31.08.2013 Views

Toelichting - ISZF

Toelichting - ISZF

Toelichting - ISZF

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Bestemmingsplan Wymbritseradiel-Oost<br />

(Jutrijp, Oppenhuizen-Broeresleat<br />

en Uitwellingerga-Brêgefinne)


Bestemmingsplan Wymbritseradiel-Oost<br />

(Jutrijp, Oppenhuizen-Broeresleat<br />

en Uitwellingerga-Brêgefinne)<br />

Inhoud:<br />

<strong>Toelichting</strong> + bijlagen<br />

Voorschriften + Bijlage<br />

Plankaart<br />

IJlst/Leeuwarden<br />

Plannummer: 285.00.00.27.00<br />

Vastgesteld op: 26-08-2008<br />

Gedeeltelijk goedgekeurd op: 02-12-2008


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

<strong>Toelichting</strong><br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding 3<br />

2 Bestaande situatie 5<br />

2.1 Functionele karakteristiek van de dorpen 5<br />

2.1.1 Jutrijp 5<br />

2.1.2 Oppenhuizen-Broeresleat 6<br />

2.1.3 Uitwellingerga-Brêgefinne 7<br />

2.2 Ruimtelijke karakteristiek van de gebieden 8<br />

2.2.1 Algemeen 8<br />

2.2.2 Jutrijp 9<br />

2.2.3 Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-<br />

Brêgefinne 11<br />

3 Beleid 17<br />

3.1 Beleidskader 17<br />

3.2 Nadere uitwerking Beleidskader 17<br />

4 Milieuaspecten 23<br />

4.1 Wegverkeerslawaai 23<br />

4.2 Industrielawaai 24<br />

4.3 Hinder van bedrijven 25<br />

4.4 Externe veiligheid 27<br />

4.4.1 Vervoer gevaarlijke stoffen 28<br />

4.4.2 Aardgastransportleiding 29<br />

4.5 Ecologie 31<br />

4.6 Archeologie 31<br />

4.7 Water 36<br />

4.8 Luchtkwaliteit 37<br />

4.9 Bodem 38<br />

4.10 Beheerszones langs vaarwegen 39<br />

5 Planbeschrijving 41<br />

5.1 Functioneel beleid 41<br />

5.1.1 Wonen 41<br />

5.1.2 Voorzieningen 41<br />

5.1.3 Bedrijvigheid 42<br />

5.2 Ruimtelijk beleid 42<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

6 Juridische toelichting 45<br />

6.1 Bestemmingsplanprocedure 45<br />

6.2 Juridische vormgeving 46<br />

6.2.1 Algemeen 46<br />

6.2.2 Afstemming op andere wetten en verordeningen 47<br />

6.2.3 Plansystematiek 47<br />

6.2.4 Afzonderlijke bestemmingen 51<br />

7 Uitvoerbaarheid 57<br />

7.1 Economische uitvoerbaarheid 57<br />

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 57<br />

7.2.1 Overleg 57<br />

7.2.2 Inspraak 59<br />

Bijlagen<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

1 Inleiding<br />

Aanleiding<br />

Plangebied<br />

Herziening<br />

De Wet op de Ruimtelijke Ordening stelt dat om de tien jaar<br />

bestemmingsplannen vernieuwd dienen te worden. Nieuw beleid van<br />

hogere overheden, maar ook nieuwe ontwikkelingen binnen het<br />

plangebied kunnen op deze manier actueel worden gehouden in het<br />

ruimtelijke beleid van de gemeente.<br />

De functionele- en ruimtelijke situatie en de eventuele<br />

ontwikkelingsmogelijkheden worden in de planherziening volgens de<br />

huidige beleidsinzichten vertaald. Het doel van dit bestemmingsplan is<br />

voorzien in een beleidsregeling voor het dorp Jutrijp, een gedeelte van<br />

Oppenhuizen, namelijk de woonbuurt Broeresleat, en het<br />

bedrijventerrein Brêgefinne bij Uitwellingerga. Ontwikkelingen zoals<br />

een uitbreiding van een dorp voor woningen of bedrijven zijn in dit<br />

plan niet aan de orde. Eventuele nieuwe ontwikkelingen worden<br />

middels een nieuw bestemmingsplan, of door een vrijstelling artikel 19<br />

WRO gerealiseerd. Uitzondering hierop is de mogelijkheid om middels<br />

een wijzigingsprocedure twee woningen aan het Binnenpaed te Jutrijp<br />

te bouwen. Deze mogelijkheid was reeds bij recht opgenomen in het<br />

bestemmingplan Jutrijp. Het aantal woningen is bij de goedkeuring<br />

van het plan in 2000 door Gedeputeerde Staten van Fryslân<br />

geaccordeerd.<br />

De gemeente streeft naar een eenduidig ruimtelijk beleid. In deze zin<br />

wordt gestreefd naar planvoorschriften voor de dorpen in de<br />

gemeente die sterke overeenkomsten hebben. Deze zijn eenvoudig<br />

opgesteld, zodat ze heldere richtlijnen geven voor het gebruik van de<br />

gronden en gebouwen en voor de bebouwingsmogelijkheden van de<br />

gronden.<br />

Het plangebied voor het onderhavige plan is aangegeven op de kaart<br />

voorafgaand aan deze toelichting. Het omvat de bebouwde kom van<br />

Jutrijp, een deel van de bebouwde kom van Oppenhuizen en het<br />

bedrijventerrein Brêgefinne bij Uitwellingerga.<br />

Het plan vormt een herziening van:<br />

- het bestemmingsplan Brêgefinne, vastgesteld door de<br />

gemeenteraad op 16 april 1991 en goedgekeurd door<br />

Gedeputeerde Staten op 21 juni 1991. De "houdbaarheidsdatum"<br />

van dit plan is bij besluit van Gedeputeerde Staten van 5<br />

september 2006 verlengd tot 31 december 2010;<br />

- het bestemmingsplan Broeresleat, vastgesteld door de<br />

gemeenteraad op 31 augustus 1993 en goedgekeurd door<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 3


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Leeswijzer<br />

Gedeputeerde Staten op 30 december 1993 1 . De<br />

"houdbaarheidsdatum" van dit plan is bij besluit van<br />

Gedeputeerde Staten van 5 september 2006 verlengd tot 31<br />

december 2010;<br />

- het bestemmingsplan Broeresleat uitwerking artikel 11 WRO,<br />

vastgesteld door burgemeester en wethouders op 28 november<br />

1994 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 5 december<br />

1994. De "houdbaarheidsdatum" van dit plan is bij besluit van<br />

Gedeputeerde Staten van 5 september 2006 verlengd tot 31<br />

december 2010;<br />

- het bestemmingsplan Jutrijp, vastgesteld door de gemeenteraad<br />

op 23 november 1999, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten<br />

op 29 februari 2000.<br />

Het bestemmingsplan is opgesteld op basis van het handboek<br />

bestemmingsplannen van de provincie Fryslân zoals dit door de<br />

gemeente wordt gehanteerd, en het bestemmingsplan Nijland, dat de<br />

pilot vormt van de actualisering van bestemmingsplannen in de<br />

gemeente. In hoofdstuk 2 van deze toelichting is de huidige situatie<br />

van de dorpen beschreven. Zowel de ontstaansgeschiedenis, de<br />

bevolkingsomvang, de woningvoorraad, de voorzieningen als de<br />

ruimtelijke structuur komen hierin aan bod. Hoofdstuk 3 gaat in op het<br />

voor het bestemmingsplan relevante beleid. In hoofdstuk 4 is<br />

ingegaan op de voor het plangebied van belang zijnde milieueisen en<br />

de aanwezige milieubeperkingen. Hoofdstuk 5 vormt de<br />

planbeschrijving, waarin het beleid voor de komende tien jaar voor de<br />

dorpen puntsgewijs is samengevat. In hoofdstuk 6 is een juridische<br />

toelichting gegeven. Hoofdstuk 7 gaat in op de economische<br />

uitvoerbaarheid van het plan en omvat een verslag van de overleg- en<br />

inspraakprocedure.<br />

1 Een klein gedeelte van dit bestemmingsplan is herzien in het bestemmingsplan Top<br />

en Twel, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2006 en goedgekeurd<br />

door Gedeputeerde Staten op 3 april 2007.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 4


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

2 Bestaande situatie<br />

Ligging<br />

Inwonertal Jutrijp<br />

Woningvoorraad<br />

Woningbezetting<br />

Bedrijven<br />

2.1 Functionele karakteristiek van de dorpen<br />

2.1.1 Jutrijp<br />

Jutrijp is gelegen op een afstand van circa 3 kilometer ten zuidoosten<br />

van IJlst en 4 kilometer ten zuiden van Sneek. Het dorp is deels<br />

gelegen aan Riper Feart. Dit water maakt deel uit van de Friese<br />

boezem.<br />

De noordelijke grens van het plangebied wordt bepaald door de<br />

Soalsleat. De westelijke grens wordt bepaald door het water De Far<br />

en de oostelijke grens door de provinciale weg N354. Aan de zuidzijde<br />

wordt het plangebied begrensd door Hommerts.<br />

Jutrijp laat over de periode 1996-2006 een stijging zien van 317 naar<br />

331 inwoners (bron: provincie Fryslân). Het aantal inwoners is<br />

daarmee met 4,2% (14 inwoners) toegenomen ten opzichte van 1996.<br />

De woningvoorraad van het dorp Jutrijp is in de periode 1996-2006<br />

toegenomen van 119 naar 133 woningen. Het aantal woningen is<br />

daarmee met ongeveer 11,8% (14 woningen) gegroeid (bron:<br />

provincie Fryslân).<br />

De gemiddelde woningbezetting is in de periode 1996-2006<br />

afgenomen van 2,66 in 1996 tot 2,49 in 2006. De gemiddelde<br />

woningbezetting in de gemeente Wymbritseradiel bedraagt 2,58 in<br />

2006. Een afname van de gemiddelde woningbezetting komt in de<br />

regio en in meer algemene zin landelijk voor (bron: provincie Fryslân).<br />

In het dorp Jutrijp is een groot aantal bedrijven gevestigd, te weten:<br />

- een jachthaven/jachtwerf aan het Binnenpaed 22;<br />

- een makelaar aan het Binnenpaed 34;<br />

- een kapsalon aan de Louwewei 2;<br />

- een schoonheidssalon aan de Louwewei 6;<br />

- een klussenbedrijf aan de Louwewei 10;<br />

- een praktijk voor alternatieve geneeswijzen aan de Riperwei 9;<br />

- een agrarisch bedrijf aan de Riperwei 22;<br />

- een agrarisch bedrijf aan de Riperwei 26;<br />

- een onderzoeksbureau aan de Riperwei 28B;<br />

- een sauna/schoonheidscentrum aan de Riperwei 30A;<br />

- een handel in tweedehands spullen aan de Riperwei 40;<br />

- een klussenbedrijf aan de Riperwei 44;<br />

- een handelsbedrijf aan de Riperwei 46;<br />

- een transportbedrijf aan de Riperwei 66;<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 5


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Voorzieningen<br />

Verkeer<br />

Ligging<br />

Inwonertal Oppenhuizen<br />

Woningvoorraad<br />

- een veehouderij aan de Riperwei 78;<br />

- een installatiebedrijf aan de Sinnewar 3;<br />

- een reclamebedrijf voor ligfietsen aan de Sinnewar 31.<br />

In veel gevallen is er sprake van een aan-huis-verbonden beroep, met<br />

uitzondering van de agrarische bedrijven, de jachthaven/jachtwerf, het<br />

klussenbedrijf aan de Riperwei 44 en de sauna/schoonheidscentrum<br />

aan de Riperwei 30A.<br />

In Jutrijp zijn nauwelijks voorzieningen aanwezig; aan de Riperwei is<br />

enkel een begraafplaats gelegen. In het nabijgelegen Hommerts zijn<br />

een kerk, een dorpshuis en een basisschool gevestigd. Voor andere<br />

voorzieningen gaan de meeste inwoners naar IJlst en Sneek.<br />

Jutrijp wordt in noord-zuidrichting ontsloten door de provinciale weg<br />

N354 van Sneek naar de aansluiting met de A6 ten noorden van<br />

Lemmer. Daarnaast wordt het dorp aan de westzijde ontsloten door<br />

de Louwewei, die aantakt op de Iendrachtswei/Iewei richting IJlst. In<br />

de dorpskom van Jutrijp geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur.<br />

2.1.2 Oppenhuizen-Broeresleat<br />

De woonbuurt Broeresleat vormt de westzijde van het dorp<br />

Oppenhuizen. Het tweelingdorp Oppenhuizen/Uitwellingerga ligt op<br />

een afstand van 2 tot 4 kilometer ten zuidoosten van (het centrum)<br />

van Sneek.<br />

De woonbuurt Broeresleat is gelegen aan de vaart Broersleat. Dit<br />

water maakt deel uit van de Friese boezem.<br />

Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door enkele<br />

agrarische percelen en de Broersleat. Aan de westzijde vormen een<br />

groenvoorziening, de sportvelden en enkele agrarische percelen langs<br />

de oude rijksweg van Sneek naar Joure de grens. Aan de oostzijde<br />

wordt de grens gevormd door het Noardein en de Tsjerkebuorren. De<br />

zuidzijde wordt begrensd door de P. Walmastrjitte, de Bonningastrjitte,<br />

enkele percelen aan het Kappenburch en enige agrarische percelen.<br />

Het (gehele) dorp Oppenhuizen laat over de periode 1996-2006 een<br />

stijging zien van 1.033 naar 1.141 inwoners (bron: provincie Fryslân).<br />

Het aantal inwoners is daarmee met 9,5% (108 inwoners)<br />

toegenomen ten opzichte van 1996.<br />

De woningvoorraad van het dorp Oppenhuizen is in de periode 1996-<br />

2006 toegenomen van 407 naar 463 woningen. Het aantal woningen<br />

is daarmee met ongeveer 12,1% (56 woningen) gegroeid (bron:<br />

provincie Fryslân).<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 6


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Woningbezetting<br />

Bedrijven<br />

Voorzieningen<br />

Verkeer<br />

Ligging<br />

De gemiddelde woningbezetting is in de periode 1996-2006<br />

afgenomen van 2,54 naar 2,46. De gemiddelde woningbezetting in de<br />

gemeente Wymbritseradiel bedraagt 2,58 in 2006. Een afname van de<br />

gemiddelde woningbezetting komt in de regio en in meer algemene<br />

zin landelijk voor (bron: provincie Fryslân).<br />

In Oppenhuizen is een redelijk aantal bedrijven aanwezig. Een deel<br />

van deze bedrijven ligt binnen het plangebied. Het betreft:<br />

- een bedrijf in videorapportages aan de Broerstrjitte 11;<br />

- een schoonheidssalon aan de Broerstrjitte 21;<br />

- een klokkenreparatie- en onderhoudsbedrijf aan de Broerstrjitte<br />

31;<br />

- een jachtonderhouds- en schildersbedrijf aan de Broerstrjitte 33;<br />

- een bedrijf in medische keuringen aan de Douwestrjitte 12;<br />

- een makelaar aan de Douwestrjitte 13;<br />

- een adviesbureau aan de Douwestrjitte 17;<br />

- een bureau in technische dienstverlening aan het Noardein 54;<br />

- een hoveniersbedrijf aan het Noardein 64;<br />

- een kapsalon aan het Noardein 74;<br />

- een supermarkt aan de Tsjerkebuorren 8.<br />

In de meeste gevallen is er sprake van een aan-huis-verbonden<br />

beroep, met uitzondering van de supermarkt.<br />

Aan de P. Walmastrjitte bevindt zich het multifunctioneel centrum "It<br />

Harspit". In dit centrum is onder andere de christelijke basisschool en<br />

de sporthal gevestigd. Ten noorden van dit centrum zijn aan De Bou<br />

de sportvelden gelegen. In de overige delen van Oppenhuizen zijn<br />

eveneens enkele voorzieningen te vinden. Voor overige voorzieningen<br />

gaan de meeste inwoners naar Sneek.<br />

Ontsluiting van de buurt vindt plaats via verschillende straten op het<br />

Noardein en de Tsjerkebuorren in Oppenhuizen. De hoofdontsluiting<br />

wordt gevormd door De Bou. Via deze weg wordt de oude rijksweg<br />

van Sneek naar Joure bereikt. In de woonbuurt geldt een<br />

maximumsnelheid van 30 km/uur.<br />

2.1.3 Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

Het bedrijventerrein Brêgefinne is gelegen ten zuidwesten van<br />

Uitwellingerga, aan de westzijde van de A7. Het tweelingdorp<br />

Oppenhuizen/Uitwellingerga ligt op een afstand van 2 tot 4 kilometer<br />

ten zuidoosten van (het centrum) van Sneek.<br />

Het bedrijventerrein is gelegen aan het Prinses Margrietkanaal. Dit<br />

water maakt deel uit van de Friese boezem.<br />

Het plangebied wordt aan de noord- en oostzijde begrensd door de<br />

weg Brêgefinne. Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 7


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Bedrijven<br />

Verkeer<br />

het Prinses Margrietkanaal. De westelijke grens wordt gevormd door<br />

enkele agrarische percelen.<br />

Op het bedrijventerrein is een zevental bedrijven gevestigd, te weten:<br />

- een straal- en coatingsbedrijf aan de Brêgefinne 1;<br />

- een betonbedrijf aan de Brêgefinne 4 en 6;<br />

- een jachtschilderbedrijf aan de Leyesleatswei 1;<br />

- een jachtbouwbedrijf aan de Leyesleatswei 2;<br />

- een jachttimmerbedrijf aan de Leyesleatswei 3;<br />

- een bedrijf in roestvrijstalen scheepstoebehoren aan de<br />

Leyesleatswei 4;<br />

- een scheepstimmerbedrijf aan de Leyesleatswei 4B.<br />

Ontsluiting van het terrein vindt via plaats via de Brêgefinne/Leyepoel.<br />

Deze weg loopt parallel aan het Prinses Margrietkanaal over de A7 en<br />

takt in Uitwellingerga aan op het Lytse Súdein en de Brêgesleatswei.<br />

Ook is er een ontsluiting op de de oude rijksweg van Sneek naar<br />

Joure.<br />

2.2 Ruimtelijke karakteristiek van de gebieden<br />

2.2.1 Algemeen<br />

Op een zandige ondergrond trad ± 5.500 jaar geleden veenvorming<br />

op, in het gebied van de huidige gemeente Wymbritseradiel. Dit<br />

gebied lag echter tevens in de invloedssfeer van de zee en vóór de<br />

tijd van de bedijkingen overstroomde het regelmatig.<br />

In zogenaamde transgressieperioden steeg de zeespiegel en kwam<br />

het water via geulen ver het land in. Tussen 200 en 600 na Christus<br />

werd over een groot deel van het gebied een laag knipklei (een zware<br />

kleisoort) afgezet.<br />

Deze kleilaag is het duidelijkst aanwezig in het noordelijke deel van de<br />

gemeente. Bij Sneek is nog sprake van een laag van zo'n 40 cm,<br />

richting Joure wordt deze laag steeds dunner.<br />

In de 9 e eeuw na Chr. brak de zee opnieuw het land binnen, maar nu<br />

minder ver. Deze keer vormde zich een grote zeearm, "De<br />

Middelzee", die tot in het noorden van de huidige gemeente<br />

binnendrong.<br />

In de periode na het ontstaan van de Middelzee wordt het landschap<br />

als gevolg van bedijkingen in toenemende mate door de mens<br />

bepaald. De vroegste bewoning van Friesland vond plaats op hoog<br />

opgeslibde kwelders met name langs de toen aanwezige geulen en<br />

kreken. Men woonde op terpen, ontstaan door ophoging met huisvuil<br />

en kwelderzoden.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 8


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Algemeen<br />

Binnenpaed en Riperwei<br />

2.2.2 Jutrijp<br />

Jutrijp is ontstaan op de hoogst gelegen plaatsen langs De Far.<br />

Boerderijen werden gebouwd aan de oostelijke oever van deze<br />

halfnatuurlijke waterloop. In de loop der tijd ontstond op deze wijze<br />

een streekdorp.<br />

De Far bestond uit een noord-zuid gerichte reeks van poelen. Het<br />

vormde de basis van de ontsluiting van het dorp.<br />

Dwars op deze basis kwam een opstrekkende verkaveling tot stand.<br />

De percelen waren bereikbaar via een groot aantal in de verkaveling<br />

gelegen verbindingssloten. De oude structuur is nog in het dorp terug<br />

te vinden; nu nog zijn er opvaarten naar de huizen.<br />

Wegverbindingen kwamen gedurende lange tijd nauwelijks in het<br />

gebied voor, totdat in 1843 de weg Sneek-Lemmer aangelegd werd.<br />

Daardoor veranderde het karakter van het dorp in een wegdorp.<br />

Het water verliest bij de aanleg van de weg de verbindingsfunctie. Dit<br />

proces wordt versterkt door het vervallen van de verbinding met het<br />

open boezemwater. Slechts het noordelijke deel van De Far in Jutrijp<br />

heeft deze verbinding nog.<br />

Een verbreding van de bebouwingsstructuur is ontstaan waar de<br />

afstand tussen de weg en water groter wordt. In de periode na de<br />

Tweede Wereldoorlog komt aan de noordzijde van Jutrijp een<br />

woongebied tot stand tussen de Hingstepoel en het Binnenpaed.<br />

Aanvankelijk werd hier een aantal dubbele woningen gebouwd. In een<br />

later stadium vond uitbreiding plaats met enkele rijenwoningen en<br />

vrijstaande woningen. Na afbraak van de kerk vond uitbreiding van<br />

het dorp plaats in het gebiedje Tsjerkesté, waar een aantal vrijstaande<br />

woningen is gerealiseerd. De laatste uitbreiding van het dorp heeft<br />

plaatsgevonden aan de Louwewei, waar een aantal vrijstaande<br />

woningen is gebouwd.<br />

De oudste bebouwing in Jutrijp is gesitueerd aan het Binnenpaed en<br />

de Riperwei. De bebouwing aan beide wegen is overwegend<br />

individueel, deze bestaat uit zowel één als twee bouwlagen met kap.<br />

De nok is zowel langs als dwars op de straat gericht. De bebouwing is<br />

voor het grootste gedeelte aan de westzijde van de wegen gesitueerd.<br />

Het Binnenpaed is een dijkje met wilgen erlangs. Oostelijk van het<br />

Binnenpaed is een speelveld gelegen. Aan het Binnenpaed bevindt<br />

zich een karakteristieke woonboerderij (Binnenpaed 46).<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 9


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Sinnewar en Wite<br />

Jofferswei<br />

Louwewei<br />

De Riperwei is parallel aan de N354 gelegen. De weg wordt<br />

gekenmerkt door lintbebouwing aan één zijde (westzijde). Een<br />

uitzondering hierop is de bebouwing ter hoogte van de begraafplaats.<br />

Hier bevindt zich het karakteristieke, voormalige schoolgebouw.<br />

Figuur 1: Bebouwing aan de Riperwei<br />

Aan de andere zijde van de weg, op de plaats waar nu de woningen<br />

Riperwei 28 tot en met 28c staan, bevond zich vroeger de kerk. Deze<br />

kerk is in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw<br />

gesloopt. Ten westen van dit gebied bevinden zich twee boerderijen.<br />

De bebouwing die ten zuiden van de voormalige kerklocatie is<br />

gelegen, is als het ware ingeklemd tussen de waterloop De Far en de<br />

Riperwei. De meest zuidelijk bebouwing wordt gevormd door de<br />

boerderij aan de Riperwei 78. Direct ten zuiden van deze boerderij ligt<br />

het dorp Hommerts. In het noorden van het plangebied bevindt zich<br />

aan de Riperwei een karakteristieke woonboerderij.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog heeft uitbreiding van het aantal<br />

woningen plaatsgevonden aan de Sinnewar en de Wite Jofferswei.<br />

Het binnengebied tussen de Sinnewar en de Wite Jofferswei bestaat<br />

voornamelijk uit twee-onder-één-kap-woningen met de nok parallel<br />

aan de straat. De bouwhoogte is voornamelijk twee bouwlagen met<br />

kap. Aan de buitenzijde van de genoemde straten is de bebouwing<br />

individueel in één bouwlaag met kap. De nok is zowel langs als dwars<br />

op de straat geplaatst. De bebouwing aan het groengebied bestaat uit<br />

rijen woningen van één bouwlaag met kap.<br />

De laatste uitbreiding van Jutrijp heeft plaatsgevonden aan de<br />

Louwewei. De woningen zijn gerealiseerd aan het begin van deze<br />

eeuw. Het betreft vrijstaande woningen in één bouwlaag met kap. Het<br />

uitbreidingsgebied is aan vier zijden door water begrensd waardoor<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 10


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Rijksmonumenten en<br />

karakteristieke bebouwing<br />

Algemeen<br />

het gebied als een eiland wordt ervaren. De woningen zijn gesitueerd<br />

aan een lusvormige weg.<br />

Figuur 2: Nieuwbouw aan de Louwewei<br />

In Jutrijp zijn geen gebouwen als rijksmonument aangemerkt.<br />

In het kader van het Monumenten inventarisatieproject (MIP) zijn<br />

karakteristieke bouwwerken geïnventariseerd. Voor de gemeente<br />

Wymbritseradiel heeft dit in 1992 geleid tot een uitgave van een<br />

inventarisatie van karakteristieke en waardevolle bebouwing. In het<br />

MIP zijn in Jutrijp als karakteristiek aangemerkt:<br />

- Binnenpaed 12 (woonboerderij);<br />

- Binnenpaed 46 (woonboerderij);<br />

- Riperwei 7-9 (voormalige school en schoolwoning);<br />

- Riperwei 16 (woonboerderij).<br />

Aangezien de inventarisatie in het kader van het MIP zo'n 15 jaar<br />

gelden heeft plaatsgevonden, heeft de gemeente in het kader van<br />

onderhavig bestemmingsplan nogmaals gekeken naar de<br />

karakteristieke panden in het plangebied. Hieruit is gebleken dat de<br />

panden Riperwei 13 (woonhuis) en Riperwei 22 (boerderij) eveneens<br />

als karakteristiek moeten worden aangemerkt. Het pand Binnenpaed<br />

12 (woonboerderij) kan niet meer als karakteristiek worden<br />

beschouwd.<br />

2.2.3 Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

De geschiedenis van de dorpen Oppenhuizen en Uitwellingerga hangt<br />

nauw samen met de ligging van het water It Gês. De eerste<br />

bebouwing vond plaats langs dit water en de dorpen vormen een<br />

vaartdorp. Naast de landbouw, die in dit gebied ongetwijfeld de<br />

belangrijkste economische activiteit vormde, namen ook de<br />

scheepvaart en de visserij een belangrijke plaats in.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 11


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Noardein en<br />

Tsjerkebuorren<br />

Tsjerkewyk<br />

It Gês heeft een grote rol gespeeld bij het ontstaan van het<br />

verkavelingstype zoals dat in de omgeving van Oppenhuizen en<br />

Uitwellingerga voorkomt. Er is namelijk een duidelijke opstrekkende<br />

verkaveling te onderscheiden vanaf It Gês. Dit geldt zowel voor het<br />

gebied ten noordoosten, als het gebied ten zuidwesten van It Gês.<br />

De oorspronkelijke streekbebouwing van Oppenhuizen en<br />

Uitwellingerga bleef lange tijd volledig in tact. Deze streekbebouwing<br />

werd overigens op enkele plaatsen doorsneden door vaarten en<br />

sloten welke op It Gês (die in het zuiden overgaat in de<br />

Súdeinsterfeart) uitmonden.<br />

In de tweede helft van de 19 e eeuw begon men met de aanleg van<br />

wegen en een tramverbinding, waardoor de vaarten een belangrijk<br />

deel van hun betekenis verloren.<br />

Door de geleidelijke verdichting van het bebouwingslint groeiden<br />

beide dorpen aan elkaar.<br />

Oppenhuizen-Broeresleat<br />

Het Noardein en de Tsjerkebuorren vormen een gedeelte van het<br />

uitgestrekte dorpslint van Oppenhuizen. Dit lint wordt vooral<br />

gekenmerkt door vrijstaande bebouwing in één bouwlaag met kap met<br />

wisselende kapvormen.<br />

Figuur 3: Bebouwing aan het Noardein<br />

In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw is de<br />

nieuwbouwbuurt Tsjerkewyk tot stand gekomen. Het betreft onder<br />

meer de Merkelstrjitte, de P. Walmastrjitte en het Kappenburch. In het<br />

noordwestelijke gedeelte zijn dubbele, vrijstaande en geschakelde<br />

woningen in één of twee bouwlagen met kap op een min of meer<br />

informele wijze rond een opvaart gesitueerd. Het water en het<br />

daaromheen gelegen groen is een belangrijke ruggengraat voor dit<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 12


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Nieuwbouw<br />

gedeelte van de buurt. De ontsluiting vindt plaats door een<br />

eenvoudige lus gevormd door de Merkelstrjitte en de P. Walmastrjitte.<br />

Het gebied ten zuiden van het multifunctionele centrum "It Harspit"<br />

vormt de afronding van de bebouwing aan het Kappenburch. Er is hier<br />

vooral vrijstaand en dubbel gebouwd in één bouwlaag met kap. Een<br />

uitzondering vormt de piramidewoning aan het Kappenburch 20.<br />

In 1987 heeft een locatiestudie plaatsgevonden naar mogelijke<br />

uitbreidingslocaties voor woningbouw voor het tweelingdorp<br />

Oppenhuizen/Uitwellingerga. Na afweging van de "voors" en "tegens"<br />

van de verschillende locaties is de locatie tussen het Noardein en de<br />

voormalige Rijksweg als meest geschikte locatie uit de bus gekomen,<br />

onder meer vanwege de omvang en de gunstige situering van de<br />

locatie.<br />

De hoofdontsluiting wordt gevormd door De Bou, welke een<br />

dwarsverbinding vormt tussen het Noardein en de voormalige<br />

Rijksweg. De interne ontsluitingen takken aan op deze<br />

hoofdontsluiting. Vanaf de Broeresleat is het water tot centraal in de<br />

buurt geleid naar De Bou. Voor het overige begeleidt het water de<br />

randen van de buurt. In het hart van de nieuwbouw is een speelruimte<br />

gesitueerd. Op deze wijze vormen water en groen tezamen een<br />

belangrijk structurerend element in de buurt.<br />

In de nieuwbouwbuurt zijn verschillende woningtypen gerealiseerd,<br />

van vrijstaand tot rijtje. De woningen zijn overwegend gebouwd in één<br />

bouwlaag met kap, met uitzondering van een tiental woningen aan de<br />

Douwestrjitte, welke twee bouwlagen met kap kennen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 13


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Figuur 4: Overzicht van de nieuwbouw (bron: Google Earth, 5-11-2007)<br />

Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

Het bedrijventerrein is gelegen tussen de weg Brêgefinne/Leyepoel en<br />

het Prinses Margrietkanaal. Op het terrein bevindt zich een groot<br />

aantal bedrijfsloodsen in overwegend twee bouwlagen met kap,<br />

waarvan de dakhelling beperkt is tot 20° à 30°. Op het terrein is<br />

tevens een aantal bedrijfswoningen in één bouwlaag met kap<br />

aanwezig. Aan de noordwestzijde van het terrein bevindt zich een<br />

groensingel met opgaande beplanting. Ook aan de noordoostzijde van<br />

het terrein is enige beplanting aanwezig.<br />

Figuur 5: Bebouwing op het bedrijventerrein Brêgefinne<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 14


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Rijksmonumenten en<br />

karakteristieke bebouwing<br />

In Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne zijn geen<br />

gebouwen als rijksmonument aangemerkt.<br />

In het kader van het Monumenten inventarisatieproject (MIP) zijn<br />

karakteristieke bouwwerken geïnventariseerd. Voor de gemeente<br />

Wymbritseradiel heeft dit in 1992 geleid tot een uitgave van een<br />

inventarisatie van karakteristieke en waardevolle bebouwing. In het<br />

MIP zijn in Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

geen gebouwen als karakteristiek aangemerkt.<br />

Aangezien de inventarisatie in het kader van het MIP zo'n 15 jaar<br />

gelden heeft plaatsgevonden, heeft de gemeente in het kader van<br />

onderhavig bestemmingsplan nogmaals gekeken naar de<br />

karakteristieke panden in het plangebied. Hieruit is gebleken dat de<br />

panden Noardein 56 (woonhuis) en Noardein 58 (woonhuis) als<br />

karakteristiek moeten worden aangemerkt.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 15


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

3 Beleid<br />

Wonen<br />

3.1 Beleidskader<br />

Dit bestemmingsplan gaat uit van de beleidskaders zoals ze zijn<br />

vastgelegd in:<br />

- De Nota Ruimte<br />

- Streekplan Fryslân 2007;<br />

- Wenjen yn Fryslân, het woningbouwbeleid 1998-2010, provincie<br />

Fryslân;<br />

- Ruimte voor werk, notitie bedrijventerreinen en kantorenlocaties<br />

2000-2010, provincie Fryslân;<br />

- Wenjen 2000+;<br />

- Woonplan, gemeente Wymbritseradiel;<br />

- Welstandsnota gemeente Wymbritseradiel;<br />

- Structuurvisie 2020, gemeente Sneek & Wymbritseradiel;<br />

- Vierde Nota waterhuishouding;<br />

- Waterbeleid 21 e eeuw;<br />

- Europese Kaderrichtlijn water.<br />

3.2 Nadere uitwerking Beleidskader<br />

Provinciaal beleid<br />

Streekplan Fryslân 2007<br />

In het navolgende wordt het beleid voor relevante thema’s belicht.<br />

Het beleid voor het wonen in het Streekplan is gebaseerd op de notitie<br />

Wenjen 2000+. In navolging van deze notitie gaat het beleid niet<br />

alleen in op de kwantitatieve woningbehoefte, maar ook op de<br />

kwalitatieve woningbehoefte.<br />

In het Streekplan wordt de concentratie van woningbouw in<br />

bundelingsgebieden voorgestaan. Het zijn de gebieden rond de<br />

stedelijke centra Leeuwarden, Drachten, Heerenveen, Sneek,<br />

Harlingen en Dokkum. De gebieden zijn begrensd door uit te gaan<br />

van een redelijke fietsafstand tot de betreffende stedelijke kern. De<br />

bundelingsgebieden moeten samen meer dan 50% van de<br />

woningtoename in de provincie voor hun rekening nemen. Een groot<br />

deel van de gemeente Wymbritseradiel ligt binnen het<br />

bundelingsgebied van Sneek. De kernen Jutrijp en Oppenhuizen/<br />

Uitwellingerga zijn gelegen binnen het bundelingsgebied van Sneek.<br />

De gemeenten krijgen met in achtneming van het bundelingsbeleid en<br />

het beleid voor woningbouwregio’s de ruimte om te voorzien in de<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 17


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Bedrijven<br />

Vrijkomende agrarische<br />

gebouwen<br />

woningvraag die voortkomt uit het gebied zelf. Buiten de<br />

bundelingsgebieden vangen de regionale centra de woningbehoefte in<br />

de regio meer dan evenredig op. Daarnaast dient het accent van<br />

woonuitbreidingen te liggen bij kernen die goed ontsloten zijn met het<br />

openbaar vervoer. Het doel van dit beleid is dat woonuitbreidingen de<br />

plaatselijke aard en schaal van de kern niet overschrijden. Ten<br />

aanzien van de kwalitatieve woningbehoefte, benadrukt de provincie<br />

dat ook buiten de bundelingsgebieden moet worden voorzien in<br />

voldoende betaalbare en levensloopbestendige woningen.<br />

Het beleid ten aanzien van de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven<br />

sluit aan bij de aard en schaal van de verschillende kernen. In<br />

concrete situaties kan echter gemotiveerd van het beginsel van aard<br />

en schaal worden afgeweken.<br />

In het Streekplan worden vijf verschillende typen kernen<br />

onderscheiden. Dit zijn ‘Leeuwarden’, ‘overige stedelijke centra’,<br />

'regionale centra', ‘bedrijfconcentratiekernen’ en ‘overige kernen’. De<br />

overige stedelijke centra, komen overeen met de steden in de<br />

bundelingsgebieden, exclusief Leeuwarden. In de stedelijke centra<br />

kunnen alle categorieën bedrijven worden gevestigd. Voor de regio<br />

Sneek wordt ingezet op het watersportprofiel. Een voorraad van<br />

voldoende bedrijventerrein wordt van belang geacht om in te kunnen<br />

spelen op behoeften van bedrijven.<br />

De kernen Jutrijp en Oppenhuizen/Uitwellingerga kunnen worden<br />

aangemerkt als een 'overige' kern. De aard van de bedrijvigheid welke<br />

in het Streekplan wordt voorzien bij overige kernen is lichte bedrijven.<br />

Dit zijn bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 van de VNG-brochure<br />

Bedrijven en milieuzonering, met een maximaal oppervlak van<br />

2500 m². In een enkel geval is ook categorie 3 mogelijk. Vestiging van<br />

kantoren is toegestaan tot 600 m². De voorzieningen zijn beperkt tot<br />

lokale voorzieningen. Ook is het op voorraad aanleggen van<br />

bedrijventerrein niet toegestaan. De provincie hecht belang aan een<br />

optimale benutting van bestaande natte bedrijventerreinen.<br />

De provincie signaleert dat de afname van het aantal agrarische<br />

bedrijven een ruimtelijk kwaliteitsverlies met zich meebrengt. Bij<br />

vrijkomende agrarische gebouwen wordt dan ook ingezet op een<br />

passend hergebruik, waarbij een verbetering van de ruimtelijke<br />

kwaliteit plaatsvindt. Hierbij zouden de beeldbepalende gebouwen<br />

gehandhaafd worden en de beeldverstorende gebouwen gesloopt.<br />

Het al dan niet toestaan van de functies en de bebouwingsmogelijkheden<br />

in vrijkomende agrarische bebouwing laat de provincie in<br />

beginsel over aan de gemeenten. Hiermee wordt ruimte geboden voor<br />

gemeentelijk maatwerk. De nieuwe functies zijn daarin wel beperkt tot<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 18


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

het oorspronkelijke boerderijgebouw. Bij nieuwe functies wordt<br />

gedacht aan wonen, recreëren, educatie, natuur-/landschaps-beheer,<br />

cultuur/kunst, lichte vormen van horeca en zorg. Bedrijfsfuncties en<br />

vormen van dienstverlening zijn ook geschikt, indien de activiteiten<br />

qua vorm en uitstraling passen bij het omliggende landelijk gebied.<br />

Daarnaast dienen het bedrijven in de lichte milieucategorieën te zijn,<br />

zonder een grote verkeersaantrekkende werking. Daarnaast mag de<br />

functie-invulling geen afbreuk doen aan het voorzieningen niveau in<br />

de kernen.<br />

Voor bebouwing geldt dat het silhouet van het boerderijerf (de<br />

compositie van gebouwen) centraal staat. Behoud van<br />

beeldbepalende gebouwen is het uitgangspunt. Indien dit vanwege<br />

bouwtechnische redenen niet mogelijk is, dient de nieuwe bebouwing<br />

qua vorm en uitstraling verwant te zijn aan die van een<br />

boerderij/boerenschuur.<br />

Gemeentelijk beleid<br />

Structuurvisie 2020, gemeente Sneek & Wymbritseradiel<br />

Op respectievelijk 12 en 19 april 2005 hebben de gemeenteraden van<br />

Wymbritseradiel en Sneek de Structuurvisie 2020 Sneek &<br />

Wymbritseradiel-noord vastgesteld. In deze structuurvisie wordt<br />

gesproken over Sneek en IJlst in een kring van kleine dorpen te<br />

midden van een weidse agrarische wereld bij de poort van de Friese<br />

meren. De reikwijdte van de visie is circa vier kilometer van het<br />

centrum van Sneek. Jutrijp en Oppenhuizen/Uitwellingerga vallen<br />

binnen de reikwijdte van de structuurvisie.<br />

In de structuurvisie worden twee gebieden onderscheiden, het<br />

Merengebied in de zuidoostelijke helft, en het Middelzeegebied, de<br />

noordwestelijke helft. In het Merengebied zijn landschappelijk en<br />

natuurlijk de meest aantrekkelijke gebieden gelegen. Hier liggen ook<br />

de gebieden met de kwetsbare en bijzondere natuurwaarden. In de<br />

structuurvisie is ervoor gekozen deze waarden te koesteren. Deze<br />

keuze impliceert dat het zoekgebied voor intensieve ontwikkelingen<br />

van woon- en werkgebieden het Middelzeegebied betreft. Jutrijp en<br />

Oppenhuizen/Uitwellingerga zijn gelegen in het Merengebied.<br />

Ten aanzien van werken is in de structuurvisie is aangegeven dat het<br />

bedrijventerrein Brêgefinne een kleinschalig bedrijventerrein is, dat<br />

nog beperkt kan groeien in de richting van de rijksweg. Het blijft een<br />

watergebonden bedrijventerrein van bescheiden omvang. Een<br />

ontwikkeling van opslag en overslag aan het Prinses Margrietkanaal is<br />

wat betreft waterinfrastructuur kansrijk. Maar ontwikkeling met meer<br />

bedrijfsbebouwing, verkeer en containeropslag is in strijd met de<br />

gekozen hoofdzonering van natuur, Vogelrichtlijn, landschap,<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 19


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

recreatie en cultuur in het Merengebied. De kleinschalige ontwikkeling<br />

zal hierdoor beperkt moeten blijven, met hooguit enige extra opslag<br />

en overslag weg/water van grondstoffen en eventueel beperkte<br />

containeroverslag.<br />

Ten aanzien van recreatie is aangegeven dat de zuidelijke schakel<br />

tussen De Geau/Wide Wimerts en de Brekken, via de Weinsleat en<br />

Soalsleat (bij Jutrijp) zal worden verbeterd tot een aantrekkelijke<br />

secundaire toervaartroute met meer natuur langs de oevers en<br />

nieuwe aanlegplaatsen.<br />

Voorts wordt ten aanzien van het wonen in de dorpen opgemerkt dat<br />

de dorpen hun karakter dienen te behouden maar wel met de nodige<br />

dynamiek en met kansen voor een natuurlijke ontwikkeling naar aard<br />

en schaal.<br />

Woonplan<br />

In het geactualiseerde woonplan 2005 waren voor<br />

Oppenhuizen/Uitwellingerga 10 woningen voor de periode tot en met<br />

2009 opgenomen. Dit contingent was opgenomen voor functieveranderings-<br />

en invullocaties. Voor Jutrijp was geen contingent<br />

opgenomen. Op 19 juni 2007 heeft de gemeenteraad het "Bysteld<br />

wenplan Wymbritseradiel" vastgesteld. Aanleiding voor deze<br />

aanpassing was het feit dat binnen de gemeente de afgelopen jaren<br />

veel minder gebouwd is dan waar in het geactualiseerde woonplan uit<br />

2005 vanuit werd gegaan. Om cijfermatig meer aan te sluiten bij de<br />

plannen die momenteel concreet zijn, heeft voor de periode 2007-<br />

2009 een aanpassing van het woonplan plaatsgevonden. Zowel voor<br />

Oppenhuizen/Uitwellingerga als voor Jutrijp zijn voor de genoemde<br />

periode geen contingenten opgenomen. Voor wat betreft de<br />

woningbouwmogelijkheden na het jaar 2010 zal eerst een nieuw<br />

woonplan moeten worden opgesteld.<br />

Welstandsnota<br />

Op 11 mei 2004 is door de gemeenteraad de Welstandsnota<br />

vastgesteld. De welstandsnota biedt het kader voor het<br />

welstandstoezicht in de gemeente. De toetsing van bouwplannen, in<br />

het kader van het bouwvergunningenbeleid, dient plaats te vinden op<br />

basis van voor dit gebied geldende welstandscriteria.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 20


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Figuur 6: Fragment welstandsnota Wymbritseradiel<br />

Voor het welstandsbeleid voor de kern Jutrijp is onderscheid gemaakt<br />

in drie deelgebieden. Voor het gebied Oppenhuizen-Broeresleat zijn<br />

vier deelgebieden onderscheiden. Voor het gebied Uitwellingerga-<br />

Brêgefinne geldt één welstandsregime. De verschillende<br />

deelgebieden zijn weergegeven in figuur 6. In de navolgende tekst is<br />

per deelgebied het welstandsbeleid weergegeven.<br />

Lintbebouwing (C) (bijzonder welstandsgebied)<br />

Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande<br />

situatie. Het gebied is in structuur nog grotendeels gaaf. Voor de<br />

gebieden worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht. Wel mag<br />

verwacht worden dat de woningen op onderdelen aangepast en/of<br />

verbouwd zullen worden.<br />

Nieuwbouw, gemengd (E)<br />

Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande<br />

situatie. Het gebied toont geen opvallende kwaliteiten. Ook worden er<br />

geen opvallende ontwikkelingen verwacht.<br />

Bedrijventerreinen (F)<br />

De gebieden tonen geen opvallende waarden. Het beleid is gericht op<br />

het beheer van de bestaande situatie. Gestreefd wordt naar<br />

verbetering van de landschappelijke inpassing. Binnen de gebieden<br />

worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de<br />

bebouwing.<br />

Recreatiegebieden (G)<br />

Het beleid is grotendeels gericht op het beheer en de verdere<br />

ontwikkeling van de bestaande situatie.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 21


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Buitengebied (H) (bijzonder welstandsgebied)<br />

Het beleid is grotendeels gericht op beheer en versterking van de<br />

bestaande situatie.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 22


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

4 Milieuaspecten<br />

4.1 Wegverkeerslawaai<br />

De Wet geluidhinder (laatstelijk gewijzigd 1 januari 2007) bepaalt dat<br />

elke weg in principe een zone heeft, behoudens:<br />

- wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid<br />

gebied;<br />

- wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur.<br />

Overeenkomstig artikel 77 van de Wet geluidhinder dient bij de<br />

voorbereiding of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch<br />

onderzoek te worden ingesteld naar de geluidsbelasting die door<br />

woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de<br />

zones van wegen wordt ondervonden. In het plangebied zijn echter bij<br />

recht geen nieuwe mogelijkheden voor geluidsgevoelige functies<br />

opgenomen.<br />

In het plan is een vrijstellingsregeling opgenomen voor het bouwen<br />

van bedrijfswoningen bij bedrijven. In deze vrijstellingsbepaling is de<br />

randvoorwaarde opgenomen dat indien de geluidsbelasting ten<br />

gevolge van het wegverkeer meer dan de voorkeursgrenswaarde<br />

bedraagt, de vrijstelling slechts wordt verleend in overeenstemming<br />

met een verkregen hogere grenswaarde. Dit betekent dat<br />

voorafgaand aan het verlenen van een dergelijke vrijstelling<br />

akoestisch onderzoek moet worden verricht.<br />

In het plan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk<br />

maakt binnen de oorspronkelijke boerderijvorm 3 woningen te<br />

realiseren. Bij wijzigingsbevoegdheid is een randvoorwaarde<br />

opgenomen dat indien de geluidsbelasting ten gevolge van het<br />

wegverkeer meer dan de voorkeursgrenswaarde bedraagt, de<br />

wijziging slechts wordt toegepast in overeenstemming met een<br />

verkregen hogere grenswaarde. Dit betekent dat voorafgaand aan het<br />

toepassen van een dergelijke wijzigingsbevoegdheid akoestisch<br />

onderzoek moet worden verricht.<br />

In het plan is tevens een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het<br />

mogelijk maakt de bouwgrenzen op de plankaart te wijzigen ten<br />

behoeve van de uitbreiding, dan wel een verandering in de situering<br />

van hoofdgebouwen. Bij wijzigingsbevoegdheid is een<br />

randvoorwaarde opgenomen dat indien de geluidsbelasting ten<br />

gevolge van het wegverkeer meer dan de voorkeursgrenswaarde<br />

bedraagt, de wijziging slechts wordt toegepast in overeenstemming<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 23


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

met een verkregen hogere grenswaarde. Dit betekent dat<br />

voorafgaand aan het toepassen van een dergelijke<br />

wijzigingsbevoegdheid akoestisch onderzoek moet worden verricht.<br />

In het bestemmingsplan is verder nog een wijzigingsbevoegdheid<br />

opgenomen die het mogelijk maakt ten oosten van de woning aan het<br />

Binnenpaed 40 te Jutrijp twee woningen te bouwen. Deze woningen<br />

waren destijds bij recht opgenomen in het bestemmingsplan Jutrijp.<br />

Bij wijzigingsbevoegdheid is een randvoorwaarde opgenomen dat<br />

indien de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer meer dan<br />

de voorkeursgrenswaarde bedraagt, de wijziging slechts wordt<br />

toegepast in overeenstemming met een verkregen hogere<br />

grenswaarde. Dit betekent dat voorafgaand aan het toepassen van<br />

een dergelijke wijzigingsbevoegdheid akoestisch onderzoek moet<br />

worden verricht.<br />

4.2 Industrielawaai<br />

Op het industrieterrein Houkesloot gelegen ten noorden van het<br />

plangebied (gemeente Sneek) zijn inrichtingen als bedoeld in artikel<br />

40 in samenhang met artikel 1 Wet geluidhinder toegestaan. De Wet<br />

geluidhinder (laatstelijk gewijzigd 1 januari 2007) stelt de verplichting<br />

dat bij een dergelijk terrein tevens een zone wordt vastgesteld<br />

waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het terrein de waarde van<br />

50 dB(A) niet te boven mag gaan.<br />

Bij Koninklijk Besluit van 26 januari 1990, nummer 90.001589 is de<br />

geluidszone rond het industrieterrein vastgesteld. Op de hierbij<br />

horende toelichtingskaart is deze geluidszone aangeduid met<br />

"bestaande geluidszone". In het akoestische onderzoek fase 1,<br />

zonering wet geluidhinder industrieterrein Houkesloot (juli 1986) zijn<br />

echter de volgende conclusies getrokken:<br />

- de 50 dB(A)-etmaalwaardecontour in de toestand 1986 en met<br />

inachtneming van de vergunningen, overschrijdt de<br />

gemeentegrens Sneek-Wymbritseradiel;<br />

- wanneer het bedrijf Koudijs Wouda evenveel geluid maakt als<br />

toegestaan is, overschrijdt de 50 dB(A)-contour in de situatie<br />

1986 de gemeentegrens niet;<br />

- indien een aantal (ruime) geluidsvoorschriften van de bedrijven<br />

wordt bijgesteld, overschrijdt ook de 50 dB(A)-vergunningencontour<br />

de gemeentegrens niet;<br />

- in de toestand anno 1986 is voor 19 woningen waarvan het<br />

merendeel gelegen in de gemeente Wymbritseradiel, een<br />

saneringssituatie aanwezig, 19 woningen liggen binnen de in<br />

1986 geldende 55 dB(A)-etmaalwaardecontour.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 24


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Planologische regeling<br />

De hiervoor beschreven situatie is aanleiding geweest voor overleg<br />

tussen de gemeenten Wymbritseradiel en Sneek. Bij dit overleg<br />

speelde ook de woningbouwplannen van de gemeente<br />

Wymbritseradiel in het gebied Broeresleat een rol. Het resultaat van<br />

het overleg is geweest dat bestuurlijke overeenstemming is bereikt<br />

over een nieuw vast te stellen geluidszone. Deze nieuwe, nog vast te<br />

stellen, zone is eveneens op de hierbij horende toelichtingskaart<br />

aangegeven. Deze zone loopt door een gedeelte van het plangebied.<br />

Binnen de zone zijn binnen het plangebied geen woningen of andere<br />

geluidsgevoelige gebouwen gelegen.<br />

Op grond van artikel 41, lid 1 van de Wet geluidhinder kan een<br />

eenmaal vastgestelde zone uitsluitend worden gewijzigd bij de<br />

vaststelling, herziening of wijziging van een bestemmingsplan. Voor<br />

zover gelegen binnen het voorliggende bestemmingsplan is de<br />

geluidszone van het bedrijventerrein Houkesloot-It Gês op de<br />

plankaart aangegeven middels de aanduiding “zone industrielawaai”.<br />

Aangezien binnen de geluidszone noch bij recht, noch bij vrijstelling of<br />

wijziging woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen kunnen<br />

worden gebouwd, is in de voorschriften niet in een nadere regeling<br />

voorzien. De geluidszone is ter indicatie op de plankaart aangegeven.<br />

In het plangebied zelf zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 40 in<br />

samenhang met artikel 1 Wet geluidhinder niet toegestaan (zie<br />

paragraaf 4.3).<br />

4.3 Hinder van bedrijven<br />

Middels de milieuwetgeving wordt milieuhinder in woonsituaties<br />

zoveel mogelijk voorkomen. Alle bedrijven en instellingen die op grond<br />

van het IVB (Inrichtingen en vergunningbesluit) milieubeheerplichtig<br />

zijn (en in potentie hinder zouden kunnen veroorzaken) moeten een<br />

vergunning hebben in het kader van de Wet milieubeheer dan wel<br />

voldoen aan de bepalingen van een Algemene maatregel van bestuur<br />

(AMvB) van de Wet milieubeheer. Om enig inzicht te krijgen in de<br />

mogelijke overlast van de aanwezige bedrijven en voorzieningen ten<br />

opzichte van woningen is hierna de gewenste afstand tussen het<br />

bedrijf/instelling en woningen weergegeven zoals die is opgenomen in<br />

de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2007):<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 25


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Tabel 1: Overzicht van bedrijven/instellingen met bijbehorende milieucategorie in het plangebied<br />

Kern Bedrijf/Instelling Adres SBIcode<br />

Jutrijp<br />

Oppenhuizen-<br />

Broeresleat<br />

Uitwellingerga-<br />

Brêgefinne<br />

Grootste<br />

afstand<br />

Aan-huisverbonden<br />

beroep<br />

jachthaven/jachtwerf Binnenpaed 22 351 200 m<br />

makelaar Binnenpaed 34 ja<br />

kapsalon Louwewei 2 ja<br />

schoonheidssalon Louwewei 6 ja<br />

klussenbedrijf<br />

praktijk voor<br />

Louwewei 10 ja<br />

alternatieve<br />

geneeswijzen<br />

Riperwei 9<br />

ja<br />

agrarisch bedrijf Riperwei 22 0121 100 m<br />

agrarisch bedrijf Riperwei 26 0121 100 m<br />

onderzoekbureau Riperwei 28B ja<br />

sauna en<br />

schoonheidscentrum<br />

handel in<br />

tweedehands spullen<br />

Riperwei 30A 9302/<br />

9304<br />

Riperwei 40<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

30 m<br />

klussenbedrijf Riperwei 46 45 30 m<br />

handelsbedrijf Riperwei 47 ja<br />

transportbedrijf Riperwei 66 ja<br />

agrarisch bedrijf Riperwei 78 0121 100 m<br />

installatiebedrijf Sinnewar 3 ja<br />

reclamebedrijf voor<br />

ligfietsen<br />

Sinnewar 31<br />

ja<br />

bedrijf in videorapportages<br />

Broerstrjitte 11<br />

ja<br />

schoonheidssalon Broerstrjitte 21 ja<br />

klokkenreparatie- en -<br />

onderhoudsbedrijf<br />

Broerstrjitte 31<br />

ja<br />

jachtonderhouds- en<br />

-schildersbedrijf<br />

Broerstrjitte 33<br />

ja<br />

bedrijf in medische<br />

keuringen<br />

Douwestrjitte 12<br />

ja<br />

makelaar Douwestrjitte 13 ja<br />

adviesbureau Douwestrjitte 17 ja<br />

bureau in technische<br />

dienstverlening<br />

Noardein 54<br />

ja<br />

hoveniersbedrijf Noardein 64 ja<br />

kapsalonbedrijf Noardein 74 ja<br />

multifunctioneel<br />

centrum<br />

P. Walmastrjitte 9133.1 30 m<br />

supermarkt Tsjerkebuorren 8 5211 10 m<br />

straal- en<br />

coatingbedrijf<br />

Brêgefinne 1 351 200 m<br />

betonbedrijf Brêgefinne 4 en 6 2661.1 300 m<br />

jachtschildersbedrijf Leyesleatswei 1 351 200 m<br />

jachtbouwbedrijf Leyesleatswei 2 351 200 m<br />

jachttimmerbedrijf<br />

bedrijf in roestvast-<br />

Leyesleatswei 3 351 200 m<br />

stalen<br />

scheepstoebehoren<br />

Leyesleatswei 4 2852 100 m<br />

scheepstimmerbedrijf Leyesleatswei 4 351 200 m<br />

285.00.00.27.00.toe 26<br />

ja


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

In het algemeen is het zo dat de bedrijven mede door hun<br />

milieuvergunning, en de daarin opgenomen voorwaarden, passend<br />

zijn op de betrokken locatie. Op de bedrijventerreinen zijn inrichtingen<br />

als bedoeld in artikel 40 in samenhang met artikel 1 van de Wet<br />

geluidhinder, seksinrichtingen en risicovolle inrichtingen middels de<br />

voorschriften uitgesloten.<br />

4.4 Externe veiligheid<br />

Het beleid ten aanzien van het produceren, verwerken, opslaan en<br />

vervoeren van gevaarlijke stoffen begint steeds vastere vormen aan te<br />

nemen. De overheid werkt hard aan het vastleggen van<br />

veiligheidsnormen die in acht moeten worden genomen en waarmee<br />

zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke<br />

ordening rekening gehouden moet worden. Nieuw aan het<br />

veiligheidsbeleid is dat de afwegingen ten aanzien van risico’s op<br />

ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben<br />

duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust<br />

of impliciet plaatsvinden.<br />

Uit de risicokaart (zie navolgende figuur) van de provincie blijkt dat in<br />

of in de nabijheid van het plangebied enkele risicobronnen aanwezig<br />

zijn. Het betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (A7)<br />

en over het water (Prinses Margrietkanaal). Daarnaast loopt langs de<br />

westzijde (doch buiten het plangebied) van de woonbuurt Broeresleat<br />

een aardgasleiding. Deze leiding staat niet op de provinciale<br />

risicokaart vermeld.<br />

Figuur 7: Fragment Risicokaart (bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 27


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Normstelling<br />

Normering<br />

Beoordeling weg<br />

4.4.1 Vervoer gevaarlijke stoffen<br />

Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen bestaat nog geen wettelijke<br />

normering zoals die voor inrichtingen. In de "Nota Risiconormering<br />

vervoer gevaarlijke stoffen" uit 1996 is het externe veiligheidsbeleid<br />

voor vervoer van gevaarlijke stoffen gegeven. Deze Nota is in 2006<br />

vervangen door de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen.<br />

In de "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" is het<br />

beleid verder uitgewerkt en verduidelijkt. In de circulaire, die op 4<br />

augustus 2004 in de Staatscourant is gepubliceerd, is het rijksbeleid<br />

aangegeven over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol<br />

spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de<br />

omgeving. In de circulaire is overigens zoveel mogelijk aansluiting<br />

gezocht bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen.<br />

Ook voor het vervoer van gevaarlijke stoffen moet een afweging<br />

worden gemaakt ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het<br />

groepsrisico ten opzichte van risicogevoelige objecten. Als<br />

uitgangspunt voor het plaatsgebonden risico geldt dat dit niet groter<br />

mag zijn dan 10 -6 per jaar. Dit is een grenswaarde voor nieuwe<br />

situaties. Voor bestaande situaties met een hoger risico dan 10 -6 per<br />

jaar moet ernaar worden gestreefd om aan de grens van kwetsbare<br />

bestemmingen het risico te verlagen zonder dat het de bedoeling is<br />

dat voor deze situaties een saneringsprogramma wordt opgezet.<br />

Risicoreductie moet in deze situaties meelopen met infrastructurele<br />

aanpassingen die om andere redenen (toch al) nodig zijn. Voor deze<br />

situaties geldt wel het zogenaamde standstill-beginsel totdat aan de<br />

norm wordt voldaan. Voor het groepsrisico gelden oriënterende<br />

waarden. Deze zijn 10 -4 per jaar voor 10 doden, 10 -6 per jaar voor 100<br />

doden en 10 -8 per jaar voor 1.000 doden.<br />

Voor de beoordeling van het gevaar dat is verbonden aan het vervoer<br />

van gevaarlijke stoffen over de weg is de “Risicoatlas wegvervoer<br />

gevaarlijke stoffen” (AVIV in opdracht van Rijkswaterstaat, maart<br />

2003) van belang.<br />

In de risicoatlas wordt aangegeven dat in het plangebied een weg<br />

aanwezig is waar het transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het<br />

betreft de A7. Uit de risicoatlas blijkt dat het aantal gevaarlijke<br />

transporten op deze weg 2.500 tot 10.000 per jaar bedraagt. Jaarlijks<br />

vinden circa 1.000 transporten van brandbare gassen en 5.000 tot<br />

15.000 transporten van brandbare vloeistoffen plaats.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 28


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Beoordeling vaarweg<br />

Normstelling<br />

In de risicoatlas wegvervoer is voor de A7 vastgesteld dat de 10 -6<br />

risicocontour (de kans op overlijden is 1 op miljoen) voor het<br />

plaatsgebonden risico op minder dan 25 meter uit de wegas ligt.<br />

Binnen de 10 -6 risicocontour is geen toename van het aantal<br />

kwetsbare, of beperkt kwetsbare functies aan de orde.<br />

De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt bij lange na niet<br />

overschreden. Geconcludeerd kan worden dat de aanwezigheid van<br />

de A7 op het gebied van externe veiligheid geen beperkingen voor het<br />

bestemmingsplan met zich meebrengt.<br />

Voor de beoordeling van het gevaar dat is verbonden aan het vervoer<br />

van gevaarlijke stoffen over de vaarweg is de “Risicoatlas<br />

Hoofdvaarwegen Nederland” (AVIV in opdracht van Rijkswaterstaat,<br />

februari 2003) van belang.<br />

In de risicoatlas wordt aangegeven dat in het plangebied een vaarweg<br />

aanwezig is waar het transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het<br />

betreft het Prinses Margrietkanaal.<br />

In de risicoatlas is voor het Prinses Margrietkanaal vastgesteld dat de<br />

10 -6 risicocontour (de kans op overlijden is 1 op miljoen) voor het<br />

plaatsgebonden risico op minder dan 25 meter uit de oever van de<br />

vaarweg ligt. Binnen de 10 -6 risicocontour is geen toename van het<br />

aantal kwetsbare, of beperkt kwetsbare functies aan de orde.<br />

De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt bij lange na niet<br />

overschreden. Geconcludeerd kan worden dat de aanwezigheid van<br />

het Prinses Margrietkanaal op het gebied van externe veiligheid geen<br />

beperkingen voor het bestemmingsplan met zich meebrengt.<br />

4.4.2 Aardgastransportleiding<br />

Voor gasleidingen zijn de richtlijnen met betrekking tot veiligheid<br />

opgenomen in de in 2004 vastgestelde Circulaire Risiconormering<br />

vervoer gevaarlijke stoffen. In deze circulaire is voor aardgastransportleidingen<br />

aangegeven dat het bestaande beleid ongewijzigd is. Dit<br />

voorgaande beleid voor gasleidingen is opgenomen in de circulaire van<br />

het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en<br />

Milieubeheer, kenmerk DGMH/B nr. 0104004 van 26 november 1984.<br />

Door de Gasunie is bij brief van 2 februari 2005 met het kenmerk<br />

dgg/v-05/000698/vl bekend gemaakt dat de zonering langs aardgastransportleidingen<br />

wordt herzien. Vooralsnog geldt echter de<br />

bestaande circulaire. In het onderhavige plan is derhalve uitgegaan<br />

van de huidige regelingen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 29


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Normstelling<br />

Beoordeling<br />

Als uitgangspunt geldt dat bestemmingen welke voorzien in het<br />

regelmatig verblijf van personen in beginsel buiten de zogeheten<br />

toetsingsafstand dienen te worden gerealiseerd. In de praktijk is dit<br />

vanwege technische, planologische of economische redenen niet<br />

altijd mogelijk. Daarom is in de regeling tevens vermeld welke<br />

minimumafstanden (de bebouwingsafstanden) gelden indien de<br />

toetsingsafstand niet gerealiseerd wordt.<br />

Bij de bebouwingsafstanden wordt onderscheid gemaakt tussen<br />

enerzijds incidentele bebouwing & bijzondere objecten categorie II en<br />

anderzijds woonwijken & flatgebouwen & bijzondere objecten<br />

categorie I.<br />

Daarnaast wordt voor aardgasleidingen een bebouwingsvrije zone<br />

aangehouden. Binnen deze zone dienen alle handelingen achterwege<br />

te blijven, welk een veilig transport in gevaar kunnen brengen. Deze<br />

bebouwingsvrije zone komt overeen met de bebouwingsafstand voor<br />

incidentele bebouwing & bijzondere objecten categorie II.<br />

Zoals gezegd loopt langs de westzijde van de woonbuurt Broeresleat<br />

een aardgastransportleiding. Het betreft een leiding met een<br />

doorsnede van 8 inch en een werkdruk van 40 bar.<br />

De circulaire van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke<br />

Ordening en Milieubeheer geeft voor de thans aanwezige leiding de in<br />

tabel 2 genoemde afstanden.<br />

Tabel 2: Veiligheidsafstanden aardgasleidingen<br />

Diameter Werkdruk Toetsings-<br />

afstand<br />

Woonwijk<br />

&<br />

bijzondere<br />

objecten<br />

cat. I*<br />

Incidentele<br />

bebouwing<br />

&<br />

bijzondere<br />

objecten<br />

categorie<br />

II**<br />

Bebouwingsvrije<br />

zone<br />

8” 40 bar 20 m 4 m 7 m 4 m<br />

* bijvoorbeeld: bejaardentehuizen, scholen, winkelcentra, hotels en<br />

kantoorgebouwen (bestemd voor meer dan 50 mensen)<br />

** bijvoorbeeld: sporthallen, zwembaden, weidewinkels<br />

Zoals in het voorgaande is aangegeven, zijn de toetsingsafstanden in<br />

beginsel de afstanden waarbinnen geen kwetsbare objecten als<br />

woningen mogen voorkomen. Deze afstand is in principe zodanig dat<br />

daarbuiten de invloed van de leidingen verwaarloosbaar geacht mag<br />

worden. Binnen de toetsingsafstand zijn in het plangebied van<br />

onderhavig bestemmingsplan geen woonwijken, incidentele<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 30


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Planologische regeling<br />

Algemeen<br />

FAMKE<br />

bebouwing dan wel bijzondere objecten aanwezig. Ook worden deze<br />

functies in het onderhavige plan niet mogelijk gemaakt.<br />

De aardgasleiding is, hoewel deze buiten het plangebied valt, ter<br />

indicatie op de plankaart aangegeven. De bebouwingsvrije afstand<br />

van de aardgasleiding valt evenmin binnen het plangebied. De<br />

toetsingsafstand is als aanduiding op de plankaart aangegeven die<br />

verbonden is aan een afstemmingsbepaling in artikel 15 van de<br />

voorschriften. Bij het realiseren van kwetsbare en beperkt kwetsbare<br />

objecten dient overleg plaats te vinden met de betreffende<br />

leidingbeheerder.<br />

4.5 Ecologie<br />

Het voorliggende bestemmingsplan is een beheersplan. Aanzienlijke<br />

verandering van de bestaande situatie is derhalve niet mogelijk. De<br />

eventueel aanwezige ecologische waarden zullen door dit<br />

bestemmingsplan dan ook niet worden verstoord. Wel is in het plan<br />

een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt aan<br />

het Binnenpaed te Jutrijp twee woningen te bouwen. Voorafgaand aan<br />

deze wijziging dient bepaald te worden of ecologische waarden in het<br />

geding kunnen zijn.<br />

4.6 Archeologie<br />

Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta.<br />

Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een<br />

prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke<br />

planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig<br />

betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het<br />

behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de<br />

introductie van het zogenaamde "veroorzakerprincipe". Dit principe<br />

houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk<br />

is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van<br />

eventueel aanwezige archeologische waarden.<br />

Mede in verband met de doorvoering van bovengenoemd Europees<br />

beleid heeft de provincie Fryslân een cultuurhistorische advieskaart<br />

uitgebracht waar onder meer informatie te vinden is over te<br />

verwachten archeologische waarden. Deze informatie is weergegeven<br />

op FAMKE, de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra. Voor<br />

Jutrijp en Oppenhuizen/Uitwellingerga geeft FAMKE het volgende<br />

weer.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 31


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Figuur 8: Fragment FAMKE Steentijd-Bronstijd Jutrijp<br />

(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />

Figuur 9: Fragment FAMKE Steentijd-Bronstijd Oppenhuizen-Broeresleat<br />

(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 32


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Steentijd-Bronstijd<br />

IJzertijd-Middeleeuwen<br />

Figuur 10: Fragment FAMKE Steentijd-Bronstijd Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />

Ten aanzien van de periode Steentijd-Bronstijd wordt voor de lichtgele<br />

gebieden (het gehele plangebied) door de provincie "karterend<br />

onderzoek 3" aanbevolen. Dit betekent dat bij ingrepen van meer dan<br />

5.000 m² een karterend archeologisch onderzoek uitgevoerd dient te<br />

worden. In deze gebieden kunnen zich op enige diepte<br />

archeologische lagen bevinden uit de steentijd, die zijn afgedekt door<br />

een veen- of kleidek. Mochten zich hier archeologisch resten<br />

bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit.<br />

Ten aanzien van de periode IJzertijd-Middeleeuwen worden in het<br />

plangebied drie verschillende gebieden onderscheiden.<br />

Figuur 11: Fragment FAMKE IJzertijd-Middeleeuwen Jutrijp<br />

(bron: provincie Fryslân, 24-10-2006)<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 33


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Figuur 12: Fragment FAMKE IJzertijd-Middeleeuwen Oppenhuizen-Broeresleat<br />

(bron: provincie Fryslân, 24-10-2006)<br />

Figuur 13: Fragment FAMKE IJzertijd-Middeleeuwen Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

(bron: provincie Fryslân, 17-11-2006)<br />

Van de gebieden die zijn aangegeven met "streven naar behoud" (de<br />

rode gebieden) is bekend dat zij waardevolle archeologische resten<br />

uit de periode bronstijd en later bevatten. In veel gevallen betreft het<br />

AMK-terreinen (terreinen die op de archeologische monumentenkaart<br />

vermeld staan), maar het kunnen ook terreinen zijn die bij gemeente<br />

of provincie bekend staan als archeologisch waardevol.<br />

Voor deze gebieden is een aanvullende regeling in het voorliggende<br />

bestemmingsplan opgenomen. Deze terreinen zijn op de plankaart<br />

namelijk bestemd als “Archeologisch waardevol gebied”. Voor het<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 34


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Ontwikkelingen<br />

herstel en behoud van archeologische waarden zijn voor de als<br />

“Archeologisch waardevol gebied” bestemde gebieden aanvullende<br />

bebouwingsbepalingen en een aanlegvergunningvereiste opgenomen.<br />

Een aanlegvergunning is vereist voor de volgende activiteiten:<br />

- het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen,<br />

ontginnen van gronden dieper dan 30 centimeter en met een<br />

grotere oppervlakte dan 50 m²;<br />

- het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of<br />

telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband<br />

houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan<br />

30 cm;<br />

- het verlagen van het waterpeil;<br />

- het aanbrengen of rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben<br />

worden verwijderd, met een oppervlakte groter dan 50 m².<br />

Voor de lichtoranje gebieden luidt het advies "karterend onderzoek 3".<br />

In deze gebieden kunnen zich archeologische resten bevinden uit de<br />

periode midden-bronstijd – vroege Middeleeuwen. Het gaat hier dan<br />

met name om vroeg- en vol-middeleeuwse veenontginningen. Daarbij<br />

bestaat de kans dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied<br />

bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische<br />

sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al<br />

afgegraven zijn. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer<br />

dan 5.000 m² een karterend archeologisch onderzoek uit te laten<br />

voeren.<br />

Voor de groene gebieden is geen archeologisch onderzoek<br />

noodzakelijk. Dit advies wordt gegeven als op basis van eerder<br />

onderzoek is gebleken dat er zich geen archeologische resten in de<br />

bodem bevinden, of wanneer de archeologische verwachting voor het<br />

aantreffen van archeologische resten uit de periode midden-bronstijd<br />

– vroege Middeleeuwen op gefundeerde gronden zodanig laag is dat<br />

de kans op aantasting bij de meeste ingrepen zeer klein is.<br />

In het plan zijn geen ingrepen met een grotere oppervlakte van meer<br />

dan 5.000 m² voorzien. Een uitzondering hierop vormen ingrepen op<br />

agrarische percelen. Door de provincie is echter aangeveven dat voor<br />

bestaande agrarische bedrijven geen archeologisch onderzoek<br />

behoeft te worden uitgevoerd, ook niet indien in het nieuwe<br />

bestemmingsplan een groter agrarisch bouwperceel mogelijk wordt<br />

gemaakt.<br />

Kortom, voor zowel voor de periode Steentijd-Bronstijd als voor de<br />

periode IJzertijd-Middeleeuwen is archeologisch onderzoek in het<br />

kader van het voorliggende bestemmingsplan niet noodzakelijk.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 35


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Algemeen<br />

Overleg met het<br />

waterschap<br />

4.7 Water<br />

Op grond van artikel 12 uit het Besluit op de ruimtelijke ordening dient<br />

in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden<br />

opgenomen, waarin wordt aangegeven op welke wijze rekening is<br />

gehouden met de gevolgen van het plan voor de<br />

waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te<br />

worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de<br />

waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het<br />

oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde<br />

watertoets: ‘het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren<br />

(door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van<br />

waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten’.<br />

Op 15 februari 2007 is het bestemmingsplan besproken met het<br />

Wetterskip Fryslân. In dit gesprek is aangegeven dat er in Jutrijp,<br />

Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne geen<br />

bijzonderheden of aandachtspunten aan de orde zijn, die een nadere<br />

regeling in het bestemmingsplan noodzakelijk maken.<br />

Het overleg wordt door zowel de gemeente als het Wetterskip gezien<br />

als het wateradvies. Er is daarom in het gesprek afgesproken dat het<br />

Wetterskip geen schriftelijk wateradvies omtrent dit plan zal geven<br />

omdat alle relevante zaken reeds in het gesprek aan de orde zijn<br />

geweest.<br />

In het onderhavige bestemmingsplan worden geen nieuwe<br />

ontwikkelingen mogelijk gemaakt die van invloed zijn op de<br />

waterhuishouding. Hiervoor hoeven derhalve ook geen<br />

compenserende maatregelen te worden getroffen. Ten aanzien van<br />

de mogelijkheid middels wijziging twee woningen aan het Binnenpaed<br />

te Jutrijp te kunnen bouwen, is bepaald dat alvorens de<br />

wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast, de watertoets moet<br />

worden uitgevoerd.<br />

In het plangebied zijn geen grootschalige riolerings- en<br />

zuiveringsinstallaties aanwezig. Hieromtrent hoeft dan ook niets te<br />

worden geregeld in het bestemmingsplan. De veel voorkomende<br />

kleine nutsvoorzieningen zijn geregeld (en toegestaan) in de<br />

bestemmingsomschrijvingen van de verschillende bestemmingen.<br />

De structuurbepalende waterlopen en de waterlopen die van belang<br />

zijn voor de waterhuishouding en het vaarverkeer zijn als water<br />

bestemd. Hiermee is de functie van de natte infrastructuur beschermd<br />

in het bestemmingsplan.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 36


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

NSL/NIBM<br />

Interimperiode<br />

4.8 Luchtkwaliteit<br />

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit<br />

geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet<br />

gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een<br />

arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van<br />

toepassing).<br />

Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet<br />

milieubeheer in werking getreden. De uitvoeringsregelingen zullen<br />

naar verwachting begin 2008 gereed zijn.<br />

Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />

Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen<br />

van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma<br />

houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de<br />

aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma,<br />

hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden)<br />

voor luchtkwaliteit.<br />

Ook projecten die ‘niet in betekenende mate’ (nibm) van invloed zijn<br />

op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de<br />

grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen<br />

beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, moeten nog<br />

worden vastgelegd in de AMvB-nibm.<br />

Enerzijds is de wet in werking getreden, anderzijds is er nog geen<br />

sprake van een definitief vastgesteld NSL. Deze interim-periode zal<br />

naar verwachting voor geheel 2008 gelden. Tijdens deze periode<br />

geldt dat nieuwe projecten moeten voldoen aan de grenswaarden.<br />

Het kabinet is voornemens om gedurende de interim-periode een<br />

grens van 1% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van<br />

maximaal 0,4 µg/m 3 NO2 of PM10) als ‘niet in betekenende mate te<br />

beschouwen’ en deze vast te leggen in de AMvB-nibm. Een<br />

verslechtering van de luchtkwaliteit van 1% of minder sluit goed aan<br />

bij de uitspraken van de Raad van State. Voor de komende jaren<br />

wordt door het MNP een daling van de relevante<br />

achtergrondconcentraties van zowel PM10 als NO2 met circa 0,4–0,6<br />

µg/m 3 per jaar verwacht als gevolg van (internationaal) bronbeleid.<br />

Uitgaande van het criterium van de Raad van State, dat nieuwe<br />

ontwikkelingen niet mogen leiden tot het overschrijden of niet bereiken<br />

van de grenswaarden, acht het kabinet projecten die 1% aan de<br />

bestaande concentraties toevoegen aanvaardbaar. De reden hiervoor<br />

is dat deze 1% binnen een jaar gecompenseerd zal worden door de<br />

trendmatige verbetering van de luchtkwaliteit, zodat per saldo geen<br />

verslechtering optreedt.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 37


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Het onderhavige bestemmingsplan is grotendeels een conserverend<br />

plan, waarbinnen slechts zeer beperkt ontwikkelingen worden<br />

mogelijk gemaakt. Het betreft een ontwikkeling bij wijziging, namelijk<br />

de bouw van in totaal 2 woningen in Jutrijp. Daarnaast is er een<br />

wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die het mogelijk maakt de<br />

bestemming van agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende<br />

erven te wijzigen in de bestemming woongebied, waarbij in de<br />

voormalige boerderijvorm ten hoogste 3 woningen mogen worden<br />

gerealiseerd. Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van<br />

8 woningen. Op basis van de CROW-publicatie nr. 256 ‘Verkeersgeneratie<br />

woon- en werkgebieden’ (oktober 2007) mag worden<br />

uitgegaan van een ritproductie van 5 ritten per woning. Dit betekent op<br />

de omliggende wegen een maximale toename van 40 mvt/etmaal.<br />

Indien de toename van het verkeer op de weg groter zou zijn dan<br />

ongeveer 600 mvt/etmaal wordt de grens van 1% (een toename van<br />

0,4 µg/m 3 NO 2 of PM10) overschreden. Deze toename vanwege het<br />

plan is echter lager dan 600 mvt/etm en daarmee de 1% norm.<br />

Onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.<br />

4.9 Bodem<br />

In het kader van het landelijk project "Landsdekkend Beeld<br />

Bodemverontreiniging" is in 2003 en 2004 in Fryslân een (vrijwel)<br />

provinciedekkende inventarisatie uitgevoerd naar bodemlocaties<br />

waarvan op grond van historische gegevens het vermoeden bestond<br />

dat er sprake van bodemverontreiniging zou kunnen zijn, de<br />

zogenaamde "verdachte" locaties. Al deze gevonden locaties zijn in<br />

een database verzameld. Tevens zijn bodemonderzoeksrapporten,<br />

die bij de gemeenten en de provincie aanwezig zijn, ingevoerd in de<br />

gemeentelijke bodeminformatiesystemen. De meeste locaties leveren<br />

geen onaanvaardbaar risico op en kunnen worden aangepakt<br />

wanneer er nieuwbouw, wegaanleg of eigendomsoverdracht<br />

plaatsvindt.<br />

Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen<br />

niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch<br />

onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen<br />

of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten<br />

uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader<br />

bodemonderzoek kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is<br />

van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke<br />

omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen<br />

of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de<br />

locatie en of er beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden.<br />

Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 38


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan<br />

worden gekozen.<br />

In het plangebied is een aantal (potentieel) vervuilde locaties<br />

aanwezig. Van vervuilde locaties die urgente sanering behoeven is<br />

echter geen sprake. De aanwezigheid van (potentieel) vervuilde<br />

locaties vormt geen belemmering voor onderhavig bestemmingsplan.<br />

Voor het wijzigingsgebied in Jutrijp, waar aan het Binnenpaed na<br />

wijziging twee woningen kunnen worden gebouwd, is bepaald dat<br />

alvorens de wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast,<br />

bodemonderzoek dient te zijn uitgevoerd.<br />

4.10 Beheerszones langs vaarwegen<br />

In de Vaarwegenverordening Friesland (1996) zijn bepalingen<br />

opgenomen met betrekking tot het bouwen en het uitvoeren van<br />

werken binnen een vastgestelde zone langs provinciale vaarwegen.<br />

Per vaarwegklasse (CEMT-classificatie) zijn zones vastgesteld.<br />

Tabel 3: Zones van vaarwegen<br />

CEMT-klasse Beheersgrens Bebouwingsvrije zone<br />

IV<br />

III<br />

II<br />

I<br />

0/00<br />

Staat B-<br />

Vaarweg<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

Buitengebied, niet<br />

kanaalgebonden<br />

Stedelijk gebied,<br />

industriegebied<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 39<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

20<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

10 5 5<br />

In het bestemmingsplangebied bevindt zich één vaarweg die onder<br />

het beheer van de provincie valt: het Prinses Margrietkanaal. Deze<br />

vaarweg is ingedeeld in CEMT-klasse IV en heeft op grond van de<br />

vaarwegenverordening een beheergrens van 30 meter. Op grond van<br />

artikel 11 van de verordening is het verboden om binnen de<br />

beheerszone, gemeten vanaf de waterlijn op zomerpeil, een werk te<br />

maken, op te richten of te hebben, de afmetingen van een bestaand<br />

werk te veranderen, of in het algemeen enige handeling te verrichten<br />

waardoor in de plaatselijke toestand wijziging wordt gebracht.<br />

Bovendien is het verboden om binnen afstand van 3 meter vanaf de<br />

waterlijn op zomerpeil houtgewas te hebben. Daarnaast geldt een


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Planologische regeling<br />

bebouwingsvrije zone van 20 meter langs vaarwegen met CEMTklasse<br />

IV binnen stedelijk- en industriegebied.<br />

Binnen de beheersgrens van 30 meter biedt het voorliggende plan bij<br />

recht bouwmogelijkheden. Mede met het oog op deze mogelijkheden<br />

is in artikel 15 een afstemmingsregeling opgenomen. In deze regeling<br />

is bepaald dat ingevolge de Vaarwegenverordening Friesland binnen<br />

een zone van 30 meter uit de oever van het Prinses Margrietkanaal<br />

ontheffing nodig is voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.<br />

In het Streekplan Fryslân 2007 geeft de provincie aan dat zij het<br />

Prinses Margrietkanaal zullen opwaarderen tot CEMT klasse Va.<br />

Grotere en zwaardere schepen kunnen dan van deze vaarweg<br />

gebruik maken. Indien dit leidt tot een bredere beheerszone dan<br />

momenteel het geval is, zal daarmee bij ontwikkelingen in het<br />

plangebied rekening moeten worden gehouden.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 40


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

5 Planbeschrijving<br />

Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt getracht om de<br />

bestaande kwaliteiten te behouden en waar nodig en mogelijk deze te<br />

verbeteren. Dit geldt zowel voor het wonen als voor de voorzieningen<br />

en de bedrijvigheid. Ten aanzien van deze functies zijn in dit<br />

hoofdstuk de beleidsuitgangspunten aangegeven.<br />

De beleidsuitgangspunten zijn gebaseerd op het beleid van de hogere<br />

overheden, het beleid van de gemeente zoals vastgelegd in een<br />

aantal notities en visies en op de bestaande situatie en de<br />

milieukundige randvoorwaarden zoals in de voorgaande hoofdstukken<br />

zijn beschreven.<br />

5.1 Functioneel beleid<br />

5.1.1 Wonen<br />

1. Het beleid is gericht op het handhaven van de woonfunctie van<br />

Jutrijp en de woonbuurt Broeresleat.<br />

Een toename van het aantal woningen kan mogelijk worden<br />

gemaakt middels een wijzigingsbevoegdheid. De wijzigingsbevoegdheid<br />

betreft een wijziging van de agrarische functie aan<br />

de Riperwei 22, de Riperwei 26 en de Riperwei 78. Het maximum<br />

aantal woningen dat middels deze wijziging gerealiseerd mag<br />

worden bedraagt 3 per locatie.<br />

Voor de locatie Binnenpaed 40 in Jutrijp is de mogelijkheid<br />

opgenomen om bij wijziging 2 extra woningen te realiseren. Deze<br />

mogelijkheid was reeds bij recht opgenomen in het<br />

bestemmingsplan Jutrijp.<br />

2. Aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven acht de gemeente<br />

mogelijk in de woongebieden.<br />

5.1.2 Voorzieningen<br />

3. Het beleid is gericht op het handhaven van de bestaande<br />

voorzieningen in het plangebied.<br />

4. Vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige voorzieningen<br />

worden geboden in het vanouds gemengde gebied langs de<br />

hoofdontsluiting in Oppenhuizen. De bebouwing van het dorp is<br />

mede ontstaan langs het Noardein. Het gebied rond deze weg is<br />

van oudsher gemengd. Daar waar de ontsluiting het toelaat, is<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 41


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

het beleid gericht op handhaving van dit gemengde karakter.<br />

5. Detailhandel op bedrijventerreinen wordt door de gemeente<br />

mogelijk én wenselijk geacht. Het beleid is er dan ook op gericht<br />

dat op het bedrijventerrein Brêgefinne te Uitwellingerga<br />

detailhandelsvestigingen mogelijk zijn. Detailhandelsvestigingen<br />

zijn nauwelijks tot niet meer aanwezig in nabijgelegen dorpen.<br />

Nieuwvestiging van detailhandel op het bedrijventerrein kan<br />

derhalve een economische impuls geven aan dergelijke dorpen<br />

en daarmee de leefbaarheid op het platteland vergroten.<br />

5.1.3 Bedrijvigheid<br />

6. Vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige en nietmilieuhinderlijke<br />

bedrijven wordt in Oppenhuizen geboden in het<br />

vanouds gemengde gebied langs het Noardein. Het perceel<br />

Binnenpaed 6 te Jutrijp kende reeds in het bestemmingsplan<br />

Jutrijp de mogelijkheid tot vesting van kleinschalige bedrijvigheid.<br />

Deze mogelijkheid is in onderhavig plan gehandhaafd. Het betreft<br />

hierbij uitsluitend bedrijven uit de categorieën 1 en 2 van de<br />

VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering.<br />

7. Bedrijvigheid uit de milieucategorieën 3.1 (50 meter) en hoger is<br />

uitsluitend toegestaan op het bedrijventerrein Brêgefinne te<br />

Uitwellingerga. Ter plaatse is bedrijvigheid in milieucategorie 4.1<br />

(200 meter), milieucategorie 4.2 (300 meter) en milieucategorie<br />

5.1 (500 meter) mogelijk op een deel van de locatie. Het<br />

onderhavige plan voorziet in een zonering van het bedrijfsterrein.<br />

De jachtwerf/jachthaven aan het Binnenpaed te Jutrijp kent de<br />

milieucategorie 3.1. Ten aanzien van deze locatie is in de<br />

voorschriften bepaald dat ter plaatse de bestaande bedrijvigheid<br />

(in casu de jachtwerf) is toegestaan, dan wel bedrijvigheid in de<br />

milieucategorieën 1 en 2.<br />

8. Bedrijven die op het moment van de eerste tervisielegging van<br />

het plan aanwezig in het woongebied, dan wel het gemengde<br />

gebied aanwezig zijn, zijn tot de bestaande omvang beperkt.<br />

5.2 Ruimtelijk beleid<br />

9. De gemeente streeft naar het behoud van de bestaande<br />

hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en dakvorm)<br />

van panden die op de plankaart met “karakteristiek” zijn<br />

aangeduid.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 42


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

10. De gemeente streeft naar het behoud van de bestaande<br />

waterlopen die structuurbepalend zijn en/of van belang zijn voor<br />

de waterhuishouding.<br />

11. De gemeente streeft naar het behoud van de bestaande<br />

structuurbepalende groenvoorzieningen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 43


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

6 Juridische toelichting<br />

6.1 Bestemmingsplanprocedure<br />

De bestemmingsplanprocedure is geregeld in de Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit op de ruimtelijke ordening<br />

(Bro 1985). In het kort ziet deze procedure er als volgt uit:<br />

1 Voorbereidingsprocedure<br />

Een voorontwerpbestemmingsplan wordt opgesteld door het<br />

College van Burgemeester en Wethouders en wordt voor overleg<br />

toegezonden aan een aantal in artikel 10 van het Bro 1985<br />

genoemde instanties en overeenkomstig de gemeentelijke<br />

inspraakverordening voor de inspraak ter visie gelegd op de<br />

daartoe in de gemeente gebruikelijke plaatsen. Het College van<br />

Burgemeester en Wethouders reageert op het overleg (ex artikel<br />

10 Bro 1985) en de inspraak door in de toelichting van het plan<br />

op de gemaakte op- en aanmerkingen in te gaan en aan te geven<br />

welk standpunt de gemeente daarover inneemt.<br />

2 Vaststellingsprocedure<br />

Vervolgens wordt het ontwerpplan, na een officiële aankondiging<br />

daartoe in de Staatscourant en in een of meer dag- of<br />

nieuwsbladen, gedurende 6 weken ter gemeentesecretarie ter<br />

inzage gelegd (eerste terinzagelegging). Een ieder kan<br />

gedurende deze periode een zienswijze kenbaar maken bij de<br />

gemeenteraad. De gemeenteraad neemt omtrent het<br />

ontwerpbestemmingsplan en de daarover kenbaar gemaakte<br />

zienswijzen een besluit en stelt het plan (eventueel in gewijzigde<br />

vorm) vast en zendt het plan ter goedkeuring toe aan<br />

Gedeputeerde Staten.<br />

3 Goedkeuringsprocedure<br />

Nadat het plan door de gemeenteraad is vastgesteld ligt het<br />

opnieuw gedurende 6 weken op de gemeentesecretarie inzage<br />

(tweede terinzagelegging). Belanghebbenden die eerder<br />

zienswijzen kenbaar hebben gemaakt, maar naar hun mening<br />

onvoldoende door de gemeenteraad tegemoet zijn gekomen,<br />

kunnen nu bij Gedeputeerde Staten bedenkingen inbrengen.<br />

Wanneer de gemeenteraad wijzigingen tijdens de vaststelling van<br />

het plan heeft aangebracht, kan iedere belanghebbende ten<br />

aanzien van deze wijzigingen in diezelfde periode bij<br />

Gedeputeerde Staten bedenkingen inbrengen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 45


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Nadat de Provinciale Planologische Commissie advies omtrent<br />

het toegezonden plan en de gemaakte bedenkingen heeft<br />

uitgebracht, nemen Gedeputeerde Staten een beslissing. In het<br />

geval Gedeputeerde Staten geen bedenkingen hebben bereikt en<br />

Gedeputeerde Staten het plan in zijn geheel goedkeuren, is het<br />

plan onherroepelijk geworden. De procedure is in die situatie dan<br />

ook geëindigd.<br />

In alle andere gevallen kan de procedure worden vervolgd. Voor<br />

wat betreft het deel van het plan waartegen geen bedenkingen<br />

zijn gerezen en door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, is er<br />

sprake van het onherroepelijk worden van dit betreffende deel.<br />

4 Procedure Raad van State<br />

Opnieuw wordt het geheel of gedeeltelijk goedgekeurde plan ter<br />

gemeentesecretarie gedurende 6 weken ter inzage gelegd (derde<br />

terinzagelegging). Alleen degenen die eerder bedenkingen<br />

hebben gemaakt bij Gedeputeerde Staten kunnen nu in beroep<br />

bij de Afdeling Bestuursrechtspraak bij de Raad van State. In het<br />

geval dat aan het plan gedeeltelijk goedkeuring is onthouden,<br />

kunnen ook anderen in beroep bij deze afdeling, zij het alleen op<br />

dit punt.<br />

Indien door de Raad van State aan delen van het plan de goedkeuring<br />

wordt onthouden, dient het gemeentebestuur binnen een jaar een<br />

nieuw bestemmingsplan te maken, waarin de aanwijzingen van<br />

Gedeputeerde Staten en/of de Raad van State zijn opgevolgd.<br />

6.2 Juridische vormgeving<br />

6.2.1 Algemeen<br />

Het plan is overeenkomstig artikel 12 van het Besluit op de ruimtelijke<br />

ordening 1985 (Bro) vervat in:<br />

a. een kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming<br />

van de in het plan begrepen gronden is aangewezen;<br />

b. een omschrijving van de bestemmingen, waarbij het toe te<br />

kennen doel of de doeleinden is aangegeven;<br />

c. een beschrijving in hoofdlijnen van de wijze waarop met het plan<br />

de doeleinden worden nagestreefd;<br />

d. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen<br />

grond en van de zich daarop bevindende opstallen;<br />

e. wijzigings- en vrijstellingsbepalingen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 46


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Aanvullende werking<br />

bouwverordening<br />

Wet op de<br />

openluchtrecreatie<br />

Waterschap<br />

Bestemmingsdifferentiatie<br />

6.2.2 Afstemming op andere wetten en verordeningen<br />

Met het oog op de duidelijkheid, dan wel om een dubbel<br />

vergunningenstelsel te voorkomen is ten aanzien van een aantal<br />

wetten en/of verordeningen aangegeven hoe het gemeentebestuur bij<br />

de toepassing van de daarin opgenomen regelingen rekening houdt<br />

met het ruimtelijk beleid zoals dat met het bestemmingsplan wordt<br />

nagestreefd. Artikel 15 van de planvoorschriften voorziet in een<br />

afstemmingsregeling.<br />

In gevolge de Woningwet (artikel 9) blijven, bij strijdigheid tussen de<br />

voorschriften uit de bouwverordening en die van het bestemmingsplan<br />

de voorschriften uit de bouwverordening buiten toepassing. Regelt het<br />

bestemmingsplan niets over het betreffende onderwerp dan blijven de<br />

voorschriften uit de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het<br />

bestemmingsplan anders bepaalt. Onduidelijkheid kan ontstaan indien<br />

het bestemmingsplan een algemene regel geeft, bijvoorbeeld ten<br />

aanzien van de hoogte van andere bouwwerken. De vraag is dan of<br />

de specifieke regeling uit de bouwverordening over bijvoorbeeld<br />

erfscheidingen buiten toepassing blijft. Met het oog op het geven van<br />

duidelijkheid is aangegeven welke stedenbouwkundige bepalingen uit<br />

de bouwverordening van toepassing blijven.<br />

In de Wet op de openluchtrecreatie is thans voor bijzondere vormen<br />

van kamperen een vrijstelling of ontheffing mogelijk van het verbod<br />

om buiten een kampeerterrein te mogen kamperen. Deze vrijstelling<br />

of ontheffing is voor een aantal vormen alleen mogelijk indien het<br />

bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet. Gedurende de<br />

planperiode zal de Wet op de openluchtrecreatie gefaseerd worden<br />

afgeschaft. Indien noodzakelijk zal de gemeente in aanvullende<br />

regelgeving voorzien.<br />

In de voorschriften is (vooruitlopend op de afschaffing van de Wet op<br />

de openluchtrecreatie) per bestemming aangegeven dat het plan zich<br />

tegen deze bijzondere vormen van kamperen verzet.<br />

Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol<br />

spelen, vindt overleg plaats met het waterschap. Daarnaast blijft de<br />

Keur onverminderd van toepassing.<br />

6.2.3 Plansystematiek<br />

Uitgangspunt voor de bestemmingsdifferentiatie is de in de toelichting<br />

aangegeven functionele structuur. In verband daarmee is onderscheid<br />

gemaakt tussen de volgende bestemmingen:<br />

- Agrarische doeleinden;<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 47


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Onderscheid<br />

hoofdgebouwen en aan- en<br />

uitbouwen en bijgebouwen<br />

en overkappingen<br />

- Bedrijfsdoeleinden;<br />

- Gemengde doeleinden;<br />

- Groenvoorzieningen;<br />

- Maatschappelijke doeleinden;<br />

- Nutsdoeleinden;<br />

- Sportdoeleinden;<br />

- Verkeersdoeleinden;<br />

- Verkeers- en verblijfdoeleinden;<br />

- Water;<br />

- Woongebied.<br />

Dubbelbestemming<br />

- Archeologisch waardevol gebied.<br />

Binnen de gegeven bestemming zijn veelal meerdere doeleinden<br />

mogelijk, met name binnen de bestemming “Gemengde doeleinden”.<br />

Voorzover noodzakelijk, zijn door middel van aanduidingen, meer<br />

concreet onderdelen van de ruimtelijke en functionele structuur op de<br />

plankaart aangegeven.<br />

In de bestemmingen waarbinnen het stedenbouwkundig beeld thans<br />

differentiatie laat zien in hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen en<br />

bijgebouwen en overkappingen (zoals woongebied en gemengde<br />

doeleinden) is in de bebouwingsvoorschriften onderscheid gemaakt<br />

tussen bebouwingsbepalingen voor de hoofdgebouwen en<br />

bebouwingsbepalingen voor de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en<br />

overkappingen.<br />

Een hoofdgebouw wordt omschreven als een gebouw dat op een<br />

bouwperceel architectonisch, dan wel gelet op de bestemming als<br />

belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en<br />

uitbouwen. Het hoofdgebouw laat zich nader onderverdelen in een<br />

hoofdvorm en aan- en uitbouwen. De aan- en uitbouwen worden in de<br />

begripsomschrijving derhalve als onderdeel van het hoofdgebouw<br />

omschreven en zijn qua vorm daarvan te onderscheiden en zijn door<br />

de ligging en/of in architectonisch opzicht ondergeschikt aan de<br />

hoofdvorm.<br />

Voor hoofdvorm en aan- en uitbouwen gelden door het verschil in<br />

verschijningsvorm en plaatsing op het perceel afzonderlijke<br />

bebouwingsbepalingen. Daarom is bij de bebouwingsbepalingen voor<br />

de hoofdgebouwen steeds expliciet aangegeven dat deze bepalingen<br />

niet gelden voor de tot het hoofdgebouw behorende aan- en<br />

uitbouwen. Daarvoor zijn afzonderlijke bepalingen opgenomen die<br />

tevens gelden voor de bijgebouwen en de overkappingen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 48


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Vrijstellingen<br />

Ter verduidelijking is in volgende figuur het onderscheid aangegeven<br />

tussen de hoofdvorm (hoofdgebouwen exclusief de aan- en<br />

uitbouwen) en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.<br />

Artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt de<br />

mogelijkheid om in een bestemmingsplan vrijstellingen op te nemen<br />

teneinde flexibiliteit in het bestemmingsplan aan te brengen om zo te<br />

kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen of inzichten of op bouw-<br />

en aanlegactiviteiten die niet passen binnen de voorschriften van het<br />

bestemmingsplan, maar waaraan men in uitzonderlijke gevallen wel<br />

medewerking wil verlenen.<br />

In het plan opgenomen vrijstellingsmogelijkheden worden echter<br />

slechts in zeer uitzonderlijke gevallen gebruikt. Het gewenste beleid<br />

ten aanzien van het bouwen en het gebruik van gronden is immers in<br />

de voorschriften bij recht vastgelegd! Het toepassen van de<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 49


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Nadere eisen<br />

vrijstellingsbevoegdheid ziet de gemeente als een kwestie van “NEE,<br />

mits….”. Alleen wanneer zwaar wegende belangen aanwezig zijn,<br />

zullen Burgemeester en Wethouders gemotiveerd een vrijstelling<br />

verlenen. De motivering wordt gedaan aan de hand van de bij de<br />

vrijstellingsbepaling opgenomen criteria.<br />

Het stellen van nadere eisen heeft tot doel om op een later tijdstip dan<br />

bij de totstandkoming van het bestemmingsplan te bezien of op<br />

bepaalde punten een nadere eis in een concreet geval noodzakelijk<br />

is. Een nadere eis kan daarom worden gezien als een beperking van<br />

hetgeen zonder de toepassing van de nadere eisenregeling op grond<br />

van de planvoorschriften mogelijk zou zijn.<br />

In de bestemmingsplanvoorschriften is uit oogpunt van<br />

rechtszekerheid zo helder en concreet mogelijk aangegeven wanneer<br />

en welke nadere eisen kunnen worden gesteld. De criteria zijn zo<br />

objectief mogelijk geformuleerd.<br />

In het onderhavige bestemmingsplan kunnen (afhankelijk van de<br />

bestemming) met het oog op<br />

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;<br />

- de sociale veiligheid;<br />

- het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

- de verkeersveiligheid;<br />

- de woonsituatie;<br />

nadere eisen worden gesteld aan de plaats en oppervlakte,<br />

bouwhoogte en goothoogte van de bebouwing.<br />

Zo kan bijvoorbeeld in het geval van een gewenst bijgebouw op een<br />

perceel dat centraal in het dorp is gelegen en eigenlijk aan drie zijden<br />

door de openbare weg wordt omringd een nadere eis worden gesteld<br />

aan de plaats van het bijgebouw op het perceel in verband met het<br />

karakteristieke bebouwingsbeeld en met het oog op de<br />

verkeersveiligheid. Het kan immers niet zo zijn dat een bijgebouw het<br />

aanzicht op een karakteristiek pand ontneemt. Bovendien dient te<br />

worden voorkomen dat het bijgebouw te dicht op de weg wordt<br />

geplaatst en ter hoogte van een kruising het zicht op de kruising<br />

ontneemt. In dat geval zullen Burgemeester en Wethouders een<br />

nadere eis stellen aan bijvoorbeeld de situering van het bijgebouw en<br />

stellen dat het bijgebouw op grotere afstand achter de voorgevel<br />

wordt gebouwd dan de toegestane 3 meter.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 50


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Agrarische doeleinden<br />

Bedrijfsdoeleinden<br />

Groenvoorzieningen<br />

Maatschappelijke<br />

doeleinden<br />

Nutsdoeleinden<br />

Verkeersdoeleinden<br />

6.2.4 Afzonderlijke bestemmingen<br />

6.2.4.1 Jutrijp<br />

De bestemming “agrarische doeleinden” betreft enkele gronden aan<br />

de noordwestzijde van het plangebied en de drie agrarische bedrijven<br />

aan de westzijde van de Riperwei. De gronden zijn bestemd voor<br />

agrarische cultuurgronden en het uitoefenen van een grondgebonden<br />

agrarisch bedrijf (Riperwei 22, Riperwei 26 en Riperwei 78). Binnen<br />

de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij de<br />

agrarische functies aan de Riperwei 22, Riperwei 26 en Riperwei 78<br />

(voorzover het de gebouwen en erven betreft) gewijzigd kan worden<br />

naar de functie wonen.<br />

Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />

De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />

aangegeven hoogte bedragen.<br />

De bestemming "bedrijfsdoeleinden" heeft betrekking op de jachtwerf<br />

aan het Binnenpaed. De jachtwerf is vanwege de afwijkende<br />

milieucategorie als zodanig op de plankaart aangeduid. Detailhandel<br />

is eveneens in de bestemming begrepen.<br />

Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />

De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />

aangegeven hoogte bedragen.<br />

De bestemming "groenvoorzieningen" betreft een aantal gebieden<br />

nabij de Louwepoel, de groenstrook aan de Louwewei, het<br />

groengebiedje aan de noordzijde van de Sinnewar en het speelveld<br />

aan het Binnenpaed. Binnen deze bestemming mogen geen<br />

gebouwen worden gebouwd.<br />

De bestemming “maatschappelijke doeleinden” betreft de<br />

begraafplaats aan de oostzijde van het plangebied. Binnen deze<br />

bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Ten aanzien<br />

van deze bepaling kan vrijstelling worden verleend voor een<br />

gebouwtje van 100 m² met een goot- en bouwhoogte van<br />

respectievelijk 3 meter en 5 meter.<br />

De bestemming “nutsdoeleinden” betreft het gemaal aan het<br />

Binnenpaed 38 en de nutsvoorziening aan Riperwei.<br />

De bestemming "verkeersdoeleinden" betreft de N354 van Sneek naar<br />

Lemmer. In de bestemming zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke<br />

voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor<br />

voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. begrepen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 51


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Verkeers- en<br />

verblijfdoeleinden<br />

Water<br />

Woongebied<br />

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

De bestemming "verkeers- en verblijfdoeleinden" betreft de<br />

ontsluitingswegen van het dorp; de Louwewei/Sinnewar en de<br />

Riperwei. Ook het Binnenpaed en daaraan gelegen parkeerterrein is<br />

als zodanig bestemd. In de bestemming zijn de bij het wegverkeer<br />

gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen,<br />

voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. begrepen.<br />

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

De gronden bestemd voor “water” betreft de Riper Feart, de<br />

Louwepoel, de Hingstepoel en De Far. De gronden zijn bestemd voor<br />

water en oeverstroken, waterhuishoudkundige voorzieningen en<br />

bruggen, uitsluitend voor zover de gronden als zodanig op de<br />

plankaart zijn aangeduid. De jachthaven bij de Louwepoel is als<br />

zodanig op de plankaart aangeduid.<br />

De bestemming “woongebied” is de voornaamste bestemming in het<br />

dorp. De op de plankaart voor "woongebied" aangewezen gronden<br />

zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met aan-huisverbonden<br />

beroepen. Tevens zijn groenvoorzieningen, openbare<br />

nutsvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, en water in de<br />

bestemming begrepen. Aan de Riperwei 46 bevindt zich een pand dat<br />

voor een klussenbedrijf (niet in combinatie met de woonfunctie) wordt<br />

benut. Dit pand is als zodanig aangeduid. Tevens bevindt zich aan de<br />

Riperwei 30A een sauna/schoonheidscentrum met woning. Gelet op<br />

de omvang van de functie is deze als zodanig op de plankaart<br />

aangeduid. Aan het Binnenpaed 6 was in het bestemmingsplan Jutrijp<br />

de mogelijkheid tot vestiging van bedrijven in milieucategorie 1 en 2<br />

opgenomen. De gemeente heeft besloten met het oog op een<br />

toekomstige functie van het perceel deze mogelijkheid te handhaven,<br />

De gronden zijn op de plankaart aangeduid als "bedrijf".<br />

Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden<br />

gebouwd. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de<br />

plankaart aangegeven hoogte bedragen. Het aantal woningen mag<br />

niet meer dan het bestaande aantal woningen per bouwvlak, dan wel<br />

het op de plankaart aangegeven aantal bedragen. Bij wijziging bestaat<br />

de mogelijkheid om nog een tweetal woningen te bouwen op de<br />

locatie ten oosten van het perceel Binnenpaed 40.<br />

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste<br />

3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel<br />

van het hoofdgebouw te worden gebouwd. De goothoogte van aan-<br />

en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen,<br />

dan wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 52


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Archeologisch waardevol<br />

gebied<br />

Agrarische doeleinden<br />

Gemengde doeleinden<br />

Groenvoorzieningen<br />

Maatschappelijke<br />

doeleinden<br />

afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw<br />

waaraan wordt gebouwd. De bouwhoogte van vrijstaande<br />

bijgebouwen mag niet meer dan 5,5 meter bedragen. De bouwhoogte<br />

van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde<br />

bijgebouwen mag niet meer dan 7 meter bedragen. De gezamenlijke<br />

oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen<br />

mag niet meer dan 100 m² bedragen.<br />

Dubbelbestemming<br />

De op de kaart voor “archeologisch waardevol gebied” aangewezen<br />

gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen<br />

bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het herstel<br />

en behoud van archeologische waarden.<br />

6.2.4.2 Oppenhuizen-Broeresleat<br />

De bestemming “agrarische doeleinden” betreft gronden aan de<br />

noord- en zuidwestzijde van de woonbuurt. De gronden zijn bestemd<br />

voor agrarische cultuurgronden en water. Op de gronden mogen geen<br />

gebouwen worden opgericht.<br />

Een gedeelte van de bebouwing aan westzijde van het Noardein en<br />

de Tsjerkebuorren kent de bestemming "gemengde doeleinden". De<br />

gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen,<br />

dienstverlening, detailhandel, bedrijven behorende tot de categorieën<br />

1 of 2, zoals genoemd in de bij de voorschriften gevoegde Staat van<br />

Bedrijven en wonen.<br />

Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />

De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />

aangegeven hoogte bedragen. Het aantal woningen mag niet meer<br />

dan het bestaande aantal per bouwvlak bedragen.<br />

De bestemming "groenvoorzieningen" betreft de groene ruimte aan de<br />

noordwestzijde van het plangebied en enkele groengebiedjes en –<br />

groenstroken in de woonbuurt.<br />

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

De bestemming “maatschappelijke doeleinden” betreft het<br />

multifunctioneel centrum "It Harspit" aan de P. Walmastrjitte. De op de<br />

plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden<br />

zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen en groen- en<br />

speelvoorzieningen.<br />

Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />

Ten aanzien van deze bepaling kan vrijstelling worden verleend voor<br />

een gebouwtje van 100 m² met een goot- en bouwhoogte van<br />

respectievelijk 3 meter en 5 meter.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 53


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Nutsdoeleinden<br />

Sportdoeleinden<br />

Verkeers- en<br />

verblijfdoeleinden<br />

Water<br />

Woongebied<br />

De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />

aangegeven maten bedragen.<br />

Er mogen geen dienstwoningen worden gebouwd.<br />

De bestemming “nutsdoeleinden” betreft de beide nutsvoorzieningen<br />

aan het Noardein.<br />

De sportvelden aan De Bou en het gebied tussen "It Harspit" en de<br />

oude rijksweg zijn bestemd voor "sportdoeleinden". De<br />

sportvoorzieningen met daarbij inbegrepen (additionele)<br />

voorzieningen als was- en kleedruimten, kantine, bergings- en<br />

stallingsruimten en verenigingsgebouwen zijn binnen deze<br />

bestemming toegestaan. Er mogen geen dienstwoningen worden<br />

gebouwd.<br />

De opgaande beplanting rond de sportvelden is als zodanig op de<br />

plankaart aangeduid. In de voorschriften is bepaald dat er dient te<br />

worden uitgegaan van behoud van de bestaande opgaande<br />

beplanting. Ook de volkstuinen zijn als zodanig op de plankaart<br />

aangeduid.<br />

De bestemming "verkeers- en verblijfdoeleinden" betreft de<br />

ontsluitingswegen van de woonbuurt; het Noardein en De Bou. In de<br />

bestemming zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen,<br />

zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en<br />

fietsers, bushaltes e.d. begrepen.<br />

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

De gronden bestemd voor “water” betreft een deel van de Broersleat<br />

en enkele structurele waterpartijen in de woonbuurt. De gronden zijn<br />

bestemd voor water en oeverstroken en waterhuishoudkundige<br />

voorzieningen.<br />

De bestemming “woongebied” is de voornaamste bestemming in het<br />

gebied. De op de plankaart voor "woongebied" aangewezen gronden<br />

zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met aan-huisverbonden<br />

beroepen. Tevens zijn groenvoorzieningen, openbare<br />

nutsvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, en water in de<br />

bestemming begrepen.<br />

Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden<br />

gebouwd. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de<br />

plankaart aangegeven maten bedragen.<br />

Het aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal<br />

woningen per bouwvlak bedragen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 54


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Archeologisch waardevol<br />

gebied<br />

Bedrijfsdoeleinden<br />

Groenvoorzieningen<br />

Verkeersdoeleinden<br />

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste<br />

3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel<br />

van het hoofdgebouw te worden gebouwd. De goothoogte van aan-<br />

en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen,<br />

dan wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de<br />

afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw<br />

waaraan wordt gebouwd. De bouwhoogte van vrijstaande<br />

bijgebouwen mag niet meer dan 5,5 meter bedragen. De bouwhoogte<br />

van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde<br />

bijgebouwen mag niet meer dan 7 meter bedragen. De gezamenlijke<br />

oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen<br />

mag niet meer dan 100 m² bedragen.<br />

Dubbelbestemming<br />

De op de kaart voor “archeologisch waardevol gebied” aangewezen<br />

gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen<br />

bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het herstel<br />

en behoud van archeologische waarden.<br />

6.2.4.3 Uitwellingerga-Brêgefinne<br />

De bestemming "bedrijfsdoeleinden" is de voornaamste bestemming<br />

in het gebied. Ten aanzien van de toelaatbaarheid van de<br />

bedrijvigheid is op de plankaart een zonering aangegeven.<br />

Detailhandel is eveneens in de bestemming begrepen.<br />

Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.<br />

De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart<br />

aangegeven hoogte bedragen.<br />

De bestemming "groenvoorzieningen" betreft het opgaand groen aan<br />

de westzijde van het bedrijventerrein en enkele groengebiedjes aan<br />

de oostzijde. De opgaande beplanting is als zodanig op de plankaart<br />

aangeduid. In de voorschriften is bepaald dat er dient te worden<br />

uitgegaan van behoud van de bestaande opgaande beplanting.<br />

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

De bestemming "verkeersdoeleinden" betreft de ontsluitingsweg van<br />

het bedrijventerrein; de Brêgefinne/Leyepoel. In de bestemming zijn<br />

de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals<br />

bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en fietsers,<br />

bushaltes e.d. begrepen.<br />

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 55


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Water<br />

De gronden bestemd voor “water” betreft een smalle strook van het<br />

Prinses Margrietkanaal. De gronden zijn bestemd voor water en<br />

oeverstroken en waterhuishoudkundige voorzieningen.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 56


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

7 Uitvoerbaarheid<br />

7.1 Economische uitvoerbaarheid<br />

Het onderhavige plan is een beheerplan, waarmee geen grote kosten<br />

zijn gemoeid. Vanuit het economisch oogpunt mag het plan<br />

uitvoerbaar worden geacht.<br />

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />

7.2.1 Overleg<br />

Het voorontwerp-bestemmingsplan Wymbritseradiel-Oost is in het<br />

kader van het overleg ex artikel 10 verzonden aan diverse instanties.<br />

Van de volgende instanties is een reactie ontvangen:<br />

a . Commissie van Overleg, provincie Fryslân;<br />

b . N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 19, 9700 MA Groningen,<br />

(d.d. 1 februari 2008);<br />

c . Wetterskip Fryslân, Postbus 36, 8900 AA, Leeuwarden,<br />

(d.d. 30 januari 2008);<br />

d . Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie, Directie<br />

Noord, MPC 35 H, Postbus 40184, 8004 DD, Zwolle,<br />

(d.d. 30 januari 2008);<br />

e . Vitens, Postbus 400, 8901 AA, Leeuwarden, (d.d. 29 januari<br />

2008);<br />

f . KPN Vaste Net, Postbus 9107, 7300 HR, Apeldoorn, (d.d. 22<br />

januari 2008)<br />

Afschriften van de reacties zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze<br />

toelichting. De onder b, c, d en f genoemde instanties hebben<br />

aangegeven dat het bestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het<br />

maken van op- en/of aanmerkingen. Op de overige reacties wordt<br />

hierna ingegaan.<br />

Ad. a Commissie van overleg, d.d. 20 maart 2008<br />

Opmerking 1 Kwaliteitsparagraaf<br />

Voor de wijzigingsbevoegdheden ontbreekt een uitwerking van de<br />

kwaliteitsparagraaf voor wat betreft kwaliteit/landschap. De commissie<br />

verzoekt het criterium van landschappelijke inpassing nog op te<br />

nemen (Categorie 2).<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 57


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Reactie<br />

Ten aanzien van de wijzigingsbepaling in de bestemming Agrarische<br />

Doeleinden (artikel 3, lid 6) geldt dat het gaat om een aanpassing<br />

binnen de bestaande gebouwen. Deze wijziging heeft geen invloed op<br />

het landschappelijke beeld. De overige wijzigingsbepalingen betreffen<br />

wijzigingen te midden van bestaande bebouwing, waardoor er geen<br />

landschappelijke waarden in het geding zijn. Voor alle<br />

wijzigingsbepalingen is er een voorwaarde opgenomen dat er door de<br />

wijziging geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van het<br />

straat- en bebouwingsbeeld. Op deze wijze is een goede<br />

landschappelijke inpassing voldoende gewaarborgd.<br />

Opmerking 2 Bescherming groenvoorzieningen<br />

Aanbevolen wordt om groenvoorzieningen van kwalitatieve betekenis<br />

op te nemen in het plan en deze te beschermen met een<br />

aanlegvergunningenstelsel (Categorie 3).<br />

Reactie<br />

In het kader van de gemeentelijke Algemene plaatselijke verordening<br />

wordt uitgebreid aandacht besteed aan het fenomeen beplanting. In<br />

het hoofdstuk ‘bescherming van het milieu en het natuurschoon en<br />

zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente’ is onder de afdeling<br />

‘het bewaren van houtopstanden’ een kapverbod vigerend voor nader<br />

geïnventariseerd geboomte. Houtopstanden met monumentale,<br />

landschappelijke, cultuur- historische en beeldbepalende waarde<br />

maken daarvan deel uit.<br />

Onder strikte voorwaarden is een ontheffing van het kapverbod te<br />

verlenen, dit vooral gelet op genoemde waarden en op het doel van<br />

genoemd hoofdstuk. De gemeente acht met de constructie de<br />

waardevolle beplanting in de betreffende gebieden afdoende<br />

beschermd. Om dan daarnaast nog een aanlegvergunningstelsel<br />

hiervoor op te nemen acht de gemeente niet noodzakelijk.<br />

Opmerking 3 Milieucategorieën Brêgefinne<br />

De commissie adviseert de bestemming van het gehele terrein<br />

Brêgefinne te wijzigen in maximaal milieucategorie 3, overeenkomstig<br />

het Streekplan dat uitgaat van zwaardere bedrijven nabij stedelijke en<br />

regionale stadscentra in plaats van kleinere kernen. Bestaande<br />

bedrijven met milieucategorie 4 kunnen specifiek bestemd worden<br />

(Categorie 2).<br />

Reactie<br />

Bedrijven in milieucategorie 4 en 5 zijn op grond van het vigerende<br />

plan reeds mogelijk. Er is voor gekozen deze mogelijkheden in<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 58


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

onderhavig plan over te nemen. De voorschriften zijn dan ook niet<br />

aangepast.<br />

Ad. e Vitens<br />

Opmerking 1 Bestemmen leidingen<br />

Activiteiten zoals het oprichten van gebouwen, het verrichten van<br />

ontgravingen en het aanbrengen van bomen en/of diepwortelende<br />

struiken in de nabijheid van de leiding dienen te worden vermeden.<br />

Vitens verzoekt de transportleiding op de plankaart aan te geven met<br />

de nevenstemming ‘openbare nutsleiding’, met de genoemde<br />

activiteiten in de voorschriften.<br />

Reactie<br />

Ondergrondse leidingen zijn in de diverse bestemmingen begrepen,<br />

zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld. Indien op enig moment de<br />

leidingen beperkingen met zich meebrengen, kan dat in onderling<br />

overleg tussen belanghebbenden middels privaatrechtelijke<br />

overeenkomsten worden geregeld.<br />

Tot dusverre is het in de gemeente niet gebruikelijk om<br />

transportleidingen van Vitens in bestemmingsplannen te regelen; de<br />

gemeente acht dit ook niet noodzakelijk. Voor de bescherming van de<br />

leidingen voegt een bestemmingsplan niets of nauwelijks iets toe aan<br />

het thans in de provincie functionerende systeem van KLICmeldingen.<br />

Opmerking 2 Nutsstrook<br />

Vitens verzoekt een nutstrook van 1,80 meter vrij te houden in de<br />

vorm van een trottior en/of grasstrook voor de aanleg van eventuele<br />

nieuwe leidingen.<br />

Reactie<br />

Het onderhavige plan betreft in hoofdzaak een conserverend plan.<br />

Wijzigingen in zowel de bovengrondse als ondergrondse infrastructuur<br />

zijn niet voorzien. Mochten zich in de komende jaren herinrichtingen<br />

voordoen, dan zal met de wensen van Vitens rekening worden<br />

gehouden.<br />

7.2.2 Inspraak<br />

Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Wymbritseradiel-Oost (Jutrijp,<br />

Oppenhuizen-Broeresleat en Uitwellingerga-Brêgefinne) heeft met<br />

ingang van 21 januari 2008 gedurende zes weken voor een ieder in<br />

het kader van de gemeentelijke inspraakverordening op het<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 59


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

gemeentehuis ter inzage gelegen. Gedurende de inspraakperiode zijn<br />

er drie inspraakreacties ontvangen:<br />

a . Gerrit Wijnia, H, Mensonidesstrjitte 28 te Oppenhuizen (d.d. 24<br />

januari 2008);<br />

b . De heer J.H.F. Oosterkamp, Douwestrjitte 7 te Oppenhuizen (d.d.<br />

2 maart 2008);<br />

c . Feriening Doarpsbelang ‘Top en Twel’ (d.d. 5 maart 2008).<br />

De inspraakreacties zijn als bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen.<br />

Tevens is er op 7 februari 2008 een inspraak- en<br />

informatiebijeenkomst geweest op het gemeentehuis van<br />

Wymbritseradiel, waar 8 personen aanwezig waren. Op deze avond<br />

was er de gelegenheid om vragen te stellen of opmerkingen te<br />

maken. Het verslag van deze avond is als bijlage 3 bij de toelichting<br />

gevoegd.<br />

Ad. a Gerrit Wijnia, H. Mensonidesstrjitte 28, 8625 HN Oppenhuizen<br />

Opmerking<br />

De heer Wijnia mist in het bestemmingsplan de ontwikkeling van een<br />

centrum in Oppenhuizen. Hij wijst op een eerder door hem ingediend<br />

plan voor de ontwikkeling van een plein in het centrum, waar ook<br />

monumentale panden staan. Voor dit plein zouden de woningen aan<br />

de Tsjerkebuorren 18-22 moeten worden afgebroken.<br />

Ook ziet hij mogelijkheden om een weg aan te leggen vanaf de oude<br />

rijksweg naar de brug over het Ges. Hiervoor zouden enkele huizen<br />

aan de Bonningastrjitte verwijderd moeten worden. Deze nieuwe weg<br />

zou de verkeersdruk in de omliggende straten kunnen ontlasten en<br />

mogelijkheden voor nieuwe winkels en bedrijven kunnen geven.<br />

Reactie<br />

De locaties waar de ideeën van de heer Wijnia betrekking op hebben<br />

vallen voor het grootste deel buiten het onderhavige plangebied.<br />

Bovendien is het voorliggende bestemmingsplan bedoeld als een<br />

conserverend plan, waarin het feitelijke gebruik van de gronden wordt<br />

vastgelegd. Voor nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld zoals die door<br />

de heer Wijnia worden genoemd wordt een afzonderlijke procedure<br />

gevoerd, bijvoorbeeld een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO.<br />

Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan dan<br />

ook niet aangepast.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 60


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Ad. b De heer J.H.F. Oosterkamp, Douwestrjitte 7, 8625 JC<br />

Oppenhuizen<br />

Opmerking 1<br />

De heer Oosterkamp maakt bezwaar tegen de beperkingen ten<br />

opzichte van het vigerende plan ten aanzien van de situering van de<br />

bijgebouwen.<br />

Reactie<br />

In het plan worden bijgebouwen toegestaan op een afstand van 3<br />

meter achter de naar de weg gekeerde gevel. In het plan is echter een<br />

vrijstelling opgenomen in artikel 13, lid 4 sub b voor bijgebouwen en<br />

overkappingen die op een afstand van minder dan 3 minder vanaf die<br />

voorgevel geplaatst worden. Met andere woorden, de situering van<br />

bijgebouwen wordt door onderhavig plan dan ook niet beperkt ten<br />

opzicht van het vigerende bestemmingsplan. Naar aanleiding van de<br />

inspraakreactie is het bestemmingsplan dan ook niet aangepast.<br />

Opmerking 2<br />

De heer Oosterkamp heeft er bezwaar tegen wanneer door beperking<br />

van de hoogte van uitbreidingen niet meer is toegestaan de woning<br />

aan de voorzijde uit te breiden, zoals Douwestrjitte 13.<br />

Reactie<br />

Indien het een uitbreiding van het hoofdgebouw betreft kan de hoogte<br />

gelijk zijn aan die van het hoofdgebouw zelf. De maximale hoogte van<br />

7 meter geldt alleen voor aan het hoofdgebouw gebouwde<br />

bijgebouwen en aan- en uitbouwen. Naar aanleiding van de<br />

inspraakreactie is het bestemmingsplan dan ook niet aangepast.<br />

Opmerking 3<br />

Het is de heer Oosterkamp onduidelijk of het nieuwe<br />

bestemmingsplan het mogelijk maakt om op het type woning ‘Vlinder’<br />

aan de Douwestrjitte een opbouw op de garage te bouwen. Hij meent<br />

dat de mogelijkheid voor een garageopbouw geboden zou moeten<br />

worden, omdat dit elders in het dorp wel mogelijk is.<br />

Reactie<br />

In de loop van de tijd heeft de gemeente voor de dorpen met grote<br />

regelmaat bestemmingsplannen vastgesteld waarin<br />

bestemmingsregelingen voor woonfuncties zijn opgenomen.<br />

Afhankelijk van het plangebied en de daaraan ten grondslag liggende<br />

uitgangspunten, afhankelijk van de jurisprudentiële eisen, van<br />

marktontwikkelingen en van voortschrijdend inzicht zijn de<br />

bestemmingsregelingen voor de woonfuncties van elkaar gaan<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 61


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

verschillen. De rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid voor de burger<br />

komen dan soms in het gedrang. Langdurige discussies over<br />

interpretatie en procedures van derden of direct belanghebbenden zijn<br />

daarvan het gevolg. Om die reden heeft de gemeente een aantal<br />

jaren geleden besloten het aan- en uitbouwen- en bijgebouwenbeleid<br />

binnen de gemeente te uniformeren.<br />

Met andere woorden, de regels voor het bouwen van aan- en<br />

uitbouwen en bijgebouwen zijn overal in Oppenhuizen gelijk.<br />

Voor aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde<br />

bijgebouwen geldt een bouwhoogte van maximaal 7 m, waarbij de<br />

bouwhoogte in ieder geval 1 meter lager dient te zijn dan de<br />

bouwhoogte van het hoofdgebouw. Het realiseren van een opbouw is<br />

mogelijk, mits in overeenstemming met deze regels.<br />

Ad. c Feriening Doarpsbelang ‘Top en Twel’<br />

Opmerking 1<br />

Doarpsbelang vraagt of het mogelijk is de bestemmingsplannen van<br />

Top en Twel aaneen te zien, om een compleet beeld te krijgen.<br />

Reactie<br />

Het bestemmingsplan Top en Twel waar het overige deel van het dorp<br />

binnen valt, is een recent plan. Dit plan is vastgesteld op 19<br />

september 2006 door de gemeenteraad en vervolgens hebben<br />

Gedeputeerde Staten van Fryslân bij hun besluit van 3 april 2007 het<br />

plan geheel goedgekeurd. Iets dergelijks geldt ook voor het<br />

bestemmingsplan Uitwellingerga De Grachten/Gravinnepoel, dat op 1<br />

augustus 2006 is goedgekeurd. Onderhavig plan voorziet in een<br />

actualisatie van de overige plannen die voor Oppenhuizen en<br />

Uitwellingerga gelden. Deze drie plannen naast elkaar geven een<br />

totaaloverzicht van de bestemmingen. De gemeente is overigens wel<br />

voornemens voor de volgende planperiode één<br />

bestemmingsplanactualisatie voor geheel Top en Twel te maken.<br />

Opmerking<br />

Volgens Doarpsbelang wordt onvoldoende aandacht aan<br />

karakteristieke bebouwing geschonken in het plan en zijn er meer<br />

karakteristieke gebouwen dan Noardein 58. Verwezen wordt naar het<br />

MIP-rapport als basis hiervoor. Doarpsbelang biedt aan hier zelf een<br />

adviserende rol in te spelen.<br />

Reactie<br />

Binnen het plangebied zijn geen gebouwen die in het kader van het<br />

Monumenten Inventarisatie Project als karakteristiek aangemerkt<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 62


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

worden. Aangezien de inventarisatie in het kader van het MIP zo'n 15<br />

jaar gelden heeft plaatsgevonden, heeft de gemeente in het kader van<br />

onderhavig bestemmingsplan nogmaals gekeken naar de<br />

karakteristieke panden in het plangebied. Hieruit is gebleken dat de<br />

panden Noardein 56 (woonhuis) en Noardein 58 (woonhuis) als<br />

karakteristiek moeten worden aangemerkt. Overigens is per abuis<br />

twee maal het pand Noardein 58 genoemd als karakteristiek. Dit moet<br />

Noardein 56 en Noardein 58 zijn. Opgemerkt moet worden dat buiten<br />

het plangebied nog meer panden als karakteristiek worden<br />

aangemerkt. Deze zijn opgenomen in het bestemmingsplan Top en<br />

Twel. Gelet op voorgaande is het plan dan ook niet aangepast.<br />

Opmerking<br />

Ook vestigt Doarpsbelang de aandacht op de ‘ûntwikkelkalinder’ van<br />

dorpsbelang en verzoekt hiermee rekening te houden in het plan.<br />

Reactie<br />

Het voorliggende bestemmingsplan is een conserverend plan, waarin<br />

het feitelijke gebruik van de gronden wordt vastgelegd. Voor nieuwe<br />

ontwikkelingen, bijvoorbeeld zoals die op de ‘ûntwikkelkalinder’ van<br />

Doarpsbelang worden genoemd, wordt een afzonderlijke procedure<br />

gevoerd, bijvoorbeeld een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO.<br />

Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan dan<br />

ook niet aangepast.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

285.00.00.27.00.toe 63


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Bijlagen<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Bijlage 1: Overlegreacties ex artikel 10 Bro<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Bijlage 2: Inspraakreacties<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Bijlage 3: Verslag inspraakavond<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!