Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
de regeling vallen, maar niet welke voorzieningen nu juist wel worden bedoeld. Ook de term "onnodig gebruik" wordt niet verder gespecificeerd’ (Lako, 1998) 2a Een beleidstheorie is beter naarmate zij meer van wat in de werkelijkheid het geval kan zijn, uitsluit. ‘Op verschillende plaatsen wordt gewezen op de noodzaak ongewenste effecten (bijvoorbeeld beperking van noodzakelijke zorg) te voorkomen. Aan dit criterium wordt in zekere zin wel voldaan, al moet eraan toegevoegd worden dat in de nadere uitwerking van de regling hieraan geen aandacht meer wordt besteed’. 2b Een beleidstheorie is beter naarmate zij een preciezere uitspraak over de wenselijkheid van een beleidselement mogelijk maakt. ‘Een uitvoerige omschrijving van de argumenten die aan het besluit tot de invoering van eigen bijdragen ten grondslag liggen wordt niet gegeven. Wel wordt verwezen naar berekeningen die door een aantal onderzoeksinstituten zijn uitgevoerd’. 3 Een beleidstheorie dient consistent te zijn, in de zin dat uitspraken die er in voorkomen niet onderling strijdig mogen zijn. ‘Een zekere tegenstrijdigheid schuilt in de redenering dat onnodig gebruik van medische voorzieningen moet worden afgeremd, terwijl voorzieningen waarbij de keuzevrijheid het grootst is en verzekerden daadwerkelijk kunnen worden afgeremd (bijvoorbeeld bij het consulteren van de huisarts) juist worden uitgezonderd van de regeling’. 4 Een beleidstheorie is beter naarmate zij meer wordt ondersteund door resultaten van sociaalwetenschappelijk onderzoek, dan wel overeenstemt met reeds beproefde sociaalwetenschappelijke theorieën. ‘Voorzover we kunnen nagaan, wordt aan deze eis niet voldaan. Wel wordt gebruik gemaakt van resultaten van economische studies over het effect van de eigen bijdrage zonder dat duidelijk is of aan belangrijke methodologische onderzoeksvereisten (zie bijvoorbeeld Bakker, 1997) in die studies is voldaan’. 5 Een beleidstheorie is beter naarmate zij, zonder in tegenstrijdigheden te vervallen, meer factoren omvat die bijdragen aan de verklaring van het probleem. ‘Van een grondige analyse van onnodig gebruik van medische voorzieningen dat wordt gedocumenteerd door gedegen cijfermateriaal wordt in de voorstellen niet gerept. Het blijft bij de constatering dat de eigen bijdrage als "remgeld" het gebruik van voorzieningen kan reduceren’. 6 Een beleidstheorie is beter, naarmate het beleidsprobleem preciezer geformuleerd is en preciezer wordt aangegeven wat de bijdrage van verschillende factoren aan de verklaring van het beleidsprobleem is. ‘Een schatting van de effecten van de eigen bijdragen op het gebruik van medische voorzieningen ontbreekt, hetgeen begrijpelijk is, omdat ook een uitgewerkte theorie ontbreekt’. 7 Een beleidstheorie is beter naarmate zij preciezer informatie geeft omtrent hoe te handelen om bepaalde beleidsdoelen te realiseren. 86
‘Hiervan is geen sprake. Waar de eigen-bijdrageregeling nog nader geconcretiseerd wordt, betreft het veel meer uitzonderingen en regelingen voor bepaalde categorieën patiënten. Veelal zijn die het gevolg van moeizame politieke compromssen. Recentelijk is door Starmans (1998) aangegeven dat alleen de introductie van een procentuele verplichte eigen bijdrage, met een niveau van ca. 50%, met een inkomensafhankelijk maximum (van 5 tot 15% van het gezinsinkomen per jaar), zonder de mogelijkheid tot herverzekering, voor ambulante zorg of zelfs voor alle medische zorg wenselijk zou kunnen zijn’. 8 Een beleidstheorie is beter naarmate zij duidelijker onderscheid maakt tussen manipuleerbare en niet-manipuleerbare variabelen. ‘Een duidelijk onderscheid wordt nergens aangetroffen. Dit is opvallend, omdat bij medische consumptie de patiënt lang niet altijd invloed heeft op de zorg die hij ontvangt. Bij een bezoek aan de specialist, waarop de eigen-bijdrageregeling wel betrekking had, beslist de huisarts en niet de patiënt’. 9 Een beleidstheorie is beter naarmate zij een preciezer beeld verschaft van de actoren die bij de uitvoering van het beleid betrokken (zullen) zijn, van hun mogelijke reacties op de beleidsmaatregelen en van de context waarin het beleid zal worden uitgevoerd. ‘Uit de bestudering van de stukken en de bijgevoegde correspondentie blijkt dat men zich wel heeft vergewist van de initiële ondersteuning van de maatregelen door de ziektekostenverzekeraars (ziekenfondsraad, 1996)’. 10 Een beleidstheorie is beter naarmate het netto-effect duidelijker bepaald en geïnterpreteerd kan worden in termen van de probleemformulering. ‘Van een duidelijke onderbouwing van het netto-effect in termen van minder gebruik van medische voorzieningen is geen sprake. De mogelijkheid dat minder gebruik van sommige voorzieningen gepaard gaat met meer gebruik van andere voorzieningen, wordt wel besproken, maar nergens empirisch aannemelijk gemaakt’. ‘Kortom, de gehanteerde beleidstheorie rondom de eigen-bijdrageregeling schiet tekort’, aldus Lako. Literatuur over eigen bijdragen - Bakker, F., Effecten van eigen betalingen op premies voor ziektekostenverzekeringen, Erasmus Universiteit, Rotterdam, 1997 (diss.). - Starmans, B., The effects of patient charges on medical utilization, expenditure, and health, Universiteit Maastricht, 1998 (diss.). - Sociaal en Cultureel Planbureau, Het ziekenfonds waar ligt de grens? - De gevolgen van veranderingen in de ziekenfondsverzekering voor de medische consumptie, de kosten van zorg en de koopkracht van huishoudens, Rijswijk, 1997. - Verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. 87
- Page 35 and 36: maatschappelijke instellingen en bu
- Page 37 and 38: - Beleidsopvolging kan ook de vorm
- Page 39 and 40: programma’s en thema’s. Nederla
- Page 41 and 42: ‘Herfkens’aankondiging om het a
- Page 43 and 44: Kenia 52 neen ja Uganda 48 neen nee
- Page 45 and 46: type beleid vertoont wél enige ove
- Page 47 and 48: Ga na welke vorm van beleidsopvolgi
- Page 49 and 50: naar statuscategorieën. Verdere st
- Page 51 and 52: - Eden, C., S. Jones en D. Sims, Me
- Page 53 and 54: impliceert onder andere de wijzigin
- Page 55 and 56: eëindigen beleidsprogramma niet op
- Page 57 and 58: eschouwden het einde van hun organi
- Page 59 and 60: materiële nood van de slachtoffers
- Page 61 and 62: gevolg van het verbeterde imago van
- Page 63 and 64: En/of: ‘de maatregel is nog onvol
- Page 65 and 66: - Wat voor velen is, blijft makkeli
- Page 67 and 68: zijnde verzelfstandigingen en evalu
- Page 69 and 70: kortingen op de studiefinanciering
- Page 71 and 72: Beleidsbeëindiging blijkt gecompli
- Page 73 and 74: - Daniels, M.R., Terminating public
- Page 75 and 76: Een tweede advies luidt: laat geen
- Page 77 and 78: moet worden toegepast. De partij tw
- Page 79 and 80: de kosten voor de gezondheidszorg o
- Page 81 and 82: Starmans zelf heeft het moeilijk me
- Page 83 and 84: Het Comité ‘Zorg voor iedereen
- Page 85: Henk van de Graaf (1988) heeft een
- Page 89 and 90: geloof in een maakbare samenleving
- Page 91 and 92: niet altijd winnen. Hij krijgt het
- Page 93 and 94: Toch is dit emotionele aspect niet
- Page 95 and 96: geringe kans op succes hebben. Men
- Page 97 and 98: (opnieuw) in rep en roer. Het depar
- Page 99 and 100: legeronderdeel ineffectief en ineff
- Page 101 and 102: gasvondst in Groningen in het begin
- Page 103 and 104: Van der Hooft). Dit directoraat hie
- Page 105 and 106: Ook de Mijn Industrie Raad heeft ee
- Page 107 and 108: - Daniels, M.R., Theories for the i
- Page 109 and 110: jaren zeventig. Tegenover bijv. het
- Page 111 and 112: Daarmee is het kader gegeven om de
- Page 113 and 114: innendienst. De helft van de menskr
- Page 115 and 116: Hierna beoordeelde de deregulerings
- Page 117 and 118: - De ambtelijke uitvoerende organis
- Page 119 and 120: moest gelden maar wel voor anderen.
- Page 121 and 122: die misschien over enkele jaren van
- Page 123 and 124: Uitblijvende beleidsbeëindiging: l
- Page 125 and 126: Recent is er weer een beweging teru
- Page 127 and 128: Van der Ploeg noemde afschaffing va
- Page 129 and 130: institutionele permanentiehypothese
- Page 131 and 132: voorgenomen beëindiging een grote
- Page 133 and 134: Er ligt (nog steeds) een groot terr
- Page 135 and 136: Overige literatuur - Arendsen, G. &
‘Hiervan is geen sprake. Waar de eigen-bij<strong>dr</strong>ageregeling nog nader geconcretiseerd<br />
wordt, betreft het veel meer uitzonderingen en regelingen voor bepaalde categorieën<br />
patiënten. Veelal zijn die het gevolg van moeizame politieke compromssen.<br />
Recentelijk is door Starmans (1998) aangegeven dat alleen de introductie van een<br />
procentuele verplichte eigen bij<strong>dr</strong>age, met een niveau van ca. 50%, met een<br />
inkomensafhankelijk maximum (van 5 tot 15% van het gezinsinkomen per jaar),<br />
zonder de mogelijkheid tot herverzekering, voor ambulante zorg <strong>of</strong> zelfs voor alle<br />
medische zorg wenselijk zou kunnen zijn’.<br />
8 Een beleidstheorie is beter naarmate zij duidelijker onderscheid maakt tussen manipuleerbare<br />
en niet-manipuleerbare variabelen.<br />
‘Een duidelijk onderscheid wordt nergens aangetr<strong>of</strong>fen. Dit is opvallend, omdat bij<br />
medische consumptie de patiënt lang niet altijd invloed heeft op de zorg die hij<br />
ontvangt. Bij een bezoek aan de specialist, waarop de eigen-bij<strong>dr</strong>ageregeling wel<br />
betrekking had, beslist de huisarts en niet de patiënt’.<br />
9 Een beleidstheorie is beter naarmate zij een preciezer beeld verschaft van de actoren die bij de<br />
uitvoering van het beleid betrokken (zullen) zijn, van hun mogelijke reacties op de<br />
beleidsmaatregelen en van de context waarin het beleid zal worden uitgevoerd.<br />
‘Uit de bestudering van de stukken en de bijgevoegde correspondentie blijkt dat men<br />
zich wel heeft vergewist van de initiële ondersteuning van de maatregelen door de<br />
ziektekostenverzekeraars (ziekenfondsraad, 1996)’.<br />
10 Een beleidstheorie is beter naarmate het netto-effect duidelijker bepaald en geïnterpreteerd<br />
kan worden in termen van de probleemformulering.<br />
‘Van een duidelijke onderbouwing van het netto-effect in termen van minder gebruik<br />
van medische voorzieningen is geen sprake. De mogelijkheid dat minder gebruik van<br />
sommige voorzieningen gepaard gaat met meer gebruik van andere voorzieningen,<br />
wordt wel besproken, maar nergens empirisch aannemelijk gemaakt’.<br />
‘Kortom, de gehanteerde beleidstheorie rondom de eigen-bij<strong>dr</strong>ageregeling schiet<br />
tekort’, aldus Lako.<br />
Literatuur over eigen bij<strong>dr</strong>agen<br />
- Bakker, F., Effecten van eigen betalingen op premies voor<br />
ziektekostenverzekeringen, Erasmus Universiteit, Rotterdam, 1997 (diss.).<br />
- Starmans, B., The effects <strong>of</strong> patient charges on medical utilization, expenditure, and<br />
health, Universiteit Maastricht, 1998 (diss.).<br />
- Sociaal en Cultureel Planbureau, Het ziekenfonds waar ligt de grens? - De gevolgen<br />
van veranderingen in de ziekenfondsverzekering voor de medische consumptie, de<br />
kosten van zorg en de koopkracht van huishoudens, Rijswijk, 1997.<br />
- Verkiezingsprogramma’s van politieke partijen.<br />
87