dan het bestaande aantal woningen per bouwvlak, dan wel<br />
het op de plankaart aangegeven aantal bedragen. Bij wijziging bestaat<br />
de mogelijkheid om nog een tweetal woningen te bouwen op de<br />
locatie ten oosten van het perceel Binnenpaed 40.<br />
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste<br />
3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel<br />
van het hoofdgebouw te worden gebouwd. De goothoogte van aan-<br />
en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen,<br />
dan wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Archeologisch waardevol<br />
gebied<br />
Agrarische doeleinden<br />
Gemengde doeleinden<br />
Groenvoorzieningen<br />
Maatschappelijke<br />
doeleinden<br />
afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw<br />
waaraan wordt gebouwd. De bouwhoogte van vrijstaande<br />
bijgebouwen mag niet meer dan 5,5 meter bedragen. De bouwhoogte<br />
van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde<br />
bijgebouwen mag niet meer dan 7 meter bedragen. De gezamenlijke<br />
oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen<br />
mag niet meer dan 100 m² bedragen.<br />
Dubbelbestemming<br />
De op de kaart voor “archeologisch waardevol gebied” aangewezen<br />
gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen<br />
bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het herstel<br />
en behoud van archeologische waarden.<br />
6.2.4.2 Oppenhuizen-Broeresleat<br />
De bestemming “agrarische doeleinden” betreft gronden aan de<br />
noord- en zuidwestzijde van de woonbuurt. De gronden zijn bestemd<br />
voor agrarische cultuurgronden en water. Op de gronden mogen geen<br />
gebouwen worden opgericht.<br />
Een gedeelte van de bebouwing aan westzijde van het Noardein en<br />
de Tsjerkebuorren kent de bestemming "gemengde doeleinden". De<br />
gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen,<br />
dienstverlening, detailhandel, bedrijven behorende tot de categorieën<br />
1 of 2, zoals genoemd in de bij de voorschriften gevoegde Staat van<br />
Bedrijven en wonen.<br />
Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />
De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />
aangegeven hoogte bedragen. Het aantal woningen mag niet meer<br />
dan het bestaande aantal per bouwvlak bedragen.<br />
De bestemming "groenvoorzieningen" betreft de groene ruimte aan de<br />
noordwestzijde van het plangebied en enkele groengebiedjes en –<br />
groenstroken in de woonbuurt.<br />
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
De bestemming “maatschappelijke doeleinden” betreft het<br />
multifunctioneel centrum "It Harspit" aan de P. Walmastrjitte. De op de<br />
plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden<br />
zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen en groen- en<br />
speelvoorzieningen.<br />
Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />
Ten aanzien van deze bepaling kan vrijstelling worden verleend voor<br />
een gebouwtje van 100 m² met een goot- en bouwhoogte van<br />
respectievelijk 3 meter en 5 meter.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 53
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Nutsdoeleinden<br />
Sportdoeleinden<br />
Verkeers- en<br />
verblijfdoeleinden<br />
Water<br />
Woongebied<br />
De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />
aangegeven maten bedragen.<br />
Er mogen geen dienstwoningen worden gebouwd.<br />
De bestemming “nutsdoeleinden” betreft de beide nutsvoorzieningen<br />
aan het Noardein.<br />
De sportvelden aan De Bou en het gebied tussen "It Harspit" en de<br />
oude rijksweg zijn bestemd voor "sportdoeleinden". De<br />
sportvoorzieningen met daarbij inbegrepen (additionele)<br />
voorzieningen als was- en kleedruimten, kantine, bergings- en<br />
stallingsruimten en verenigingsgebouwen zijn binnen deze<br />
bestemming toegestaan. Er mogen geen dienstwoningen worden<br />
gebouwd.<br />
De opgaande beplanting rond de sportvelden is als zodanig op de<br />
plankaart aangeduid. In de voorschriften is bepaald dat er dient te<br />
worden uitgegaan van behoud van de bestaande opgaande<br />
beplanting. Ook de volkstuinen zijn als zodanig op de plankaart<br />
aangeduid.<br />
De bestemming "verkeers- en verblijfdoeleinden" betreft de<br />
ontsluitingswegen van de woonbuurt; het Noardein en De Bou. In de<br />
bestemming zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen,<br />
zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en<br />
fietsers, bushaltes e.d. begrepen.<br />
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
De gronden bestemd voor “water” betreft een deel van de Broersleat<br />
en enkele structurele waterpartijen in de woonbuurt. De gronden zijn<br />
bestemd voor water en oeverstroken en waterhuishoudkundige<br />
voorzieningen.<br />
De bestemming “woongebied” is de voornaamste bestemming in het<br />
gebied. De op de plankaart voor "woongebied" aangewezen gronden<br />
zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met aan-huisverbonden<br />
beroepen. Tevens zijn groenvoorzieningen, openbare<br />
nutsvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, en water in de<br />
bestemming begrepen.<br />
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden<br />
gebouwd. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de<br />
plankaart aangegeven maten bedragen.<br />
Het aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal<br />
woningen per bouwvlak bedragen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 54
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Archeologisch waardevol<br />
gebied<br />
Bedrijfsdoeleinden<br />
Groenvoorzieningen<br />
Verkeersdoeleinden<br />
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste<br />
3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel<br />
van het hoofdgebouw te worden gebouwd. De goothoogte van aan-<br />
en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen,<br />
dan wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de<br />
afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw<br />
waaraan wordt gebouwd. De bouwhoogte van vrijstaande<br />
bijgebouwen mag niet meer dan 5,5 meter bedragen. De bouwhoogte<br />
van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde<br />
bijgebouwen mag niet meer dan 7 meter bedragen. De gezamenlijke<br />
oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen<br />
mag niet meer dan 100 m² bedragen.<br />
Dubbelbestemming<br />
De op de kaart voor “archeologisch waardevol gebied” aangewezen<br />
gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen<br />
bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het herstel<br />
en behoud van archeologische waarden.<br />
6.2.4.3 Uitwellingerga-Brêgefinne<br />
De bestemming "bedrijfsdoeleinden" is de voornaamste bestemming<br />
in het gebied. Ten aanzien van de toelaatbaarheid van de<br />
bedrijvigheid is op de plankaart een zonering aangegeven.<br />
Detailhandel is eveneens in de bestemming begrepen.<br />
Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />
De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />
aangegeven hoogte bedragen.<br />
De bestemming "groenvoorzieningen" betreft het opgaand groen aan<br />
de westzijde van het bedrijventerrein en enkele groengebiedjes aan<br />
de oostzijde. De opgaande beplanting is als zodanig op de plankaart<br />
aangeduid. In de voorschriften is bepaald dat er dient te worden<br />
uitgegaan van behoud van de bestaande opgaande beplanting.<br />
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
De bestemming "verkeersdoeleinden" betreft de ontsluitingsweg van<br />
het bedrijventerrein; de Brêgefinne/Leyepoel. In de bestemming zijn<br />
de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals<br />
bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en fietsers,<br />
bushaltes e.d. begrepen.<br />
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 55
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Water<br />
De gronden bestemd voor “water” betreft een smalle strook van het<br />
Prinses Margrietkanaal. De gronden zijn bestemd voor water en<br />
oeverstroken en waterhuishoudkundige voorzieningen.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 56
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
7 Uitvoerbaarheid<br />
7.1 Economische uitvoerbaarheid<br />
Het onderhavige plan is een beheerplan, waarmee geen grote kosten<br />
zijn gemoeid. Vanuit het economisch oogpunt mag het plan<br />
uitvoerbaar worden geacht.<br />
7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
7.2.1 Overleg<br />
Het voorontwerp-bestemmingsplan Wymbritseradiel-Oost is in het<br />
kader van het overleg ex artikel 10 verzonden aan diverse instanties.<br />
Van de volgende instanties is een reactie ontvangen:<br />
a . Commissie van Overleg, provincie Fryslân;<br />
b . N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 19, 9700 MA Groningen,<br />
(d.d. 1 februari 2008);<br />
c . Wetterskip Fryslân, Postbus 36, 8900 AA, Leeuwarden,<br />
(d.d. 30 januari 2008);<br />
d . Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie, Directie<br />
Noord, MPC 35 H, Postbus 40184, 8004 DD, Zwolle,<br />
(d.d. 30 januari 2008);<br />
e . Vitens, Postbus 400, 8901 AA, Leeuwarden, (d.d. 29 januari<br />
2008);<br />
f . KPN Vaste Net, Postbus 9107, 7300 HR, Apeldoorn, (d.d. 22<br />
januari 2008)<br />
Afschriften van de reacties zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze<br />
toelichting. De onder b, c, d en f genoemde instanties hebben<br />
aangegeven dat het bestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het<br />
maken van op- en/of aanmerkingen. Op de overige reacties wordt<br />
hierna ingegaan.<br />
Ad. a Commissie van overleg, d.d. 20 maart 2008<br />
Opmerking 1 Kwaliteitsparagraaf<br />
Voor de wijzigingsbevoegdheden ontbreekt een uitwerking van de<br />
kwaliteitsparagraaf voor wat betreft kwaliteit/landschap. De commissie<br />
verzoekt het criterium van landschappelijke inpassing nog op te<br />
nemen (Categorie 2).<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 57
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Reactie<br />
Ten aanzien van de wijzigingsbepaling in de bestemming Agrarische<br />
Doeleinden (artikel 3, lid 6) geldt dat het gaat om een aanpassing<br />
binnen de bestaande gebouwen. Deze wijziging heeft geen invloed op<br />
het landschappelijke beeld. De overige wijzigingsbepalingen betreffen<br />
wijzigingen te midden van bestaande bebouwing, waardoor er geen<br />
landschappelijke waarden in het geding zijn. Voor alle<br />
wijzigingsbepalingen is er een voorwaarde opgenomen dat er door de<br />
wijziging geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van het<br />
straat- en bebouwingsbeeld. Op deze wijze is een goede<br />
landschappelijke inpassing voldoende gewaarborgd.<br />
Opmerking 2 Bescherming groenvoorzieningen<br />
Aanbevolen wordt om groenvoorzieningen van kwalitatieve betekenis<br />
op te nemen in het plan en deze te beschermen met een<br />
aanlegvergunningenstelsel (Categorie 3).<br />
Reactie<br />
In het kader van de gemeentelijke Algemene plaatselijke verordening<br />
wordt uitgebreid aandacht besteed aan het fenomeen beplanting. In<br />
het hoofdstuk ‘bescherming van het milieu en het natuurschoon en<br />
zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente’ is onder de afdeling<br />
‘het bewaren van houtopstanden’ een kapverbod vigerend voor nader<br />
geïnventariseerd geboomte. Houtopstanden met monumentale,<br />
landschappelijke, cultuur- historische en beeldbepalende waarde<br />
maken daarvan deel uit.<br />
Onder strikte voorwaarden is een ontheffing van het kapverbod te<br />
verlenen, dit vooral gelet op genoemde waarden en op het doel van<br />
genoemd hoofdstuk. De gemeente acht met de constructie de<br />
waardevolle beplanting in de betreffende gebieden afdoende<br />
beschermd. Om dan daarnaast nog een aanlegvergunningstelsel<br />
hiervoor op te nemen acht de gemeente niet noodzakelijk.<br />
Opmerking 3 Milieucategorieën Brêgefinne<br />
De commissie adviseert de bestemming van het gehele terrein<br />
Brêgefinne te wijzigen in maximaal milieucategorie 3, overeenkomstig<br />
het Streekplan dat uitgaat van zwaardere bedrijven nabij stedelijke en<br />
regionale stadscentra in plaats van kleinere kernen. Bestaande<br />
bedrijven met milieucategorie 4 kunnen specifiek bestemd worden<br />
(Categorie 2).<br />
Reactie<br />
Bedrijven in milieucategorie 4 en 5 zijn op grond van het vigerende<br />
plan reeds mogelijk. Er is voor gekozen deze mogelijkheden in<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 58
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
onderhavig plan over te nemen. De voorschriften zijn dan ook niet<br />
aangepast.<br />
Ad. e Vitens<br />
Opmerking 1 Bestemmen leidingen<br />
Activiteiten zoals het oprichten van gebouwen, het verrichten van<br />
ontgravingen en het aanbrengen van bomen en/of diepwortelende<br />
struiken in de nabijheid van de leiding dienen te worden vermeden.<br />
Vitens verzoekt de transportleiding op de plankaart aan te geven met<br />
de nevenstemming ‘openbare nutsleiding’, met de genoemde<br />
activiteiten in de voorschriften.<br />
Reactie<br />
Ondergrondse leidingen zijn in de diverse bestemmingen begrepen,<br />
zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld. Indien op enig moment de<br />
leidingen beperkingen met zich meebrengen, kan dat in onderling<br />
overleg tussen belanghebbenden middels privaatrechtelijke<br />
overeenkomsten worden geregeld.<br />
Tot dusverre is het in de gemeente niet gebruikelijk om<br />
transportleidingen van Vitens in bestemmingsplannen te regelen; de<br />
gemeente acht dit ook niet noodzakelijk. Voor de bescherming van de<br />
leidingen voegt een bestemmingsplan niets of nauwelijks iets toe aan<br />
het thans in de provincie functionerende systeem van KLICmeldingen.<br />
Opmerking 2 Nutsstrook<br />
Vitens verzoekt een nutstrook van 1,80 meter vrij te houden in de<br />
vorm van een trottior en/of grasstrook voor de aanleg van eventuele<br />
nieuwe leidingen.<br />
Reactie<br />
Het onderhavige plan betreft in hoofdzaak een conserverend plan.<br />
Wijzigingen in zowel de bovengrondse als ondergrondse infrastructuur<br />
zijn niet voorzien. Mochten zich in de komende jaren herinrichtingen<br />
voordoen, dan zal met de wensen van Vitens rekening worden<br />
gehouden.<br />
7.2.2 Inspraak<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Wymbritseradiel-Oost (Jutrijp,<br />
Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne) heeft met<br />
ingang van 21 januari 2008 gedurende zes weken voor een ieder in<br />
het kader van de gemeentelijke inspraakverordening op het<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 59
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
gemeentehuis ter inzage gelegen. Gedurende de inspraakperiode zijn<br />
er drie inspraakreacties ontvangen:<br />
a . Gerrit Wijnia, H, Mensonidesstrjitte 28 te Oppenhuizen (d.d. 24<br />
januari 2008);<br />
b . De heer J.H.F. Oosterkamp, Douwestrjitte 7 te Oppenhuizen (d.d.<br />
2 maart 2008);<br />
c . Feriening Doarpsbelang ‘Top en Twel’ (d.d. 5 maart 2008).<br />
De inspraakreacties zijn als bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen.<br />
Tevens is er op 7 februari 2008 een inspraak- en<br />
informatiebijeenkomst geweest op het gemeentehuis van<br />
Wymbritseradiel, waar 8 personen aanwezig waren. Op deze avond<br />
was er de gelegenheid om vragen te stellen of opmerkingen te<br />
maken. Het verslag van deze avond is als bijlage 3 bij de toelichting<br />
gevoegd.<br />
Ad. a Gerrit Wijnia, H. Mensonidesstrjitte 28, 8625 HN Oppenhuizen<br />
Opmerking<br />
De heer Wijnia mist in het bestemmingsplan de ontwikkeling van een<br />
centrum in Oppenhuizen. Hij wijst op een eerder door hem ingediend<br />
plan voor de ontwikkeling van een plein in het centrum, waar ook<br />
monumentale panden staan. Voor dit plein zouden de woningen aan<br />
de Tsjerkebuorren 18-22 moeten worden afgebroken.<br />
Ook ziet hij mogelijkheden om een weg aan te leggen vanaf de oude<br />
rijksweg naar de brug over het Ges. Hiervoor zouden enkele huizen<br />
aan de Bonningastrjitte verwijderd moeten worden. Deze nieuwe weg<br />
zou de verkeersdruk in de omliggende straten kunnen ontlasten en<br />
mogelijkheden voor nieuwe winkels en bedrijven kunnen geven.<br />
Reactie<br />
De locaties waar de ideeën van de heer Wijnia betrekking op hebben<br />
vallen voor het grootste deel buiten het onderhavige plangebied.<br />
Bovendien is het voorliggende bestemmingsplan bedoeld als een<br />
conserverend plan, waarin het feitelijke gebruik van de gronden wordt<br />
vastgelegd. Voor nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld zoals die door<br />
de heer Wijnia worden genoemd wordt een afzonderlijke procedure<br />
gevoerd, bijvoorbeeld een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO.<br />
Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan dan<br />
ook niet aangepast.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 60
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Ad. b De heer J.H.F. Oosterkamp, Douwestrjitte 7, 8625 JC<br />
Oppenhuizen<br />
Opmerking 1<br />
De heer Oosterkamp maakt bezwaar tegen de beperkingen ten<br />
opzichte van het vigerende plan ten aanzien van de situering van de<br />
bijgebouwen.<br />
Reactie<br />
In het plan worden bijgebouwen toegestaan op een afstand van 3<br />
meter achter de naar de weg gekeerde gevel. In het plan is echter een<br />
vrijstelling opgenomen in artikel 13, lid 4 sub b voor bijgebouwen en<br />
overkappingen die op een afstand van minder dan 3 minder vanaf die<br />
voorgevel geplaatst worden. Met andere woorden, de situering van<br />
bijgebouwen wordt door onderhavig plan dan ook niet beperkt ten<br />
opzicht van het vigerende bestemmingsplan. Naar aanleiding van de<br />
inspraakreactie is het bestemmingsplan dan ook niet aangepast.<br />
Opmerking 2<br />
De heer Oosterkamp heeft er bezwaar tegen wanneer door beperking<br />
van de hoogte van uitbreidingen niet meer is toegestaan de woning<br />
aan de voorzijde uit te breiden, zoals Douwestrjitte 13.<br />
Reactie<br />
Indien het een uitbreiding van het hoofdgebouw betreft kan de hoogte<br />
gelijk zijn aan die van het hoofdgebouw zelf. De maximale hoogte van<br />
7 meter geldt alleen voor aan het hoofdgebouw gebouwde<br />
bijgebouwen en aan- en uitbouwen. Naar aanleiding van de<br />
inspraakreactie is het bestemmingsplan dan ook niet aangepast.<br />
Opmerking 3<br />
Het is de heer Oosterkamp onduidelijk of het nieuwe<br />
bestemmingsplan het mogelijk maakt om op het type woning ‘Vlinder’<br />
aan de Douwestrjitte een opbouw op de garage te bouwen. Hij meent<br />
dat de mogelijkheid voor een garageopbouw geboden zou moeten<br />
worden, omdat dit elders in het dorp wel mogelijk is.<br />
Reactie<br />
In de loop van de tijd heeft de gemeente voor de dorpen met grote<br />
regelmaat bestemmingsplannen vastgesteld waarin<br />
bestemmingsregelingen voor woonfuncties zijn opgenomen.<br />
Afhankelijk van het plangebied en de daaraan ten grondslag liggende<br />
uitgangspunten, afhankelijk van de jurisprudentiële eisen, van<br />
marktontwikkelingen en van voortschrijdend inzicht zijn de<br />
bestemmingsregelingen voor de woonfuncties van elkaar gaan<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 61
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
verschillen. De rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid voor de burger<br />
komen dan soms in het gedrang. Langdurige discussies over<br />
interpretatie en procedures van derden of direct belanghebbenden zijn<br />
daarvan het gevolg. Om die reden heeft de gemeente een aantal<br />
jaren geleden besloten het aan- en uitbouwen- en bijgebouwenbeleid<br />
binnen de gemeente te uniformeren.<br />
Met andere woorden, de regels voor het bouwen van aan- en<br />
uitbouwen en bijgebouwen zijn overal in Oppenhuizen gelijk.<br />
Voor aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde<br />
bijgebouwen geldt een bouwhoogte van maximaal 7 m, waarbij de<br />
bouwhoogte in ieder geval 1 meter lager dient te zijn dan de<br />
bouwhoogte van het hoofdgebouw. Het realiseren van een opbouw is<br />
mogelijk, mits in overeenstemming met deze regels.<br />
Ad. c Feriening Doarpsbelang ‘Top en Twel’<br />
Opmerking 1<br />
Doarpsbelang vraagt of het mogelijk is de bestemmingsplannen van<br />
Top en Twel aaneen te zien, om een compleet beeld te krijgen.<br />
Reactie<br />
Het bestemmingsplan Top en Twel waar het overige deel van het dorp<br />
binnen valt, is een recent plan. Dit plan is vastgesteld op 19<br />
september 2006 door de gemeenteraad en vervolgens hebben<br />
Gedeputeerde Staten van Fryslân bij hun besluit van 3 april 2007 het<br />
plan geheel goedgekeurd. Iets dergelijks geldt ook voor het<br />
bestemmingsplan Uitwellingerga De Grachten/Gravinnepoel, dat op 1<br />
augustus 2006 is goedgekeurd. Onderhavig plan voorziet in een<br />
actualisatie van de overige plannen die voor Oppenhuizen en<br />
Uitwellingerga gelden. Deze drie plannen naast elkaar geven een<br />
totaaloverzicht van de bestemmingen. De gemeente is overigens wel<br />
voornemens voor de volgende planperiode één<br />
bestemmingsplanactualisatie voor geheel Top en Twel te maken.<br />
Opmerking<br />
Volgens Doarpsbelang wordt onvoldoende aandacht aan<br />
karakteristieke bebouwing geschonken in het plan en zijn er meer<br />
karakteristieke gebouwen dan Noardein 58. Verwezen wordt naar het<br />
MIP-rapport als basis hiervoor. Doarpsbelang biedt aan hier zelf een<br />
adviserende rol in te spelen.<br />
Reactie<br />
Binnen het plangebied zijn geen gebouwen die in het kader van het<br />
Monumenten Inventarisatie Project als karakteristiek aangemerkt<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 62
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
worden. Aangezien de inventarisatie in het kader van het MIP zo'n 15<br />
jaar gelden heeft plaatsgevonden, heeft de gemeente in het kader van<br />
onderhavig bestemmingsplan nogmaals gekeken naar de<br />
karakteristieke panden in het plangebied. Hieruit is gebleken dat de<br />
panden Noardein 56 (woonhuis) en Noardein 58 (woonhuis) als<br />
karakteristiek moeten worden aangemerkt. Overigens is per abuis<br />
twee maal het pand Noardein 58 genoemd als karakteristiek. Dit moet<br />
Noardein 56 en Noardein 58 zijn. Opgemerkt moet worden dat buiten<br />
het plangebied nog meer panden als karakteristiek worden<br />
aangemerkt. Deze zijn opgenomen in het bestemmingsplan Top en<br />
Twel. Gelet op voorgaande is het plan dan ook niet aangepast.<br />
Opmerking<br />
Ook vestigt Doarpsbelang de aandacht op de ‘ûntwikkelkalinder’ van<br />
dorpsbelang en verzoekt hiermee rekening te houden in het plan.<br />
Reactie<br />
Het voorliggende bestemmingsplan is een conserverend plan, waarin<br />
het feitelijke gebruik van de gronden wordt vastgelegd. Voor nieuwe<br />
ontwikkelingen, bijvoorbeeld zoals die op de ‘ûntwikkelkalinder’ van<br />
Doarpsbelang worden genoemd, wordt een afzonderlijke procedure<br />
gevoerd, bijvoorbeeld een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO.<br />
Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan dan<br />
ook niet aangepast.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
285.00.00.27.00.toe 63
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Bijlagen<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Bijlage 1: Overlegreacties ex artikel 10 Bro<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Bijlage 2: Inspraakreacties<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Bijlage 3: Verslag inspraakavond<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .